512177
30
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/38
Next page
9979 2892 57/12984
Printed in Germany
Konica Minolta Photo World:
www.konicaminoltaphotoworld.com
Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World, geheel gratis,
en wees welkom in de fascinerende wereld van Konica Minolta fotografie.
Registreer nu, bespaar 29,99 EUR,
en krijg DiMAGE Messenger gratis!
Konica Minolta Customer Support:
www.konicaminoltasupport.com
GEBRUIKSAANWIJZING
© 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne Convention
and the Universal Copyright Convention.
3
54
Correct en veilig gebruik
Lees en begrijp onderstaande waarschuwingen goed voor u de scanner gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik de scanner alleen binnen het aangegeven voltagebereik. Een verkeerd voltage kan
schade aan het apparaat, verwondingen door een steekvlam veroorzaken of u een elektrische
schok bezorgen.
Maak uitsluitend gebruik van de door Konica Minolta meegeleverde lichtnetadapter (Ya Hsin
Industrial 092-240840) en binnen het opgegeven bereik. Het gebruik van een verkeerd voltage of
ongeschikte adapter kan schade en/of letsel veroorzaken door een steekvlam, of u een
elektrische schok bezorgen.
Haal dit apparaat niet uit elkaar. U kunt ernstig letsel of een elektrische schok oplopen als u in
aanraking komt met een element in het apparaat, waarop een hoog voltage staat. Indien
reparatie noodzakelijk is, laat deze dan uitvoeren door de service afdeling van Konica Minolta.
Is door vallen of stoten het apparaat dermate beschadigd dat het binnenwerk zichtbaar is, haal
dan direct de stekker uit het stopcontact en gebruik het apparaat niet meer. Voortgaand gebruik
kan de schade verergeren en kortsluiting kan lichamelijk letsel veroorzaken. U kunt ook een
elektrische schok krijgen en er kan zelfs brand ontstaan.
• Berg het apparaat op buiten het bereik van kinderen. Indien het apparaat in gebruik is zorg er
dan voor dat kinderen zich niet aan het apparaat of aan delen ervan kunnen verwonden.
• Gebruik dit apparaat of delen ervan, zoals het netsnoer, niet als u natte handen heeft. Plaats
geen open flessen of glazen met vloeistof in de directe omgeving van het apparaat en zet er ook
niets op. Mocht er toch vloeistof in het apparaat zijn gekomen, haal dan onmiddellijk de stekker
uit het stopcontact. Doorgaan met het gebruik van het apparaat kan schade of letsel als gevolg
van brand of een elektrische schok veroorzaken.
Steek nooit uw handen of ontvlambare, metalen voorwerpen of voorwerpen van andere
materialen in het apparaat. Dit kan schade of letsel veroorzaken door brand en/of een elektrische
schok. Mocht een vreemdsoortig voorwerp in het apparaat gestoken zijn, stop dan onmiddellijk
met het gebruik ervan.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen, zoals alcohol,
benzine, verfverdunner en dergelijke. Reinig het apparaat ook nooit met een van deze vluchtige
stoffen. Het gebruik van dergelijke licht ontvlambare stoffen kan brand of explosies veroorzaken.
• Haalt u de stekker uit het stopcontact, doe dat dan niet door aan het snoer te trekken, maar
gebruik hiervoor de adapter zelf, zodat inwendig geen schade aan het snoer of aan de verbinding
tussen stekker en kabel kan ontstaan.
Beschadig, verdraai of verhit de netkabel niet en probeer hem ook niet te modificeren. Plaats ook
geen scherpe of zware voorwerpen op de kabel. Een beschadigde kabel kan schade of letsel als
gevolg van een elektrische schok veroorzaken.
Verspreidt dit apparaat een vreemde geur, of hitte of rook, stop dan onmiddellijk met het gebruik
en verbreek direct de stroomverbinding door de stekker uit het stopcontact te trekken. Doorgaan
met het gebruik van het apparaat kan ernstige schade of brand veroorzaken.
Is reparatie noodzakelijk, maak dan altijd gebruik van de service-afdeling van Konica Minolta.
Dit teken, te vinden aan de onderzijde van het apparaat, geeft aan dat het vol-
doet aan de eisen van de EU (Europese Unie) ten aanzien van apparatuur die
storingen kan veroorzaken. CE staat voor Comformité Européenne.
As an Energy Star® Partner, Konica Minolta has determined that this product
meets the Energy Star® guidelines for energy efficiency.
LET OP
Schade aan het apparaat en lichamelijk letsel kunnen ontstaan als het apparaat
gebruikt of opgeborgen wordt onder de hieronder vermelde omstandigheden:
- In een vochtige of stoffige omgeving
- In direct zonlicht of in een overmatig warme ruimte
- In een rokerige of vettige omgeving
- In een ongeventileerde ruimte
- Op een ongelijke of onstabiele ondergrond
• Dit product dient uitsluitend rechtopstaand te worden gebruikt.
• Steek de stekker zorgvuldig in het stopcontact.
• Gebruik de netkabel niet als deze beschadigd is.
Verbindt het apparaat niet met een gas- of waterleiding of een telefoonaansluiting.
Ondeugdelijke aarding kan leiden tot een elektrische schok.
• Dek de lichtnetadapter niet af, want daardoor kan brand ontstaan.
Belemmer de toegang tot de lichtnet-adapter niet. In geval van nood moet deze
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Verbreek altijd de stroomverbinding voor schoonmaken van het apparaat, en ook
wanneer u het een langere periode niet zult gebruiken.
Controleer regelmatig de netkabel op eventuele beschadigingen. Zorg dat de
aansluitpunten schoon zijn. Stof en vuil kunnen kortsluiting tussen de polen
veroorzaken, waardoor brand kan ontstaan.
Correct en veilig gebruik
FCC Compliance Statement
Declaration on Conformity
Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc.
Address: 725 Darlington Avenue, Mahwah, NJ 07430
This device complies with Part 15 of the FCC Rules. Operation is subject to the following two
conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device must accept
any interference received, including interference that may cause undesired operation. Changes
or modifications not approved by the party responsible for compliance could void the user's
authority to operate the equipment. This equipment has been tested and found to comply with
the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC Rules. These limits are des-
igned to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation.
This equipment generates, uses and can radiate radio frequency energy and, if not installed
and used in accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communi-
cations. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation.
If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be
determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
Reorient or relocate the receiving antenna.
Increase the separation between the equipment and the receiver.
Connect the equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is
connected.
Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Do not remove the ferrite cores from the cables.
This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003.
The sound pressure level is less than 70dB according to ISO 3744 or ISO 7779.
DiMAGE Scan Elite 5400 II
76
Inhoud
INHOUD
Correct en veilig gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Adobe Photoshop Elements . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Voor de installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
DiMAGE Scan systeemeisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Macintosh. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Klaarmaken van de scanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Voordat u de scanner aansluit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Benaming van de onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Aansluiten van de scanner. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Aanzetten van de scanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Ontkoppelen van de scanner. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Gebruik van de filmhouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Hanteren van de film . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Wat is de emulsiekant van de film? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Kleinbeeld filmstroken laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Ingeraamde dia’s laden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Filmhouder in- en uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
DiMAGE Scan Launcher . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Software aan de launcher koppelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Werking Quick Scan knop instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Easy Scan Utility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De Easy Scan Utility starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Gebruik van de Easy Scan Utility . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Eenvoudige scanwerkzaamheden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
De DiMAGE Scan Utility starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Scannen: basisprincipes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Hoofdvenster en indexpalet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Filmtype instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Indexscans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Indexminiaturen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Volgorde omkeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Prescans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Knop venstervullende weergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Roteren en omkeren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Verschuiven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Vergroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Automatische uitsnede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Knop uitsnede-prescan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Definitieve scan maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
DiMAGE Scan Utility verlaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Eenvoudige beeldverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Hoofdvenster en beeldcorrectie-tab . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Digital ICE - Stofverwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Pixel Polish. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Vergelijkingsweergave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Variatiepalet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Palet helderheid-, contrast- en kleurbalans. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Werken met kleuren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Beeldcorrecties ongedaan maken en heruitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Geavanceerde scanwerkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Scanner-voorkeuren instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Belichtingsregelings-tab. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Belichtingsinstellingen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Belichtingsinstellingen oproepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Indexminiaturen opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Point AF (Autofocus) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Handmatige scherpstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Belichtingsvergrendeling) (AE lock) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Selectie AE-veld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Handmatige uitsnede . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Scaninstellingen handmatig invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Scan-instellingen als een Taak (Job) opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Een Taak wissen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
Master setup . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Geavanceerde beeldverwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Digital ROC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Digital GEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Digital SHO. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Beeldcorrectiepaletten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Onscherp masker. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Tooncurve en histogram. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Gebruik van de tooncurve . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Gebruik van het histogram. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Wit-, zwart- en grijspuntcorrecties. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Wit- en zwartpuntwaarden instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Selectief kleurenpalet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62
Palet kleurtoon, kleurverzadiging en lichtheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Snapshot-knop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Beeldcorrecties opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Beeldcorrectietaken oproepen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Kleurafstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Output-kleurruimte instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Monitor-ICC-profiel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Seriescannen (Batch) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
98
Inhoud
Voordat u begint
Hartelijk dank dat u uw keuze heeft laten vallen op dit Konica Minolta product. Wij adviseren u
even de tijd te nemen om deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Een goede kennis van de
werking van dit apparaat verhoogt het gebruiksplezier en zorgt ervoor dat u alle mogelijkheden
die het biedt optimaal kunt benutten.
Controleer de inhoud van de verpakking aan de hand van de inhoudslijst voordat u het apparaat
in gebruik neemt. Mocht er iets ontbreken, neem dan direct contact op met de handelaar bij wie
u de scanner gekocht heeft.
DiMAGE Scan Elite 5400 II scanner
Diahouder SH-M20
Kleinbeeld-filmhouder FH-M20
USB-kabel UC-2
Lichtnetadapter
Reset-hulpmiddel RT-M10
Lichtnetadapter
DiMAGE Scan Elite 5400 II CD-ROM
Adobe Photoshop Elements CD-ROM
DiMAGE Scan Elite II gebruiksaanwijzing
Garantiekaart
De lichtnetadapter varieert per regio. AC-U26 wordt gebruikt in Noord-Amerika, Taiwan en
Japan. AC-U27 is bestemd voor continentaal Europa en Azië (behalve China en Hong Kong). AC-
U28 is bestemd voor het Verenigd Koninkrijk en Hong Kong. AC-U29 is voor China. UC-U30 is
voor Australië.
Deze gebruiksaanwijzing geeft geen instructies over de basisprincipes van het gebruik van het
besturingssysteem van computers of de basishandelingen van Windows en Macintosh bestu-
ringssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzing(en) die bij uw computer werden geleverd.
De voorbeelden in deze gebruiksaanwijzing zijn gemaakt met Windows XP software. Bij gebruik
van Macintosh of andere Windows besturingssystemen kunnen de schermweergaven afwijken.
Als de weergave-instellingen van uw besturingssysteem op een groot tekstformaat zijn ingesteld
wordt de tekst in de DiMAGE Scan software niet goed weergegeven. Gebruikt de standaard
tekstgrootte van uw besturingssysteem.
Al het mogelijke is gedaan om de juistheid van deze gebruiksaanwijzing te waarborgen. De spe-
cificaties in deze gebruiksaanwijzing zijn gebaseerd op de meest recente informatie op het
moment dat deze gebruiksaanwijzing werd gedrukt; ze kunnen zonder aankondiging worden
gewijzigd. Konica Minolta is niet aansprakelijk voor enig verlies of schade die is veroorzaakt door
het gebruik van deze software.
Deze gebruiksaanwijzing mag niet worden gekopieerd, noch in haar geheel noch in delen, zonder
voorafgaande toestemming van Konica Minolta.
Neem even de tijd om uw exemplaar van Photoshop Elements bij Adobe te registreren. U kunt
online registreren, per fax of per mail. De software kan tijdens de installatie online worden gere-
gistreerd door de instructies op het scherm te volgen. Instructies voor het registreren per fax of
mail vindt u in de map Registration in de map met technische informatie van de Adobe
Photoshop Elements CD-ROM.
Adobe Photoshop Elements
Konica Minolta is een handelsmerk van Konica Minolta Holdings, Inc. DiMAGE is een handels-
merk van Konica Minolta Photo Imaging, Inc. Microsoft, Windows, Windows 98, Windows Me,
Windows 2000 Professional en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation. Macintosh, Apple, en Power Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van
Apple Computer, Inc. Adobe en Photoshop zijn geregistreerde handelsmerken van Adobe
Systems Incorporated. Digital Ice
4
, Digital ICE, Digital ROC, Digital GEM en Digital SHO zijn han-
delsmerken van Eastman Kodak Company. Corel PHOTO-PAINT is een handelsmerk van Corel
Corporation. Alle andere merk- en productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaren.
