45
LCD-helderheid (LCD brightness)
De helderheid van de LCD-monitor kan op 11 niveaus worden inge-
steld. Na selectie van de optie LCD brightness en indrukken van de
enter-toets op het menu (blz. 28, 58) verschijnt het scherm voor de
instelling van de LCD-helderheid. Indrukken en ingedrukt houden van
de weergavetoets activeert het scherm voor de instelling van de LCD-
helderheid ook.
Gebruik de links- en rechts-toets (1) om het helderheidsniveau in te
stellen; het beeld op de monitor past zich meteen aan. Druk op de
enter-toets (2) om de instellingen vast te leggen; de camera keert terug
naar de opname-of weergavestand. De LCD-helderheidsinstelling
geldt voor opname en weergave.
Menu-instellingen automatische uitschakeling (Power-off)
Om stroom te sparen gaat de camera uit als er binnen een bepaalde periode geen handelingen mee
zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De wachtperiode voor
automatische uitschakeling kan worden ingesteld in de Setup-1-sectie van de opname- en weergave-
menu’s (blz. 28, 58): 1, 3, 5, 10 en 30 minuten. Wanneer de camera op een computer is aangesloten
wordt de wachttijd voor automatische uitschakeling vast ingesteld op 10 minuten.
Audio-signalen (Audio signals)
U kunt de audio-signalen van de camera uit- en aanzetten in de Setup-1-sectie van het opname- en
het weergave-menu (blz. 28, 58). Indien ingeschakeld worden zowel toonsignalen als geluidseffecten
gebruikt. De geluidseffecten simuleren een traditionele fotocamera wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt. De geluidseffecten en tonen kunnen onafhankelijk van elkaar worden uitgeschakeld.
Off
SoundFX only
w/o sound FX
On
Alle audiosignalen zijn uitgeschakeld
Alleen sluitereffect. Geen toonsignalen tijdens cameragebruik
Alleen toonsignalen om cameragebruik te markeren
Sluitereffect en toonsignalen.
Menu-instelling
1
2
Low
High
Enter