103
Opnamen zijn
niet scherp.
Let goed op dat het onderwerp
zich binnen het scherpstel-
bereik bevindt (blz. 26).
Een van de speciale
scherpstelsituaties doet
zich voor, waarin de
camera niet goed kan
scherpstellen (blz. 27).
Gebruik de scherpstelvergren-
deling om scherp te stellen op
een ander onderwerp op gelij-
ke afstand (blz. 26).
De opnamen
zijn bij weinig
licht zonder
flits gemaakt.
Lange sluitertijden geven
‘bewogen’ opnamen wan-
neer er uit de hand wordt
gefotografeerd.
Gebruik een statief, verhoog de
cameragevoeligheid (blz. 47) of
schakel de ingebouwde flitser
in (blz. 28).
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik:
(blz. 47).
Ga dichter bij het onderwerp of
verhoog de cameragevoelig-
heid (blz. 47).
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Scherpstel-
signaal is
rood.
Bij flitsgebruik
worden de
opnamen te
donker.
Er kan geen
foto worden
gemaakt.
Op de monitor
verschijnt de
“card locked”
waarschuwing.
De geheugenkaart is ver-
grendeld.
Hef de vergendeling van de
kaart op (blz. 19).
Onderwerp is te dichtbij.
Onderwerp
staat binnen
het beeld te
ver naar
rechts.
Bij opnamen op korte afstand werd de
beelduitsnede bepaald via de zoeker.
Parallax doet zich gelden bij onderwerpen
dichter bij dan 1 m in de groothoekstand,
3 m in de telestand.
Gebruik bij opnamen op korte
afstand altijd de LCD-monitor.