2355
30
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/116
Next page
9222-2787-15 P-A306 ME-0306
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
2 VOORDAT U BEGINT
Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed
door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten.
Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met
uw handelaar.
Minolta DiMAGE X20 digitale camera
AA-formaat alkalinebatterijen
Draagriem NS-DG500
SD geheugenkaart
AV-kabel AVC-200
USB-kabel USB-500
DiMAGE software CD-ROM
DiMAGE Viewer gebruiksaanwijzing
Cameragebruiksaanwijzing
Garantiekaart
VOORDAT U BEGINT
Minolta, the essentials of imaging en DiMAGE zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van Minolta Co., LTD. Apple, het Apple logo, Macintosh, Power Macintosh, Mac OS en het Mac OS
logo zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer Inc. Microsoft en Windows zijn gere-
gistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De officiële naam van Windows is Microsoft
Windows Operating System. Pentium is een geregistreerd handelsmerk van Intel Corporation. Power
PC is een handelsmerk van International Business Machines Corporation. QuickTime is een han-
delsmerk dat onder licentie wordt gebruikt. USB DIRECT-PRINT is een handelsmerk van Seiko
Epson Corporation. Alle andere handelsmerkenzijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren.
Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun
respectievelijke eigenaren.
3
Neem onderstaande waarschuwingen en opmerkingen goed door voordat u dit product gebruikt.
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot het vrijkomen van schadelijk vloeistoffen, oververhitting
of explosie, waardoor schade en letsel kunnen ontstaan. Volg onderstaande waarschuwingen op:
Gebruik alleen batterijen van het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven type.
Plaats de batterijen niet met de polen (+/-) verkeerd om.
Gebruik batterijen niet als ze beschadigd of aangetast zijn.
Stel batterijen niet bloot aan vuur, hoge temperaturen, water of vochtigheid.
Probeer batterijen niet kort te sluiten of te demonteren.
•Bewaar batterijen niet in of bij metalen voorwerpen.
Gebruik geen batterijen van verschillende typen, merken, fabricagedata en of laadniveaus door
elkaar.
Probeer nooit lithiumbatterijen te herladen.
Gebruik voor oplaadbare batterijen de aanbevolen lader.
Gebruik nooit batterijen die zijn gaan lekken. Komt er batterijvloeistof in een oog, spoel het oog dan
onmiddellijk schoon met veel water en neem contact op met een arts. Komt batterijvloeistof in
contact met uw huid of kleding, was de vervuilde plek dan grondigmet water.
Plak de contacten van batterijen af om kortsluiting bij ingezamelde batterijen te voorkomen; houd u
altijd aan de voorschriften voor de inzameling van batterijen.
WAARSCHUWING
CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
4 CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het
apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of
letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
Haal camera of lader niet uit elkaar. Wordt een hoogvoltage-circuit binnenin het product aangeraakt,
dan kan dat leiden tot elektrische schokken en/of letsel.
•Verwijder direct de batterij of ontkoppel de lichtnetadapter of lader van het lichtnet wanneer de came-
ra is gevallen of stoten/klappen heeft opgelopen waarbij het binnenwerk, en dan met name de flitser,
bloot is komen te liggen. De flitser heeft een hoogvoltage-circuit dat elektrische schokken en/of letsel
kan veroorzaken. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel en/of brand.
Houd de batterijen of kleine voorwerpen die ingeslikt kunnen worden buiten het bereik van kleine kin-
deren. Neem direct contact op met een arts wanneer er iets is ingeslikt.
•Bewaar dit product buiten het bereik van kinderen. Wees voorzichtig in de nabijheid van kinderen; u
zou ze met dit product per ongeluk kunnen raken/verwonden.
Laat de flitser niet van korte afstand in de ogen flitsen. Dat kan tot schade aan het gezichtsvermogen
leiden.
Flits niet in de richting van bestuurders van voertuigen. Verblinding en afleiding kunnen tot ongeluk-
ken leiden.
Gebruik de LCD-monitor niet wanneer u loopt of een voertuig bestuurt. Het kan leiden tot letsel of
ongelukken.
5
Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt
er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het
gebruik. Voortgaand gebruik van een een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of
letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken.
Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, was-
benzine of thinner. Gebruik nooit ontvlambare producten als benzine, wasbenzine of thinner om deze
producten schoon te maken. Het gebruik van ontvlambare schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen
kan tot een explosie of brand leiden.
•Trek nooit aan het snoer wanneer u de netvoedingsadapter of lader van het stopcontact wilt loskop-
pelen. Trek altijd aan de stekker.
Beschadig, verdraai, verander, verhit het snoer van de netvoedingsadapter/laadapparaat nooit en
plaats er nooit zware objecten op. Een beschadigd snoer kan leiden tot schade of letsel door brand
of elektrische schokken.
•Verspreiden de producten een vreemde geur, hitte of rook, stop dan onmiddellijk het gebruik.
Verwijder meteen de batterij en let daarbij goed op dat u zich niet brandt; batterijen kunnen door
gebruik heet worden. Voortgaand gebruik van een beschadigd product kan leiden tot letsel of brand.
Is reparatie nodig, breng of stuur het product dan naar de Technische dienst van Minolta.
6 CORRECT EN VEILIG GEBRUIK
Gebruik of bewaar dit product niet in een warme of vochtige omgeving als het dashboardkastje of de
bagageruimte van een auto. Het kan leiden tot schade aan het product of de batterijen, wat
brandwonden of ander letsel als gevolg hitte, brand, explosie, of lekkende batterijvloeistof kan
veroorzaken.
Lekken de batterijen, stop dan het gebruik van dit product.
Bij lang voortdurend gebruik wordt de camera warm.
Houd rekening met de hitte van de batterijen of geheugenkaart wanneer u ze uit de camera haalt op
een moment dat de camera lang in bedrijf is geweest. Zet de camera uit en laat hem afkoelen.
Laat de flitser niet ontsteken wanneer hij in contact is met mensen of voorwerpen. Bij de flits komt
veel warmte vrij.
Oefen geen druk uit op de monitor. Een beschadigde LCD-monitor kan letsel veroorzaken, en de
vloeistof uit de monitor is brandbaar. Komt vloeistof uit de monitor in contact met de huid, was die
dan schoon met schoon water. Komt de vloeistof in contact met de ogen, spoel de ogen dan
onmiddellijk met veel water schoon en neem contact op met een arts.
Steek de stekker van de netstroomadapter veilig en zorgvuldig in het stopcontact.
Gebruik de netstroomadapter niet wanneer de kabel beschadigd is.
Dek de netstroomadapter niet af. U kunt er brand mee veroorzaken.
Zorg ervoor dat u in geval van nood altijd makkelijk bij de netstroomadapter kunt komen.
Haal de netstroomadapter uit het stopcontact wanneer u hem schoonmaakt of wanneer u de camera
niet gebruikt.
PAS OP
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is sub-
ject to the following two conditions: (1) This device may not cause
harmful interference, and (2) this device must accept any interference
received, including interference that may cause undesired operation.
Changes or modifications not approved by the party responsible for
compliance could void the user's authority to operate the equipment.
This equipment has been tested and found to comply with the limits for
a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These
limits are designed to provide reasonable protection against harmful
interference in a residential installation. This equipment generates, uses and can radiate radio fre-
quency energy and, if not installed and used in accordance with the instructions, may cause harmful
interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in
a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television recep-
tion, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to
correct the interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Tested by the Minolta Corporation 101 Williams Drive, Ramsey, New Jersey 07446, U.S.A.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU
(Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken.
CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit).
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
Cet appareil numérique de la classe B est conforme à la norme NMB-003 du Canada.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen::
7
Digital Camera:
Tested To Comply
With FCC Standards
FOR HOME OR OFFICE USE
8 INHOUD
INHOUD
Benaming van de onderdelen ..............................................................................................................12
Voorbereiding .......................................................................................................................................14
Plaatsen van de batterijen.......................................................................................................14
Aanduiding batterijconditie ......................................................................................................15
Automatische uitschakeling .....................................................................................................15
Lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) ........................................................................................16
Bevestiging van de draagriem .................................................................................................16
Plaatsen en verwijderen van de geheugenkaart .....................................................................18
Over geheugenkaarten............................................................................................................19
Datum en tijd instellen .............................................................................................................20
Opname - basishandelingen ................................................................................................................22
Vasthouden van de camera.....................................................................................................22
Camera op opnemen instellen ................................................................................................22
Zoomobjectief gebruiken .........................................................................................................23
Weergave LCD-monitor- basis ................................................................................................24
Waarschuwing cameratrilling...................................................................................................24
Standaard opnamehandelingen ..............................................................................................25
Scherpstelvergrendeling..........................................................................................................26
Scherpstelbereik......................................................................................................................26
Scherpstelsignalen .................................................................................................................27
Speciale scherpstelsituaties ....................................................................................................27
Flitssignalen.............................................................................................................................28
Flitsbereik - Automatische werking..........................................................................................28
Weergave LCD-monitor - opnamestand..................................................................................29
In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete
informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van
de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 29 en onder Weergave
- basishandelingen op blz. 30 tot 33. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera
op de computer aansluit.
Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s. In de teksten over het navigeren
door de menu’s vindt u hoe u instellingen verandert. Direct daarna worden de mogelijke instellingen
besproken.
In de appendix vindt u informatie met behulp waarvan u problemen met het gebruik van de camera kunt
oplossen. Ook leest u er hoe u de camera dient te onderhouden en op te bergen. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing s.v.p. op een veilige plaats.
9
Weergave - basishandelingen..............................................................................................................30
Scherm enkelvoudige weergave..............................................................................................30
Beelden bekijken .....................................................................................................................31
Individuele beelden wissen......................................................................................................31
Weergave LCD-monitor - weergavestand ...............................................................................32
Vergrote weergave...................................................................................................................33
Opname - geavanceerde handelingen.................................................................................................34
Weergave LCD-monitor - geavanceerd ...................................................................................34
HOOFDMENU-NavigatiE - OPNAMESTAND..........................................................................34
Flitsstanden .............................................................................................................................36
Transportstanden .....................................................................................................................38
Zelfontspanner .................................................................................................................39
Continu.............................................................................................................................40
Multi frame .......................................................................................................................41
Zelfportret.........................................................................................................................41
Witbalans.................................................................................................................................42
Beeldgrootte en beeldkwaliteit.................................................................................................43
Belichtingscorrectie..................................................................................................................45
Kleurinstelling ..........................................................................................................................46
Portret ......................................................................................................................................47
Navigeren door het opnamemenu...........................................................................................48
Toetsfunctie toewijzen..............................................................................................................50
Cameragevoeligheid - ISO ......................................................................................................51
Flitsbereik en cameragevoeligheid ..........................................................................................51
Automatisch terugzetten..........................................................................................................52
Voice memo.............................................................................................................................53
Datum in beeld ........................................................................................................................54
Digitale zoom...........................................................................................................................55
Direct terugzien .......................................................................................................................56
Geheugen bestandsnummering (#).........................................................................................57
Mapnaam.................................................................................................................................57
Opnamen maken zonder geheugenkaart................................................................................58
Filmopname .........................................................................................................................................59
Navigeren door het hoofdmenu - filmstand .............................................................................60
Opmerkingen over filmopname ...............................................................................................61
10 INHOUD
Weergave - geavanceerde handelingen...............................................................................................62
Voice memo's en gesproken commentaar afspelen................................................................62
Films afspelen .........................................................................................................................63
Navigeren door het hoofdmenu - weergavestand ...................................................................64
Navigeren door het weergavemenu.........................................................................................65
Beeldselectiescherm ...............................................................................................................68
Beeld- en audiobestanden wissen ..........................................................................................69
Beeld- en audiobestanden vergrendelen.................................................................................70
Audio-commentaar ..................................................................................................................71
Kopieer naar Favorite ..............................................................................................................72
Roteren....................................................................................................................................74
Fotocollage ..............................................................................................................................74
Diashow...................................................................................................................................76
Over DPOF..............................................................................................................................78
Een DPOF printopdracht aanmaken .......................................................................................78
Opdracht voor een index print .................................................................................................79
E-mail-kopie.............................................................................................................................80
Beelden op televisie bekijken ..................................................................................................81
Setup-menu .........................................................................................................................................82
Navigeren door het setup-menu..............................................................................................82
Helderheid LCD-monitor..........................................................................................................84
Geheugenkaarten formatteren ................................................................................................84
Terugzetten op standaard .......................................................................................................85
Taal .........................................................................................................................................86
Audiosignalen ..........................................................................................................................86
Shutter FX ...............................................................................................................................87
Volume.....................................................................................................................................87
Automatische uitschakeling .....................................................................................................87
Datum en tijd ...........................................................................................................................88
Datumvolgorde ........................................................................................................................88
Video output ............................................................................................................................88
Overspeelmethode ..................................................................................................................88
11
Data-overspeelstand ............................................................................................................................89
Systeemeisen ..........................................................................................................................89
Camera op een computer aansluiten ......................................................................................84
Aansluiten op Windows 98 en 98SE .......................................................................................92
Automatische installatie ...................................................................................................92
Handmatige installatie......................................................................................................93
QuickTime systeemeisen ........................................................................................................95
Automatische uitschakeling - data-overspeelstand .................................................................95
Map-indeling op de geheugenkaart.........................................................................................96
Camera van de computer loskoppelen....................................................................................98
Windows 98 en 98SE ......................................................................................................98
Windows Me, 2000 Professional en XP...........................................................................98
Macintosh.........................................................................................................................99
Geheugenkaart verwisselen - data-overspeelstand ..............................................................100
USB DIRECT-PRINT gebruiken ............................................................................................100
Opmerkingen over printfouten ...............................................................................................102
Navigeren door het USB DIRECT-PRINT menu ...................................................................103
DPOF bestanden printen.......................................................................................................103
Systeemeisen online camera ................................................................................................104
De remote camera driver installeren .....................................................................................104
Aansluiten van de camera .....................................................................................................106
Opmerkingen over cameragebruik ........................................................................................107
Appendix .......................................................................................................................................108
Problemen oplossen..............................................................................................................108
Driver-software verwijderen - Windows .................................................................................110
Verzorging en onderhoud ......................................................................................................111
Technische gegevens ............................................................................................................114
12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
* Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderde-
len goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiks-
aanwijzing (blz. 107).
Flitser (blz. 28)
Waarschuwingslampje
Objectief*
Hoofdschakelaar
Microfoon
AV-uitgang/
USB-aansluiting
Statiefaansluiting
Deurtje batterijruimte (blz. 14)
Voedingsaansluiting
(blz. 16)
Ontspanknop
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
Zelfportret-
spiegel (blz. 41)
Kaartsleuf
13
Schakelaar opnamestand (blz. 22)
Stuureenheid
LCD-monitor*
Menutoets
Luidspreker
Oogjes draag-
koord (blz. 16)
Weergavetoets
(blz. 30)
14 VOORBEREIDING
VOORBEREIDING
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Deze camera kan worden gevoed door twee AA alkaline batterijen of NiMH accu´s. Het
gebruik van NiMH accu´s wordt sterk aanbevolen (werken langer en zijn oplaadbaar). De
prestaties variëren per merk en type. Gebruikt u NI-MH batterijen, laad ze dan met een
lader die geschikt is voor moderne elektronische apparatuur. Raadpleeg hiervoor uw han-
delaar. Lees voordat u de batterijen gebruikt de waarschuwingen op blz. 3 en 6 van deze
gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterijen verwisselen, zet dan de camera uit.
Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de voorzijde van de camera om het deurtje te
ontgrendelen (1). Open het deurtje.
Plaats de AA-batterijen als aangegeven; let goed op dat de posi-
tieve en negatieve polen goed zijn geplaatst (2).
Sluit het deurtje van de batterijruimte en schuif het naar de
achterzijde van de camera om de vergrendeling in werking te
stellen.
Na het plaatsen van de batterijen kan de tijd-/datum-
melding op de monitor verschijnen. Het instellen van de
klok en de kalender wordt behandeld in sectie 3 van
het setup-menu (blz. 20). Een ingebouwde batterij zorgt
voor behoud van de klok-, kalender- en geheugenin-
stellingen voor een periode van meer dan 24 uur, wan-
neer de camera minimaal 5 minuten in gebruik was
voordat de batterijen werden verwijderd.
Kool/zink en nikkel/zink batterijen kunnen in deze
camera niet worden gebruikt.
1
2
15
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE
Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer
de camera aan staat.
Waarschuwing lege batterij - batterij is bijna leeg. De batterij moet zo snel
mogelijk worden vervangen. Deze waarschuwing verschijnt automatisch en
blijft op de monitor zichtbaar totdat er een volle batterij in de camera zit. Komt
de energievoorraad onder dit niveau als de camera aan staat, dan verschijnt
de melding dat de batterij uitgeput is vlak voordat de camera zichzelf uitscha-
kelt.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen
met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De
wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in sectie 2 van het setup-menu
(blz. 87). Is de camera op een computer aangesloten, dan wordt de wachttijd voor de automatische uit-
schakeling ingesteld op 10 minuten; deze wachttijd kan niet worden veranderd.
Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de
LCD-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt.
Batterij half vol - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Dit symbool ver-
schijnt wanneer de camera wordt ingeschakeld. De LCD-monitor gaat uit wan-
neer de flitser aan het laden is.
Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan wordt de LCD-monitor blanco en kan er
geen foto worden gemaakt. Verwissel de batterijen.
16 VOORBEREIDING
LICHTNETADAPTER (APART VERKRIJGBAAR)
Met de lichtnetadapter AC-6L kunt u de camera vanuit het lichtnet van
stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer
de camera op de computer wordt aangesloten, en bij intensief gebruik.
Steek de mini-plug van de lichtnetadapter in de voedingsaansluiting (1).
Steek de stekker van de lichtnetadapter in een stopcontact.
Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat.
Gebruik altijd de draagriem, voor het geval dat u de camera laat vallen.
Bij de camera worden twee draagriemen geleverd, zie hiernaast;
Riem A fungeert als polsriem. Riem A en B samen fungeren als
halsriem.
DRAAGRIEM BEVESTIGEN
riem A
riem B
Gebruik van riem A Gebruik van riemen A en B
1
17
Draai het riem-oogje zo dat
koord A erdoor kan.(1)
Steek de smalle lus van
riem A door het oogje van de camera
(2).
Steek het andere eind van de riem door de lus en trek
hem aan (3).
Riem A gebruiken
Riem A en B gebruiken
Steek de smalle lus van riem B
het andere koord-oogje of de
lus van koord A (1).
Steek het einde van riem B
door het koppeloog van riem A
(2).
Steek de punt van riem B door
de gesp en trek hem aan (3).
Schuif de vastzetring over de
punt (4).
1
1
1
2
2
3
3
4
18 VOORBEREIDING
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART
Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital) geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn
geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “no-card” waarschuwing op de LCD-moni-
tor; er kan dan één foto worden opgenomen (blz. 58).
Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en
verzeker u ervan dat het flits/toegangslampje niet oranje knippert; anders kan
de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan.
Schuif de geheugenkaart helemaal in de kaartsleuf en laat hem
los. De kaart moet in de sleuf vastklikken.
Plaats de kaart met de voorzijde naar de voorzijde van de
camera. Duw de kaart altijd recht naar beneden, nooit schuin.