Appendix . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Scannerdeurtje sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Technische ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Scanner-kleurprofielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Verwijderen van de DiMAGE Scan software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
Geïnstalleerde bestanden en mappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71
Software-installatie controleren - Windows. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Lijst met Taakbestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
1110
DiMAGE Scan systeemeisen
600 MB harde-schijfruimte op de opstartschijf
Deze software is niet compatible met Fast User Switching van Mac OS X. De gebruiker moet op
deze software inloggen. Fast User Switching kan er bij Windows XP voor zorgen dat de software
mogelijk niet correct werkt. De standby- of sluimerfunctie van het besturingssysteem kan moge-
lijk tot storing leiden of veroorzaken dat de scan utility blokkeert; zet de functie uit.
TWAIN driver compatible met
Photoshop 6.0.1 en 7.0.1, CS (8.0.1)
Photoshop Elements 2.0,
Paint Shop Pro 8, CorelPhotoPaint 11.0.
Aanbevolen USB-kaarten Adaptec
USB2connect 3100, Adaptec USB2connect
5100, Adaptec DuoConnect,
Belkin Hi-speed USB 2.0 5-Port PCI Card,
Belkin USB 2.0 Hi-speed 3-Port Low Profile
PCI Card, of de aansluiting die met de com-
puter werd geleverd.
800 x 600 monitor, geschikt voor weergave
High Color (16 bit).
1024 x 768 monitor wordt aanbevolen.
128 MB RAM.
256 MB wordt aanbevolen.
Windows 98, 98 Second Edition,
2000 Professional, Me of
XP (Home/Professional).
Pentium 166 MHz processor of later.
Pentium III of later aanbevolen.
Plug-in compatible met
Photoshop 6.0.1 en 7.0.1, CS (8.0.1)
Photoshop Elements 2.0.
Apple USB-aansluiting,
Belkin Hi-speed USB 2.0 5-Port PCI Card,
Belkin USB 2.0 Hi-speed 3-Port Low Profile
PCI Card
800 x 600 monitor, geschikt voor weergave
32.000 kleuren.
1024 x 768 monitor wordt aanbevolen.
128 MB RAM in aanvulling op de eisen voor
Mac OS en programma’s.
256 MB wordt aanbevolen.
Mac OS 9.2.2
Mac OS X 10.1.3 ~ 10.1.5, 10.2.1 ~ 10.2.8,
10.3 ~ 10.3.6
PowerPC G3 of later.
PowerPC G4 of later aanbevolen.
De computer en het besturingssysteem dienen door de fabrikant te zijn gegarandeerd voor de
ondersteuning van een USB interface. Om de scanner te kunnen gebruiken dient uw computer-
systeem aan onderstaande vereisten te voldoen:
Geheugen
16-bit kleurdiepte
Mac OS 9.2.2 opmerkingen
Gebruikt u Digital SHO, schakel dan het virtuele geheugen uit. Wijs de bovenstaande RAM-ver-
eisten toe boven de Easy Scan Utility, DiMAGE Scan Utility of de Batch Scan Utility wanneer u
de Utility zelfstandig gebruikt. Gebruikt u de DiMAGE Scan Utility via een beeldbewerkingspro-
gramma, voeg de geheugeneisen dan toe aan die voor het host-programma.
Wilt u Pixel Polish gebruiken, dan moet het ongebruikte blok geheugen viermaal zo groot zijn als
het gescande beeld. Gebruik u de utility met een beeldbewerkingsprogramma, controleer dan de
hoeveelheid ongebruikt geheugen terwijl het host-programma open is, maar voordat u de scan-
ner utility start
Kijk op de Konica Minolta Website voor recente informatie omtrent compatibiliteit:
Noord-Amerika: http://kmpi.konicaminolta.us/
Europa: http://www.konicaminoltasupport.com
128 MB RAM.
256 MB aanbevolen.
Digital ROC / GEM
Pixel Polish
1
Digital ROC / GEM met
16-bit kleurdiepte
1,8 GB ruimte harde schijf
3,6 GB aanbevolen.
3,0 GB ruimte harde schijf
6,0 GB aanbevolen.
Bij scannen met:
USB (ver. 2.0 or 1.1) interface
RAM-gestationeerde programma’s, zoals anti-virus- of installatiebewakende software,
kunnen het installatieprogramma onbruikbaar maken. Verwijder deze programma’s voor-
dat u de installatie van de DiMAGE Scan Utility start of schakel ze uit. Installeer ze of
schakel ze weer in wanneer de installatie is voltooid.
Sluit de scanner NIET aan op de computer voordat u de DiMAGE Scan Utility software
hebt geïnstalleerd.
Voordat u de installatie uitvoert
Installatie
Stel het virtuele geheugen in op tweemaal de grootte van het gescande beeldbestand. Gebruikt
u Pixel Polish, stel dan het virtuele geheugen in op viermaal de grootte van het gescande beeld-
bestand. De bestandsgrootte kan worden afgelezen in de Prescan-tab (blz. 32).
1. Bij Mac OS 9.2.2 gelden geen additionele geheugeneisen.
2. Bij Mac OS 9 en OS X is 320 MB RAM vereist.
Bij Macintosh besturingssystemen zijn de geheugenvereisten in aanvulling op de eisen voor het
besturingssysteem en het host-programma.
Windows XP en 2000 opmerkingen
Digital SHO
2
256 MB RAM.
512 MB aanbevolen.
1,2 GB ruimte harde schijf
2,0 GB aanbevolen.
Voor bepaalde functies gelden de volgende additionele geheugenvereisten:
Ruimte opstartschijf
1312
Installatie
Windows
De Install Shield Wizard zal aangeven of de instal-
latie met succes werd uitgevoerd. Klik op de optie
voor herstarten van de computer en klik dan op de
Finish-knop. Wanneer de computer opnieuw is
opgestart is de driver-software klaar voor gebruik.
Print eventueel het ReadMe (LeesMij) bestand.
De naam van de standaard programmamap wordt
weergegeven. Wilt u de software in deze map
installeren, klik dan op de Next knop.
Wilt u de software in een andere bestaande map
installeren, kies dan een van de bestaande mappen
in de weergegeven lijst. Klik op Next om de instal-
latie te beginnen.
Selecteer de te installeren componenten, klik dan
op Next. Normaal moet de TWAIN-databron zijn
geïnstalleerd. In deze gebruiksaanwijzing wordt
ervan uitgegaan dat de utility gelijk met de TWAIN
data-bron werd geïnstalleerd
Door de TWAIN driver kan de scannersoftware
rechtstreeks vanuit een beeldbewerkingsprogram-
ma met een import-optie worden gestart; De
TWAIN driver zorgt er tevens voor dat scanner en
computer met elkaar kunnen communiceren.
Klik op Next om de software in de standaard-map
(E:\Program Files\DS_Elite5400_2) te installeren.
Wilt u de software in een andere map laten installe-
ren, klik dan op de bladeren-knop (Browse) om het
mapselectievenster te laten verschijnen. Geef op
waar u de software wilt laten installeren en klik op
OK.
Het openingsscherm van de Install Shield Wizard
verschijnt. Klik op Next om verder te gaan.
Plaats de DiMAGE Scan Elite 5400 IIUtility CD-
ROM in de CD-ROM drive. Het DiMAGE Scan Elite
5400 II setup-scherm verschijnt.
Klik op de knop “Starting up the DiMAGE Scan
Elite 5400 II installer” om de Install Shield Wizard
te starten.
Klik om de software-overeenkomst te accepteren
en verder te gaan. Lees de overeenkomst eerst
goed door. Gaat u niet akkoord met de voor-
waarden, klik dan op de No-knop om het installa-
tieprogramma te verlaten.
Zet de computer aan om het Windows besturingssysteem te starten. Windows XP en 2000
gebruikers dienen in te loggen als beheerder. De letter-aanduidingen voor de drives kunnen per
computer verschillen.
Start de Install Shield Wizard niet automatisch, kies dan Uitvoeren in
het Start-menu. Klik op Bladeren in het Uitvoeren-venster en selec-
teer de CD-ROM drive in het Bladeren-venster. Open de driver-map
en vervolgens de map English. Klik op het bestand Setup.exe. om
het in het Uivoeren-venster te laten verschijnen. Klik op OK.
1514
Installatie
Er verschijnt een scherm dat meldt dat de installa-
tie met succes werd uitgevoerd. Klik op de Restart-
knop om het installatieprogramma te verlaten en
de computer opnieuw te starten. Klik op de Quit-
knop om de installer te verlaten zonder de compu-
ter opnieuw op te starten. Klik op Continue om nog
meer installaties uit te voeren.
Hebt u Custom Installati geselecteerd in het vakje
links bovenaan het installer-scherm, klik dan in de
vakjes van de bestanden die u wilt installeren. Wilt
u een bestand voor installatie deselecteren, klik
dan het vakje nogmaals aan.
Onderin het installer-scherm kunt u de locatie voor
de software opgeven. Gebruik het vakje Install
Location om de locatie te wijzigen; u kunt een
bestaande locatie kiezen of een nieuwe locatie
aanmaken.
Klik op Install om de installatie te starten.
Macintosh
Eventueel nog actieve software moet worden afge-
sloten voordat u de driver kunt installeren. Klik op
de Continue-knop om alle nog actieve program-
ma’s af te sluiten en de installatie te vervolgen.
Met de Cancel-optie stopt u de installatie.
De software-overeenkomst verschijnt. Klik op de
Accept-knop als u akkoord gaat en verder wilt
gaan met de installatie.
Gaat u niet akkoord met de voorwaarden, klik dan
op de Decline-knop en de software zal niet worden
geïnstalleerd.
Open de map Driver en open vervolgens de map
van de gewenste taal.
Meld u voor Mac OS X aan als beheerder (administrator). Plaats de DiMAGE Scan Elite 5400 II
CD-ROM in de CD-ROM drive. De CD-ROM icoon verschijnt op het bureaublad. Dubbelklik op
de icoon om de inhoud van de CD-ROM weer te geven.
Dubbelklik op de DiMAGE Scan Elite 5400 II instal-
ler; het startscherm van het installatieprogramma
wordt geopend. Bij Mac OS X worden gebruikers-
naam en wachtwoord gevraagd voordat de instal-
latie kan beginnen.
Driver English
Klik op de Continue-knop (vervolgen) van het
installatiescherm om de installatieprocedure te
starten.
Controleer na de herstart van de computer of de
geselecteerde DiMAGE Scan onderdelen op de
gewenste locatie zijn geïnstalleerd. Print eventueel
het ReadMe (LeesMij) bestand.
Werd de DS Elite 5400 2 plug-in geïnstalleerd,
sleep of kopieer dan het plug-in bestand naar de
import-map van een beeldbewerkingsprogramma.
Dat maakt het mogelijk de DiMAGE Scan Elite
5400 II Utility direct vanuit dat programma te star-
ten
Scanner-info
Bij Mac OS X kan het DiMAGE Scan venster achter de paletten en werkbalken van een
beeldbewerkingsprogramma als Adobe Photoshop 7.0, Photoshop CS of Photoshop
Elements 2.0 verschijnen wanneer er wordt geopend via dat programma. Druk op de
Command-toets en sleep met de rechter benedenhoek om het te verplaatsen. De tab kan
worden gebruikt voor het oproepen en verbergen van de Photoshop paletten en werkbalken
voordat de DiMAGE Scan utility wordt gestart.
1716
Klaarmaken van de scanner
Steek de voedingsstekker van de lichtnetadapter in de voedingsaansluiting (2) van de camera.
Sluit de lichtnetadapter aan op een stopcontact.
Steek de stekker A van de USB-kabel zorgvuldig in de USB-aansluiting (1) van de scanner en de
stekker B in de USB-aansluiting van de computer. De scanner dient rechtstreeks op de computer
aangesloten te worden. Een verbinding tussen scanner en computer via een USB-hub kan er toe
leiden dat er geen goede verbinding tot stand komt, waardoor storingen kunnen optreden.
Voordat u de scanner op de computer aansluit dient u eerst de DiMAGE Scan Utility te
installeren. Kijk voor een juiste procedure op blz. 9 t/m 14.
De scanner dient op een vlakke, trillingvrije ondergrond geplaatst te worden. Hij mag niet
in direct zonlicht staan en heeft een schone, droge, goed geventileerde omgeving nodig.
Sluit nooit de scannerkabel aan als er informatie-uitwisseling plaatsvindt tussen de com-
puter en andere randapparatuur.
