20
OPNAMESTAND
OPNAMESTAND
In dit hoofdstuk worden zowel de standaard opnamefuncties behandeld als de meer specialistische
functies. Gebruikt u de camera voor het eerst, begin dan in elk geval met blz. 20 t/m 29. Veel
opnamefuncties worden geregeld met menu’s. De tekst over menu-navigatie beschrijft hoe u instellin-
gen verandert. Daarna worden de instelmogelijkheden zelf beschreven.
Vasthouden van de camera
Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de
camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linker-
hand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets
uit elkaar. Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed
stilhouden.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser
boven het objectief zit. Pas goed op dat u het objectief niet met uw
vingers of het polskoord afdekt.
Camera op opnemen instellen
Zet de camera aan door op de hoofdschakelaar te drukken (1).
Zet de keuzeschakelaar in de opnamestand (2).
2
1
2