Forceer de kaart nooit. Past een kaart niet, controleer dan of hij
goed is geplaatst.
Wilt u een kaart verwijderen, druk hem dan in en laat hem los..
De kaart kan nu uit de sleuf worden genomen ut.
19
De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD
geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de
kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoor-
beeld wissen, meer tijd in beslag nemen.
De SD geheugenkaart heeft een beveiligingsschuifje, waarmee
kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist. Schuift
u het schuifje omlaag, dan is de informatie op de kaart beveiligd.
Is de kaart beveiligd, dan kan er echter ook niet op worden opge-
nomen. Wordt er geprobeerd een beeld op te nemen of te wis-
sen, dan verschijnt de melding dat de kaart vergrendeld (locked)
is ; ook zal het LED-lampje bij de kaartsleuf worden en snel knip-
peren. Kijk voor informatie over onderhoud en opslag van geheu-
genkaarten op blz. 110.
Verschijnt de melding dat de kaart niet kan worden gebruikt (un-
able to use), dan kan het nodig zijn de kaart die in de camera zit
te formatteren. Als een kaart in een andere camera is gebruikt
moet hij soms ook opnieuw worden geformatteerd voordat hij te
gebruiken is. Een kaart kan worden geformatteerd in sectie 1 van
het setup-menu (blz. 84). Wordt een kaart geformatteerd, dan
wordt alle informatie die erop staat gewist.
OVER GEHEUGENKAARTEN
Beveili-
gings-
schuif
Vergren-
delde
positie
20 VOORBEREIDING
DATUM EN TIJD INSTELLEN
Als de camera voor de eerste maal wordt gebruikt moeten de klok en de kalender van de camera in
het setup-menu worden ingesteld. Bij het opslaan van beeldbestanden worden datum en tijd van opna-
me automatisch geregistreerd. Afhankelijk van de regio kan het ook nodig zijn de menu-taal in te stel-
len. Kijk voor het veranderen van de taal bij Camera-info op de volgende bladzijde.
Zet de camera aan door de hoofdscha-
kelaar naast de ontspanknop in te druk-
ken (1).
Druk op de menu-toets om het hoofd-
menu op de LCD-monitor te laten ver-
schijnen (2).
Centrale toets stuureenheid (zoomtoets)
In het opnamemenu is het symbool voor het opna-
memenu in de rechter bovenhoek te vinden.
Markeer het setup-symbool met de rechts-toets
van de stuureenheid en druk midden op de stuur-
eenheid (op de zoomtoets dus) om het setup-menu
te openen (4).
Druk op de centrale toets van de stuur-
eenheid (de zoomtoets) terwijl het
hoofdmenu op het LCD-scherm zicht-
baar is om het opnamemenu te openen
(3).
Digital zoom
On
Inst. Playback
File # memory
Folder name
Off
On
Std. form
Enter
MENU
1
2
3
4
21
Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de toetsen van de stuureenheid verplaatst u de cursor en
verandert u de menu-instellingen. Door de zoomtoets in te drukken selecteert u menu-opties en stelt u
aanpassingen in.
Gebruik de rechts-toets om sectie 3 bovenin
het menu te activeren.
Duw de zoomtoets omlaag om de menu-optie
Date/Time set te markeren.
Druk de zoomtoets in om het instelscherm op
te roepen.
Gebruik de links- en de rechts-toets om de eenheid te
kiezen die u wilt veranderen.
Druk de zoomtoets in om de klok en de kalender in te
stellen. Het setup-menu verschijnt.
:enter
Date/Time set
Druk op de rechts-toets. “Enter” verschijnt
aan de rechterzijde van het menu.
Setup-menu: sectie 3
Instelscherm datum/tijd
Verander de waarde door de zoomtoets omhoog/
omlaag te bewegen.
Voor klanten in bepaalde taalgebieden dient de taal ook te worden ingesteld. Markeer de taal-
optie (language) in sectie 1 van het setup-menu. Druk op de rechts-toets om de taal-instellingen
te laten verschijnen. Markeer door de zoomtoets omhoog/omlaag te bewegen de gewenste taal.
Druk de zoomtoets in om de gemarkeerde taal in te stellen; het setup-menu verschijnt in de gese-
lecteerde taal.
Camera-info
Date/Time set
Date format
Video output
Transfer mode
YYYY/MM/DD
NTSC
Date storage
22 OPNAME - BASISTECHNIEK
OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN
Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en 21 leest u hoe u de came-
ra gebruikskaar maakt.
VASTHOUDEN VAN DE CAMERA
Bekijk het beeld op de LCD-monitor en houd de camera stevig met
uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt.
Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo
staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stilhou-
den.
Maakt u verticale opnamen, houd de camera dan zo dat de flitser
boven het objectief zit. Pas goed op dat u het objectief niet met uw
vingers of het polskoord afdekt.
CAMERA OP OPNEMEN INSTELLEN
Zet de camera aan door de hoofdschakelaar bij de
ontspanknop in te drukken (1).
Zet de schakelaar opnamestand
in de opnamestand. Dit is de
standaardinstelling.
1
2
23
GEBRUIK VAN HET ZOOMOBJECTIEF
Deze camera is uitgerust met een uniek 4,8 - 14,4 mm zoomobjectief. Het bereik komt overeen met dat
van een 37 tot 111 mm objectief (kleinbeeld). Het wordt aangestuurd met de zoomtoets achterop de
camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar op de LCD-monitor.
Om in te zoomen duwt u de zoom-
toets (T) omhoog.
Om uit te zoomen duwt u de zoom-
toets (W) omlaag.
Met de digitale zoomfunctie kunt u
het zoombereik van het objectief
vergroten. Digitale zoom wordt geac-
tiveerd in de sectie 1 van het opna-
me-menu (blz. 55).
De zoom bepaalt niet alleen hoe groot een onderwerp in beeld is, maar beïnvloedt ook de scherp-
tediepte en het perspectief. Scherptediepte is de ruimte tussen het dichtsbijzijnde scherpe voorwerp
en het verst verwijderde scherpe voorwerp. Zoomt u het objectief in naar tele, dan wordt de scherp-
tediepte kleiner, waardoor het onderwerp los blijft van een onscherpe achtergrond. Portretten wor-
den vaak in de telestand genomen. Uitzoomen naar de groothoekstand maakt zowel voor- als
achtergrond scherper. Doorgaans profiteren landschapsfoto’s van de grote scherptediepte van groot-
hoekobjectieven. Groothoekobjectieven geven ook een sterk perspectivische effect met veel diepte-
werking. Met tele drukt u de ruimte tussen onderwerp en achtergrond samen en wordt de diepte-
werking verminderd.
Opnametips
24 OPNAME - BASISTECHNIEK
WEERGAVE LCD MONITOR - BASIS
Is de gekozen sluitertijd te lang om zonder gevaar voor trilling uit de hand
te fotograferen, dan verschijnt de waarschuwing voor cameratrilling op
de monitor. Cameratrilling is doorgaans te herkennen aan een licht veeg-
effect in beeld en/of dubbele contouren. Het effect is sterker naarmate er
meer wordt ingezoomd. In de groothoekstand zijn de gevolgen van
cameratrilling het minst zichtbaar. Ondanks het verschijnen van de waar-
schuwing kan er wel gewoon worden afgedrukt. Gebruik flitslicht of zet
de camera op statief als de waarschuwing verschijnt.
WAARSCHUWING CAMERATRILLING
Beeldgrootte (blz. 43)
Beeldkwaliteit (blz. 43)
Batterijconditie (blz. 15)
Transportstand (blz. 38)
Opnameteller (blz. 44)
Scherpstelsignaal (blz. 27)
Opnamestand
Flitsstanden (blz. 36)
Waarschuwing cameratrilling (blz. 24)
Scherpstelkader
LCD-monitor
25
STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN
Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te ver-
grendelen.
De scherpstelsignalen (blz. 27) op de monitor bevestigen dat er is
scherpgesteld. Is het scherpstelsignaal op de monitor rood, dan kon
de camera niet goed op het onderwerp scherpstellen. Herhaal de
vorige handelingen totdat het scherpstelsignaal wit is.
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de opname te maken.
Na het ontspannen van de sluiter wordt het flits/toegangslampje naast
de de kaartsleuf oranje en gaat het knipperen, om aan te geven dat de
beeldinformatie naar de geheugenkaart wordt weggeschreven.
Verwijder een geheugenkaart nooit als er beeldinformatie wordt
weggeschreven.
Na de registratie van het beeld kunt u een preview van het beeld bekij-
ken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Het is ook mogelijk de
directe weergave te gebruiken (blz. 56).
Zet de camera aan en schuif de schakelaar opnamestand in de opnamestand.
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader op de LCD-monitor.
•Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel-
vergrendeling (blz. 26) gebruiken.
1
2
26 OPNAME - BASISTECHNIEK
SCHERPSTELVERGRENDELING
Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onder-
werp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan
ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De
scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop.
Plaats het onderwerp binnen het scherpstelkader van de monitor.
Druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen
en houd hem in deze stand.
Het scherpstelsignaal op de monitor geeft aan dat de scherpstel-
ling is vergrendeld.
Houd uw vinger nog steeds op de half ingedrukte ontspanknop,
neem de oorspronkelijk beeldcompositie in en druk de ontspan-
knop geheel in om de opname te maken.
SCHERPSTELBEREIK
Het scherpstelbereik loopt van 10 cm tot oneindig.
27
SCHERPSTELSIGNALEN
SPECIALE SCHERPSTELSITUATIES
Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aan-
gegeven met het scherpstelsymbool rechtsonder op de LCD-monitor. Er kan altijd een opname worden
gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet.
Onder bepaalde omstandigheden kan de camera moeite hebben met scherpstellen. In zo’n situatie kan
de scherpstelvergrendeling (blz. 26) worden gebruikt om scherp te stellen op een ander onderwerp op
dezelfde afstand als het hoofdonderwerp.
Onderwerp in
scherpstelkader heeft
te laag contrast.
Onderwerp is te donker. Twee onderwerpen op
verschillende afstanden
overlappen elkaar in
het scherpstelkader.
Onderwerp bevindt
zich bij zeer helder
objectief of gebied.
Scherpstelling in orde - het scherpstelsignaal van de LCD-moni-
tor is wit. De scherpstelling is vergrendeld.
Scherpstelling niet mogelijk - het scherpstelsignaal van de LCD-
monitor is groen en knippert snel.
Scherpstelsignaal
28
FLITSBEREIK - AUTOMATISCHE WERKING
De camera regelt de hoeveelheid flitslicht automatisch. Voor goed belichte opnamen is het noodzake-
lijk dat het onderwerp zich binnen het flitsbereik bevindt. Doordat de lichtsterkte van het objectief bij
inzoomen afneemt is het flitsbereik in de telestand kleiner. Het flitsbereik is afhankelijk van de inge-
stelde cameragevoeligheid (ISO), zie blz. 51.
Groothoekstand Telestand
FLITSSIGNALEN
De flitsstandaanduiding op de LCD-monitor geeft de flitsstatus aan wanneer de ontspanknop
half wordt ingedrukt. Tijdens het opladen van de flitser kan er geen foto worden gemaakt.
0,10 m ~ 2,7 m0,10 m ~ 3,6 m
OPNAME - BASISTECHNIEK
Flitser wordt geladen - Flitsstandaanduiding is rood. Er kan geen
opname worden gemaakt
Flitser gereed - Flitsstandaanduiding is wit.
Flitsstandaanduiding
Geeft de LCD-monitor alleen live-beeld weer, dan verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt inge-
drukt de rode flitsstandaanduiding op de LCD-monitor om aan te geven dat de flitser wordt opgeladen.
Staat de LCD-monitor uit of is hij uitgeschakeld vanwege een te lage batterijcapaciteit, dan geeft na
half indrukken van de ontspanknop het flits/toegangslampje naast de kaartsleuf de flitsstatus aan. Is
het lampje rood en knippert het snel, dan wordt de flitser geladen.
Is de afstand tot het onderwerp minder dan 20 cm in de groothoekstand, dan is de uitlichting van het
beeld mogelijk niet egaal als gevolg van de parallax tussen het objectief ende flitser. Schakel dan even-
tueel de flitser uit, zie blz 37.
29
Met ingedrukt houden van de centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets) schakelt u de LCD-
monitor om tussen volledige weergave en alleen live-beeld.
Volledige
weergave
Alleen live-beeld
LCD-MONITORWEERGAVE - OPNAMESTAND
centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets)
De aanduidingen voor de batterijconditie en datum in beeld kunnen bij weergave van alleen live-beeld
toch verschijnen. Is auto reset (automatisch terugzetten) actief, dan wordt de LCD-monitor na uitscha-
keling van de camera teruggezet op volledige weergave.
30 WEERGAVE - BASISTECHNIEK
WEERGAVE - BASISHANDELINGEN
SCHERM ENKELVOUDIGE WEERGAVE
Beelden kunnen worden bekeken in de weergavestand. Hier krijgt u informatie over de basishandelin-
gen in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 62.
Gebruiksstand
Opnametijdstip
Opnamedatum
Vergrendeling (blz. 70)
Vergroting (blz. 33)
Beeldgrootte (blz. 43)
Beeldkwaliteit (blz. 43)
Batterijconditie (blz. 15)
Beeldnummer/totaal aantal opnamen
Aanduiding audiobestand
DPOF-set (blz. 78)
Mapnummer - bestandsnummer
(blz. 57)
E-mail kopie (blz. 80)
Druk op de weergavetoets als u beelden in de weergavestand wilt
bekijken.
Wilt u terug naar de opnamestand, druk dan opnieuw op de weerga-
vetoets, of gebruik de schakelaar opnamestand
31
Druk op de zoomtoets; er verschijnt een bevestigingsscherm.
INDIVIDUELE BEELDEN WISSEN
Delete this frame?
NoYes
BEELDEN BEKIJKEN
Gebruik in de weergavestand de links/rechts-
toetsen van de stuureenheid om de beelden
op de geheugenkaart te doorlopen (scrol-
len). Het scrollen gaat sneller als u de links/rechts-toet-
sen ingedrukt houdt.
Centrale toets van de stuureenheid (zoomtoets)
Druk de zoomtoets in om het bestand te wissen.
Gebruik de links/rechts-toetsen om “YES” te markeren. “NO”
heft de bewerking op.
DELETE
Wilt u een weergegeven beeld wissen,
gebruik dan het hoofdmenu van de
opnamestand. Druk op de menu-toets
om het hoofdmenu op de LCD-monitor
te laten verschijnen en gebruik de
stuureenheid om het wissymbool te
selecteren.
MENU
32 WEERGAVE - BASISTECHNIEK
Indexweergave kan worden opgeroepen door de zoomtoets
omlaaggedrukt te houden totdat de index verschijnt.
In indexweergave verplaatst u het gele kader rond de indexbeeld-
jes met de link/rechts-toetsen van de stuureenheid. Houd de
links/rechtstoets van de stuureenheid ingedrukt als u sneller wilt
scrollen. Is een beeld met de gele rand gemarkeerd, dan ver-
schijnen de opnamedatum, de audiobestand-aanduiding, de
beveiligings- en de printstatus, de e-mail-kopie-aanduiding en het
opnamenummer van het beeld onderin het scherm. Het bijbeho-
rende audiobestand van het gemarkeerde beeld kan worden
afgespeeld door de zoomtoets in te drukken. Wordt de zoomtoets
omhooggedrukt gehouden, dan verschijnt het gemarkeerde beeld
in enkelbeeldweergave.
Door ingedrukt houden van de zoomtoets schakelt u de LCD-monitor over van volledige weergave,
naar alleen beeld, en weer terug.
LCD-MONITORWEERGAVE - WEERGAVESTAND
Indexweergave
Volledige
weergave
Alleen
beeld
Centrale toets van de stuureenheid(zoomtoets)
33
VERGROTE WEERGAVE
Druk, als het beeld dat u vergroot wilt weergeven op de monitor te zien is, de zoomknop
omhoog om de vergrote weergave te activeren. De vergrotingsfactor wordt weergegeven
op de LCD-monitor.
Gebruik de links/rechtstoetsen en de zoomtoets om het
beeld te scrollen.
Bij enkelvoudige weergave kan een foto worden vergroot tot 6 x, in stappen van 0,2 x.
Door de zoomtoets omhoog te drukken vergroot u het beeld. De
zoomtoets omlaag drukken verlaagt de vegrotingsfactor.
Wilt u het beeld scrollen, druk dan de zoomtoets in. Met
omhoog/omlaag drukken van de zoomtoets schakelt u tussen ver-
grote weergave en de scroll-schermen.
Druk op de menutoets om de vergrote weergave te
verlaten.
Zoom
Scroll
Door de zoomtoets in te drukken schakelt u over van
volledige weergave naar alleen beeld en terug.
De aanduiding in de rechter bovenhoek van het beeld
geeft het gebied aan dat wordt weergegeven.
34 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
WEERGAVE LCD-MONITOR - GEAVANCEERD
Microfoon-
aanduiding
Belichtingscorrectie
Witbalans (blz. 42)
Digitale zoom (blz. 55)
Beeldgrootte (blz. 43)
Beeldkwaliteit (blz. 43)
Transportstand (blz. 38)
Opnameteller (blz. 44)
Scherpstelsignaal (blz. 27)
Flitsstanden (blz. 36)
Scherpstelkader (blz. 48)
Aanduiding datum in beeld (blz. 54)
Cameragevoeligheid (blz. 51)
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
LCD-monitor
Kleurinstelling (blz. 46)
Na indrukken van de menu-toets verschijnt het hoofdmenu op de LCD-monitor; de basis-menu-opties
kunnen hier worden ingesteld. De volgende acht menu-opties zijn in het hoofdmenu beschikbaar:
1. Flitsstand (blz. 36)
2. Transporstand (blz. 38)
3. Witbalans (blz. 42)
4. Beeldgrootte (blz. 43)
5. Beeldkwaliteit (blz. 43)
6. Belichtingscorrectie (blz. 45)
7. Kleurinstelling (blz. 46)
8. Portret (blz. 47)
HOOFDMENU-NAVIGATIE - OPNAMESTAND
1
2
3
4
5
6
7
8
Portret (blz. 47)
MENU
35
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de opna-
mestand te activeren
Druk de zoomtoets in om het gewenste menu-onderdeel
te openen.
Druk de zoomtoets omhoog/omlaag
totdat de gewenste instelling gemar-
keerd is. Met indrukken van de menu-
toets gaat u terug naar de opname-
stand.
Gebruik de zoomtoets om de geselecteer-
de instelling aan te passen.
Gebruik de stuureenheid om de gewenste menu-optie te
markeren
Selecteert u het menu-symbool als u in het hoofmenu bent, dan gaat u naar het opnamemenu, waar
u meer instellingen kunt uitvoeren. Hoe u door het menu navigeert vindt u blz. 43.
Flash mode
Auto
Redeye
Fill flash
Cancel
Night Port.
Key func.