Voordat u de scanner aansluit
Aansluiten van de scanner
Zet de scanner aan met de hoofdschakelaar. Schakel de computer in.
Aanzetten van de scanner
Is de scanner voor het eerst aangesloten op een
computer met een Windows XP besturings-
systeem, dan verschijnt de Wizard voor nieuwe
hardware. Gebruik de optie voor automatische
installatie. Klik op Volgende.
Verlaat de DiMAGE Scan Utility. Verzeker u ervan dat het signaallampje van
de scanner niet knippert. Zet de scanner uit en ontkoppel vervolgens de
kabel.
Ontkoppel de scanner nooit als het signaallampje knippert.
Ontkoppelen van de scanner
Klaarmaken van de scanner
Benaming der onderdelen
Scandeurtje
Hoofdschakelaar
USB-aansluiting
Voedings-
aansluiting
Signaallampje
Uitvoertoets
Draaiknop handmatige
scherpstelling
Quick Scan toets
Scanner-info
Wanneer u de DiMAGE Scan Utility start, knippert het sigaal-
lampje zolang de scanner aan het opstarten is. Brandt het
lampje constant, dan kan de scanner worden gebruikt.
Is de scanner voor de eerste maal aangesloten op een computer met een Windows 98, 98SE of
2000 Professional besturingssysteem, dan verschijnt kort de wizard voor nieuwe hardware. U
hoeft niets te doen. Bij Windows 2000 verschijnt mogelijk de melding dat de digitale handteke-
ning niet werd gevonden. Klik op de Yes-knop om de installatie te vervolgen.
De melding omtrent het testen van het Windows
logo verschijnt. Klik op de knop voor doorgaan om
de scanner-installatie te voltooien
Signaallampje
1
2
1918
Gebruik van de filmhouders
Hanteren van de film
Wat is de emulsiekant van de film?
Om met de scanner een optimale weergave te bereiken dienen de film en de filmhouder zorgvul-
dig van stof en vuil te worden ontdaan. Zorg er daarom voor dat u in een schone, stofvrije omge-
ving werkt. Pak de film nooit bij het oppervlak vast maar alleen bij de randen en gebruik daarbij
zo mogelijk speciale katoenen handschoenen. Deze zijn verkrijgbaar bij de fotospeciaalzaak. Hier
kunt u ook andere schoonmaakmiddelen zoals blaaskwastjes, antistatische doekjes e.d. kopen,
waarmee u de film stofvrij kunt maken. Filmcleaner kan gebruikt worden om olie, vet en hardnek-
kig vuil van de film te verwijderen. Neem daarbij de voorschriften van de producent zorgvuldig in
acht en lees de bijgevoegde gebruiksaanwijzingen goed door.
Als u de film in de houder plaatst moet de emulsiezijde van de film aan de onderzijde zitten.
Bekijk de film goed. Als het beeld juist wordt weergegeven en niet spiegelverkeerd, dan zit de
emulsie aan de onderkant. Is het beeld abstract of symmetrisch en is het te moeilijk om u aan de
hand van het beeld te oriënteren, dan kunt u naar de cijfertjes en de belettering aan de randen
kijken of die correct leesbaar zijn. Bij juist ingeraamde dia's zit de emulsiezijde aan dezelfde kant
waar ook de firma-opdruk of het verwerkingsnummer leesbaar is.
U kunt in de kleinbeeld filmhouder filmstro-
ken van maximaal zes beeldjes plaatsen.
Om de houder te openen opent u de ont-
grendeling; klap daarna de houder open.
Houd de emulsiekant van de filmstrook
omlaag en plaats hem in de houder en
onder de vasthoudplaatjes. De beelden
moeten precies in de filmkaders passen.
Klap de houder voorzichtig dicht totdat de
ontgrendeling dichtklikt. Pas op dat u de
film tijdens deze handeling niet verschuift.
Kleinbeeld filmstroken laden
Gebruik van de filmhouders
Duw de houder voorzichtig in de scanner totdat de invoermarke-
ring in lijn is met het deurtje van de scanner; de houder wordt van
daar af automatisch in de scanner gevoerd en de indexscan start.
Raak de houder niet aan wanneer hij in de scanner zit.
Filmhouder in- en uitvoeren
Voor u de scanner gaat gebruiken dient u de DiMAGE Scan Utility te installeren. Start een van de
DiMAGE Scan Utility drivers voordat u de filmhouder plaatst. Wacht altijd met het plaatsen van
de filmhouder in de scanopening tot de Scan Utility en de scanner volledig zijn opgestart. De
opstartfase wordt aangegeven door het knipperen van het indicatielampje.
Brandt het signaallampje continu, plaats dan
de filmhouder in de scanner zoals aangege-
ven door de pijl. Houd de houder recht en
horizontaal, met de oriëntatie-aanduiding naar
boven.
Ingeraamde dia’s laden
U kunt maximaal vier ingeraamde dia’s in de diahouder plaatsen. U kunt diaraampjes gebruiken
van 1 mm tot 3,2 mm dik. Tussen glas ingeraamde dia’s kunnen niet worden gebruikt; het glas
breekt het licht, wat leidt vervormde beelden en ongelijk uitgelichte scans.
Leg de diaraampjes in de houder met de
emulsiezijde naar beneden. De beelden
moeten parallel lopen met de lengte van de
diahouder (uitsluitend horizontaal dus),
anders worden de beelden aan boven- en
onderzijde aangesneden.
Duw het deksel rustig omlaag totdat beide
vergrendelingen vastklikken.
Om de houder te openen opent u beide ver-
grendelingen en klapt u het deksel open.
Zit de diahouder in de scanner, dan kunt de laatste dia verwijderen
door een andere dia vervangen zonder de houder uit de scanner te
halen. Pas bij het verwisselen van de dia opdat u de positie van de
houder niet verandert. Is de dia niet bereikbaar, druk dan eenmaal op
de uitvoertoets om de houder naar de juiste positie te laten komen. Met
tweemaal op de uitvoertoets drukken voert u de houder naar buiten.
Elke keer dat er een nieuwe dia is geplaatst dient er een prescan te
worden gemaakt, zie blz 29.
Emulsie-
zijde
Klik op de uitvoerknop in het DiMAGE Scan Utility venster of druk
op de uitvoertoets op de scanner om de houder te verwijderen;
de scanner voert de houder automatisch uit naar z’n invoerposi-
tie. Bij gebruik van de diahouder moet u mogelijk tweemaal op de
uitvoertoets drukken. Wordt de scanner uitgezet voordat de hou-
der is uitgevoerd, zet dan de scanner weer aan; de houder wordt
automatisch uitgevoerd.
Invoermarkering
Oriëntatie-aanduiding
2120
DiMAGE Scan Launcher
DiMAGE Scan Launcher
De Quick Scan toets lanceert de DiMAGE Scan toepassingen. Wordt
de toets ingedrukt, dan verschijnt de Launcher; de knop is uitgescha-
keld wanneer er een scanprogramma actief is. Bij Mac OS X is de
Quick Scan knop alleen actief met de account waarop bij installatie
werd ingelogd.
U kunt de Launcher gebruiken om direct een
beeldbewerkingsprogramma te openen dat
samen met de scanner wordt gebruikt.
De Quick Scan knop kan worden gebruikt om direct een bepaald programma te starten.
Selecteer eenvoudigweg het programma in het drop-down menu onderin de Launcher; elke keer
dat u op de Quick Scan knop drukt zal dat programma worden gestart, samen met de Launcher.
Quick Scan toets
Klik eenvoudigweg op een van de opties om
de gewenste toepassing te starten. Er moet
nog geen houder in de scanner te zitten. Kijk
in de volgende hoofdstukken voor meer infor-
matie over het gebruik van de software:
DS Elite 5400 II Utility - blz. 26
Easy Scan Utility - blz. 22
Batch Scan Utility - blz. 66
Software aan de Launcher koppelen
De naam van het programma verschijnt in de
launcher. Klik op de knop Other Application
om de opgegeven software te openen.
Zoek het programma op in het Open-venster
en klik op het programma om het markeren.
Klik op de Open-knop om de procedure af te
sluiten.
Om op te geven welk programma dat moet
zijn klikt u op de View-knop; het Open venster
verschijnt.
Werking Quick Scan knop instellen
Scanner-info
De launcher kan worden geopend met de optie Programma’s van het Startmenu (Windows) of
door dubbelklikken op de icoon in de map DS Elite 5400 II (Macintosh).
2322
Easy Scan Utility
De DiMAGE Scan Easy Scan Utility is een eenvoudig te gebruiken automatisch scan-programma
voor zorgeloos scannen. De utility werkt als een zelfstandig programma en kan niet worden
gestart via een ander programma.
De Easy Scan Utility starten
Start de utility niet als er een film-
houder in de scanner zit.
Easy Scan Utility
Gebruik van de Easy Scan Utility
Wanneer de Easy Scan Utility is gestart ver-
schijnt de Easy Scan Wizard. Volg eenvoudig-
weg de instructies van de wizard om te scan-
nen.
Er verschijnt een scherm waarin om een film-
houder wordt gevraagd. Plaats een filmhouder
en schuif hem naar binnen volgens de instruc-
ties op blz. 18 en 19.
Om op enig moment de Easy Scan Utility te
verlaten klikt u op de Quit-knop; de filmhouder
zal automatisch worden uitgevoerd. De status-
balk geeft instructies of beschrijft de functie
onder de muisaanwijzer.
Klik op de knop van het gebruikte filmtype; dia-
film is positieffilm (positive), film voor afdrukken
is negatieffilm (negative). De rand van het
geselecteerde filmtype licht op. Klik op Next
om een indexscan te starten.
Druk op de Quick Scan knop op de scanner
om de launcher te openen. Klik op de knop
Easy Scan Utility om het programma te ope-
nen.
Scanner-info
De launcher kan worden geopend met de optie Programma’s van het Start-menu (Windows)
of door dubbelklikken op de icoon in de map DS Elite 5400 II (Macintosh).
Quit knop
Indexminiaturen
Aanklikvakje beeldaanpassing
Digital ICE (blz. 35)
Pixel Polish (blz. 36)
Digital ROC (blz. 51)
Wanneer de indexscan is voltooid verschijnen miniaturen (thumbnails) van alle beelden die in de
houder zitten. Klik op het beeld dat u wilt scannen. De rand licht op om aan te geven dat het
beeld is geselecteerd. Er kan één beeld worden geselecteerd.
Selecteer beeldbewerking of roteer het beeld naar behoefte. Is er eenmaal een beeldbewerkings-
functie geselecteerd, dan blijft deze functie actief totdat hij wordt uitgeschakeld. Klik op het aan-
klikvakje voor beeldaanpassing om het scherm voor beeldaanpassing te openen, voor correctie
van helderheid, contrast en kleurverzadiging. Klik op de Next-knop om verder te gaan.
Digital GEM (blz. 52)
Digital SHO (blz. 53)
Statusbalk
Filmtypeknoppen
Rotatieknoppen
Deze functies zijn niet
beschikbaar bij zwart-
witfilm
2524
Easy Scan Utility
Was in het vorige scherm de beeldaanpassing geactiveerd (Adjust image) dan verschijnt het
beeldaanpassingsscherm. Dezelfde automatische beeldbewerkingsfuncties uit het voorgaande
scherm verschijnen hier ook.
Klik en sleep de schuiven voor helderheid
(brightness), contrast en kleurverzadiging (satu-
ration) om het beeld te corrigeren; het effect
van correcties is meteen in het beeld te zien.
Elke wijziging in helderheid, contrast en kleur-
verzadiging blijft van kracht totdat de utility
wordt gesloten. Terugkeren naar het vorige
scherm en de-activeren van het aanklikvakje
voor beeldaanpassing maakt deze instellingen
ook niet ongedaan.
Klik na het uitvoeren van beeldaanpassingen
op de Next-knop.
Klik op een van de tabs links van het venster:
wilt u het gescande beeld printen (Print) of als
een bestand opslaan (Save as file). Klik dan op
de gewenste output van het gescande beeld. U
kunt één optie selecteren.
Klik op de Scan-knop om verder te gaan; het
Save as scherm (Bewaar als) wordt geopend.
Wilt u een beeld op verschillende manieren
gebruiken, herhaal dan de Easy Scan procedu-
re voor elke andere gebruikswijze die u wilt kie-
zen.
Geef in het Save as scherm de bestandsnaam,
het bestandsformaat en bestemming van het
beeld op. Op blz. 33 vindt u meer informatie
over bestandsformaten. Slaat u beeld op als
JPEG-bestand, dan dient u de compressiever-
houding op te geven.
Wilt u alle beelden in de filmhouder scannen,
klik dan het vakje Scan all images aan. Elke
gekozen beeldbewerking wordt op alle beelden
toegepast.
