25
Gebruik van het zoomobjectief
Deze camera is uitgerust met een uniek 5,7 - 17,1 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met
dat van een 37 tot 111 mm objectief op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd door
de zoomtoets van de stuureenheid op de achterzijde van de camera. Het effect van de optische zoom
is zichtbaar in zowel de zoeker als de LCD-monitor.
Om in te zoomen duwt u de zoom-
toets (T) omhoog.
Om uit te zoomen duwt u de zoom-
toets (W) omlaag.
Tijdens het zoomen verschijnt de
zoomaanduiding op de LCD-monitor
om bij benadering de zoomstand
aan te geven.
Met de digitale zoomfunctie kunt u
het zoombereik van het objectief
vergroten. Digitale zoom wordt
geactiveerd in sectie 3 van het opna-
me-menu (blz. 59).
De zoom bepaalt niet alleen hoe groot een onderwerp in beeld is, maar beïnvloedt ook de scherp-
tediepte en het perspectief. Scherptediepte is de ruimte tussen het dichtsbijzijnde scherpe voor-
werp en het verst verwijderde scherpe voorwerp. Zoomt u het objectief in naar tele, dan wordt de
scherptediepte kleiner, waardoor het onderwerp los blijft van een onscherpe achtergrond. Portretten
worden vaak in de telestand genomen. Uitzoomen naar de groothoekstand maakt zowel voor- als
achtergrond scherper. Doorgaans profiteren landschapsfoto’s van de grote scherptediepte van
groothoekobjectieven. Groothoekobjectieven geven ook een sterk perspectivisch effect met veel
dieptewerking. Met tele drukt u de ruimte tussen onderwerp en achtergrond samen en wordt de
dieptewerking verminderd.
Opnametips