Sensitivity
Auto reset
Voice memo
Date imprint
Off
On
Off
Off
Auto
MENU
36 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Flitser uit
Automatisch flit-
sen met rode-
ogen-reductie
Invulflits
Nachtportret
Automatisch flit-
sen
Automatisch flitsen - De flitsen wordt automatisch
ontstoken bij weinig licht en bij tegenlicht
Rode-ogen-reductie - Voorafgaand aan de flitsop-
name geeft de flitser een serie snel opeenvolgende
flitsjes af om het rode-ogen-effect tegen te gaan,
een effect dat wordt veroorzaakt door reflectie van
flitslicht op het binnenste van het oog. Gebruik deze
stand bij weinig licht in situaties waarin mensen of
dieren worden gefotografeerd. De voorflitsen doen
de pupillen verkleinen, waardoor het rode-ogen-
effect zich niet of in verminderde mate voordoet.
Auto
Redeye
Fill flash
Cancel
Night Port.
Bij het maken van foto’s kan de flit-
ser worden gebruikt. De flitsstand
kan worden geselecteerd in het
hoofdmenu van de opnamestand
(blz. 34). De actieve flitsstand wordt
weergegeven in de linker boven-
hoek van de LCD-monitor. Wordt de
camera uitgeschakeld en is auto reset (blz. 52) actief, dan wordt de
flitsstand automatisch teruggezet op automatisch flitsen met rode-
ogen-reductie (als deze stand was gekozen, anders wordt overge-
gaan op de stand voor automatisch flitsen). Als de flitser wordt
opgeladen, wordt de flitsaanduiding op de LCD-monitor rood als de
ontspanknop half wordt ingedrukt; zolang de flitser aan het laden is
kan er niet worden afgedrukt om een foto te maken.
Is de afstand tot het onderwerp minder dan 20 cm in de groothoek-
stand, dan is de uitlichting van het beeld mogelijk niet egaal als
gevolg van de parallax tussen het objectief en de flitser. Schakel dan
eventueel de flitser uit.
FLITSSTANDEN
37
Flitser uit - de flitser wordt niet ontstoken. Gebruik deze optie wanneer flitsfotografie verboden is, wan-
neer u wilt dat de natuurlijke lichtwerking behouden blijft, of wanneer het onderwerp zich buiten het flits-
bereik bevindt. Wanneer deze stand wordt gekozen kan de waarschuwing voor cameratrilling (blz. 24)
verschijnen.
Nachtportret - voor flitsopnamen bij nacht. De camera brengt de
belichting van voor- en achtergrond automatisch met elkaar in even-
wicht. Maakt u een portret, vraag uw onderwerp dan om na de flitsen
goed stil te staan. Om de achtergrond goed weer te geven zal de slui-
ter namelijk lang open blijven staan. In deze stand is de rode-ogen-
reductie altijd actief.
Invulflits - De flitser wordt bij iedere opna-
me ontstoken, ongeacht de hoeveelheid om-
gevingslicht. Invulflits kan worden gebruikt
om harde schaduwen te verzachten die ont-
staan bij sterk gericht licht, zoals zonlicht.
38 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
TRANSPORT-
STANDEN
Enkelbeeldtransport - maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt
ingedrukt. Dit is de standaardinstelling vande camera.
Zelfontspanner - om het opnamemeoment uit te stellen (blz. 39). Te gebruiken om zelf
op de foto te komen.
Continu - Om een aantal opnamen achtereen te maken zolang de ontspanknop inge-
drukt wordt gehouden (blz. 40).
Zelfportret - voor het maken van een zelfportret met behulp van de zelfportretspiegel
op de voorzijde van de camera (blz. 41).
Multi frame - Om met één druk op de ontspanknop binnen één opname een serie van
negen kleine beeldjes te maken (blz. 41).
Met de transportstand regelt u de
opname-methode. Op de monitor
verschijnen symbolen voor de geko-
zen opnamemethode. De transport-
stand wordt gekozen in het hoofd-
menu van de opnamestand (blz.
34). Is auto reset (blz. 53) actief, dan
wordt de transportstand teruggezet
op enkelbeeld wanneer de camera
wordt uitgezet.
38 R
ECORDING - ADVANCED OPERATION
39
De zelfontspanner vertraagt het moment van de opname met ca. tien seconden na het
indrukken van de ontspanknop. Hij stel de fotograaf in staat zelf op de foto te komen. De
zelfontspannerstand wordt geselecteerd in de transportinstelling van het hoofdmenu van
de opnamestand (blz. 34).
Zet de camera op statief en bepaal de beelduitsnede als beschreven bij de stan-
daard opnamehandelingen (blz. 25). U kunt de scherpstelvergrendeling (blz. 26)
gebruiken voor onderwerpen buiten het beeldcentrum. Druk de ontspanknop half in
om de belichting en de scherpstelling te vergrendelen (1). Druk de ontspanknop
geheel in om het aftellen te beginnen (2). Omdat scherpstelling en belichting wor-
den vastgesteld wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt moet u niet voor de
camera staan wanneer u de camera voor een zelfontspanneropname activeert.
Controleer de scherpstelling altijd (aan de hand van de scherpstelsignalen) voordat
u het aftellen start (blz. 27).
Op de monitor verschijnt een aftellende timer. Tijdens het aftellen
knippert het waarschuwingslampje voorop de camera (3) en klinkt
een audiosignaal. Enkele seconden voor de opname knippert het
zelfontspannerlampje snel. Vlak voordat de opname wordt ge-
maakt brandt het lampje continu. Wilt u het aftellen stoppen, druk
dan op de zoomknop.
Wilt u het aftellen stoppen en opheffen, druk dan op de zoomtoets
of de menu-toets. De transportstand keert na de opname terug
naar enkelbeeld. Het audiosignaal kan in sectie 1 van het setup-
menu (blz. 86).
Zelfontspanner
1
2
3
40 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
In deze stand kunt een serie beelden achtereen maken door de ontspanknop ingedrukt te
houden. Het aantal beelden dat achtereen kan worden opgenomen en de opname-
snelheid zijn afhankelijk van de instellingen voor beeldkwaliteit en beeldgrootte. Bij een
beeldgrootte-instelling van 1600 X 1200 is de maximum snelheid 1,5 bps (beelden per
seconde). Continu transport wordt geselecteerd met de transportinstelling van het hoofd-
menu van de opnamestand(blz. 38).
Bepaal uw beeldcompositie zoals beschreven bij de standaard opna-
mehandelingen (blz. 25). Druk de ontspanknop half in om scherpstel-
ling en belichting voor de serie te vergrendelen (1). Druk de ontspan-
knop geheel in en houd hem ingedrukt (2) om de opnameserie te
beginnen. Wanneer u de ontspanknop indrukt en ingedrukt houdt zal
de camera opnamen maken totdat het maximum aantal is bereikt of
de ontspanknop wordt losgelaten. Shutter FX is uitgeschakeld (blz.
87). Het is mogelijk de ingebouwde flitser te gebruiken, maar de
opnamesnelheid gaat sterk omlaag omdat de flitser zich tussen de
opnamen door moet opladen. Het in beeld opnamen van de datum
(blz. 54) verlaagt de opnamesnelheid ook. De opnameteller wordt bij-
gesteld na het maken van de serie, als de opnamen worden opgesla-
gen.
De tabel toont het maximum aantal beelden dat in de continu-stand
met verschillende beeldgrootte en -kwaliteitsinstellingen kan worden
opgenomen.
Economy
Standard
Fine
Beeld-
kwaliteit
Beeld-
grootte
1600 X 1200
3
4
7
Continu transport
1280 X 960
3
5
10
640 X 480
10
15
22
1
2
41
In de stand multi frame, maakt de camera na eenmaal
drukken op de ontspanknop een serie van 9 snel opeen-
volgende kleine opnamen en voegt ze samen in één
beeld. Multi frame wordt geselecteerd met de transport-
instelling van het hoofdmenu van de opnamestand (blz.
34).
Tijdens de opname brandt het waarschuwingslampje vooral op de
camera. De flitser wordt automatisch uitgeschakeld. Het is aan te
bevelen multi frame alleen te gebruiken als er genoeg licht is om zon-
der flits te fotograferen. Shutter FX wordt uitgeschakeld (blz. 87).
Multi frame
Deze stand is voor het maken van zelfportretten met behulp van de zelfportretspiegel
voorop de camera. De camera stelt de afstand in op een bereik van 1 m en korter en kiest
automatisch de groothoekstand.
De zelfportretstand wordt gekozen in de
transportinstelling van het hoofdmenu van de opna-
mestand (blz. 34).
Zelfportret
Kijk in de zelfportretspiegel aan de voorzijde van de camera om
te controleren of de camera goed is gericht. Stel indien nodig de
zoomstand bij. Drukde ontspanknop half in, het waarschuwings-
lampje zal gaan branden als de scherpstelling in orde is (1). Druk
de ontspanknop geheel in om de opname te maken (2). Na de
opname knippert het waarschuwingslampje om aan te geven dat
de opname is gemaakt.
Spiegel
Waarschuwingslampje
1
2
42 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweer-
gave zorgen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze tussen daglichtfilm en kunstlichtfilm bij de con-
ventionele fotografie. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstel-
lingen beschikbaar voor het opnemen van foto’s en videobeelden. De witbalans-instelling wordt gere-
geld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) of het hoofdmenu van de filmopnamestand (blz.
60). Is auto reset (blz. 52) actief, dan wordt de wit-balans als de camera uitgeschakeld is geweest terug-
gezet op automatische witbalansinstelling.
De automatische witbalans voert correcties uit om een tafereel een neutrale kleurbalans te geven. In
de meeste gevallen zal de auto-stand het omgevingslicht uitstekend analyseren en tot mooie, neutraal
getinte beelden leiden, zelfs onder omstandigheden met verschillende soorten licht. Wordt de inge-
bouwde flitser gebruikt, dan wordt de witbalans afgestemd op de kleurtemperatuur van de flitser.
Gebruik de vaste witbalansinstellingen voordat de opname wordt
gemaakt. Is een van de vaste witbalansinstellingen geselecteerd, dan
verschijnt er een aanduiding op de LCD-monitor die aangeeft wat de
actieve witbalansinstelling is; het resultaat is meteen zichtbaar op de
monitor. Wilt u met het bestaande licht fotograferen, zet de flitser dan op
“flitser uit” (blz. 36). De ingebouwde flitser kan worden gebruikt met een
vaste witbalansinstelling, maar bij instelling op fluorescentielicht of gloei-
lamplicht zal hij een roze of blauwe kleurzweem geven. Het licht van de
flitser is gelijk aan daglicht; u krijgt goede flitsresultaten in de standen
daglicht en bewolkt.
WITBALANS
Cloudy (bewolkt) - voor opnamen bij bewolkt weer.
Tungsten (kunstlicht) - Voor opnamen bij het licht van gloeilampen.
Fluorescent (fluorescentielicht) - voor opnamen bij fluorescentielicht (TL).
Daylight (daglicht) - voor opnamen buitenshuis en door de zon verlichte
onderwerpen.
43
Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal
pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het
bestand. Kies de beeldgrootte op basis van het beoogde
gebruiksdoel van het beeld - kleine beelden zijn vooral bruik-
baar voor internet-toepassingen, terwijl grotere formaten
meer geschikt zijn voor bijvoorbeeld kwaliteitsafdrukken.
LCD-monitor
1600
1280
640
Aantal pixels
(hor. x vert.)
1600 x 1200
1280 x 960
640 x 480
BEELDGROOTTE EN BEELDKWALITEIT
De beeldkwaliteit wordt bepaald door de sterkte van de compressie, maar heeft geen gevolgen voor
het aantal pixels in het beeld. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te lager is de compressie en des te gro-
ter is het beeldbestand. Is economisch ruimtegebruik op de kaart van groot belang, gebruik dan de
economy stand. De standaardinstelling is voor normaal gebruik voldoende.
Bestandsformaten veranderen met de beeldkwaliteitsinstelling. Opnamen met fijn, standaard en eco-
nomy worden opgeslagen als JPEG-bestand. Fijn, standaard en economy bestanden kunnen als kleu-
ren- of zwartwit-opnamen worden opgeslagen (blz. 46).
De kwaliteit en beeldgrootte moeten voor de opname worden gekozen. Veranderingen zijn te zien op
de LCD-monitor. Beeldgrootte en -kwaliteit moeten handmatig worden ingesteld. Beeldgrootte en kwa-
liteit worden ingesteld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34).
Economy - kleinste beeldbestanden (JPEG)
Fine - hoogste beeldkwaliteit. (JPEG)
Standard - standaardinstelling. (JPEG)
FINE
STD.
ECON.
44 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Fine
Standard
Economy
61031
12 18 48
22 31 68
Globale kaartcapaciteit van een 8 MB geheugenkaart.
Kwaliteit
Grootte
1600 x 1200 1280 x 960 640 x 480
Fine
Standard
Economy
990 KB 660 KB 210 KB
520 KB 360 KB 130 KB
290 KB 210 KB 90 KB
Bestandsgrootten (bij benadering)
Wordt de beeldgrootte gewijzigd, dan is er op de opnameteller te zien hoeveel opnamen er bij bena-
dering bij deze instellingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. Op één geheugenkaart
kunnen beelden van uiteenlopende beeldgrootte worden opgeslagen. Het aantal beelden dat u op een
geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestandsgrootte van
de opnamen. De werkelijke bestandsgrootte wordt bepaald door de inhoud van het beeld. Opnamen
met veel details kunnen vaak minder sterk worden gecomprimeerd dan andere.
De opnameteller geeft bij benadering het aantal beelden dat op de geheugenkaart van de came-
ra kan worden opgeslagen bij gebruik van de op dat moment geldende instellingen voor beeld-
grootte en -kwaliteit. Worden de instellingen veranderd, dan past de teller zich aan. De bereke-
ningen zijn gebaseerd op gemiddelde bestandsgrootten; daardoor kan het gebeuren dat de teller
na een opname niet of juist met meer dan 1 verspringt. Staat de teller op nul, dan kunnen bij de
geldende instellingen geen foto’s meer worden opgenomen. Door de instellingen te veranderen is
het misschien mogelijk toch nog beelden op de geheugenkaart op te slaan.
Camera-info
Opnameteller en capaciteit opslagkaart
45
BELICHTINGSCORRECTIE
Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder
wordt, over een bereik van ±2 LW (lichtwaarde) in stappen van 1/3 LW bij foto- en filmop-
namen. De correctiefactor blijft van toepassing totdat hij op 0 is gezet. De belichtingscor-
rectie kan worden ingesteld in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) De belich-
tingscorrectie is instelbaar met de links/rechtstoetsen, mits belichtingscorrectie als toetsfunctie werd
gekozen (blz. 50).
De belichtingscorrectie moet worden ingesteld voordat de opname wordt gemaakt. Bij het instellen ver-
schijnt de correctiewaarde naast het correctiesymbool op de monitor. Kiest u een andere waarde dan
0.0, dan blijft het symbool als waarschuwing zichtbaar op de LCD-monitor.
De LCD-monitor vertoont het correctiesymbool en de correctiewaarde.
De belichtingsverandering is zichtbaar in het beeld op de LCD-moni-
tor. De belichtingscorrectie wordt automatisch ingesteld na vijf secon-
den, of wanneer er op een andere cameratoets wordt gedrukt.
Druk de zoomtoets omhoog/omlaag om de gewenste cor-
rectiewaarde in te stellen.
Soms wordt de belichtingsmeter van de camera door de omstandigheden misleid. Dan biedt de
belichtingscorrectie uitkomst. Zo kan bijvoorbeeld een zeer licht tafereel, zoals een sneeuwland-
schap of een zonbeschenen wit strand, te donker op de opname komen. Pas dan voordat u de
opname maakt de belichting aan met een correctie van +1 of +2 LW.
In dit voorbeeld leidde het donkere water tot overbelichting, waardoor het beeld te licht werd. Door
toepassing van een belichtingscorrectie ontstaat er detaillering in de bladeren, en de stenen en
het water zien er realistischer uit.
LW staat voor lichtwaarde. Een
verandering ter waarde van een
lichtwaarde verdubbelt of halveert
de belichting
Opnametips
–1.0 LW
Gemeten belichting
+2.0 LW
+1.0 LW
0.0 LW
–1.0 LW
–2.0 LW
4 x zoveel licht
2 x zoveel licht
1/2 x zoveel licht
1/4 x zoveel licht
Gemeten belichting
–2.0 LW
46 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Foto’s en films kunt u opnemen in kleur en vijf andere kleurinstellingen. Met de kleurinstelling kunt u
kiezen voor zwartwit beelden, sepia beelden of zwartwitbeelden met een rode, groene of blauwe kleur.
De kleurinstelling regelt u in het hoofdmenu van de opnamestand (blz. 34) of in het hoofdmenu van de
filmstand (blz. 60). Het live beeld van de monitor volgt de gekozen kleurinstelling. De gekozen kleurin-
stelling heeft geen gevolgen voor de bestandsgrootte.
Is auto reset (blz. 52) actief, dat gaat de kleurinstelling na uitschake-
len van de camera terug op Color. De kleurinstelling moet zijn inge-
steld voordat de opname wordt gemaakt. Hebt u een kleurinstelling
uitgevoerd, dan verschijnt er een aanduiding op de LCD-monitor die
de actieve kleurinstelling aangeeft; het effect is meteen zichtbaar op
de LCD-monitor.
KLEURINSTELLING
Monochrome - monochroom (zwartwit) beeld
Sepia
- monochroom (warmtoon)
Red tone - monochroom, rood
Kleurinstelling
Blue tone - monochroom, blauw
Green tone - monochroom, groen
47
In de portretstand worden digitale effecten als een soft focus filter en gedeeltelijke overbelichting
gebruikt om een aangenaam zachte weergave met natuurlijke huidtonen te krijgen. De tooncurve wordt
aangepast waardoor helderheden rond de huidtoon meer gedifferentieerd worden weergegeven.
Invulflits wordt standaard ingeschakeld om spitslichtjes in de ogen te krijgen. Voor wie geen flitslicht wil
is de flitser ook in deze stand uitschakelbaar
De portretaanduiding verschijnt op de LCD-monitor wanneer deze stand wordt gebruikt. Wilt u de stand
opheffen , selecteer dan het portretsymbool van het hoofdmenu opnieuw. Invulflits wordt ook uitge-
schakeld; de flitsstand keert terug naar de vorige instelling.
Is auto reset actief (blz. 52), dan
wordt de portretstand uitgeschakeld
als de camera uit wordt gezet.
PORTRET
Portrait on
48 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Door het menu-symbool in het hoofdmenu te kiezen verschijnt
het opnamemenu op de LCD-monitor. Kijk op blz. 34 voor navi-
gatie voor het hoofdmenu.
Navigeren door het opnamemenu is eenvoudig. Met de
links/rechts-toetsen en de zoomtoets verplaatst u de cursor en
kunt u instellingen in het menu veranderen. Door de zoomtoets
in te drukken selecteert u menu-opties en stelt u aanpassin-
gen in.
NAVIGEREN DOOR HET OPNAMEMENU
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de opnamestand te activeren.
Is de gewenste menusectie te zien, beweeg dan de zoomtoets omhoog/omlaag om door de
menu-opties te scrollen. Markeer de optie waarvan u de instellingen wilt wijzigen.