Klik op de Save-knop om de definitieve scan te
starten.
Gebruikt u een USB opslag-apparaat dat op dezelfde USB-bus is aangesloten als de scanner,
sla dan eerst de beeldinformatie op de harde schijf van de computer op voordat het overspeelt
naar het opslag-apparaat. Direct opslaan zou tot aantasting van de beeldinformatie kunnen lei-
den.
Als het scannen is voltooid kunt u met de
beeldinformatie aan de slag. Klik op de juiste
knop om verder te gaan of om de utility te slui-
ten. Met de Quit-knop sluit u de Easy Scan
Utility en voert u de filmhouder uit. Met de
knop Replace film voert u de filmhouder uit,
zodat de film kan worden verwisseld. Met de
knop Continue geeft u aan dat u andere beel-
den in de filmhouder wilt scannen.
Werd het beeld gescand voor printen, dan ver-
schijnt het Preview-venster, waarin de printop-
dracht kan worden gerealiseerd. Achter Copies
vult u het aantal prints in. Deactiveer het vakje
Print this image als u een beeld van de print-
run wilt uitsluiten.
Wilt u de printerinstellingen wijzigen, klik dan
op de knop Printer Setup. Het gevolg van ver-
anderingen is te zien in de voorvertoning (pre-
view).
Is de printgrootte die werd ingesteld met de
Easy Scan Utility niet compatible met de prin-
ter, dan wordt de paginagrootte automatisch
teruggezet op standaard en in rood gemar-
keerd. Werkt u met Mac OS 9.2.2, dan ver-
schijnt de naam van de printer niet en kan het
aantal prints niet worden ingesteld. Klik op de
knop Printer Setup, specificeer de printer en
het aantal prints in het venster van de printer.
Klik op de knop Print om het beeld te printen.
Klik op Cancel als u toch van printen afziet; de
beeldinformatie is opgeslagen en kan op elke
later moment alsnog worden geprint.
Vakje Scan all images (alle beelden scannen)
Scanner-info
De Easy Scan Utility gebruikt een kleurdiepte van 8 bit per kanaal. De beelden worden opge-
slagen in sRGB. Kleurafstemming wordt niet gebruikt bij Digital ROC.
Automatische belichting wordt niet gebruikt bij zwart-wit-diafilm.
Print u beelden op B4 of groter met Mac OS 9, dan is 256 MB aan RAM vereist in aanvulling
op de geheugenvereisten voor het besturingssysteem en de programmatuur.
Wilt u bij gebruik van een Macintosh OS 9 besturingssysteem een indexscan, prescan of defi-
nitieve scan stoppen nadat hij werd gestart, klik dan met de muis op de Cancel-knop of houd
de muisknop ingedrukt terwijl u op de punt-toets (.) drukt totdat de Cancel-knop verschijnt
die vervolgens kan worden ingedrukt.
Volgende beeld
Vorige beeld
Beeldnummer / aantal beelden
Voorbeeld
Vakje voor aantal
Aanklikvakje Print this image (Print dit beeld)
Hiermee opent u het venster van de printer.
Het scherm verschilt per besturingssysteem
en printer; zie ook de gebruiksaanwijzing
van de printer en de help-info van het
besturingssysteem.
2726
Eenvoudige scanwerkzaamheden
Eenvoudige scanwerkzaamheden
De DiMAGE Scan Utility starten
Scannen: basisprincipes
Lees dit hoofdstuk over de eenvoudige scanwerkzaamheden geheel door voordat u met andere
hoofdstukken verder gaat. Voordat u gaat scannen moet de filmhouder worden geladen en in de
scanner worden geplaatst. Er wordt direct een indexscan gemaakt. U kunt drie soorten scans
maken, individueel of in combinatie, afhankelijk van de workflow en de graad van verwerking:
Hoofdvenster en indexpalet
1. Filmtype
8. Help
2. Indexscan-knop (blz. 28)
3. Prescan-knop (blz. 29)
4. Scan-knop (blz. 32)
17.Knop omgekeerde beeldvolgorde (blz. 29)
13.Roteren en omkeren (blz. 30)
18.Venstervullende weergave (blz. 29)
14.Scaninstellingen (blz. 32, 46)
15.Indexminiatuur
16.Beeldnummer
U kunt de grootte van een venster wijzigen door de randen te verslepen.
Scan
Voor een preview (voorvertoning) van een specifiek beeld. Met een prescan
kunt u de scherpstelling regelen, een beelduitsnede maken of een beeld cor-
rigeren met de beeldbewerkingshulpmiddelen van de scanner.
Prescan
Voor de weergave van miniaturen van iedere opname in de filmhouder.Indexscan
Voor opslag en exporteren van een beeld. Beeldgrootte, resolutie en
bestandsformaat van het te maken beeld kunnen worden opgegeven.
7. Uitvoerknop
Start de utility niet wanneer er
een filmhouder in de scanner zit.
Druk op de Quick scan toets op de scanner
om de launcher te openen. Klik op de knop
DiMAGE Scan Utility om de software te ope-
nen. U kunt de utility software ook starten
vanuit een beeldbewerkingsprogramma; kijk
in de informatie over Windows en Macintosh
installatie.
Scanner-info
De utility kan worden geopend vanuit de optie Programma’s van het Start-menu (Windows) of
door dubbelklikken op de icoon in de DS Elite 5400 II map (Macintosh).
5. Knop automatische uitsnede (blz. 31)
6. Knop uitsnede prescan (blz. 31)
9. Prescanvenster
10.Vergroting (blz. 30)
11.Verschuiven (blz. 30)
12.Sluitknop (blz. 33)
29
28
Eenvoudige scanwerkzaamheden
Filmtype instellen
Voordat u een scan maakt moet het filmtype
worden opgegeven. Voor het filmtype kunt u
kiezen uit kleur en zwart-wit, positief- en nega-
tieffilm. Film voor afdrukken is negatieffilm.
Diafilm is positieffilm.
Het filmtype wordt geselecteerd in het darvoor
bestemde vakje van het hoofdvenster.
Indexscans
Wordt er een filmhouder in de scanner ge-
plaatst, dan wordt automtisch een indexscan
gemaakt; deze functie kan worden uitgescha-
keld in het Preferences-venster (voorkeuren,
blz. 40). Alle opnamen in de filmhouder zullen
worden gescand. Het opnamenummer van een
indexscan correspondeert met het beeldnum-
mer in de filmhouder. U kunt beelden ook pres-
cannen of scannen zonder een indexscan te
maken.
Klik op de sluitknop als u het indexpalet wilt
sluiten. Met klikken op de Indexscan-knop
opent u het weer.
Scanner-info
Indexminiaturen blijven zichtbaar totdat er een andere indexscan wordt gemaakt. Wilt u de
huidige miniaturen verwijderen, druk dan op de Control-toets + shift + r (Windows) of de
Command-toets + shift + r (Macintosh).
Close button
Via de miniaturen kunt u enkelvoudige of meer-
voudige beelden voor prescannen of scannen
selecteren. Geselecteerde beelden kunnen ook
worden onderworpen aan softwarefuncties,
zoals roteren.
Klik op een miniatuur om hem te selecteren; de
rand wordt donker om aan te geven dat het
beeld is geselecteerd.
Indexminiaturen selecteren
Wilt u meerdere beelden selecteren, houdt dan de Ctrl-toets (Windows) of de Command-toets
(Macintosh) ingedrukt, terwijl u klikt op elk beeldje dat u wilt scannen. Wilt u een beeldje dese-
lecteren, klik dan nogmaals op een miniatuur terwijl u de Ctrl-toets (Windows) of de Command-
toets (Macintosh) ingedrukt houdt. Wilt u aaneensluitende beeldjes selecteren, houdt dan Shift-
toets ingedrukt en klik op het eerste en laatste beeldje van de serie. Wilt u alle beeldjes selecte-
ren, druk dan op de Ctrl-toets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) én de A-toets.
Volgorde omkeren
Sommige camera’s belichten de films van ach-
teren naar voren, zodat de laatste opname aan
het begin van de filmrol zit. Als u filmstroken
scant kunt u de volgorde van de indexminiatu-
ren omkeren, zodat u de juiste volgorde
behoudt: klik hiervoor simpelweg op de knop
voor omgekeerde beeldvolgorde. Wordt die
knop opnieuw aangeklikt, dan wordt weer de
volgorde in de filmhouder aangehouden.
Prescans
Met een prescan kunt u het beeld vooraf con-
troleren; bovendien kunt er corecties mee
bepalen die tijdens het scannen kunnen wor-
den uitgvoerd om zo een optimale scan te rea-
liseren. Wanneer een beeld verschijnt in de
Prescan-tab na een indexscan, wordt AF niet
gebruikt; de prescan-knop is gee. Maak een
prescan om het beeld vooraf te beoordelen.
Selecteer de beelden waarvan een prescan moet worden gemaakt in het indexpalet. Klik op de
prescan-knop in het hoofdvenster om de prescan te starten. Dubbelklikken op een indexbeeld
activeert ook een prescan, zelfs als er geen mniatuur te zien is.
Knop venstervullende weergave
Normaal worden indexminiaturen en prescan-
beelden weergegeven op basis van hun grootte
en resolutie. Zijn de miniaturen of prescans te
groot of te klein voor het weergaveveld, dan
kunt u op de knop voor venstervullende weer-
gave klikken om de beelden aan te passen.
Opnieuw aanklikken van deze knop geeft de
beelden weer op hun normale grootte. De
schuif- en zoom-tools kunnen niet worden
gebruikt wanneer deze functie actief is.
3130
Eenvoudige scanwerkzaamheden
Roeren en omkeren
Oorspronkelijk beeld
Omkeren – met de omkeer-
knoppen zet u het beeld op
z’n kop of zet u het in
spiegelbeeld.
Roteren – met de knop voor rechtsom roteren
roteert u het beeld 90° met de klok mee; met
de knop voor linksom roteren roteert u het
beeld 90° tegen de klok in.
U kunt de oriëntatie van de indexminiaturen en
prescan-beelden veranderen met de omkeer- en
rotatieknoppen van de tool-balk.
Verschuiven
Vergroten
U kunt het weergegeven beeld vergroten en ver-
kleinen. Klik op de vergrotingsknop op de tool-
balk. Klik op het beeld om het te vergroten. Wilt
u het beeld verkleinen, houd dan de Control-
toets (Windows) of de Optie-toets (Macintosh)
ingedrukt en klik op het beeld. Heeft het beeld
z’n maximale vergroting of verkleining bereikt,
dan verdwijnt het plus- of het min-teken in het
vergrootglas. Het vergrootglas is niet bruikbaar
in combinatie met de venstervullende weergave-
functie (blz. 29).
Is een beeld groter dan het weergavevenster,
dan kan de schuif-tool worden gebruikt om het
beeld door het venster te verschuiven. Klik op
de schuif-knop in de tool-balk. Klik en sleep op
het beeld om het te verschuiven. De schuif-tool
is niet bruikbaar in combinatie met de venster-
vullende weergavefunctie (blz. 29).
Vergroten Verkleinen
Met de automatische uitsnede elimineert u de
lege ruimte rond het beeld. Door te klikken op
de knop voor automatische uitsnede doorloopt
u de drie uitsnede-opties: uitsnede op buiten-
rand van het beeldveld (A), uitsnede op binnen-
rand van het beeldveld (B), en geheel scan-ven-
ster (C). Het uitsnedekader wordt aangegeven
met een stippellijn.
Het uitsnedeveld kan ook handmatig worden
aangepast (blz. 46). Gebruik u de beeldcorrec-
tie-tools, dan wordt alleen het uitgesneden deel
weergegeven.
Automatische uitsnede
A
B
C
Wilt het resulaat van een uitsnede zien, klik dan op de knop Uitsnede prescan. De scanner
maakt een prescan, waarna de uitsnede in het weergaveveld verschijnt.
Knop uitsnede-prescan
Scanner-info
Met de pijltoetsen wisselt u naar het vorige of
volgende beeld in de filmhouder. De cijfers
tussen de pijlen geven het nummer van het
beeld en het totaal aantal beelden aan.
33
32
Eenvoudige scanwerkzaamheden
Definitieve scan maken
Klik op de knop voor het oproepen van een
Taak. Het Taakselectievenster verschijnt.
Selecteer een Taakcategorie in de drop-down-
lijst.
Voordat u de definitieve scan maakt dient u de input- en output-parameters opgeven. U kunt de
scan-instellingen zelf invoeren, maar de DiMAGE Scan Utility biedt u een makkelijker mogelijk-
heid – Taken. Dat zijn vaste scan-instellingen die horen bij een bepaald eindgebruik van het
beeld. De DiMAGE Scan Utility bevat meer dan 60 Taakbestanden. Kijk op blz. 46 voor infor-
matie over het aanmaken van eigen Taakbestanden. Kijk voor een lijst met Taakparameters op
blz. 74. Het veld met scan-instellingen vindt u in de Prescan-tab.
