108
A
PPENDIX
1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind hem met een USB-kabel met de computer.
Tijdens deze procedure moeten andere apparaten niet zijn aangesloten.
2. Rechts-klik op Deze Computer en kies “Eigenschappen” uit het menu.
Windows XP: ga van het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op Prestaties en onder-
houd. Klik op “Systeem” om het venster met eigenschappen te openen.
3. Windows 2000 en XP: selecteer de hardware-tab in het eigenschappen-venster en klik op de knop
voor Apparaatbeheer.
Windows 98 en Me: klik op de tab Apparaatbeheer in het Eigenschappen-venster.
4. Het driver-bestand zal te vinden zijn bij de universal-serial-bus-controller of de andere apparaten in
het overzicht van Apparaatbeheer. Klik op de locaties om de bestanden weer te geven. De driver
moet onder de cameranaam te vinden zijn. Onder bepaalde omstandigheden kan de driver soms
niet de cameranaam dragen. De driver zal dan worden gemarkeerd met een vraag- of uitroepte-
ken.
5. Klik op de driver om hem te selecteren.
6. Windows 2000 en XP: klik op de actie-knop om het menu te laten verschijnen. Selecteer verwijde-
ren (uninstall). Er verschijnt een Bevestigingsscherm. Op “Yes” klikken verwijdert de driver uit het
systeem.
Windows 98 en Me: klik op de knop voor verwijderen. Er verschijnt een Bevestigingsscherm. Op
“Yes” klikken verwijdert de driver uit het systeem
7. Maak de USB-kabel los en zet de camera uit. Herstart de computer.
Driver-software verwijderen – Windows