Druk terwijl de te wijzigen optie is gemarkeerd op de rechts-toets; de instellingen verschij-
nen, met de huidige instelling aangeven met een pijl. Wilt u terug naar de menu-opties, druk
dan op de links-toets.
Tab 1 bovenaan het menu is gemarkeerd. Gebruik de link/rechts-toetsen om de gewenste
menu-tab te markeren; wordt een andere tab gemarkeerd, dan verandert het menu.
Is het menu-symbool geselecteerd, druk dan op de zoomtoets voor toegang tot het
opnamemenu.
Key func.
Sensitivity
Auto reset
Voice memo
Date imprint
Off
On
Off
Off
Auto
MENU
49
Is een instelling geselecteerd, de keert de cursor terug naar de menu-opties, en de nieuwe instelling
verschijnt. U kunt verder gaan met andere instellingen. Druk op de menu-toets om terug te keren naar
het opnamemenu.
1
Exp. comp
Voice memo
Date imprinting
Instant playback
On
Sensitivity ISO 400
Auto
Flash mode
Drive mode
Off
White balance
Auto reset
Off
YYYY/MM/DD
MM/DD/hr:min
Off
On
Off
On
Off
On
Off
ISO 200
ISO 100
ISO 64
Kijk in de nu volgende hoofdstukken voor infor-
matie over de menu-opties uit bovenstaand
overzicht.
Folder name
File # memory On
Off
Std.form
Date form
2
Digital zoomKey func.
SETUP
Drukt u de zoomtoets in als SETUP is geselec-
teerd, dan komt u in het setup-menu (blz. 82).
Druk de zoomtoets in om de instelling te selecteren
Beweeg de zoomtoets omhoog/omlaag om de nieuwe instelling te markeren.
LCDbrightness
Format
Reset default
Language
-
-
English
-
Selecteer de optie Key func. in sectie 1 van het opname-
menu. Beweeg de zoomtoets omhoog/omlaag om de
functie te selecteren (1). Druk zoomtoets in om de functie
in te stellen (2). U gebruikt de geselecteerde functie door
in de opnamestand op de links/rechts-toetsen te drukken.
Informatie over de toe te kennen functies vindt u in de
tekst over de flitsstand transportstand (blz. 38), witbalans
(blz. 43), flitsstand (blz. 36) en belichtingscorrectie (blz.
45).
Simpelweg indrukken van de links-toets of de rechts-toets
verandert een instelling; het resultaat ziet u op de LCD-
monitor. Veranderingen worden na vijf seconden automa-
tisch van kracht, of eerder na het indrukken van een ande-
re cameratoets.
50 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
U kunt aan de links/rechts-toetsen van de stuureenheid bepaalde functies toewijzen (flitsstand (flash
mode), transportstand (drive mode), witbalans (white balance) en belichtingscorrectie (exposure com-
pensation)) in section 1 van het opnamemenu. Standaard is er geen van deze functies toegewezen.
Deze functies gelden ook voor de filmstand, behalve transportstand en flitsstand.
TOETSFUNCTIES TOEWIJZEN
Key func.
Sensitivity
Auto reset
Voice memo
Date imprint
Flash mode
Drive mode
balance
Off
Exp. comp.
1
2
Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheisinstellingen: Auto, 64, 100, 200, 400; de numerie-
ke waarden zijn gebaseerd op een ISO-equivalent. ISO is de standaard voor filmgevoeligheid: hoe
hoger het getal, des te gevoeliger is de film. De gevoeligheid kan worden ingesteld in sectie 1 van het
opnamemenu.
De auto-stand past de cameragevoeligheid automatisch aan de licht-
omstandigheden aan, tussen ISO 64 en ISO 200. Het is ook mogelijk
zelf een vaste waarde te kiezen. Wordt een andere instelling gebruikt
dan auto, dan verschijnen “ISO” en de gekozen waarde op de LCD-
monitor.
Als de ISO-waarde verdubbelt wordt de cameragevoeligheid verdub-
beld. Zoals de korrel groter wordt naarmate de gevoeligheid van de
film hoger is, neemt bij digitale fotografie de ruis toe naarmate een
hogere cameragevoeligheid wordt gekozen; een ISO-instelling van 64
geeft de minste ruis, 400 de meeste.
51
CAMERAGEVOELIGHEID - ISO
FLITSBEREIK EN CAMERAGEVOELIGHEID
Als gevolg van het optische systeem is het flitsbereik in de groothoekstand niet gelijk aan het flitsbe-
reik in de telestand.
AUTO
64
100
200
ISO-waarde
400
0,10 m ~ 2,7 m
0,10 m ~ 1,5 m
0,10 m ~ 1,9 m
0,10 m ~ 2,7 m
Flitsbereik (groothoek)
0,10 m ~ 3,6 m
0,10 m ~ 2,0 m
0,10 m ~ 2,5 m
0,10 m ~ 3,6 m
0,10 m ~ 3,8 m0,10 m ~ 5,1 m
Flitsbereik (tele)
De flitsstand wordt teruggezet op
automatisch flitsen met rode-
ogen-reductie wanneer deze
stand als laatste was gebruikt;
anders wordt teruggegaan naar
automatisch flitsen. Kijk op blz.
36 voor informatie over de flits-
standen.
52 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
AUTO RESET (AUTOMATISCH TERUGZETTEN)
Flitsstand (blz. 36)
Transportstand (blz. 38)
Witbalans (blz. 42)
Cameragevoeligheid (blz. 51)
Portret (blz. 47)
Auto
Enkelbeeld
Auto
Auto
Uit
Belichtingscorrectie (blz. 45)
Weergave LCD-monitor (blz. 29)
Kleurinstelling (blz. 46)
0,0 LW
Volledig
Color
Wanneer auto reset actief is, keren de volgende functies terug naar hun standaardinstelling als de
camera uit wordt gezet. Auto reset staat standaard aan. Deze functie kan worden uitgezet in sectie 1
van het opnamemenu (blz. 48).
De camera zet alle instellingen terug als de batterij langere tijd uit de camera is geweest. Een
ingebouwde batterij zorgt enige tijd voor behoud van de klok-, kalender- en camera-instellingen
als de batterij uit de camera is geweest.
Camera-info
Met de voice memo functie kunt u bij een foto een geluidsbestand van maximaal 15 seconden
opnemen. Deze functie wordt geactiveerd in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 53). Wanneer
de functie actief is verschijnt het microfoon-symbool op de LCD-monitor. De functie moet wor-
den geactiveerd voordat u een foto maakt en blijft actief
totdat u hem via het menu weer uitschakelt.
Na de opname van een foto verschijnt
een scherm dat aangeeft dat de audio-
opname is gestart. Een voortgangsbalk
(1) geeft aan hoeveel opnametijd er
nog over is. Tijdens de opname knip-
pert het waarschuwingslampje. Druk
op de ontspanknop of de zoomtoets
om de opname te stoppen (2). De
opname stopt automatisch wanneer de
15 seconden voorbij zijn.
Bij een continu-serie (blz. 40) wordt de
boodschap gekoppeld aan de laatste
opname van de serie. Bij weergave
hebben de foto’s die van een geluids-
bestand zijn voorzien een muzieknoot-
symbool (blz. 62).
53
VOICE MEMO
Denk er bij het maken van audio-opnamen aan de microfoon niet aan te raken of af te dekken.
De kwaliteit van de opname is evenredig aan de afstand tussen onderwerp en microfoon. Houd
de camera voor het beste geluidsresultaat op ca. 20 cm van uw mond.
Camera-info
Recording audio.
Stop
Resterende opnametijd
Microfoon
Waarschuwingslampje
1
2
54 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
DATUM IN BEELD
Elk opgenomen beeld wordt aangevuld met de exif tag, waarin datum en tijd van opname zijn
opgeslagen, alsook opname-informatie. U kunt deze informatie bekijken met de camera in de
weergavestand of op een computer met de DiMAGE Viewer software.
Camera-info
De datum en tijd verschijnen rechtsonder in het
beeld wanneer het horizontaal wordt bekeken. De
datum wordt over de originele beeldinformatie heen
geplaatst. Er zijn drie volgorden mogelijk: jaar,
maand/dag, maand/dag/jaar en dag/maand/jaar. De
datum en de volgorde kunt u instellen in sectie 3
van het setup-menu (blz. 88).
Het is mogelijk de opnamedatum en -tijd rechtstreeks in het beeld te
laten opnemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de
opname wordt gemaakt. Is de functie eenmaal actief, dan worden de
opnamen van datum voorzien totdat de functie wordt uitgeschakeld: er
verschijnt een gele balk achter de opnameteller op de monitor om aan
te geven dan de datum in het beeld wordt geplaatst.
De plaatsing van de datum in beeld wordt geactiveerd in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 48). Er
zijn twee menu-opties. De YYYY/MM/DD optie print de datum. De MM/DD/hr:min optie print de maand,
dag en tijd van opname.
Aanduiding datum in beeld
55
DIGITALE ZOOM
De digitale zoom wordt geactiveerd in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 48). De digitale zoom ver-
lengt het telebereik van de optische zoom tot 4 X, in stappen van 0,1 X. De overgang tussen optische
en digitale zoom is zonder onderbreking. De met digitale zoom opgenomen beelden worden geïnter-
poleerd tot de ingestelde beeldgrootte, maar de kwaliteit zal doorgaans wel minder zijn dan van beel-
den die zonder digitale zoom werden opgenomen; hoe sterker de digitale zoominstelling, des te lager
is de beeldkwaliteit.
Druk in de maximale telestand de zoomtoets (de
centrale toets van de stuureenheid) omhoog om de
digitale zoom in werking te zetten. De zoom-
vergroting wordt weergegeven in de rechter boven-
hoek van de monitor.
Druk om uit te zoomen de zoomtoets omlaag.
Als de digitale zoom actief is verandert het scherp-
stelkader van grootte.
Vergroting
56 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
DIRECT TERUGZIEN
Een foto kan direct na de opname twee
seconden lang op de LCD-monitor worden
weergegeven voordat hij wordt opgeslagen.
Werd er gewerkt met de continu-stand (blz.
56), dan wordt het laatste beeld van de
opnameserie weergegeven.
U kunt directe weergave activeren in sectie
2 van het opname-menu (blz. 48). Bij ge-
bruik van de stemopname-functie (voice
memo) start de geluidsopname na de weer-
gave van het beeld.
Het is mogelijk beelden direct na nu registratie terug te zien, ongeacht of directe weergave actief
is of niet. Houd na het maken van de foto gewoonweg de ontspanknop na de opname ingedrukt
om het beeld om de monitor te laten verschijnen. De weergave stopt wanneer de ontspanknop
wordt losgelaten. Deze functie wordt uitgeschakeld als de monitor wordt uitgezet of wanneer con-
tinu transport of de zelfontspanner is ingeschakeld.
Camera-info
57
Is het geheugen voor bestandsnummers geselecteerd en wordt er een nieuwe map aangemaakt, dan
zal het eerste bestand dat in de map zal worden opgeslagen een nummer krijgen dat 1 hoger is dan
het laatst opgeslagen bestand. Wordt het geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan wordt
het nummer van het beeldbestand 0001. Het geheugen voor bestandsnummers wordt geactiveerd in
sectie 2 van het opnamemenu. Is het geheugen voor bestandsnummers actief en wordt de geheugen-
kaart gewisseld, dan zal het eerste bestand dat op de nieuwe kaart wordt opgeslagen 1 hoger zijn dan
het laatste bestand dat op de vorige kaart werd opgenomen, mits de nieuwe kaart geen beeld met een
hoger bestandsnummer bevat. Is dat laatste het geval, dan zal het bestandsnummer van het nieuwe
beeld 1 hoger zijn dan het hoogste bestandsnummer op de nieuwe kaart.
GEHEUGEN BESTANDSNUMMERS (#)
MAPNAAM
Alle beelden worden op de geheugenkaart opgeslagen in mappen. Mapnamen zijn
er in twee uitvoeringen: standaard en met datum.
Standaard-mappen hebben namen van acht tekens. De eerste map krijgt de naam
100MLT19. De eerste drie tekens zijn het serienummer van de map, wat met 1
wordt verhoogd als er een nieuwe mapnaam wordt toegekend. De nu volgende drie
letters hebben betrekking op Minolta, en de laatste twee nummers staan voor de
gebruikte camera; 19 is de DiMAGE X20.
De naam van een datum-map begint ook met het driecijferige volgnummer; dat
wordt gevolgd door één teken voor het jaar, twee voor de maand en twee voor de
dag: 101YMMDD. De map 10130915 werd aangemaakt in 2003, op 15 september.
Is er voor datummappen gekozen, dan wordt er voor elke dag dat er wordt gefoto-
grafeerd een nieuwe map gemaakt. Alle beelden die die dag zijn gemaakt zitten dan
in die map. Beelden die op een andere datum zijn opgenomen. worden geplaatst in
een nieuwe map met de corresponderende datum. Staat de bestandsnummerfunc-
tie uit, dan wordt na het aanmaken van een nieuwe map begonnen met bestands-
nummering vanaf 0001. Is het geheugen voor bestandsnummers uitgeschakeld, dan
is het serienummer van het beeldbestand 1 groter dan het laatst opgenomen beeld-
bestand. Kijk voor meer informatie over mapstructuur en bestandsnamen op blz 96.
100MLT19
(Standaard)
10130915
(Datum)
58 OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
OPNAMEN MAKEN ZONDER GEHEUGENKAART
Is er geen geheugenkaart in de camera geïnstalleerd, dan kan er één enkele foto worden opgenomen
die vervolgens wordt opgeslagen in het buffergeheugen van de camera. Alleen het laatst opgenomen
beeld wordt opgeslagen; elke keer dat u een foto maakt vervangt die het beeld dat in het geheugen is
opgeslagen. Wordt de keuzeknop in een andere stand gezet of wordt de camera uitgezet, dan wordt
het beeldbestand uit het buffergeheugen gewist. Het bestand kan vanuit de weergavestand worden
bekeken. Voice memo kan niet worden gebruikt.
In het centrum van de Sakai fabriek in Japan bevindt
zich de Okina brug. In de 15de eeuw was Sakai een
uiterst welvarende vrije stad, en de Okina brug over-
spande de gracht van een van de poorten van deze
ommuurde stad. Eeuwen achtereen staken pelgrims
deze brug over op hun weg naar twee heilige plaat-
sen: het Koyasan bergklooster en het grote Shinto
altaar Kumano Taisha.
De brug op de binnenplaats stamt uit 1855. In 1968
bood Minolta aan de brug te verwijderen en te con-
serveren toen het stadsbestuur aankondigde dat de
gracht in verband met de bouw van een snelweg
moest worden gedempt. De brug overspant nu een
speciaal aangelegde goudvissenvijver. De tekst op
de stenen zuil verbiedt voertuigen de doorgang.
Minolta-historie
59
Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. De totale opnameduur varieert met de beeld-
grootte en de capaciteit van de geheugenkaart; kijk voor meer informatie hoofdmenu-navigatie van
filmopname, blz. 60. Bij filmopnamen kunnen bepaalde functies worden ingesteld, sommige zijn vast,
andere zijn uitgeschakeld; zie hiervoor de opmerkingen op blz. 61.
FILMS OPNEMEN
Richt het scherpstelkader op het onder-
werp en druk de ontspanknop half in om de
scherpstelling te vergrendelen (1). Druk om
de opnamete starten de ontspanknop
geheel in en laat hem los (2).
De camera gaat door met opnemen totdat
de opnameduur is verstreken of de ont-
spanknop opnieuw wordt ingedrukt.
Bij het opnemen geeft de opnameteller de
verstreken tijd aan. In de laatste tien secon-
den wordt de teller rood en telt hij de reste-
rende tijd af. Tijdens het opnemen brandt
het waarschuwingslampje voorop de came-
ra.
Pas op dat u de microfoon bij het opnamen
niet afdekt. Tijdens het opnamen is de
scherpstelling vergrendeld en is de opti-
sche zoom uitgeschakeld. Het is echter wel
mogelijk een traploze digitale 4x zoom te
gebruiken, via de zoomtoets.
Opname-aanduiding
Schuif de schakelaar opna-
mestand in de stand voor
filmopname.
Beeldgrootte
Microfoon
Opnameduur
Waarschuwings-
lampje
1
2
60 FILMOPNAME
Beeldgrootte heeft twee instellingen, 320 x 240 en 160 x 120. De beeldgrootte heeft niet alleen betrek-
king op het filmbeeld, het het heeft ook te maken met de maximale duur van de filmclip. Een film van
320 x 240 wordt opgenomen met ongeveer 340 KB/seconde, ongeveer 85 KB/seconde voor een 160
x 120 film. De opnameduur wordt uitsluitende beperkt door de capaciteit van de geheugenkaart. Een
8 MB geheugenkaart kan ongeveer 19 seconden digitale video bevatten, opgenomen met 320 x 240,
of 74 seconden op 160 x 120.
Kijk voor meer informatie over de witbalans op blz. 42. Kijk op blz. 46 voor eer informatie over de kleur-
instelling, op blz. 45 over de belichtingscorrectie. Veranderingen in deze twee opties hebben ook gevol-
gen voor de beschikbare opnameduur.
Als de filmstand is geactiveerd roept indrukken van de menu-toets het hoofdmenu van de filmstand
op. De volgende vier opties zijn beschikbaar.
1. beeldgrootte (320 x 240 / 160 x 120)
2. belichtingscorrectie
3. witbalans
4. kleurinstelling
Door het setup-symbool in het midden te kiezen opent u het
setup-menu.
HOOFDMENU-NAVIGATIE - FILMSTAND
1
2
3
4
SETUP
61
Bij het opnemen van films kunt u bepaalde functies wel gebruiken, andere staan op een vaste instel-
ling, andere zijn niet te gebruiken. Beeldgrootte, witbalans en kleurinstelling kunnen in het filmmenu
worden geselecteerd. De belichting kan worden aangepast met de belichtingscorrectie (blz. 45). De
optische en de digitale zoom zijn actief. Door ingedrukt houden van de zoomtoets wisselt u tussen com-
plete weergave en alleen live-beeld. De flitser wordt uitgesteld. De cameragevoeligheid wordt ingesteld
op auto.
De schrijfsnelheid van de toegepaste geheugenkaart kan soms verhinderen dat een volledige film
wordt opgenomen.
OPMERKINGEN OVER FILMS OPNEMEN
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de
filmstand te openen.
Druk de zoomtoets in om de
geselecteerde optie te openen.
Druk de zoom toets omhoog/
omlaag totdat de gewenste
instelling is gemarkeerd.
Druk de zoomtoets in om de gewenste instelling
aan te passen.
Gebruik de stuureenheid om de gewenste menu-
opties te markeren
SETUP
320 X 240
160 X 120
Door het setup-symbool in het midden te kiezen opent u het setup-menu, zie blz. 82.
Luidspreker
62
WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
VOICE MEMO’S EN GESPROKEN COMMENTAAR AFSPELEN
Voice memo’s (blz. 53) en audio-commentaren (blz. 71) kunnen worden afgespeeld in de
weergavestand. Wordt een van deze audiobestanden aan een foto gekoppeld, dan ver-
schijnt het symbool voor audiobestanden onderin het beeld op de monitor.
Druk de zoomtoets in om de audioweergave te star-
ten.