Reset-knop
Taak oproepen
Bestandsmaten
Scanafmetingen en vergroting
Scanresolutie
Taaknaam
Gebruikte eenheid
Beeldgrootte is gebaseerd op totaal aantal pixels van het beeld en kan afhankelijk van het
bestandsformaat verschillen van de omvang van de opgeslagen data.
Bestandstype voor Macintosh. U kunt de bestanden openen in het SimpelTekst
programma van Macintosh besturingssystemen. Het bestand kan geen grotere
breedte hebben dan 4096 pixels.
PICT
Bitmap-bestand, kan worden gebruikt in Windows. De bestanden kunnen wor-
den geopend in de paint-software van het Windows besturingssysteem.
BMP
Bitmap-bestand, hoge resolutie, kan op elk computer-platform worden geopend.
De kleurdiepte kan worden geselecteerd in de Preferences-venster (blz. 40).
TIFF
Dit beeldbestand kan worden gecomprimeerd om de bestandsgrootte te vermin-
deren. Bij de opslag kan de compressieverhouding worden gekozen. Hoe sterker
de compressie, des te kleiner wordt het bestand en des te groter is het kwali-
teitsverlies.
JPEG
Bestandsresolutie
Beeldgrootte
Wanneer het Taakbestand is geladen, ver-
schijnt er een uitsnedekader op het beeld. Het
kader is proportioneel aan de output-maat die
in de taak is opgenomen. Het kader kan met
slepen van grootte worden veranderd, maar de
verhoudingen blijven gelijk; de input- en out-
put-waarden worden automatisch aangepast
om overeenstemming met het uitsnedekader te
bereiken.
Klik op de Scan-knop in het hoofdvenster om
de definitieve scan te starten. Werd de
DiMAGE Scan Utility geopend via een beeld-
verwerkingsprogramma, dan wordt het gescan-
de beeld in dat programma geopend. Werd de
utility als zelfstandig programma gebruikt, dan
wordt het opslagvenster geopend.
In het opslagvenster geeft u de naam op, kiest
u een bestemming en een bestandsformaat
voor de gescande beeldinformatie. Werden er
meerdere beelden gescand, dan wordt er auto-
matisch een serienummer aan de bestands-
naam toegevoegd: voer het eerste getal van de
serie in het vakje Number in. Bij het opslaan in
JPEG-formaat dient u de compressieverhou-
ding op te geven. Klik op de Save-knop om de
definitieve scan te maken.
Klik op de naam van een Taakbestand om het
te selecteren. De Taaknamen kunnen chronolo-
gisch of alfabetisch worden gerangschikt door
op de Name- of de Date-knop onderaan het
venster te klikken.
De scan-instellingen van het geselecteerde
Taakbestand worden rechts van het venster
weergegeven. Klik op de OK-knop om de
Taakinstellingen van kracht te laten worden.
Scan knop Uitsnedekader
DiMAGE Scan Utility verlaten
Wilt u de DiMAGE Scan Utility verlaten, klik
dan gewoon op de sluitknop in de rechter
bovenhoek van het hoofdvenster.
Sorteerknoppen
35
34
Eenvoudige beeldverwerking
Eenvoudige beeldverwerking
Hoofdvenster en beeldcorrectietab
4. Image correction tab
12.Vergelijkingsknop (blz. 36)
10.Alles terugzetten (blz. 39)
9. Heruitvoeren (blz. 39)
8. Ongedaan maken (blz. 39)
7. Variatieknop (blz. 37)
6. Helderheid, contrast en kleurbalans knop
(blz. 38)
Dit hoofdstuk geeft informatie over eenvoudige beeldbewerkingsmogelijkheden. Kijk op blz. 51
t/m 64 voor informatie over de meer geavanceerde bewerkingsmogelijkheden. Het prescan-beeld
of een geselecteerd index-beeld kan worden weergegeven in het correctievenster, door simpel-
weg op de tab Image correction te klikken. Maak een prescan als die al niet is gemaakt.
Het venster van de utility kan in grootte worden veranderd door de rechter benedenhoek te ver-
slepen. Is de venstervullende weergave geactiveerd, dan past het beeld zich automatisch in
grootte aan. Worden er veranderingen in het beeld aangebracht met de hulpmiddelen van de tab
Image correction, dan wordt de tab rood (Windows) of er verschijnt een asterisk (Macintosh).
2. Pixel Polish tab (blz. 36)
1. Digital ICE knop (blz. 35)
3. Pixel Polish knop (blz. 36)
11.RGB-weergave
13.Knop venstervullende weergave (blz. 29)
Scanner-info
De RGB-weergave toont de kleurwaarden
voor elk punt in beeld waar u de muisaanwij-
zer boven houdt. Het eerste getal is de oorp-
sronkelijke waarde, het tweede de huidige
waarde. Druk op de Shift-toets (Windows) of
de Command-toets (Macintosh) om CMY-
waarden te laten verschijnen.
5. Help
Digital ICE - Stofverwijdering
Klik op de Digital ICE knop om de functie te
activeren. Druk op de prescan-knop om de
resultaten te bekijken.
Digital ICE wordt toegepast op elke prescan en definitieve scan. Wilt u Digital ICE uitschakelen,
klik dan opnieuw op de knop Digital ICE. Elke keer dat er op de Digital ICE knop wordt geklikt
wordt de prescan-knop geel om aan te geven dat er een prescan moet worden gemaakt.
Oorspronkelijk beeld
Na bewerking met Digital ICE
Digital ICE vermindert de gevolgen van oppervlakte-defecten, stof, krassen, vingerafdrukken,
vuil, enz. van de film tijdens het scanneng. Gebruik van Digital ICE verhoogt de scan-duur. Digital
ICE kan niet worden gebruikt met Kodak Kodachrome film en zilverhalide zwartwitfilms (conven-
tionele zwartwitfilms).
Scanner-info
Chromogene zwart-witfilms, bestemd om te worden ontwikkeld in het C-41 kleurontwikkel-
proces (of equivalent), zoals Kodak T-400CN of Ilford XP2 Super, kunnen in combinatie met
Digtal ICE, ROC, GEM en SHO worden verwerkt. Ze moeten worden gescand met de instel-
ling Color negative (blz. 28). Stel de verzadiging in het palet Kleurtoon, Verzadiging en
Lichtheid op -100 om de kleur te verwijderen (blz. 63). Het gescande bestand kan in een
zwartwitbeeld (grayscale) worden omgezet in een beeldbewerkingsprogramma, om zo de
bestansdgrootte te verminderen en de kleurkanalen te laten vervallen. Bij andere typen zwart-
wit-film kunnen de resulaten niet worden gegarandeeerd.
Met Pixel Polish kunt u automatische of vooraf ingestelde correcties uitvoeren. Kijk op blz. 11
voor informatie over systeemeisen. Pixel Polish kan niet worden toegepast voor zwart/wit-films,
16-bit of 16-bit lineair kleurdiepte (blz. 40). De scan-tijd neemt toe. Het effect van Pixel Polish is
gebaseerd op het prescan-beeldveld. Wordt er een uitsnede gemaakt na het toepassen van Pixel
Polish, klik dan op de uitsnede-prescan knop (Crop prescan) om het resultaat te bekijken (blz.
31).
3736
Eenvoudige beeldverwerking
Variatiepalet
Met de variatie-correctie kunt u een beeld corrigeren door het te vergelijken met beeldjes die elk
een iets andere correctie hebben ondergaan. Dit is een makkelijke methode voor wie niet veel
ervaring heeft met beeldbewerking.
Klik op de variatieknop in de tab Image correc-
tion om het palet op te roepen.
Selecteer de wat u wilt corrigeren in het vakje.
Bij elke correctie ziet u rond het centrale pres-
can-beeld varianten met verschillende correc-
ties. Hoeveel variaties u ziet verschilt per
onderdeel.
Klik op het beeld dat u van de zes het meest
bevalt. Dat beeld wordt dan het centrale beeld
en er verschijnen zes nieuwe variatiebeeldjes.
Deze procedure kan net zolang herhaald wor-
den tot u met de correctie tevreden bent. Klik
op de Reset-knop om veranderingen ongedaan
te maken.
Wilt u vaste eigen correctie-instellingen maken (custom), klik dan op de Pixel Polish tab en klik
op de Custom-knop. Klik op de omschrijving in de lijsten die het beeld het beste omschrijft. Wilt
u een selectie deselecteren, klik er dan opnieuw op (Windows) of druk op de command-toets en
klik er op (Macintosh). Custom-instellingen worden op individuele beelden toegepast.
Pixel Polish
Pixel Polish knop
Pixel Polish tab
U kunt het verschil tussen de beeldjes veran-
deren, door middel van de schuif of door in het
vakje voor de stapgrootte van de variaties een
waarde in te voeren.
Klikt u het vakje voor de weergavebegrenzing
(Display limit) aan, dan worden met comple-
mentaire kleuren de beeldpartijen gemarkeerd
waar de helderheidswaarden op lager dan 0
(vol zwart) zouden uitkomen of hoger dan 255
(zuiver wit). Wordt bijvoorbeeld in het blauw
zo’n waarde overschreden, dan verschijnt op al
die plaatsen de complementaire kleur, geel.
Klik op de sluitknop om het palet te sluiten en
beeldcorrecties van kracht te laten worden.
Klik op de Pixel Polish knop in het hoofdven-
ster om de beelden in de filmhouder automa-
tisch te laten corrigeren; eerdere correcties
worden opgeheven.
Pixel Polish blijft actief totdat het wordt uitge-
schakeld; klik daarvoor opnieuw op de Pixel
Polish knop. Wilt u beeldcorrecties opnieuw
uitvoeren die werden gemaakt voordat Pixel
Polish werd gebruikt, opent u dan het beeld in
de tab Image correction en klik op de knop
voor ongedaan maken (Undo).
Vergelijkingsweergave
In de tab Image correction ziet u na klikken op de vergelijkingsknop twee beelden. Links staat
het oorspronkelijke beeld, rechts het gecorrigeerde. Wilt u terug naar alleen het gecorrigeerde
beeld, klik dan opnieuw op de vergelijkingsknop.
Oorspronkelijk beeld Gecorrigeerd beeld
Sluitknop
3938
Eenvoudige beeldverwerking
Om correcties uit te voeren gebruikt u de schuiven voor helder-
heid (brightness), contrast, of de kleurbalans, of voert u
waarden in de corresponderende vakjes in. Naar rechts schui-
ven of een positief getal invoeren verhoogt, helderheid, contrast
of kleur.
Veranderingen zijn meteen te zien in het weergegeven beeld en
de curve bovenin het palet. De horizontale as van de grafiek
geeft de oorspronkelijke beeldwaarden weer, de verticale as de
nieuwe.
Door te klikken op de knop Auto Setting laat u helderheid en
contrast automatisch corrigeren, zonder dat de kleurbalans
wordt veranderd. Klik op de Reset-knop als u alle veranderin-
gen ongedaan wilt maken. Klik op de Sluitknop als u het palet
wilt sluiten en de wijzigingen wilt toepassen.
Klik op de knop voor helderheid, contrast en kleurbalans in de
tab Image correction om het palet te laten verschijnen.
Palet helderheid, contrast en kleurbalans
Is dit beeld te licht? Helderheid en contrast corrigeren is soms
moeilijker dan het lijkt. Het beeld rechts lijkt te licht, vooral de
bergen in de achtergrond.
Alles simpelweg donkerder maken, via de helderheidsschuif,
leidt tot een modderig beeld – de sneeuw en de lucht zijn
grauw en er zijn geen diepzwarte partijen.
Door het contrast van het beeld te verhogen wordt de sneeuw
lichter, de bomen worden donkerder. Het hogere contrast geeft
het beeld ook een scherper aanzien en laat kleine details beter
tot uiting komen.
Werken met kleuren
ROOD
GROENBLAUW
CYAAN
MAGENTA GEEL
In de fotografie zijn rood, groen en blauw pri-
maire kleuren. De secondaire kleuren, cyaan,
magenta en geel ontstaan uit het combineren
van primaire kleuren: cyaan = blauw + groen,
magenta = blauw + rood, en geel = rood +
groen. De primaire en secundaire kleuren zijn
gegroepeerd in complementaire paren: rood
en cyaan, groen en magenta, en blauw en
geel.
Kennis van de complementaire kleuren is
belangrijk voor het bepalen van de kleurba-
lans. Heeft het beeld een bepaalde kleurtoon,
dan kunt u een natuurlijke kleur bereiken door de kleur te verminderen of door de complementai-
re te versterken. Is het beeld bijvoorbeeld te rood, verminder dan de hoeveelheid rood; is het te
geel, verhoog dan de hoeveelheid blauw.
