18 VOORBEREIDING
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn
geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-moni-
tor; er kan dan één foto worden gemaakt en opgeslagen. (blz. 55).
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en
verzeker u ervan dat het lampje niet oranje knippert; anders kan de kaart
beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de bodem van de
camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje.
Schuif de geheugenkaart helemaal in de kaartsleuf en laat hem
los (2). De kaart moet in de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de voorzijde van de
camera. Duw de kaart altijd recht naar beneden, nooit schuin.
Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet, controleer dan of hij
goed is geplaatst.
Wordt een MultiMediaCard verkeerd geplaatst, dan klikt hij vast,
maar het deurtje van de batterij/kaartruimte zal niet dicht gaan.
Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los
(3). De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen
Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de
bovenkant van de camera om het te vergrendelen (4).
1
2
3
4