Druk op de menutoets om de audio-weergave te stop-
pen.
De weergavetijd verschijnt in een balk bovenin beeld. De weerga-
ve gaat terug naar snelweergave of de de gewone weergavestand
wanneer de audioweergave is voltooid.
Tijdens weergave regelt u het volume door de
zoomtoets omhoog/omlaag te drukken.
In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishande-
lingen voor weergave vindt u op de bladzijden 30 t/m 33. Gedetailleerde beschrijvingen van de instel-
lingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu.
WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Play
Stop Volume
63
Druk de zoomtoets in om de filmweergave te pauzeren;
opnieuw indrukken van de zoomtoets hervat het afspe-
len.
~
REW
FWD
˚
Gebruik de links/rechts-toetsen van de stuureenheid om het film- of audiobestand weer te geven.
Druk de zoom toets in om een filmbestand af te spelen.
FILMS AFSPELEN
FWD
Vol
Houd de zoomtoets ingedrukt om een filmclip met of
zonder regelbalk te zien.
Gebruik tijdens de weergave de zoomtoets om het volume te
regelen en de links/rechts-toetsen om versneld terug en vooruit
te gaan.
: play
Filmbestand
Druk op de menu-toets om de weergave te stoppen.
Pause
D
64 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
HOOFDMENU-NAVIGATIE - WEERGAVESTAND
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de weergavestand te kiezen.
Druk op de zoomtoets om een handeling te starten.
Gebruik de stuureenheid om de gewenste menu-opties te selecteren.
Druk wanneer de weergavestand actief is op de menu-toets om
het hoofdmenu van de weergavestand te laten verschijnen. Daar
kunt u de menu-opties instellen voor het beeld dat op de LCD-
monitor te zien is, of voor het starten van bepaalde handelingen.
De volgende acht opties zijn beschikbaar.
1. wissen - wis het weergegeven beeld (blz. 69)
2. vergrendelen - vergrendel het weergegeven beeld (blz. 70)
3. audio-commentaar - voeg audio-commentaar aan een beeld
toe (blz. 71)
4. favorieten - ga de favorieten-map binnen om de favorieten te
bekijken (blz. 72)
5. fotocollage - plak in het weergegeven beeld (blz. 74)
6. roteren - roteer het weergegeven beeld (blz. 74)
7. diashow - start een diashow (blz. 76)
8. E-mail-kopie - maak van het weergegeven beeld een verklein-
de kopie voor e-mail (blz. 80)
Door de optie Menu te kiezen gaat u naar het weergavemenu, waar u opties vindt voor meervoudige
bestanden en waar meer gedetailleerde instellingen beschikbaar zijn, zie volgende bladzijde.
Kijk in de nu volgende hoofdstukken voor gedetailleerde informatie over de menu-opties en hun
instellingen.
1
2
3
4
5
6
7
8
MENU
65
NAVIGEREN DOOR HET WEERGAVEMENU
Druk op de menu-toets om het hoofdmenu van de
weergavestand te activeren.
Verschijnt de gewenste menu-sectie, beweeg dan de zoomtoets omhoog/omlaag om
door de menu-opties te scrollen. Markeer de optie waarvan u de instelling wilt veran-
deren.
Terwijl de te veranderen optie gemarkeerd is drukt u op de rechts-toets; de instellin-
gen verschijnen, met de actieve instelling aangewezen met een pijl. Druk de links-
toets om terug te keren naar de menu-opties.
Druk de zoomtoets in om de gemarkeerde instelling te selecteren.
Gebruik de zoom toets om de nieuwe instelling te markeren. Verschijnt “Enter” , druk
dan op de zoomtoets om het instelscherm op te roepen.
De eerste tab, bovenaan het menu, licht op. Gebruik de links/rechts-toetsen om de
gewenste menu-tab te markeren; Als een andere tab wordt gemarkeerd verandert
het menu.
Is een instelling eenmaal geselecteerd, dan keer de cursor terug naar de menu-opties; de nieuwe
instelling verschijnt. U kunt verder gaan met andere instellingen. Druk op de menu-toets om terug te
keren naar de weergavestand.
Druk als het menu-symbool geselecteerd is de
zoomtoets in: het menu verschijnt op de LCD-moni-
tor.
Door het menu-symbool in het hoofdmenu te selecteren gaat u naar het
weergavemenu, waar u menu-opties voor meervoudige bestanden vindt
en waar gedetailleerde instellingen voorhanden zijn. Op de volgende
bladzijde ziet u de opties van de weergavestand. Navigeren door het
menu is eenvoudig. Met de stuureenheid stuurt u de cursor en
verandert u de menu-instellingen. Door de zoomtoets in te druk-
ken selecteert u de menu-opties en voert u aanpassingen uit.
Delete
Lock
Copy to Fav.
Rotate
Image Paste
MENU
66 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Kies “Yes” om de handeling
uit te voeren, “No” heft de
handeling op.
Ye s No
Informatie over de
beeldselectiescher-
men vindt u op blz.
68.
Delete This frame
All frames
Marked frames
Lock
1
This frame
All frames
Marked frames
Unlock all
Slide show Enter
1 - 60 sec.
Yes / No
Duration
Repeat
2
Door de menu-toets in te
drukken stopt u de diashow
en keert u terug naar het
menu.
All framesPlayback
Marked frames
This frameCopy favorites
Marked frames
This frameRotate
Marked frames
Image pasting Enter
On / OffDissolve
Menu-opties in de Weergavestand
Type
beeld
Grootte
Locatie
Mapnaam
67
DPOF set This frame
All frames
Marked frames
Index print
3
Cancel all
Yes / No
E-mail Copy This frame
Number of copies
Folder name
Marked frames
Image size 640 X 480
160 X 120
Kijk in de nu volgende teksten voor informatie
over de menu-opties en hun instellingen.
Ye s
No
SETUP
Drukt u de zoomtoets in als de setup-sectie is
geselecteerd, dan gaat u naar het setup-menu
(blz. 82).
LCD brightness
Format
Reset default
Language English
68 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
BEELDSELECTIESCHERM
Wanneer u in een menu een instelling hebt gekozen waarbij beelden moeten worden gemarkeerd, dan
verschijnt het beeldselectiescherm. Het biedt keuze uit een aantal beelden.
Met de links/rechtstoetsen van de stuur-
eenheid verplaatst u het selectiekader om
het beeld te selecteren.
Met omhoog drukken van de zoomtoets
selecteert u het beeld; wanneer het beeld
is gekozen verschijnt ernaast een aan-
duiding. Met omlaag drukken van de
zoomtoets heft u de selectie op.
Roteren van het beeld doet u eveneens
met de zoomtoets.
Met de menu-toets heft u elke gedane
verandering op en verdwijnt het scherm.
Geeft aan dat het beeld is geselecteerd om
te worden gewist.
Geeft aan dat het beeld vergrendeld is of ge-
selecteerd is om te worden vergrendeld.
Geeft aan dat het beeld is geselecteerd voor
de dia-show of voor kopiëren naar een ande-
re geheugenkaart.
Druk de zoomtoets in om de handelingen te voltooien.
Geeft aan dat het beeld is geselecteerd om
via DPOF te worden geprint. Het getal naast
het symbool is het aantal afdrukken.
:move :sel. :enter
Filmbestand
Audiobestand
E-mail-kopie
Deze aanduidingen kunnen rechts van een index-beeldje komen te staan
om aan te geven dat het om een filmbestand, een audiobestand of een E-
mail-kopie gaat.
69
Wissen verwijdert bestanden permanent. Een gewist beeld kan niet
worden teruggehaald. Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk.
Selecteert u in het hoofdmenu (blz. 64) het wis-symbool en drukt u de zoomtoets in,
dan wist u het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. Voordat een bestand wordt
gewist verschijnt een bevestigingsscherm: “Yes” voert de handeling uit, bij „No“ wordt
de handeling opgeheven.
Dit beeld: het weergegeven of gemarkeerde beeld wordt gewist.
De wisfunctie wist alleen niet vergrendelde opnamen. Is een beeld vergrendeld, dan moet u eerst de
vergrendeling opheffen voordat u het kunt wissen.
This
frame
All
frames
Marked
frames
Gemarkeerde beelden: voor het wissen van meerdere bestanden. Kiest u deze instel-
ling, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Gebruik de links/rechts-toetsen van de
stuureenheid om het eerste beeld te markeren (laten oplichten) dat moet worden
gewist. Met omhoog drukken van de zoomknop markeert u het beeld met een vuilnis-
bak-symbool. Wilt u een beeld toch niet wissen, markeer het dan met het gele kader en
druk de zoomtoets omlaag: het vuilnisbak-symbool verdwijnt dan. Maak op deze wijze
een selectie van te wissen beelden. Druk op de zoomtoets om verder te gaan (het
bevestigingsscherm verschijnt), of druk op de menu-toets om de handelingen op te hef-
fen en naar het weergavemenu terug te keren. Op het bevestigingsscherm moet u "Yes"
selecteren en met een druk op de zoomknop bevestigen.
Alle beelden: alle niet vergrendelde beelden worden gewist.
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN WISSEN (DELETE)
In sectie 1 van van het weergavemenu (blz. 65) kunt u kiezen of u een aantal beelden, alle beelden
of een enkel beeld wilt wissen. “Yes” voert de handeling uit, bij „No“ wordt de handeling opgeheven.
De wis-optie van het weergavemenu heeft drie instellingen:
Delete
70 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN VERGRENDELEN (LOCK)
Selecteert u in hert hoofdmenu (blz. 64) het vergrendelingssymbool en drukt u de
zoomtoets in, dan vergrendelt u het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. De ver-
grendeling kan alleen worden opgeheven door deze handeling te herhalen.
Dit beeld: het weergegeven of gemarkeerde beeld wordt vergrendeld.
This frame
All frames
Marked fra-
mes
Gemarkeerde beelden: om meerdere bestanden te vergrendelen. Kiest u deze
instelling, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Gebruik de links/rechts-toet-
sen van de stuureenheid om het beeld te markeren dat u wilt vergrendelen. Door
de zoomtoets omhoog te drukken markeert u het beeld met het vergrendelings-
symbool. Wilt u een beeld ontgrendelen, markeer het dan met het gele kader en
druk de zoomtoets omlaag: het vergrendelingssymbool verdwijnt dan. Maak op
deze wijze een selectie van te vergrendelen beelden. Druk op de zoomtoets om
de geselecteerde beelden te vergrendelen, of druk op de menu-toets om de
handelingen op te heffen en naar het weergavemenu terug te keren.
Alle beelden: alle beelden in de map worden vergrendeld.
Unlock all
Ontgrendel beelden: alle beelden in de map worden ontgrendeld.
In sectie 1 van het weergavemenu (blz. 65) kunt u meervoudige bestanden, alle bestanden of een
enkel bestand beveiligen. De vergrendelingsoptie heeft vier instellingen:
Een vergrendeld bestand kan niet via het weergavemenu worden gewist. Formatteren (blz. 84) wist
echter alle bestanden op een geheugenkaart, ook als ze zijn vergrendelt. Beveilig belangrijke beel-
den altijd.
Lock
71
AUDIO-COMMENTAAR (AUDIO CAPTION)
Aan een foto kan achteraf 15 seconden geluid worden toegevoegd. Deze functie vervangt ook een
stem-memo (voice memo) dat bij een beeld is opgenomen. Audio-commentaar kan niet aan filmclips
worden toegevoegd.
Roep het beeld op waaraan u het gesproken commentaar wilt toe-
voegen. Is het beeld beveiligd, hef de beveiliging dan op via het
hoofdmenu (blz. 64) of het menu van de weergavestand (blz. 65).
Press shutter button
to record
Selecteer in het hoofdmenu het symbool van audio-commen-
taar
Druk de zoomtoets in (1) om de audio-commentaar-optie binnen
te gaan. Is er al een audio-bestand aan het beeld gekoppeld,
dan verschijnt er een bevestigingsscherm. “Yes” selecteren en
doorvoeren start opname van het commentaar met vervanging
van het al aanwezige geluid. “No” heft de geluidsopname op.
Druk op de ontspanknop om de opna-
me te starten (2). Een statusbalk en de
opnameteller geven de resterende op-
nametijd weer. Tijdens de opname
brandt het waarschuwingslampje.
Tijdens de opnametijd van vijftien
seconden kunt u de opname voortijdig
stoppen door op de ontspanknop te
drukken.
Audio Caption
Recording audio.
press shutter to stop
1
2
72 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Met de functie Copy to favorite slaat u een kopie van een foto in de map Favorite. Ongeacht het for-
maat van het origineel wordt er een economy 640 X 480 (VGA) JPEG-kopie gemaakt. Een map
genaamd “FAVORITE” wordt aangemaakt, separaat van de oorspronkelijke map. Beelden met voice
memo’s of audio-commentaar worden met hun audio-bestanden gekopieerd. Films kunnen niet worden
gekopieerd. Kopieën van vergrendelde beelden worden niet vergrendeld. DPOF-informatie wordt niet
gekopieerd. Hoeveel bestanden kunnen worden gekopieerd is afhankelijk van de vrije ruimte die nog
op de geheugenkaart beschikbaar is, en van de omvang van de beeldbestanden. Copy to favorite kan
worden geselecteerd in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 65). Copy to favorite heeft twee menu-
opties.
KOPIEER NAAR FAVORITE “FAVORITE” (COPY TO FAVORITE)
Zijn de te kopiëren beelden geselecteerd, dan start de kopieerroutine en ver-
schijnt een scherm dat de naam van de map weergeeft dat de beelden zal
bevatten; druk de zoomknop in om terug te keren naar het menu. Dezelfde map
blijft in gebruik voor het opslaan van favorieten totdat het aantal beelden de 9999
overschrijdt.
Copied to FAVORITE-A
Om in de weergavestand het weergegeven of gemarkeerde beeld te
kopiëren
This frame
Marked fra-
mes
Gemarkeerde beelden: om meerdere bestanden te kopiëren. Kiest u deze instel-
ling, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Gebruik de links/rechts-toetsen om
het beeld voor markeren te kopiëren. Door de zoomtoets omhoog te drukken mar-
keert u het beeld. Wilt u een beeld deselecteren, markeer het dan met het gele
kader en druk de zoomtoets omlaag. Ga door alle te kopiëren beelden te selec-
teren. Druk op de zoomtoets om verder te gaan, of druk op de menu-toets om de
handelingen op te heffen en naar het weergavemenu terug te keren.
OK
73
U kunt de Favorieten niet bekijken zonder Favorite in het
hoofdmenu te activeren. Wilt u de Favorieten in het hoofd-
menu activeren, houd dan de weergavetoets enkele secon-
den ingedrukt. Selecteer het Favorite symbool van het
hoofdmenu met de stuureenheid en druk de zoomknop in.
De laatste Favoriet verschijnt op de LCD-monitor met de
aanduiding voor de favorite-stand. Zijn er geen beelden
naar de map Favorite gekopieerd, dan verschijnt de bood-
schap No - image. Ingedrukt houden van de weergavetoets
schakelt de camera in met Favorite in het hoofdmenu geac-
tiveerd.
Bij het bekijken van favorieten zijn de opties Audiocommentaar, Fotocollage, e-Mail-kopie,
DPOF en Kopieer naar Favorite uitgeschakeld. USB DIRECT-PRINTkan niet worden gebruikt.
Selecteer om terug te gaan naar normale weergave het Play
symbool van het hoofdmenu. Uitschakelen van de camera heft
de Favorite-stand op.
Met formatteren (blz. 84) in het weergavemenu wist u de Favorite-kopieën; met wis alle beelden
(Delete all frames) (blz. 69) in het weergavemenu wist de Favorite-kopieën niet.
FAVORITE mapnaam -
bestandsnummer in de FAVORITE map
Favorieten bekijken
Favorites
Play
74 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Met de rotatiefunctie draait u het beeld zo dat het rechtopstaand te zien krijgt zonder dat dat camera
op z’n kant hoeft te houden.Deze functie geldt voor het beeld dat wordt weergegeven Rotate wordt
gekozen in het hoofdmenu (blz. 64). Het kan hier gaan om een aantal beelden tegelijk als om een enkel
beeld wanneer u de instelling verandert in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 65). Duw na uitvoering
van deze handeling de zoomtoets omhoog om een of meer beelden met de klok mee te roteren,
omlaag om tegen de klok in te roteren. Druk de zoomtoets in om de veranderingen te bevestigen
ROTEREN (ROTATE)
Mt de collagefunctie plakt u een uitsnede uit een opname in een ande-
re opname. Het uitgesneden beeld heeft dezelfde beeldgrootte en kwa-
liteit als het geplakte beeld
FOTOCOLLAGE (IMAGE PASTING)
Enter
move
rot.
enter
Door de optie Image pasting in sectie 1 van het weergavemenu te selecteren kunt u het type beeld kie-
zen en tevens bepalen waar het uitgesneden beeld wordt geplakt. Roep het te plakken beeld op de
monitor op. Selecteer Image pasting in het weergavemenu en druk de zoomtoets in om het plakproces
te starten.
enter
move
75
Op de LCD-monitor verschijnen negen beeldtypen. Selecteer
het gewenste kader met de stuureenheid. Druk de zoomknop in
om de selectie te bevestigen.
Na het kader te hebben gekozen kunt u de grootte van het
kader bepalen. Er is keus uit drie niveaus; u maakt uw keuze
door de zoomknop omhoog of omlaag te duwen. Druk de zoom-
toets in om uw keuze te bevestigen.
Na het kiezen van de kadergrootte bepaalt u de plakpositie door
het kader te verplaatsen met de zoomtoets en de link/rechts-
toetsen. Druk de zoomtoets in om de positie te bevestigen.
Indrukken van de menu-toets stopt de plakbewerking en brengt
u terug naar de weergavestand. De camera onthoudt instellin-
gen die al werden gemaakt.
Na het verrichten van bovenvermelde instellingen plaatst u het
onderwerp binnen het kader en drukt u de ontspanknop half in
om de scherpstelling te vergrendelen. Eerdere instellingen in de
opnamestand worden gebruikt om het beeld op te nemen; de
optische zoom kan worden gebruikt met de zoomtoets. Druk de
ontspanknop geheel in om de
opname te maken en het beeld
te voltooien.
Door het Image paste symbool in het hoofdmenu (blz.
64) te selecteren start u de werking waarbij een beeld
geplaatst wordt in het weergegeven beeld. Na indruk-
ken van de zoomtoets om het plakken uit te voeren verschijnt hetzelfde kader vol-
gens dezelfde instellingen die in het weergavemenu waren gekozen. Op dit punt is
het mogelijk naar de beeldselectie in het weergavemenu over te gaan door de zoom-
toets een paart seconden lang in te drukken. Plaats het onderwerp binnen het kader
en druk de ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrendelen. Druk de ont-
spanknop geheel in om de foto te maken en het beeld te voltooien.
sel.
enter
size
sel.enter
Press shutter to paste.
Image pasting
76 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Selecteert u in het hoofdmenu (blz. 64) het symbool van de diashow en drukt u de zoomtoets in, dan
begint de diashow vanaf het beeld dat op de LCD-monitor te zien is. Deze functie zorgt ervoor dat alle
beelden op de geheugenkaart automatisch in volgorde worden weergegeven.