Verhogen of verlagen van gelijke hoeveelheden van rood, groen en blauw heeft geen gevolgen
voor de kleurbalans. Het kan echter wel de algehele helderheid en het contrast beïnvloeden.
Voor de kleurbalans van een beeld hebt u normaal gesproken niet meer dan twee kanalen nodig.
Regelen van de kleurbalans is een vaardigheid die groeit door oefening. Het menselijk oog is erg
goed in het maken van vegelijkingen, maar als het gaat om vaststelling van kleuren is het maar
een matig werkend instrument. Zeker in het begin om het verschil te bepalen tussen blauw en
cyaan, en tussen rood en magenta. Aan de andere kant is het zo dat het uitvoeren van een ver-
keerde kleurcorrectie het beeld nooit kan verbeteren: blauw verminderen in een beeld dat teveel
cyaan vertoont leidt tot een groene zweem over het beeld.
Beeldcorrecties ongedaan maken en heruitvoeren
Ongedaan maken - Klik op de knop voor ongedaan maken om de laatst uitge-
voerde beeldcorrectie ongedaan te maken. Het aantal correctiestappen dat u
terug kunt gaan is afhankelijk van het geheugen van de capaciteit van het com-
puter-geheugen.
Heruitvoeren - Klik op de knop voor herroepen om de laatste correctie die onge-
daan werd gemaakt opnieuw uit te voeren.
Reset - Klik op de knop voor alles terugzetten om alle correcties op te heffen die
in de tab Image correction werden toegepast.
De knoppen voor ongedaan maken, heruitvoeren en alles terugzetten hebben alleen betrekking
op correcties van de tab Image correction.
Sluitknop
Exposure control for negatives (Belichtings-
regeling voor negatieven): de automatische
belichtingsregeling past de scan aan voor de
densiteit van het negatief. De handmatige
instelling hanteert een vaste belichting, onge-
acht de densiteit van de film. Hiermee kunt u
bijvoorbeeld het belichtingsverschil van een
bracketing-serie tot uiting laten komen.
Gebruikt u belichtingsvergendeling (AE lock) of
selectie AE-veld met negatieven (blz. 45), dan
moet u de auto-functie selecteren.
Auto expose for slides (Automatische
belichting voor dia’s): voor automatische
belichtingsregeling bij het scannen van dia’s.
Omdat de densiteitsvariaties tussen dia’s
betrekkelijk klein zijn is automatische belichting
bij dia’s doorgaans niet nodig. Scant u echter
een onder- of overbelichte dia, dan kan de
automatische belichtingsregeling voor de
ongebruikelijke densiteit een correctie uitvoe-
ren. Gebruikt u belichtingsvergendeling (AE
lock) of selectie AE-veld met diafilm (blz. 39),
dan moet u het vakje aanklikken.
Manual Focus Dial (Draaiknop handmatige scherpstelling): voor gebruik van
de draaiknop voor automatische scherpstelling op de scanner. Het aanzien van de
knop voor handmatige scherpstelling in de Prescan-tab verandert wanneer het
actief is. Meer over handmatige schepstelling op blz. 44. Is deze functie geselec-
teerd, dan kunnen autofocus en point AF niet worden gebruikt.
Autofocus-at-scan (Autofocus bij scannen): hiermee activeert u de automatische scherpstel-
ling tijdens de prescan en de definitieve scan. Bij gebruik van Digital ICE, ROC en GEM is het
aan te bevelen de autofocus in elk geval te gebruiken. Autofocus verlengt de scan-tijd.
Prescan after point AF (Prescan na point AF): de scanner maakt automatisch een prescan
nadat het scherpstelpunt is aangegeven met point AF. Zie blz. 44 voor meer informatie over point
AF.
Index scan at loading (indexscan na laden): de scanner maakt automatisch een indexscan als
er een houder in de scanner is geplaatst.
4140
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Dit hoofdstuk behandelt de geavanceerde scan-mogelijkheden van de DiMAGE Scan Utility.
Neem voordat u hiermee aan de slag gaat de basistechnieken (blz.26-33) door.
Scanner-voorkeuren instellen
Klik op de Preferences-knop in het hoofd-
venster om het voorkeuren-venster te openen.
Selecteer de gewenste voorkeurinstellingen.
Close utility after scanning (Utility na scannen sluiten): deze optie sluit de DiMAGE Scan
Utility na de definitieve scan wanneer er vanuit een beeldverwerkingsprogramma wordt gescand.
Activeer deze functie wanneer individuele beelden moeten worden gescand en vervolgens in een
andere programma worden verwerkt. Deselecteer het vakje wanneer u meerdere beelden achter-
een wilt scannen voordat u ze gaat bewerken.
Color-depth (Kleurdiepte): hier geeft u de kleurdiepte voor de te scannen beelden op, van 8-bit,
16-bit en 16-bit lineair voor elke RGB-kanaal. Omdat de 16-bit lineair kleurdiepte geen gamma-
correcties maakt, zal de scan van een negatief een negatief beeld geven. 16-bit en 16-bit lineaire
beelden kunnen alleen worden opgeslagen in het TIFF bestandsformaat. Sommige beeldverwer-
kingsprogramma's, zoals Adobe Photoshop Elements 2.0, kunnen geen 16-bit beeldbestanden
openen.
Multi-sample scan (Meerdere scan-gangen): door het beeld in meerdere scan-gangen te laten
registreren en de beeldinformatie te laten optimaliseren kan de ruis in het beeld worden terugge-
drongen: er kunnen 2, 4, 8 en 16 scan-gangen worden gemaakt. Hoe meer scan-gangen, des te
lager is het ruisniveau, maar ook: des te langer duurt het scannen.
Prescan size (Grootte prescan): hiermee stelt u de grootte van het prescan-beeld in.
Color matching (Kleurafstemming): hiermee geet u de output-kleurruimte en het monitor-ICC-
profiel op. Kijk voor meer informatie op blz. 65.
OK-knop: voor uitvoeren van de gekozen instelling en sluiten van het venster.
Cancel-knop: verrichte instellingen worden opgeheven, venster wordt gesloten.
Help-knop: opent het Help-venster.
Scanner-info
Is de optie Autofocus at scan geselecteerd in het Preferences venster, dan gebruikt het auto-
focus-systeem het centrum van het beeld om de scherpstelling te bepalen. Normaal leidt dit
tot een uitstekende scan, mist de film goed vlak ligt. Is de films echter sterk gebogen of
gekruld, dan kan het soms beter zijn met point AF op een bepaald punt scherp te stellen of
handmatige scherpstelling te gebruiken (blz. 44).
De actieve vensters die bij het scannen woren gebruikt zijn te zien in de Prescan-tab. De
weergave van de voorkeuren vindt u onder het veld met scan-
instellingen.
Het gebruik van autofocus, het wiel voor handmatige scherp-
stelling, automatische belichting, de kleurdiepte, multi-sample
scanning en kleurafstemming worden aangegeven. Color mat-
ching wordt aangeduid met de kleurruimte van het monitor-
kleurprofiel.
Weergave van de voorkeuren
4342
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Gebruik de schuiven of voer in de vakjes
waarden in (± 2 in stappen van 0,1). Klik op de
toepassingsknop om het effect van de wijzi-
ging op het preview-beeld en de histogrammen
te zien; de knop wordt rood na elke aanpas-
sing, om aan te geven dat de aanpassing niet
op het preview-beeld is toegepast. Ga door tot
het gewenste resultaat is bereikt. Wilt u alle
instellingen opheffen, klik dan op de Reset-
toets en klik op de toepassingstoets om het
preview-beeld te actualiseren.
Gebruikt u automatische belichting, dan wor-
den de aanpassingen gemaakt in relatie tot de
belichting die door de automatische belich-
tingsregeling werd gerealiseerd. Wilt u een
standaard belichting als uitgangspunt nemen,
schakel dan de automatische belichtingsrege-
ling in het Preferences-venster uit (blz. 40); zet
Exposure control for negatives op manual of
klik het vakje Auto expose for slides leeg. Dit is
aan te bevelen wanneer u voor specifieke films
instellingen wilt maken.
De tab Exposure control kan niet worden
gebruikt met Digital ROC of SHO.
Belichtingsregelings-tab (Exposure control)
Knop instelling opslaan
Knop instelling oproepen
Reset-knop
Apply button
Klik simpelweg op de tab Exposure control om
het geselecteerde beeld te laten verschijnen. Is
de prescan-knop geel, maak dan een prescan.
Worden er veranderingen in de belichting aan-
gebracht, dan kleurt de tab Image correction
rood (Windows) of verschijnt er op de tab een
asterisk (Macintosh).
Met de Master-schuif en het invoervakje kunt u
de belichting regelen. De R-, G- en B-schuiven
en invoervakjes kunt u gebruiken om een kleur-
zweem te corrigeren.
Met de tab Exposure control kunt u het belichtingssysteem van de scanner afstemmen op
bepaalde films, lichtsituaties of op een persoonlijk belichtingsindex die is gebaseerd op de com-
binatie van film, ontwikkeling, objectief en sluiter. U kunt dit ook gebruiken om te corrigeren voor
een slecht belichte film.
Belichtingsinstellingen opslaan
Belichtingsinstellingen oproepen
Klik op de opslagknop om het opslag-venster
te openen.
Voer de naam voor het instellingenbestand in.
Klik op OK.
Klik op de oproepknop om het oproepvenster
te openen.
Klik op bestandsnaam om hem te markeren.
Klik op OK om de instellingen toe te passen op
het beeld dat in de tab Exposure control te
zien is. Controleer de instellingen voor automa-
tische belichting in het Preferences-venster
(blz. 40).
Scanner-info
Wilt u een instellingenbestand wissen, open dan het oproepvenster en klik op op de
bestandsnaam om hem te markeren. Gebruik de Delete-toets van het toetsenbord om het
bestand te wissen.
De miniatuurbeelden kunnen in een beeldbestand worden opgeslagen. De filmhouder hoeft niet
in de scanner te zitten om de beelden te kunnen opslaan, maar alle beelden in de filmhouder,
inclusief lege kaders, moeten zijn gescand.
Indexminiaturen opslaan
Klik op de knop voor de opslag van het index-
beeld. Het Bewaar als (Save as) venster ver-
schijnt. Voer de bestandsnaam in en selecteer
de bestemming en het bestandsformaat voor
het beeldbestand. Klik op de bewaar-knop om
het bestand aan te maken.
Met selectie van het AE-gebied kunt u de belichting baseren op een klein deel van het beeld.
Gebruik selectie van het AE-gebied voor beelden met overwegend lichte of donkere tinten, of
voor slecht belichte opnamen. Bij gebruik voor dia’s moet de optie Auto exposure for slides in
het Preferences-venster zijn geactiveerd. Bij
negatieven moet de optie Auto exposure for
negatives in het Preferences-venster zijn
geactiveerd (blz. 40).
45
44
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Point AF (Autofocus)
Handmatige scherpstelling
Selecteer voor de beste resultaten met Point
AF een beeldpartij met een goed contrast of
veel details. De Point AF functie kan niet
scherpstellen op een contrastarme partij, zoals
een wolkenloze lucht.
Klik op de Point AF knop. Wilt u de functie op-
heffen, klik dan opnieuw op de Point AF knop.
Klik op het deel van het beeld waarop u wilt
scherpstellen; de scanner stelt automatisch
scherp. Is de optie Prescan at point AF in het
Preferences-venster geselecteerd, dan begint
een prescan nadat de scanner heeft scherpge-
steld.
Verplaats de schuif of draai aan de draaiknop
van de handmatige scherpstelling totdat de
witte en de zwarte balk op hun langst zijn. De
zwarte balk stelt de verandering in scherpstel-
ling voor. De witte balk geeft het punt van
maximale scherpte aan. Raak de houder niet
aan, belemmer zijn beweging niet. Gebruik de
draaiknop van de scherpstelling alleen als het
is geactiveerd in het Preferences-venster (blz.
40).
Met de scherpstelmeter kan de scherpstelling
handmatig worden ingesteld. Selecteer voor de
beste resultaten met handmatige scherpstelling
een beeldpartij met een goed contrast of veel
details. Handmatige scherpstelling is niet
mogelijk op een contrastarme partij, zoals een
strakgrijze hemel of een wolkenloze lucht.
Klik op de knop voor handmatige scherpstel-
ling. Het aanzien van de knop is afhankelijk van
het al dan niet activeren van de draaiknop voor
handmatige scherpstelling in het Preferences-
venster (blz. 40). Wilt u de functie opheffen, klik
dan opnieuw op de knop.