In sectie 2 van het weergavemenu (blz. 65) kunt u de functies van de diashow in detail regelen.
Instellingen die in sectie 2 van het menu worden gemaakt, zijn van invloed op de slide show functie
in het hoofdmenu (m.u.v. de weergave optie). Wilt u een diashow van favoriete beelden, dan moet er
van tevoren een Favorite bestand op de LCD-monitor te zien zijn.
DIASHOW (SLIDE SHOW)
Druk de zoomtoets in om de diashow te pauzeren en
te herstarten.
Wilt u de presentatie stoppen, druk dan op de menu-
toets.
De presentatie kan ook zonder beeldinformatie worden bekeken. Druk daartoe voordat u
het weergavemenu opent een paar seconden op de zoomtoets, om de informatie-
weergave uit te schakelen.
Camera-info
Bij een foto (of een gepauzeerde filmclip) kunt u met
de rechts/links-toetsen een beeld scrollen.
Wordt er een filmclip afgespeeld, dan gaat u met de
rechtsknop in de clip vooruit, met de links-toets gaat u
terug.
Wordt er een filmclip afgespeeld, dan regelt u met de
zoomtoets het volume.
Repeat
(Herhaal)
77
Menu-opties Instellingen
Slide show
(Diashow)
Playback
(Weergave)
Duration
(Duur)
Enter
All frames
Marked
Frames
1 - 60 s
Yes / No
Hiermee start u de dia-vertoning. Druk op de zoomtoets om
de presentatie even stil te zetten. Wilt u de diashow stop-
pen, druk dan tijdens de vertoning op de menu-toets; u gaat
dan terug naar het weergavemenu.
Hiermee kiest u alle beelden in een map voor presentatie
in een dia-show.
Hiermee selecteert u specifieke beelden in de map voor
weergave in een dia-show. Wordt deze instelling gekozen,
dan verschijnt het beeldselectiescherm. Gebruik de
links/rechts-toetsen van de stuureenheid om de beelden te
markeren. Door de zoomtoets omhoog te drukken voorziet
u een gemarkeerd beeld van een selectieteken. Wilt u de
selectie van een beeld ongedaan maken, markeer het dan
en druk de zoomtoets omlaag; het selectieteken verdwijnt
dan. Zijn alle opnamen geselecteerd, druk dan op de zoom-
toets om de selectie te bevestigen, of druk op de menutoets
om de handelingen op te heffen en terug te keren naar het
weergavemenu.
Hiermee stelt u in hoe lang elk beeld tijdens de dia-show
wordt vertoond.
Kiest u "Yes", dan blijft de dia-show doorlopen totdat er door
omlaag drukken van de zoomtoets wordt gestopt.
Kiest u "No", dan stopt de dia-show na de laatste opname
en keert de camera terug naar het weergavemenu wanneer
alle beelden eenmaal zijn weergegeven.
Dissolve
(Overvloeier)
On/Off
Met “On” wordt er voor de beeldwisselingen gebruik
gemaakt van overvloei-effecten. Er zijn tien verschillende
effecten, waaruit de camera naar willekeur kiest.
78 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
De DPOF-set menu-optie wordt gebruikt om een opdracht voor standaardprints aan te maken van beel-
den op de geheugenkaart. U kunt enkele beelden, alle beelden of een selectie printen. Printopdrachten
worden aangemaakt in de sectie 3 van het weergavemenu (blz. 65). De print menu optie heeft vier
instellingen.
OVER DPOF
Deze camera wordt ondersteund door DPOF™ versie 1.1. DPOF (Digital Print Order Format) maakt
het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto's te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF
orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de
kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer. Is een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er
op de geheugenkaart automatisch een 'misc.' map aangemaakt (blz. 96).
EEN DPOF PRINTOPDRACHT AANMAKEN
Dit beeld: hiermee maakt u een DPOF-bestand voor het in de weergavestand weer-
gegeven of geselecteerde beeld.
This frame
All frames
Marked fra-
mes
Gemarkeerde beelden: hiermee kiest een aantal beelden dat u wilt laten printen, of
wanneer u van een aantal beelden verschillende aantallen wilt hebben. Kiest u
deze instelling, dan verschijnt het beeldselectiescherm. Gebruik de links/rechts-
toetsen van de stuureenheid om elk beeld te markeren (laten oplichten) dat moet
worden geprint. Door de zoomtoets omhoog te drukken markeert u het beeld met
een printersymbool. Het getal naast het printersymbool is het aantal prints dat van
het beeld zal worden gemaakt. Druk de zoomtoets omhoog om het aantal te ver-
hogen, omlaag om het te verlagen. U kunt per opname maximaal negen prints
bestellen. Wilt u een beeld toch niet laten printen, druk dan de zoomtoets omlaag
totdat het aantal op nul staat en het printersymbool verdwijnt. Maak op deze wijze
een selectie van te printen beelden. Druk op de zoomtoets om het DPOF-orderbe-
stand aan te maken, of druk op de menu-toets om de handelingen op te heffen en
naar het weergavemenu terug te keren.
Alle beelden: hiermee maakt u een DPOF-bestand voor alle beelden op de geheu-
genkaart.
Cancel all
Alle opheffen: hiermee wist u een DPOF-bestand.
79
Kiest u voor een enkel beeld of voor alle beelden, dan verschijnt een scherm waarin gevraagd wordt
hoeveel prints er van elke opname moeten worden gemaakt; het maximum is negen prints per beeld.
Gebruik de zoomtoetsen om het gewenste aantal in te stellen. Werd de all frames instelling gebruikt
om een printopdracht aan te maken, dan worden opnamen die daarna worden opgenomen niet geprint.
DPOF-orderbestanden die met een andere camera zijn opgenomen worden opgeheven. Na het prin-
ten van de opnamen blijft het DPOF-bestand op de geheugenkaart aanwezig. Het moet handmatig
worden verwijderd.
OPDRACHT VOOR EEN INDEX PRINT
Wilt u een index-print van alle opnamen op de kaart, kies dan "Yes."
Wilt u geen index-print, kies dan de instelling "No."
Is er een order voor een index-print gemaakt, dan wor-
den opnamen die later op de kaart worden opgeslagen,
niet in de index-print verwerkt. Hoeveel index-beeldjes op
een index-print passen verschilt per printer. De informatie
die bij een beeldje wordt geprint kan ook verschillen.
DPOF-bestanden en -beelden kunnen rechtstreeks vanuit de printer worden geprint;
zie blz. 100.
Camera-info
80 WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Voordat u de E-mail-kopie routine start dient u de beeldgrootte van de kopie te selecteren in sectie 3
van het weergave-menu (blz. 62). U kunt uit twee grootten kiezen: 640 x 480 (VGA) of 160 x 120
(QVGA).
Wanneer de beelden zijn geselecteerd waarvan e-mailbestanden moeten worden gemaakt, dan begint
de kopieerroutine en verschijnt de naam van de map waarin de gekopieerde beel-
den worden opgeslagen; druk de zoomtoets in om terug te keren naar het menu.
Voor het opslaan van E-mail-kopieën wordt dezelfde map gebruikt, totdat het aan-
tal 9999 overschrijdt.
E-MAIL-KOPIE
Copied to 101MLTEM
Dit beeld: kopieert het bestand dat in de weergavestand wordt weergegeven of is
gemarkeerd.
This frame
Marked fra-
mes
Gemarkeerde beelden: kopieert enkele of meerdere bestanden. Is deze optie
geselecteerd, dan verschijnt een selectiescherm; markeer het te kopiëren bestand
met het gele kader en druk dan de zoomtoets omhoog om het van een selectieteken
te voorzien. Wilt u de selectie van een beeld ongedaan maken, markeer dan het
beeldje ervan en druk de zoomtoets omlaag; het selectieteken verdwijnt. Ga verder
tot alle gewenste beelden zijn geselecteerd. Druk de zoomtoets in om verder te
gaan, of druk op de menu-toets om de handelingen op te heffen en terug te keren
naar het weergavemenu.
OK
E-mail-kopie maakt een standaard 640 X 480 (VGA) of 160 x 120 (QVGA) JPEG-kopie van een origi-
neel, dat makkelijk per e-mail kan worden verzonden. Werd er voor E-mail-kopie een beeld gekozen
dat werd opgenomen in de economy-stand, dan verandert de beeldkwaliteit niet. E-mail-kopieën kun-
nen alleen op de oorspronkelijke kaart worden opgenomen De kopieerfunctie wordt geselecteerd in
sectie 3 van het weergavemenu (blz. 65).
Wanneer de kopieerfunctie wordt gebruikt wordt er een map voor de bestanden aangemaakt (blz. 96);
de naam van de map met kopieën eindigt op EM. Beelden met voice memo’s worden inclusief geluid
gekopieerd. Kopieën van vergrendelde beelden zijn niet vergrendeld.
Van hoeveel beeldbestanden er e-mail-kopieën kunnen worden gemaakt is afhankelijk van de beschik-
bare ruimte op de geheugenkaart en de beeldgrootte van een kopie. De E-mail-kopie-functie heeft twee
menu-opties:
81
De melding ”Copy unsuccessful” verschijnt wanneer een of alle beelden niet konden worden
gekopieerd. Controleer de tweede geheugenkaart om te zien welke bestanden werden gekopi-
eerd en herhaal de procedure voor de beelden die niet werden overgeschreven.
Camera-info
BEELDEN OP TELEVISIE BEKIJKEN
Het is mogelijk gemaakte opnamen op uw televisie weer te geven. De camera heeft een video-uitgang,
waarmee u hem met behulp van de meegeleverde AV-kabel kunt aansluiten. De camera is compatible
met zowel de PAL- als de NTSC-standaard. U kunt controleren voor welk van deze twee systemen de
camera is ingesteld in sectie 3 van het setup-menu (blz. 88).
1. Zet de televisie en de camera uit.
2. Schuif de AV-out aansluiting open. Steek de kleine stekker van
de AV-kabel in de camera.
3. Steek het andere eind van de videokabel in de video-ingang
van de televisie. De gele stekker is voor de video-output. De
witte stekker is voor mono audio-output.
4. Zet de televisie aan.
5. Kies het video-kanaal van de televisie.
6. Druk op de weergavetoets om beelden weer te geven. Wanneer
de camera op een televisie is aangesloten wordt de LCD-moni-
tor van de camera niet gebruikt. Het weergavescherm verschijnt
op het tv-scherm.
7. Bekijk de opnamen zoals beschreven bij de instructies over
weergave.
2
3
82 SETUP-MENU
Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de links/rechts-toetsen en de zoomtoets stuurt u de cur-
sor en en verandert u de instellingen in het menu. Met de zoomtoets selecteert en bevestigt u instel-
lingen.
Wordt het gewenste menudeel weergegeven, gebruik dan de zoomtoets om door de menu-
opties te scrollen. Laat de optie waarin u iets wilt veranderen oplichten.
De te wijzigen menu-optie licht op, druk nu op de rechts-toets van de stuureenheid; u krijgt
nu de instellingen te zien waaruit u kunt kiezen, met de huidige instelling oplichtend. Om
terug te keren naar de menu-opties moet u op de links-toets te drukken.
Druk de zoomtoets in om de gemarkeerde instelling te selecteren.
Gebruik de zoomtoets om de nieuwe instelling te doen oplichten. Verschijnt “Enter”, druk dan
op de zoomtoets om het instelscherm te laten verschijnen.
De tab van sectie 1 bovenin het menu licht op. Gebruik de links/rechts-toetsen van de
stuureenheid om de gewenste menu-tab te doen oplichten; bij veranderen van de tabs
verandert ook het menu.
Is een instelling eenmaal geselecteerd, dan keert de cursor terug naar de menu-opties en de nieuwe
instelling wordt getoond. Het blijft mogelijk instellingen te veranderen. Druk op de menu-toets om terug
te keren naar de opnamestand.
SETUP-MENU
Het setup-menu wordt geactiveerd vanuit alle
gebruiksstanden: opnamestand, filmstand en
weergavestand. In de opname- en weergave-
stand gaat u naar het menu en selecteert u
het setup-symbool in de rechter bovenhoek:
het setup-menu zal verschijnen. In de film-
stand laat u het setup-menu verschijnen
door het setup-symbool van het hoofdven-
ster te selecteren.
Delete
Lock
Copy Favorite
Rotate
Image Pasting
enter
NAVIGEREN DOOR HET SETUP-MENU
SETUP
83
“Yes” kiezen in de
bevestigingsschermen
voert de bewerking
uit, “No” heft dit op.
Ye s No
Gebruik in het scherm voor instelling van datum/tijd de
links/rechts-toetsen om jaar, maand, dag, uur en
minuut te kiezen. Gebruik de zoomtoets om de waarde
te veranderen. Druk de zoomtoets in om kalender en
klok in te stellen.
LCD brightness
Format
Language
1
Enter
Enter
1, 3, 5, 10, 30 min.
Español
Japanese
English
Deutsch
Français
Power off
2
Enter
Audio signals
1Shutter FX
2
Off
Date/Time set
3
Enter
MM/DD/YYYY
Date format YYYY/MM/DD
DD/MM/YYYY
NTSCVideo output
1 (Low) - 3 (High)Volume
PAL
Kijk bij de volgende teksten voor omschrijvin-
gen van de menu-opties en hun instellingen.
Gebruik de links/rechts-toetsen
om de helderheid van de
monitor in te stellen; druk de
zoomtoets in om het niveau
vast te leggen.
Data storageTransfer mode
Remote camera
Selecteert u de opname-, film- of weergeavesectie bovenin de rechter bovenhoek van het setup-
menu en drukt u de zoomtoets in, dan keert u naar die stand terug.
Reset default
1
2
Off
:enter
Date/Time set
LCDbrightness
84 SETUP-MENU
GEHEUGENKAARTEN FORMATTEREN
Met de formatteerfunctie wist u alle informatie op de geheugenkaart. Breng voordat u een kaart for-
matteert de informatie die erop staat over naar de computer of een ander opslagmedium. Vergrendelen
van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren.
Wanneer de formatteer-functie wordt geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu (blz. 82) dan ver-
schijnt er een bevestigingsscherm. Door "Yes" te kiezen laat u de kaart formatteren, met "No" gaat u
terug. Er verschijnt een melding dat de kaart geformatteerd is.
Verschijnt er een boodschap dat de kaart niet kan worden gebruikt ("unable to use card"), dan kan het
nodig zijn de kaart die in de camera zit opnieuw te formatteren. Een geheugenkaart die in een andere
camera is gebruikt moet mogelijk ook opnieuw worden geformatteerd voordat u hem kunt gebruiken.
Bij het formatteren van een geheugenkaart gaat alle informatie verloren.
De helderheid van de LCD-monitor is instelbaar in
11 niveaus. Het scherm voor instelling van de hel-
derheid wordt geopend in sectie 1 van het setup-
menu (blz. 82). Gebruik de links/rechts-toetsen van
de stuureenheid (1) om de helderheid in te stellen;
het beeld op de monitor past zich aan het ingestelde
niveau aan. Druk de zoomtoets in (2) om de instel-
ling vast te leggen.
HELDERHEID LCD-MONITOR
LCDbrightness
enter
adjust
High
Low
1
2
85
ALLES TERUGZETTEN OP STANDAARD (RESET DEFAULT)
Deze functie geldt voor alle standen. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” kiezen zet
onderstaande instellingen terug op standaard, met “No” verandert er niets. Reset default kunt u acti-
veren in sectie 2 van het setup-menu (blz. 74)
Beeldkwaliteit
Transportstand
Flitsstand
Standaard
Enkelbeeld
Automatisch flitsen
Digitale zoom Uit blz. 55
blz. 38
blz. 36
blz. 43
Beeldgrootte (film) 320 x 240 blz. 60
Beeldgrootte (foto) blz. 43
Belichtingscorrectie 0.0
Cameragevoeligheid (ISO) Auto
blz. 45
blz. 51
blz. 42Witbalans Auto
1600 x 1200
Voice memo Uit
Datum in beeld
Direct weergave
Uit
Uit
Kleurinstelling Color
blz. 53
blz. 54
blz. 56
blz. 46
Auto reset Aan blz. 52
Toetsfunctie toewijzen Uit blz. 50
Portret Uit blz. 47
Herhaal (Diashow)
LCD monitor brightness
Periode autom. uitschakeling
Audiosignalen
Geheugen bestandsnummers
Nee
Normal
3 minuten
1
Uit
blz. 76
blz. 84
blz. 84
blz. 86
blz. 57
Shutter FX 1 blz. 87
Mapnaam Standaard blz. 57
Volume 2 blz. 87
Beeldgrootte (E-mail-kopie)
640 x 480 blz. 80
5 seconden blz. 76Duur (Diashow)
Overspeelstand Data-opslag blz. 88
Overvloeier (Diashow) Uit blz. 76
Beeldmontage (grootte)
Beeldmontage (locatie)
Middel
Centraal
blz. 74
blz. 74
Beeldmontage (kader)
Rond blz. 74
86 SETUP-MENU
TAAL
De taal van de menu’s is instelbaar. De taal wordt geselecteerd in sectie 1 van het setup-menu (blz.
82).
AUDIOSIGNALEN
Elke keer dat er op een knop wordt gedrukt geeft een audiosignaal een bevestiging. U kunt de audio-
signalen uitzetten in sectie 2 van het setup-menu (blz. 82). Twee audiosignalen zijn beschikbaar. Bij
elk ervan brandt het waarschuwingslampje op een eigen wijze.
87
VOLUME
Het volume van de audiosignalen en Shutter FX kan worden verhoogd of verlaagd in sectie 2 van het
setup-menu (blz. 82). Dit betreft alleen de audiosignalen van de camera. Er verandert niets aan de
afspeelinstellingen voor audio
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING (AUTO POWER OFF)
Om stroom te sparen schakelt de camera zichzelf uit wanneer er drie minuten lang geen handelingen
met de camera zijn uitgevoerd. Druk op de hoofdschakelaar om de camera weer te activeren. De
wachtduur voor de automatische uitschakeling kan worden veranderd in sectie 2 van het setup-menu
(blz. 82): 1, 3, 5, 10 en 30 minuten. Is de camera op een computer aangesloten, dan wordt de wacht-
tijd voor de automatische uitschakeling vast ingesteld op 10 minuten.
SHUTTER FX
Drukt u de ontspanknop geheel in, dan geeft een geluidsef-
fect een bevestiging van de opname. Het geluid kan worden
uitgeschakeld in sectie 2 van het setup-menu (blz. 82). Er zijn
drie sluitergeluiden beschikbaar: signaal 1 is mechanisch,
signaal 2 is elektrisch, signaal 3 is een zelf op te nemen
geluid. Het mechanische sluitergeluid is afkomstig van de
legendarische Minolta CLE, een compacte meetzoekercame-
ra die het meesterstuk betekent in het Leitz-Minolta CL pro-
ject.
88 SETUP-MENU
VIDEO-OUTPUT
U kunt de beelden van de camera op een televisie weergeven (blz. 73). U kunt het video-signaal
afstemmen op de PAL en de NTSC televisie-norm. Noord-Amerika gebruikt de NTSC standaard,
Europa gebruikt de PAL standaard.
DATUM EN TIJD
Het is belangrijk dat u de klok goed gelijk zet. Wanneer u een opname maakt worden datum en tijd bij
de beeldinformatie opgeslagen; bij weergave worden ze afgebeeld in de weergavestand en bij gebruik
van de DiMAGE Viewer software die op de CD-ROM zit. De klok van de camera wordt ook gebruikt
voor datum in beeld (blz. 49). Kijk op blz. 20 voor het instellen van klok en kalender.
DATUMVOLGORDE
U kunt de volgorde instellen waarin de datum op de monitor wordt weergegeven of in de foto wordt
geprint: YYYY/MM/DD (jaar, maand, dag), MM/DD/YYYY (maand, dag, jaar), DD/MM/YYYY (dag,
maand, jaar). Selecteer de gewenste volgorde en bevestig uw keuze door op de zoomtoets te drukken;
de nieuwe volgorde is in het menu te zien. De datumvolgorde heeft geen gevolgen voor mapnamen
(blz. 67). De volgorde wordt ingesteld in sectie 3 van het setup-menu (blz. 74).
OVERSPEELMETHODE
Met de optie transfer-mode (overspeelmethode) schakelt u de camera over van data-opslag naar on-
line-beeldverbinding en terug. Om beelden uit de camera via de USB-kabel naar de computer over te
spelen dient u de stand data-opslag (data storage) te kiezen. Met de online beeldverbinding (remote
camera) is het live-beeld van de camera op de computer te zien. Meer informatie over het gebruik van
de camera voor live beeld op de computer vindt u in het hoofdstuk over de overspeelstand in deze
gebruiksaanwijzing.
89
OVERSPEELSTAND
Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit. Informatie over
gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde software-gebruiks-
aanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over het werken met computers
en hun besturingssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzigen die bij de computer zijn geleverd.
De computer moet zijn uitgerust met een USB-poort als standaard interface; dan kan de camera met
de computer worden verbonden en herkend worden als een verwisselbaar opslagmedium (mass sto-
rage device). De computer en het besturingssysteem moeten volgens garantie van de fabrikant de USB
interface ondersteunen. De volgende besturingssystemen zijn compatible met de camera:
SYSTEEMEISEN
Kijk op de Minolta website voor de meest recente compatibiliteitsinformatie:
Noord-Amerika: http://www.minoltausa.com
Europa: http://www.minoltasupport.com
Gebruikers met Windows 98 of 98 second edition moeten de driver-software van de meegeleverde
DiMAGE software CD-ROM (blz. 93) installeren. Voor andere Windows en Macintosh besturingssyste-
men is geen speciale driver-software vereist.
Gebruikers die een vorige digitale camera hebben aangeschaft en de Windows 98 driver-software heb-
ben geïnstalleerd moeten de installatieprocedure herhalen. De updated versie van de driver-software,
aanwezig op de meegeleverde DiMAGE software CD-ROM, is noodzakelijk om de DiMAGE X20 met
een computer te laten werken. De nieuwe software heeft geen gevolgen voor het werken met eerdere
DiMAGE camera’s
IBM PC / AT Compatible
Macintosh
Windows 98, 98SE, Me,
2000 Professional en
XP(Home/Professional).
Mac OS 9.0 ~ 9.2.2 en Mac OS X
10.1.3 - 10.1.5 en 10.2.1 - 10.2.6.
90
CAMERA OP EEN COMPUTER AANSLUITEN
Controleer of de batterij voldoende capaciteit heeft voordat u de camera op de computer aansluit.
Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij.
Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 86 te lezen over de installatie
van de noodzakelijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten.
1 Start de computer. Zet de computer aan voordat u de camera aan-
sluit.
2. Plaats de geheugenkaart in de camera. Wilt u de geheugenkaart
verwisselen terwijl de camera in verbinding is met de computer, kijk
dan voor instructies op blz. 100.
3. Schuif het dekseltje van de AV-uitgang / USB-aansluiting open.
Steek de kleine stekker van de USB-kabel in de camera. Zorg
ervoor dat de stekker stevig vast zit.
4. Steek het andere eind van de USB-kabel in de USB-poort van de
computer. Controleer of de stekker goed vast zit. De camera moet
rechtstreeks worden aangesloten op USB-poort van de computer.
Aansluiten via een USB-hub kan ertoe leiden dat de camera niet
optimaal functioneert.
5 Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te
brengen. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht ver-
schijnt het overspeelscherm.
D
ATA-OVERSPEELSTAND
91
Wanneer de camera juist op de computer is aangesloten ver-
schijnt er een drive-symbool of “volume”. Werkt u met Windows
XP of Mac OS X, dan verschijnt er een scherm waarin wordt
gevraagd wat er met de beeldinformatie moet gebeuren; volg
de instructies in het venster. Herkent de computer de camera
niet, ontkoppel dan de camera en herstart de computer.
Herhaal de aansluitprocedure.
Mac OS X
Windows XP
Mac OS
De naam kan per geheugenkaart verschillen.
Mac OS X
Windows
92 DATA-OVERSPEELSTAND
AANSLUITEN OP WINDOWS 98 EN 98SE
De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïn-
stalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hier-
voor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CD-
ROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt. Volg daarna verder
de instructies op het scherm. Voor andere Windows besturingssystemen is geen speciale driver-soft-
ware nodig.
Plaats voordat u de camera op de computer
aansluit de DiMAGE Viewer CD-ROM in de
CD-ROM-drive. Het DiMAGE installatieme-
nu verschijnt automatisch. Klik om de
Windows 98 USB driver automatisch te in-
stalleren op de knop” Starting up the USB
device driver installer”. Er verschijnt een
venster waarin wordt gevraagd te bevesti-
gen dat de driver moet worden geïnstal-
leerd: klik op “Yes” om verder te gaan.
Automatische installatie
Wanneer de driver met succes is geïnstal-
leerd, verschijnt er een nieuw venster. Klik
op “OK. Herstart de computer voordat u
hem op de camera aansluit (blz. 90).
93
Kies de aanbevolen zoekmethode voor een ge-
schikte driver (stuurprogramma). Klik op “Volgende”
(“Next”).
Kies voor zelf de locatie van de driver opgeven. Er
verschijnt een venster waarin u de driver-locatie
kunt opzoeken. U vindt de driver op de CD-ROM
drive op: \Win98\USB. Is de locatie in het venster
verschenen, klik dan op “Volgende” (“Next”).
Handmatige installatie
Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten
van de camera op de computer (blz. 90).
Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de
computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe
hardware verschijnt. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM
in de CD-ROM-drive. Klik op “Volgende” (“Next”).
94 DATA-OVERSPEELSTAND
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van
de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan
worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf,
of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive
aangeeft varieert per computer. Klik op “Next” om
de driver in het systeem te installeren.
Het laatste venster bevestigt de installatie van de
driver. Klik op “Voltooien” (“Finish”) om de wizard
af te sluiten. Start de computer opnieuw op.
Opent u het venster “Deze Computer”, dan ziet u dat er
een symbool voor een verwisselbare schijfeenheid is
verschenen. Dubbelklik erop om toegang te krijgen tot de
geheugenkaart van de camera; zie blz. 96.
95
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING - OVERSPEELSTAND
Ontvangt de camera binnen tien minuten geen lees- of schrijfcommando, dan schakelt hij zichzelf uit
om stroom te sparen. Dan kan er op het computerscherm een melding verschijnen dat er een appa-
raat niet op de juiste wijze werd uitgeschakeld/ontkoppeld. Klik dan op “OK.”. Noch de camera noch de
computer lopen hiervan nadelige gevolgen op. Maak de USB-kabel los en zet de camera uit. Wilt u de
USB-verbinding weer tot stand brengen, sluit dan de kabel aan en schakel de camera in.
QUICKTIME SYSTEEMEISEN
Innovatie en creativiteit zijn altijd een drijvende
kracht achter Minolta’s producten geweest. De
Electro-zoom X was puur een oefening in camera-
design. Hij werd gepresenteerd op de Photokina in
Keulen, in 1966.
De Electro-zoom X was een elektronisch gestuurde
spiegelreflexcamera met diafragmavoorkeuze-auto-
matiek, uitgerust met een ingebouwd 30 - 120 mm
f/3.5 zoomobjectief. Hij maakte 20 12 X 17 mm opna-
men op een cassette met 16 mm film. Ontspanknop
en batterijruimte zaten in de handgreep. Slechts een
paar prototypen werden gebouwd, waardoor dit een
van de meest zeldzame Minolta’s is
Minolta-historie
IBM PC / AT Compatible
Pentium computer
Windows 95, 98, 98SE, NT, Me,
2000 Professional of XP.
32MB of meer RAM
Sound Blaster of compatible geluidskaart
DirectX 3.0 of later aanbevolen
Volg voor het installeren van QuickTime de
instructies van het installatieprogramma.
Macintosh gebruikers kunnen de laatste versie
van QuickTime gratis downloaden op de Apple
Computer website: http://www.apple.com.
Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er sim-
pelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis
naar de computer of een map van de computer te slepen.
Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
Formatteer een geheugenkaart nooit vanuit de computer, doe dat altijd met de
camera. Alleen met de camera opgenomen bestanden horen op de geheugen-
kaart te worden opgeslagen.
96 DATA-OVERSPEELSTAND
MAP-INDELING OP DE GEHEUGENKAART
Drive-icoon
Dcim
PICT0001.JPG
PICT0002.MOV
Fine, standard,
of economy
beeld
Filmclip
Misc
PICT0001.WAV
Voice memo of
audio-commen-
taar van
PICT0001
100MLT19 10130915 103MLTEM
De misc. map bevat
DPOF printbestan-
den (blz. 78).
De FAVORITE map
bevat kopieën van favo-
rieten (blz. 72).
A01
PICT0001.JPG
Favorite kopieën
FAVORITE
97
Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een
jpg of mov extensie en dezelfde naam als het beeld. Audio-opnamen hebben ook een wav extensie en
de bestandsnaam correspondeert met hun beeldbestand.
E-mail-kopie-beelden worden geplaatst in een map waarvan de naam eindigt met “EM. Favorite Copy
beelden worden geplaatst in een map met de naam “FAVORITE”. Wordt er een nieuwe map aange-
maakt, dan zal het getal van de eerste drie tekens 1 hoger zijn dan de het hoogste mapnummer op de
kaart. Komt het indexnummer in de bestandsnaam boven 9999, dan wordt er een nieuwe map aange-
maakt met een nummer dan 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op de geheugenkaart: bijv. van
100MLT19 naar 101MLT19.
Het nummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het nummer van
het beeldbestand zelf. Worden beelden in de camera gewist, dat zal de opnameteller zich aanpassen
om het aantal opnamen in de map aan te geven en zal de nummering voor nieuwe opnamen daaraan
worden aangepast. De serienummers die worden gebruikt voor de beeldbestanden veranderen niet
wanneer een beeldbestand wordt gewist. Wordt er een nieuw beeld opgenomen, dan krijgt het een
nummer dat 1 hoger is dan het hoogste indexnummer in de map. Bestandsserienummers kunt u rege-
len met de instelling voor het geheugen voor de bestandsnummering in sectie 2 van het opnamemenu
(blz. 57).
Beeldbestanden bevatten exif tag gegevens, zoals tijdstip en datum van de opname, plus de voor
de opname gebruikte instellingen. U kunt deze informatie via de camera bekijken, maar ook met
de DiMAGE Viewer software. Wordt een beeld van de camera geopend in een beeldbewerkings-
programma als Arcsoft PhotoImpression en wordt het beeld vervolgens opnieuw opgeslagen door
de oorspronkelijke beeldinformatie te overschrijven, dan wordt de exif tag informatie gewist.
Gebruikt u andere software dan de DiMAGE Viewer, maak dan eerste backups van de beeldbe-
standen om de exif tag informatie te kunnen behouden.
Om de beelden correct op uw computermonitor te zien dient u mogelijk de kleurruimte-instelling
van de monitor aan te passen. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de monitor hoe u de weergave
op de volgende eisen moet afstemmen: sRGB, met een kleurtemperatuur van 6500K en een
gamma van 2.2. Veranderingen aan het opgenomen beeld met contrast- en verzadigingsinstelling
van de camera werken door in elke gebruikte kleurafstemmingssoftware.
Camera-info
98 DATA-OVERSPEELSTAND
CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN
Windows Me, 2000 Professional en XP
Controleer of het toegangsglampje niet rood brandt. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van
hardware, op de taakbalk. Er verschijnt een klein venster, met daarin het apparaat dat
kan worden gestopt.
Windows 98 / 98 Second Edition
Is er meer dan een apparaat op de computer aangesloten, voer dan ook bovenstaande procedure uit,
maar klik dan met de rechter muisknop op het symbool voor het ontkoppelen van hardware. Dat opent
het venster voor ontkoppelen van de hardware na klikken op het kleine venster van het ontkoppelen of
uitvoeren van hardware.
Klik op het kleine venster om het appa-
raat te stoppen. Er verschijnt nu een
melding dat u het apparaat veilig kunt
ontkoppelen/verwijderen. Zet de camera
uit en ontkoppel de USB-kabel.
Ontkoppel de camera nooit wanneer het toegangslampje rood brandt –
de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen
99
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt
stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en
klik op “Stop.
Verzeker u ervan dat het toegangslampje niet brandt en
sleep het symbool van de verwisselbare drive naar de prul-
lenbak. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Er verschijnt een bevestigingsscherm met
de apparaten die worden gestopt. Door op
“OK” te klikken stopt u het apparaat.
Een derde en laatste scherm verschijnt;
het geeft aan dat de camera veilig kan
worden ontkoppeld; klik op “OK”. Zet de
camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
Macintosh
100 DATA-OVERSPEELSTAND
Met USB DIRECT-PRINT kunt u foto’s direct vanuit een compatible Epson printer afdrukken. Deze func-
tie print een enkel beeld op een enkel vel papier. Index prints kunnen niet worden geprint met USB
DIRECT-PRINT. Kijk voor het printen van index prints op blz. 103.
Voor elke print-run dient u de printerinstellingen te controleren; zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van
de printer. Een geheel geladen batterij dient te worden gebruikt wanneer de camera op de printer wordt
aangesloten. Gebruik van een lichtnetadapter (apart leverbaar) is aan te bevelen boven het gebruik van
de batterij.
USB DIRECT-PRINT GEBRUIKEN
GEHEUGENKAART VERWISSELEN - OVERSPEELSTAND
Windows 98 en 98 Second Edition
1. Zet de camera uit
2. Verwissel de geheugenkaart.
3. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen.
Windows ME, 2000 Professional en XP
Macintosh
1. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 98).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB verbinding tot stand te brengen.
1. Stop de USB-verbinding door het symbool van de drive naar de prullenbak te slepen (blz. 99).
2. Zet de camera uit.
3. Verwissel de geheugenkaart.
4. Zet de camera aan om de USB-verbinding tot stand te brengen.
Verwijder nooit de geheugenkaart als het toegangslampje rood brandt –
de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen
101
Gebruik de link/rechts-toetsen van de
stuureenheid om het te printen beeld op te
roepen.
Printing finished.
Het aantal prints in de printopdracht verschijnt op de LCD-monitor;
index prints tellen als een extra print. gebruik de links/rechts-toetsen
om “Yes” te markeren en druk de zoomtoets in om het printen te star-
ten.
Print file?
Number of prints: 7
Yes No
Herhaal de vorige stappen totdat al de
beelden zijn geselecteerd. Druk de zoom-
toets in om het printen te starten.
Druk de zoomtoets omhoog om het aantal
afdrukken in te stellen. Het maximaal aan-
tal is negen. Wilt u een beeld voor printen
deselecteren, druk dan de zoomtoets om-
laag totdat het aantal op nul staat.
Als het printen begonnen is, is het mogelijk het printen te stoppen door
op de zoomtoets te drukken. De boodschap “printing finished” geeft
aan wanneer de print-run is voltooid; zet de camera uit om de routine
te stoppen.
Met de weergavetoets schakelt u over tus-
sen enkelbeeld- en index-weergave.
OK
Aantal prints in de printopdracht.
Aantal exemplaren van het weergegeven beeld
Schuine streep betekent dat het bestand
niet kan worden geprint.
:move :sel. :print
Sluit de camera op de printer aan met de USB-kabel. De grootste van de twee stek-
kers gaat in de printer. Schuif het deksel van de USB-aansluiting open en steek de
kleine stekker in de camera. Zet de camera aan met de keuzeknop: u kunt de knop in
elke stand zetten. Het USB Direct Print scherm verschijnt.
102 DATA-OVERSPEELSTAND
Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de
voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpender
printerfout voor, druk dan op de zoomtoets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiksaanwij-
zing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem. Controleer de printerinstellingen
voordat u opnieuw begint en gebruik het USB Direct-Print menu om de beelden die al waren geprint te
deselecteren.
All frames
Reset
Batch print
1
NAVIGEREN DOOR HET USB DIRECT-PRINT MENU
Wanneer de camera is aangesloten op een compatible printer kunt u met de menutoets het menu
oproepen en laten verdwijnen. Met de links/rechts- en de zoomtoets verplaatst u de cursor door het
menu. Door de zoomtoets in te drukken bevestigt u een instelling.
StartDPOF print
2
Met Batch print selecteert u alle JPEG beelden (fijn, standaard en economy) op de geheugenkaart om
te worden geprint. Is de optie all-frames geselecteerd, dan wordt er een scherm geopend, waarin het
aantal afdrukken per beeld kan worden opgegeven. Het maximum aantal is negen. Met de reset optie
heft u alle veranderingen in het printselectiescherm op.
Nadat de optie batch print is gekozen toont het USB DIRECT-PRINT selectiescherm welke beelden in
welke aantallen er zijn geselecteerd. De stuureenheid kan worden gebruikt om de printopdracht te
bewerken, zie blz. 94.
DPOF print maakt het mogelijk de JPEG beelden (fijn, standaard en economy) en een index print
(geselecteerd met de DPOF print-opties in het weergavemenu) te printen met een Epson USB
DIRECT-PRINT compatible printer. Selecteer eenvoudig de start-optie van het menu om het printen te
beginnen, zie ook de volgende bladzijde.
OPMERKINGEN OVER PRINTFOUTEN
Sluit de camera aan op de printer met de USB-kabel van de came-
ra. De grote stekker van de kabel wordt aangesloten op de printer.
Schuif het deksel van de USB-aansluiting open en steek de kleine
stekker in de camera (1).
Zet de camera aan. Open het USB DIRECT-PRINT menu. Markeer
“Start” in de DPOF-print-optie in de DPOF-sectie van het menu. Druk
de zoomtoets in om te starten.
103
De DPOF-print-optie van het USB DIRECT PRINT menu stelt u in staat JPEG (fijn, standaard en eco-
nomy) beelden en een index print (geselecteerd met de DPOF print-opties in het weergavemenu) te
printen met een Epson USB DIRECT-PRINT compatible printer. Zie blz. 78 voor het aanmaken van een
DPOF-bestand.
Controleer voor elke print-run de printer-instellingen; kijk voor extra informatie in de printer-handleiding.
Een compleet geladen batterij dient te worden gebruikt wanneer de camera op de printer wordt aan-
gesloten. Gebruik van een lichtnetadapter (apart leverbaar) geniet de voorkeur boven batterijen.