Klik op het deel van beeld waarop u wilt
scherpstellen. Het venster van de scherpstel-
meter verschijnt.
Klik op het aanklikvakje Prescan als er nieuwe
prescan nodig is om de scherpstelling te con-
troleren. Klik op OK om de handelingen te vol-
tooien. Wanneer de houder is uitgevoerd wordt
de handmatige scherpstelling teruggezet in de
standaardpositie.
Met de AE lock wordt de belichting vergrendeld op basis van een specifieke prescan en toege-
past op ander scans. Gebruik deze functie wanneer u voor een serie high key of low key opna-
men scant die een uniforme belichting hebben of wanneer u een bracketing-serie scant en de
verschillen in belichting optimaal wilt behouden. Bij gebruik met dia’s moet de optie Auto expo-
sure for slides in het Preferences-venster zijn geactiveerd. Bij negatieven moet de Exposure con-
trol for negatives zijn ingesteld op Auto in het Preferences-venster (blz. 40).
Belichtingsvergrendeling (AE lock)
Prescan het referentiebeeld. Klik op de knop
van de belichtingsvergrendeling om de belich-
ting te vergrendelen; de vergrendelingsaandui-
ding verschijnt boven het referentiebeeld.
Prescan de andere beelden in de houder om
het resulaat te bekijken Wilt u de belichtings-
vergrendeling opheffen, klik dan opnieuw op de
knop van de belichtingsvergrendeling. De pres-
can en definitieve scan worden gemaakt met
de ingestelde belichting tot de AE-lock wordt
opgeheven, de scanner opnieuw wordt opge-
start of het filmtype wordt veranderd. De tab
Exposure Control heeft geen invloed op de ver-
grendelde belichtingswaarde.
Klik op de knop voor selectie AE-veld.
Druk op de shift-toets om het doorlopende
kader voor het AE-veld te laten verschijnen.
Terwijl u de Shift-toets ingedrukt houdt kunt u
de muis gebruiken om het AE-gebied te ver-
schuiven en de te bepalen waar de belichting
wordt bepaald. Over het algemeen krijgt u uit-
stekende resultaten als u het AE-gebied op het
onderwerp plaatst. Het gebied zal dan meestal
de middentinten van het beeld laten zien.
Prescan het beeld om het resultaat te zien.
Selectie AE-veld wordt opgeheven door op
nieuw op de knop voor selectie AE-veld te klik-
ken. Prescan het beeld om de wijzigingen op te
heffen.
Selectie AE-veld
Wilt u het AE-veld vergroten of verkleinen,
druk dan op de shift-toets en versleep de
hoek van het kader. Om het veld te ver-
plaatsen klikt u erin en versleept u het. Klik
en sleep buiten het veld om een nieuw veld
te definiëren.
Knop belichtingsvergrendeling
Aanduiding belichtingsvergrendeling
Knop voor selectie AE-veld
4746
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Handmatige uitsnede
Klik op de knop uisnede-prescan om een pres-
can van het uitsnedeveld te maken. Wilt u het
gehele scanveld zien, klik dan op de prescan-
knop.
Wilt u het uitsnedekader vergroten of verklei-
nen, versleep dan de hoek van het kader.
Wilt u het uitsnedekader verplaatsen, klik dan
midden in het uitsnedekader en versleep het.
Voor een andere uitsnedekader klikt en sleept
u buiten het kader.
Control + e (Windows) of command + e
(Macintosh) selecteert het totale scanveld.
Door de uitsnede van het beeld te veranderen kunt u de compositie verbeteren of onnodige
ruimte rond het onderwerp verwijderen.
Scaninstellingen handmatig invoeren
U kunt de instellingen voor de definitieve scan
in het prescan-venster uitvoeren.
2. Inputresolutie
3. Outputresolutie
4. Inputgrootte
5. Vergroting
6. Outputgrootte
7. Eenheden
8. Beeldgrootte
9. Taak oproepen (blz. 32)
10.Taak opslaan (blz. 49)
11.Vergrendeling Inputgrootte
12.Vergrendeling Outputgrootte
13.Reset-knop
Input-resolutie: u kunt waarden kiezen in de drop-down- lijst of ze zelf invoeren. Informatie over
de resolutie van de scanner vindt u in de hardware-gebruiksaanwijzing. De reeks input-resolutie
loopt van 337 dpi tot 5400 dpi.
Output-resolutie: u kunt waarden kiezen in de drop-down lijst of u kunt ze zelf invoeren. De out-
put-resolutie kan niet worden ingevoerd als pixels als eenheid is gekozen.
Input-grootte: de input-grootte wordt bepaald door de afmetingen van het uitsnedekader of
door de waarden die in de vakjes (W= breedte, H = hoogte) werden ingevoerd. Het uitsnedek-
ader past zich aan ingevoerde waarden aan. De input-grootte kan niet worden ingevoerd als
pixels als eenheid is gekozen.
Vergrendeling input-grootte: hiermee vergrendelt u de input-waarden. Als deze knop is aange-
klikt kan het uitsnedekader worden verplaatst, maar niet in afmetingen worden veranderd.
Opnieuw aanklikken van de knop heft de vergrendeling op. De vergrendeling input-grootte kan
niet worden gebruikt als pixels als eenheid is gekozen.
Vergroting: hiermee stelt u de vergroting in. Deze waarde is gebaseerd op de input- en output-
resolutie, of de output- en input-grootte. Het vakje voor de vergroting kan niet worden gebruikt
als pixels als eenheid is gekozen.
Zijn input-grootte en output-grootte niet vergrendeld, dan variëren input-resolutie en output-
grootte overeenkomstig de vergrotingswaarde. Is de output-grootte vergrendeld, dan variëren
input-resolutie en input-grootte overeenkomstig de opgegeven vergrotingswaarde. Is de input-
grootte vergrendeld, dan variëren input-resolutie en output-grootte overeenkomstig de opgege-
ven vergroting.
Output-grootte: de output-grootte wordt bepaald de afmetingen van het uitsnedekader of de
waarden die zijn ingevoerd in de vakjes voor breedte (W) en hoogte (H). De breedte en de hoogte
van het output-beeld kunnen direct worden ingevoerd in de vakjes; de input-resolutie, input-
grootte en uitsnedekader worden aangepast aan de opgegeven afmetingen.
Vergrendeling output-grootte: voor vergrendeling van de output-grootte.
Eenheden: u kunt hier de eenheid voor input- en outputgrootte kiezen: pixels, millimeters, centi-
meters, inches, pica’s en punten (points).
Beeldgrootte: grootte gebaseerd op het totaal aantal pixels in het beeld en kan afwijken van de
grootte van de opgeslagen data, afhankelijk van het geselecteerde bestandsformaat.
Reset-knop: zet al de huidige instellingen terug op hun standaardinstelling.
1. Taaknaam (blz. 32)
Voorbeeld 1: scanner-output in pixels instellen. In dit voor-
beeld wordt een beeld gemaakt van 640 x 480 pixels, voor
weergave op een monitor.
Selecteer pixel in het vakje eenheden. Voer de output-reso-
lutie in: 640 voor breedte (W) en 480 voor de hoogte (H)
48
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Klik op de vergrendelingsknop voor de output-
grootte om de waarden vast te leggen; de vak-
jes output-resolutie worden gedeselecteerd.
Gebruik de muis om het uitsnedekader zo aan
te passen dat het precies het te scannen beeld
omlijst. Klik en versleep het kader om het aan
te passen; de input-resolutie past zich aan de
uitsnede aan. Verplaats het gehele kader door
er in te klikken en het te verslepen.
De scan-instellingen zijn nu klaar en de defini-
tieve scan kan worden gemaakt. De instellin-
gen blijven van kracht totdat ze worden veran-
derd.
Voorbeeld 2: output instellen via printgrootte
en output-resolutie. In dit voorbeeld wordt een
beeld geprint op 148 mm X 100 mm op een
printer met 300 dpi.
Selecteer millimeters onder eenheden (Unit).
Voer de output-grootte in: 148 voor de breedte,
100 voor de hoogte. Klik op de vergrendelings-
knop voor de output-grootte om de waarden
vast te zetten.
Voer de output-resolutie van de printer in het
vakje output-resolutie in: 300.
Gebruik de muis om het uitsnedekader zo aan
te passen dat het precies het te scannen beeld
omlijst. Klik en versleep het kader om het aan
te passen; de input-resolutie past zich aan de
uitsnede aan. Verplaats het gehele kader door
er in te klikken en het te verslepen.
De scan-instellingen zijn nu klaar en de defini-
tieve scan kan worden gemaakt. De instellin-
gen blijven van kracht totdat ze worden veran-
derd.
49
De huidige scaninstellingen kunnen als Taak worden opge-
slagen. Klik op de knop voor het opslaan van Taken om
het venster Job Registry te openen.
Scaninstellingen als Taak (Job) opslaan
Een Taak wissen
Selecteer in het drop-down-menu de categorie waarin u
de instellingen wilt opslaan.
Voer de Taaknaam in. Klik op OK om de instellingen als
Taak op te slaan. De Taaknaam mag uit maximaal 27
tekens bestaan. Kijk op blz. 32 voor het oproepen van een
Taak.
Selecteer het Taakbestand dat moet worden gewist in het
selectievenster. Gebruik de wistoets van het toetsenbord
(Delete) om het geselecteerde bestand te wissen.
Klik op de Cancel-knop om het venster te sluiten.
Wis een Taak nooit rechtstreeks uit de map met Taken
(Jobs). Pas altijd de hier beschreven methode toe.
Een taak kan worden gewist. Een eenmaal gewiste Taak
kan niet worden teruggehaald. Klik op de knop voor het
opslaan van een Taak.
Vergrendelingsknop Uitsnedekader
Scanner-info
Scant u voor persoonlijke doeleiden, dan dient u de beeldresolutie aan te passzen aan de
resolutie van het uitvoer-apparaat. Een printer met 150 dpi kan bij beelden met een hogere
resolutuie geen extra kwaliteit bieden.
51
50
Geavanceerde scanwerkzaamheden
Het is mogelijk de huidige scanner-instellingen
die zijn toegepast op de weergegeven prescan
op te slaan en op te roepen. Hieronder vallen
de instellingen in het hoofdvenster, de
Prescan- en Processing-tabs en het
Preferences-venster.
Klik op de knop Master Setup om het menu te
openen. Selecteer de optie Save
Master setup
Voer een naam in en klik op de OK-knop om
de handeling te voltooien. Er kunnen maximaal
tien Master setups worden opgeslagen.
Om een Master setup op te roepen en op de
geselecteerde beelden toe te passen klikt u op
de knop Master Setup om het menu weer te
geven; de huidige Master setup wordt gemar-
keerd. Selecteer de gewenste setup in de
opties. De Master setup wordt teruggezet wan-
neer een indexscan wordt gemaakt of de utility
wordt gesloten of gestart. De markering geeft
de laatst geselecteerde setup aan.
Wilt u de scanner terugzetten op zijn begin-
instellingen, klik dan op de knop Master setup
om het menu op te roepen. Selecteer de optie
Reset option om de handeling te voltooien.
Wilt u een Master setup wissen, klik dan op de
knop Master setup om het menu te openen.
Selecteer Delete.
Markeer de Master setup naam in de lijst. Klik
op de knop Delete om de handeling te voltooi-
en.
Gevanceerde beeldverwerking
Dit hoofdstuk behandelt de geavanceerde beeldbewerkings-tools in de DiMAGE Scan Utility plus
functies voor het bekijken en opslaan van beeldcorrecties. Voordat u hier verder gaat dient u
eerst de basisprincipes (blz. 34 t/m 39) van het corrigeren door te nemen.
Digital ROC (Reconstruction of Color) kan verbleekte kleuren van oude films herstellen.
De resultaten met Digital ROC variëren met de conditie van de film. Kijk voor de geheugeneisen
voor Digital ROC op blz. 11.
Controleer de scaninstellingen voor de definitieve scan voordat u Digital ROC gebruikt. De func-
tie Autofocus at scan moet actief zijn in het Preferences-venster (blz. 40), of gebruik point AF of
handmatige scherpstelling (blz. 44) voordat u Digital ROC gebruikt.
Digital ROC
Is Digital ROC actief, dan wordt het standaard bewerkingsniveau toegepast op alle beelden in de
houder. Aanpassingen worden alleen toegepast op het weergegeven beeld.
Digital ROC kan niet worden gebruikt met 16-bit lineair kleurdiepte (blz. 40) of conventionele zwart-
witfilms; kijk bij de scanner-info op blz. 52. Is Digital ROC geactiveerd, dan zijn de functies voor
Auto exposure voor dia’s en negatieven in het Preferences-venster, kleurafstemming, belichtings-
vergrendeling, selectie AE-veld en belichtingsregeling uitgeschakeld.