DPOF-BESTANDEN PRINTEN
Het aantal prints van de print-run verschijnt op de LCD-monitor; index
prints tellen voor een print. Gebruik de links/rechts-toetsen om “Yes,” te
markeren en druk de zoomtoets in om het printen te starten.
Printing finished.
Een print-run kan worden gestopt door op de zoomtoets te drukken.
De boodschap “Printing finished” geeft aan dat de handeling is afge-
lopen; zet de camera uit om de procedure te beëindigen.
OK
Print file?
Number of prints: 7
Yes
No
1
Om de de camera op de computer aan te sluiten
en als online camera te gebruiken dient de com-
puter te zijn uitgerust met een USB-aansluiting
als standaard interface. De computer en het be-
sturingssysteem moeten van de zijde van de
fabrikant gegarandeerd geschikt zijn verklaard
voor USB-gebruik. Kijk hiernaast voor de sys-
teemeisen.
De remote-camera driver software moet worden
geïnstalleerd. Specifieke programma’s als
Microsoft Net Meeting, zijn vereist om de beel-
den te kunnen bekijken. Deze functie kan niet
worden gebruikt in combinatie met Macintosh
computers.
104
SYSTEEMEISEN ONLINE CAMERA
Minimum systeemeisen
Windows 98 Second Edition, Me,
2000 Professional en XP (Home, Professional)
Pentium II 300 MHz of later
128MB of RAM. 256MB met Windows XP.
200 MB ruimte harde schijf
800 x 600 16-bit kleurenmonitor
Online camera getest met Microsoft Net
Meeting en Windows Messenger.
DE REMOTE CAMERA DRIVER INSTALLEREN
De driver dienst slechts eenmaal te worden geïnstalleerd.
De driver is niet compatible met Macintosh besturings-
systemen.
Voordat u de camera op de computer aansluit dient u de
DiMAGE Viewer CD-ROM in de CD-ROM drive te plaatsen.
Het DiMAGE installer menu wordt automatisch geacti-
veerd. Klik op de knop van de DiMAGE remote-camera
installer om de driver te installeren.
D
ATA-TRANSFER MODE
105
Het venster van de InstallShield Wizard verschijnt. Klik op
de next knop (vervolgen) om verder te gaan.
De software-overeenkomst verschijnt. Gaat u akkoord, klik
dan op yes om verder te gaan.
Lees de overeenkomst goed door voordat u verder gaat.
gaat u niet akkoord, klik dan op no om het installatiepro-
gramma te verlaten.
Er verschijnt een installatie-bevestigingsscherm. Wilt u de
remote camera drive installeren, klik dan op yes. De no-
knop heft de handelingen op zonder de driver te installeren.
Wanneer de driver-installatie is voltooid verschijnt een mel-
ding. Klik op de finish knop om de installatie af te ronden.
106 DATA-TRANSFER MODE
AANSLUITEN VAN DE ONLINE CAMERA
Voordat de camera op een computer kan worden aangesloten dient de remote camera driver te zijn
geïnstalleerd, zie blz. 104. Wanneer de camera op een computer wordt aangesloten dient de accu van
de camera volledig te zijn geladen. Het gebruik van de lichtnetadapter (apart leverbaar) verdient de
voorkeur boven gebruik van de accu. Gebruikers van Windows 98SE moeten eerst de USB driver
installeren voordat ze de camera op een computer aansluiten (blz. 92).
1. Selecteer RemoteCamera in de optie transfer mode (overspeel-
methode) in sectie 3 van het setup-menu.
2. Start de computer. U dient de computer aan te zetten voordat u
de camera aansluit.
3. Schuif het dekseltje van AV-uitgang / USB-aansluiting open.
Steek de kleine stekker van de USB-kabel in de camera. Let op
dat de stekker goed vastzit.
4. Steek de andere stekker van de USB-kabel in de USB-aanslui-
ting van de computer. Let op dat de stekker goed vastzit. De
camera moet rechtstreeks op de USB-aansluiting van de compu-
ter worden gekoppeld. Gebruik van een USB-hub kan mogelijk
leiden tot een onjuiste werking van de camera.
5 Zet de camera aan om de USB-aansluiting tot stand te brengen.
Het live-beeld van de camera verschijnt op de monitor.
Date/Time set
Date format
Video output
Data storage
Tr ansfer mode
RemoteCamera
Volg de instructies van het gebruikte programma om het live-beeld op de
computer-monitor te zien. Kijk in de gebruiksaanwijzing of de help-sec-
tie van het programma voor meer informatie.
RemoteCamera
Kijk in de gebruiksaanwijzing van het programma dat u gebruikt voor
instructies voor het gebruik van de online camera. Met Microsoft Net
messenger kunt u eenvoudig weg op de “play” knop drukken. Via het
option-venster krijgt u toegang tot enkele camerafuncties.
Door op de “source” knop in de video-tab te klikken krijgt u
toegang tot zoom- en scherpstelfuncties; de instelorganen
zijn te vinden op de tab camera control van
het venster. Met de zoomschuif kunt u de
vergroting instellen. Door te klikken in het
auto vakje van de focus-optie activeert u de
scherpstelling van de camera. De scherp-
stelling vindt echter niet continu plaats en u
dient de scherpstelling opnieuw te activeren
als de afstand tot het onderwerp is veran-
derd.
107
OPMERKINGEN OVER CAMERAGEBRUIK
Gebruikt u de camera als online camera dan worden belichting, witbalans en cameragevoeligheid op
auto ingesteld. De optische en 4X digitale zoom zijn beschikbaar. Er zijn geen menu-instellingen moge-
lijk. De flitser is uitgeschakeld, evenals audio.
U kunt indien nodig de scherpstelling bijregelen door de ontspanknop
half in te drukken. Het AF-systeem stelt niet continu scherp als u de
ontspanknop half ingedrukt houdt, dus herhaal deze handeling elke
keer dat de afstand tot het onderwerp verandert.
Wanneer de camera scherpstelt of zoomt kan er een vertraging in het
beeld optreden.
De LCD-monitor kan worden uitgeschakeld door de zoomknop inge-
drukt te houden, om stroom te sparen.
108 APPENDIX
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
De camera
werkt niet.
Er verschijnt
niets op de
LCD-monitor.
Batterij is leeg.
De automatische uitscha-
keling heeft de camera
uitgezet.
De lichtnetadapter is niet
goed aangesloten.
Vervang batterij (blz. 14).
Zet de camera met de hoofd-
schakelaar weer aan. De ter-
mijn voor automatische uit-
schakeling kan worden inge-
steld in sectie 2 van het setup-
menu.
Controleer of de adapter op de
camera en op een goed wer-
kend stopcontact is aangeslo-
ten (blz. 16).
Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande proble-
men of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opne-
men met de Technische Dienst van Minolta.
Er kan geen
foto worden
gemaakt.
“000” ver-
schijnt in de
opnameteller.
De geheugenkaart is vol
en kan bij de huidige
instellingen voor beeld-
grootte en kwaliteit geen
nieuwe beelden meer
opnemen.
Plaats een andere geheugen-
kaart (blz. 18), wis een paar
beelden (blz. 69), of verander
de instellingen voor beeld-
grootte en -kwaliteit (blz. 43).
Op de monitor
verschijnt de
“no card”
waarschuwing.
Er zit geen geheugen-
kaart in de camera.
Plaats een geheugenkaart in
de camera (blz. 18).
APPENDIX
PROBLEMEN OPLOSSEN
109
Opnamen zijn
niet scherp.
Let goed op dat het onderwerp
zich binnen het scherpstel-
bereik bevindt (blz. 26).
Een van de speciale
scherpstelsituaties doet
zich voor, waarin de
camera niet goed kan
scherpstellen (blz. 27).
Gebruik de scherpstelvergren-
deling om scherp te stellen op
een ander onderwerp op gelij-
ke afstand (blz. 26).
De opnamen
zijn bij weinig
licht zonder
flits gemaakt.
Lange sluitertijden geven
‘bewogen’ opnamen wan-
neer er uit de hand wordt
gefotografeerd.
Gebruik een statief, verhoog de
cameragevoeligheid (blz. 51) of
schakel de ingebouwde flitser
in (blz. 36).
Het onderwerp ligt buiten het flitsbereik:
(blz. 28).
Ga dichter bij het onderwerp of
verhoog de cameragevoelig-
heid (blz. 51).
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Scherpstel-
signaal is
rood.
Bij flitsgebruik
worden de
opnamen te
donker.
Er kan geen
foto worden
gemaakt.
Op de monitor
verschijnt de
“card locked”
waarschuwing.
De geheugenkaart is ver-
grendeld.
Hef de vergendeling van de
kaart op (blz. 19).
Onderwerp is te dichtbij.
Lijkt de camera niet normaal te werken, zet hem dan uit, haal de batterij eruit en plaats hem terug of
verbreek en herstel de lichtnetaansluiting. Zet de camera altijd uit met de hoofdschakelaar, anders
bestaat de kans dat de geheugenkaart beschadigd raakt en de camera-instellingen allemaal in de
basisstand worden teruggezet.
110 APPENDIX
1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USB-
kabel met elkaar.
2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst.
Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op de categorie “presta-
ties en onderhoud” (“performance and maintenance”). Klik op “Systeem” om het venster met
systeemeigenschappen te openen.
3. Windows 2000 en XP: selecteer de hardware-tab in het Eigenschappen-venster en klik op de knop
voor Apparaatbeheer.
Windows 98 en Me: klik op de tab Apparaatbeheer in het Eigenschappen-venster.
4. Het driver-bestand zal te vinden zijn onder” Universal serial bus controller” of “Andere apparaten”
van Apparaatbeheer. Klik op de locaties om de bestanden weer te geven. De driver draagt de
naam van de camera. Onder bepaalde omstandigheden zal de driver-naam niet de naam van de
camera bevatten. De driver zal dan echter worden aangeduid met een vraag- of uitroepteken.
5. Klik op de driver om hem te selecteren.
6. Windows 2000 en XP: Klik op de actie-knop om het dropdown-menu weer te geven. Selecteer
“Verwijderen” (“uninstall”). Er verschijnt een bevestigingsscherm. Klik op “Yes” om de driver uit het
systeem te verwijderen.
Windows 98 en Me: klik op de knop “verwijderen”. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Klik op
“Yes” om de driver uit het systeem te verwijderen.
7. Ontkoppel de USB-kabel en schakel de camera uit. Herstart de computer.
DE DRIVER-SOFTWARE VERWIJDEREN – WINDOWS
111
Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist
gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben.
Onderhoud
Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken.
Zet de camera tijdens transport uit.
Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de
batterijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Denk er aan het water en op het strand aan dat u de camera niet aan water en zand blootstelt. Water,
zand, stof of zout kan de camera beschadigen.
Laat de camera niet lang in de zon liggen. Richt het objectief niet rechtstreeks naar de zon; de CCD
kan erdoor beschadigd raken.
Reinigen
Is de camera vuil, veeg hem dan zachtjes schoon met een zachte, schone en droge doek. Blaas eerst
eerst de losse deeltjes (zand) weg, anders kan vegen of poetsen tot krassen leiden.
Wilt u het oppervlak van het objectief schoonmaken, blaas dan eerst stof of zand weg; veeg dan het
objectief voorzichtig schoon met een reinigingsdoek of tissue voor lenzen. Gebruik indien nodig
lensreinigingsvloeistof.
Gebruik nooit organische oplossingen voor het reinigen van de camera.
Raak het lensoppervlak nooit met uw vingers aan.
Opslag
•Bewaar de camera op een koele, droge, goed geventileerde plaats, uit de buurt van stof en
chemicaliën. Gaat u de camera lange tijd niet gebruiken, bewaar hem dan in een luchtdichte doos
met silicagel droogmiddel.
•Verwijder de batterijen en de geheugenkaart uit de camera wanneer u de camera langere tijd niet
gaat gebruiken.
•Bewaar de camera niet in een ruimte waar naftaleen of mottenballen worden gebruikt.
Tijdens lange opslag is het goed de camera af en toe eens te laten werken. Gaat u hem na
langdurige opslag weer gebruiken, controleer dan eerst of alles goed functioneert.
ONDERHOUD EN OPSLAG
112 APPENDIX
Geheugenkaarten
SD geheugenkaarten en MultiMediaCards worden vervaardigd met elektronische precisiecomponen-
ten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie:
Onjuist gebruik van de kaart.
•Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten.
Hitte, vocht en direct zonlicht.
Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
•Verwijdering van de kaart of onderbreken van de stroomtoevoer wanneer er tussen camera en kaart
gegevensuitwisseling plaatsvindt (lezen, schrijven, formatteren, enz.).
Aanraking van de elektrische contacten van de kaart met uw vingers of metalen voorwerpen.
Gebruik van de kaart buiten zijn levensduur. Het kan nodig zijn een kaart op den duur te vervangen.
Minolta is niet aansprakelijk voor verlies of schade aan informatie. Het is altijd aan te bevelen van
bestanden backups te maken.
Batterijen
Batterijprestaties nemen af naarmate het kouder is. In een koude omgeving is het aan te bevelen
reservebatterijen op een warme plaats te bewaren, onder een jas bijvoorbeeld. Wanneer ze weer op
temperatuur komen kunnen batterijen zich weer herstellen.
Berg de batterij niet op wanneer hij volledig geladen is.
Bergt u de batterij voor langere tijd op, herlaad hem dan elke zes maanden, minstens vijf minuten.
Als een batterij geheel leeg raakt is het soms niet meer mogelijk hem weer op te laden.
Een speciale ingebouwde batterij met een lange levensduur voedt de klok en het geheugen wanneer
de camera uit staat. Keert de camera elke keer na uitschakeling terug naar de fabrieksinstellingen,
dan is batterij leeg. Hij dient te worden verwisseld door de Technische Dienst van Minolta.
Zorg ervoor dat de batterij/accu contacten steeds goed schoon zijn.
Vuile contacten kunnen een goede lading verhinderen. Zijn de contacten vuil, veeg ze dan schoon
met een katoenen doek.
Voor belangrijke evenementen en reizen
Controleer de werking van de camera, maak testopnamen en koop reservebatterijen.
Minolta draagt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies als gevolg van een defect aan de
apparatuur.
113
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden
Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 40°C.
Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die
in de zon staat, of waar het erg vochtig is.
Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten
plastic zak om condensvorming te voorkomen. Laat de camera acclimatiseren en haal hem dan uit
de plastic zak.
Voorzorgen LCD-monitor
Hoewel de LCD-monitor met precisietechniek is vervaardigd is het mogelijk dat een klein aantal
beeldpunten niet optimaal functioneert.
Oefen geen druk uit op het oppervlak van het lcd-scherm. Er kan permanente schade door ontstaan.
Bij lage temperaturen zal het LCD-scherm tijdelijk donker worden. Bij normale temperaturen wordt
de normale weergave weer hersteld.
De LCD-monitor kan bij lage temperaturen traag reageren en bij hoge temperaturen zwart worden.
Wanneer de camera weer in een normale temperatuur komt zal de monitor ook weer normaal
functioneren.
Zitten er vingerafdrukken op het oppervlak van de LCD-monitor, poets hem dan zachtjes schoon met
een zachte, schone en droge doek.
Copyright
Op TV programma's, film, videotapes, foto's en andere materialen rust auteursrecht. Ongeoorloofd
opnemen of dupliceren van zulk materiaal kan een inbreuk op de auteursrechten zijn. Zonder
toestemming opnemen van uitvoeringen, tentoonstellingen, enzovoorts is verboden.
Materialen waarop auteursrecht rust kunnen alleen worden gebruikt wanneer aan de voorwaarden
van het auteursrecht is voldaan.
Vragen en service
Hebt u vragen omtrent uw camera, neem dan contact met uw handelaar of neem contact op met
Minolta.
Neem voordat u apparatuur ter reparatie opstuurt eerst even contact op met de Technische Dienst
van Minolta.
114 APPENDIX
Aantal effectieve pixels: 2,0 miljoen
CCD: 1/3,2-type interline primary-color CCD met totaal 2,1
miljoen pixels.
Cameragevoeligheid (ISO): Automatisch (tussen ISO 64 - 200 equivalent), ISO
64, 100, 200, 400
Breedte/hoogteverhouding: 4:3
Objectiefconstructie: 10 elementen in 9 groepen.
Maximale lensopening: f/2,8 - f/3,7
Brandpuntsafstand: 4,8 - 14,4 mm (kleinbeeld-equivalent: 37 - 111 mm)
Scherpstelbereik: 0,10 m - oneindig (vanaf voorzijde van de camera)
Autofocus-systeem: Video AF
Sluiter: CCD elektronische sluiter plus mechanische sluiter
Sluitertijden: 4 - 1/1000 s
Oplaadtijd ingebouwde flitser: Circa 6 seconden
Monitor-LCD: 4,0 cm digital interface TFT kleurenscherm met anti-
reflectiecoating
Beelddekking monitor: Circa 100%
A/D-conversie: 12 bits
Opslagmedia: SD-geheugenkaarten en MultiMedia-kaarten
Bestandsformaten: JPEG, motion JPEG (MOV), WAV. DCF 1.0, DPOF
en Exif 2.2 compatible.
Print Image Matching: Ja
Menutalen: Japans, Engels, Duits, Frans en Spaans
Video-output: NTSC en PAL
Batterijen Twee AA batterijen: NI-MH, alkaline
Batterijprestaties (opname): Circa 110 opnamen: gebaseerd op Minolta’s stan-
daard testmethode: alkalinebatterijen, LCD-monitor
aan, maximale beeldgrootte (1600 x 1200), stan-
daard beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen
voice memo, flits gebruikt bij 50% der beelden.
TECHNISCHE GEGEVENS
115
Circa 230 opnamen: gebaseerd op Minolta’s stan-
daard testmethode: Ni-MH batterijen, LCD-monitor
uit, maximale beeldgrootte (1600 x 1200), standaard
beeldkwaliteit, geen directe weergave, geen voice
memo, flits gebruikt bij 50% van de beelden.
Batterijprestaties (weergave): Continu weergavetijd (benadering): 260 min. met
alkalinebatterijen. Gebaseerd op Minolta’s standaard
testmethode
Continu weergavetijd (benadering): 300 min.met Ni-
MH batterijen. Gebaseerd op Minolta’s standaard
testmethode
Externe voeding: Lichtnetadapter (AC-6L)
Afmetingen: 86 (B) x 67 (H) x 23,5 (D) mm
Gewicht: Circa 115 gram
(zonder batterij of opslagmedium)
Bedrijfstemperatuur: 0° - 40°C
Luchtvochtigheid: 5 - 85% (niet condenserend)
Technische gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie op het moment van druk en kun-
nen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
24-uurs ondersteuning voor onze digitale producten vindt u op
www.minoltasupport.com.
Camerakennis, beeldcompositie, digitale beeldbewerking: ontdek
Minolta’s nieuwe internetwereld, bezoek
www.minoltaphotoworld.com
©2003 Minolta Co., Ltd. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.
Printed in Germany
9222-2787-15 P-A306 ME-0306
30


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Minolta Dimage X20 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Minolta Dimage X20 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,36 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Minolta Dimage X20

Minolta Dimage X20 User Manual - German - 116 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info