Klik op de knop Digital ROC om de functie te
activeren. Klik op de Digital ICE4 tab om het
regelpaneel te openen.
Klik op de toepassingsknop om een scan te
starten; een prescan en de definieve scan wor-
den tegelijk gemaakt.
Gebruik de Digital ROC schuif of voer een getal
tussen 1 en 5 in het vakje in om de sterkte van
de bewerking te bepalen; de toepassingsknop
wordt rood na elke aanpassing. Klik op de toe-
passingsknop om het resultaat te zien.
Klik op de scanknop om de definitieve scan te
maken. Wilt u Digital ROC
uitschakelen, klik dan opnieuw op de Digital
ROC knop of zet de schuif in de
uit-stand.
Reset-knop
Toepassingsknop (Apply)
Digital ICE
4
tab
Digital ROC knop
Digital ROC schuif
53
52
Gevanceerde beeldverwerking
Digital GEM
Reset-knop
Toepassingsknop (Apply)
Digital ICE
4
tab
Digital GEM knop
Meetveld
Digital GEM vermindert het effect van korrel in kleurenfilm. Korrel is een zand-achtige structuur
die soms zichtbaar is in egale beeldpartijen, zoals bijvoorbeeld de lucht. Korrel is sterker zicht-
baar naarmate de film een hogere gevoeligheid heeft. De resultaten variëren per filmtype. Zie blz.
11 voor de geheugenvereisten. Digital GEM kan niet worden gebruikt voor conventionele zwart-
witfilms.
Controleer de scaninstellingen voor de definitieve scan voordat u Digital GEM gebruikt. De func-
tie Autofocus at scan dient in het Preferences-venster (blz. 40) actief te zijn, of gebruik point AF
of handmatige scherpstelling (blz. 44) voordat u Digital GEM gebruikt.
Digital GEM voorbeeldveld
Digital GEM schuif
Digital SHO optimaliseert detaillering in hoge lichten en schaduwen. Zie voor de systeemver-
eisten blz. 11.
Digital SHO
Klik op de scanknop om de definitieve scan te maken. Wilt u Digital SHO uitschakelen, klik dan
opnieuw op de Digital SHO knop of zet de schuif in de uit-stand. Is Digital SHO actief, dan wordt
het standaard bewerkingsniveau toegepast op alle beelden in de houder. Aanpassingen worden
alleen toegepast op het weergegeven beeld.
Digital SHO kan alleen worden gebruikt met 8-bit kleurdiepte (blz. 40). De tab Exposure control is
uitgeschakeld. Deze functie kan niet worden gebruikt met conventionele zwart-witfilms; zie
Scanner-info op blz. 52.
Klik op de Digital SHO knop om de functie te
activeren. Klik op de Digital ICE
4
tab om het
regelpaneel te openen.
Maak een prescan.
Gebruik de Digital SHO schuiven voor hoge
lichten (highlight) en schaduwen (shadows) of
voer een getal tussen 1 en 100 in het vakje in
om de sterkte van de bewerking te regelen. De
threshold-schuif regelt in hoeverre de lichtste
lichten en de donkerste schaduwen worden
bewerkt. Beelden hebben 256 niveaus, van
zwart (niveau 0) tot wit (niveau 255).
De toepassingsknop wordt rood na iedere
bewerking. Klik op de toepassingsknop om het
resulaat te bekijken.
Reset-knop
Toepassingsknop (Apply)
Digital ICE
4
tab
Digital SHO knop
Threshold-schuif
Met Digital SHOOrigineel
Schuiven voor hoge lichten en schaduwen
Scanner -info
Chromogene zwart-witfilms, bestemd om te worden ontwikkeld in het C-41 kleurontwikkel-
proces (of equivalent), zoals Kodak T-400CN of Ilford XP2 Super, kunnen in combinatie met
Digtal ICE, ROC, GEM en SHO worden verwerkt. Ze moeten worden gescand met de instel-
ling Color negative (blz. 28). Stel de verzadiging in het palet Kleurtoon, Verzadiging en
Lichtheid op -100 om de kleur te verwijderen (blz. 63). Het gescande bestand kan in een
zwartwitbeeld (grayscale) worden omgezet in beeldbewerkingsprogramma, om zo de
bestansdgrootte te verminderen en de kleurkanalen te laten vervallen. Bij andere typen zwart-
wit-film kunnen de resulaten niet worden gegarandeeerd.
Klik op de knop Digital GEM om de functie te
activeren. Klik op de Digital ICE4 tab om het
regelpaneel op te roepen.
Plaats het Digital-GEM meetveld boven een
deel van het beeld. Kies een gaaf, uniform
gedeelte voor de beoordeling; huid of lucht zijn
goede onderwerpen. Wilt u het meetgebied
voor Digital GEM vergroten of verkleinen, sleep
dan de hoek van het kader. Wilt u het kader
verplaatsen, klik er dan binnen en versleep het.
Klik en sleep buiten het kader om een nieuw
veld te definiëren.
Klik op de toepassingsknop om een scan te
starten; een prescan en de definiteve scan
worden tegelijk gemaakt. Het gemeten gebied
wordt rechts weergegeven.
Gebruik de Digital GEM schuif of voer een
getal tussen 1 en 100 in het vakje in om de
sterkte van de bewerking te bepalen; de toe-
passingsknop wordt rood na iedere aanpas-
sing. Klik op de toepassingsknop om het resul-
taat te beoordelen.
Klik op de scanknop om de definitieve scan te maken. Wilt u Digital GEM uitschakelen, klik dan
opnieuw op de Digital GEM knop of zet de schuif in de uit-stand. Is Digital GEM actief, dan wordt
het standaard bewerkingsniveau toegepast op alle beelden in de houder. Aanpassingen worden
alleen toegepast op het weergegeven beeld.
55
54
Gevanceerde beeldverwerking
Amount: (Hoeveelheid) voor het verhogen van het
contrast van het masker. Als de waarde te hoog is,
zullen de pixels zichtbaar worden: het beeld wordt
duidelijk grof of korrelig.
Onscherp masker
Het onscherp masker maakt de contouren in het beeld scherper zonder het contrast aan te
tasten. Het kan gebruikt worden bij zachte of licht onscherpe beelden. Het effect is subtiel, maar
kan het totaalbeeld van een opname aanzienlijk verbeteren.
Beweeg een schuif of voer een waarde in om
de parameters van het masker aan te passen.
Klik op de reset-knop als u terug wilt keren
naar de standaardinstellingen.
Het volle effect van het onscherpe masker
wordt niet zichtbaar in het prescan-venster,
maar alleen in de definitieve scan.
Klik op de knop voor onscherp masker in de
Image correction tab om het palet te openen.
Origineel
With mask
Shadow protection level: (Niveau schaduwbe-
scherming) voor het beperken van scherpe onder-
werpspixels in de schaduwen. De waarden liggen
tussen 0 en 255. Wanneer het luminantieniveau
hoger is dan het niveau schaduwbescherming,
wordt die pixel herkend als een scherpe pixel.
Radius: (Straal) voor het verhogen van randscherp-
te van de pixels.
Threshold level: (Drempelniveau) de waarden lig-
gen tussen 0 en 255. De standaardinstelling is 2.
Wanneer het verschil tussen de omringende pixels
groter is dan het threshold level, dan wordt die
pixel als een scherpe pixel herkend. Zet u de schuif
op 0, dan wordt het hele beeld gecorrigeerd. Het
threshold level kan gave of vlakke partijen separe-
ren van contouren en details die moeten worden
verscherpt.
Beeldcorrectiepaletten
Zes paletten in de tab Image correction kunnen voor beeldverwerking worden gebruikt. Klik sim-
pelweg op de juiste knop om het palet te openen.
Image correction tab
Tooncurve en histogram (blz. 56)
Helderheid, contrast en kleurbalans (blz. 38)
Kleurtoon, verzadiging en lichtheid (blz. 63)
Variatie (blz. 37)
Selectieve kleur (blz. 62)
Onscherp
masker(blz. 55)
Veranderingen in de paletten worden toegepast
op het weergegeven beeld; de tab wordt rood
(Windows) of een asterisk verschijnt
(Macintosh) om aan te geven dat er beeldbe-
werking op het beeld is toegepast.
Klik op de sluitknop in de rechter bovenhoek
van het palet als u het wilt sluiten.
57
56
Gevanceerde beeldverwerking
Tooncurve en histogram
Resetknop
Output schaduwen/hoge lichten vakjes
Output schaduwen/hoge lichten schuiven
Input schaduwen/gamma/hoge lichten schuiven
Input schaduwen/gamma/hoge lichten vakjes
Histogram
Toepassingsknop
Wit-, grijs- en zwartpunt
Tooncurve
Curve egaliseren
Brije curve
Kanalen
Kleurenhistogram
Plaats de muisaanwijzer boven de tooncurve.
Klik en versleep de curve.
Elke keer dat u op de tooncurve klikt wordt er
een nieuwe nok toegevoegd. U kunt de nokken
verplaatsen door ze aan te klikken en te versle-
pen. De input- en output-niveaus van de nok
verschijnen bij het verplaatsen. Het inputniveau
(horizontale as) heeft betrekking op het oor-
spronkelijke beeld, het outputniveau (verticale
as) heeft betrekking op de toegepaste correc-
tie.
Elke correctie van de tooncurve is meteen
zichtbaar in het weergegeven beeld.
Klik op de pijl naast de lijst met kanalen om het
kanaal te selecteren. Om de kleurbalans van het
beeld te wijzigen selecteert u het juiste kleur-
kanaal. Wilt u contrast of helderheid van het
beeld aanpassen, selecteer dan het RGB-
kanaal.
Sluitknop
Om zelf een tooncurve te tekenen klikt u op de
knop voor de vrije curve. De muisaanwijzer ver-
andert in een potlood-symbool wanneer hij bo-
ven het tooncurve-vak wordt gehouden.
Klik en sleep om een nieuwe curve te tekenen.
Met de vrije curve kunt u extreme beeldmanipu-
laties realiseren.
Om een ruwe vrije tooncurve vloeiender te laten
verlopen klikt u op de knop voor de vloeiende
curve. Er worden automatisch nokjes op de
curve geplaatst, die handmatig met de muis
kunnen worden verschoven.
Bij extreme vrije curven kan het gebruiken van
de knop voor vloeiende curven de vorm van de
curve ingrijpend veranderen. Met de Reset-
knop heft u alle wijzigingen in alle kanalen op.
Puntwaarde
Klik op de knop Auto setting om contrast en kleurbalans automatisch te optimaliseren.
Het resultaat van de verandering is te zien in het prescan-beeld
Scanner-info
Wordt de cursor boven het beeld gehouden, dan
geven de RGB-aanduiding en de curve de
waarde van dat punt weer. Het punt wordt op de
curve aangeduid met een cirkel.
Het histogram geeft de verdeling van de pixels
weer, met specifieke helderheids- en kleur-
waarden van het weergegeven beeld. Met het
histogram kunt u de output van de beeldinfor-
matie maximaliseren. Veranderingen in het
histogram werken ook door in de tooncurve.
Klik op de knop voor Tooncurve en histogram
in de Image correction tab.
59
58
Gevanceerde beeldverwerking
Het hoge-lichten-niveau, schaduwniveau en
gamma worden ingesteld met de schuiven
onder het histogram. Deze niveaus verschijnen
numeriek in de teskstvakjes rechts van de
schuiven en kunnen via het toetsenbord worden
gewijzigd.
Gamma regelt de middentonen van het beeld.
Met de schuif Input hoge lichten stelt u in welk
niveau als wit moet worden beschouwd. Alle
pixell rechts van de schuif worden nu ingesteld
op de hoogste helderheid, 255, en alle even-
tueel daar nog aanwezige beeldinformatie gaat
nu verloren. Met de schuif Input schaduwen
stelt u het zwart-niveau in. Alle pixels links van
de schuif worden nu ingesteld op de laagste
helderheid, 0 (nul), en alle eventueel daar nog
aanwezige beeldinformatie gaat nu verloren.
U kunt de output-niveaus zelf instellen. Door de
schuif Input schaduwen en de schuif Input hoge
lichten te verplaatsen kunt u het contrast van
een opname verlagen.
Klik op de knop Kleurenhistogram om de histo-
grammen voor rood, groen en blauw te bekijken.
Klik opnieuw op de knop om de weergave te
verbergen.
Schuif input-schaduwen
Schuif input-gamma
Schuif input hoge lichten
Schuif output schaduwen
Schuif output hoge lichten
De tooncurve is een grafische weergave van de
helderheids- en kleurniveaus van het beeld. De
horizontale as geeft de 256 niveaus van het ori-
gineel (input-informatie), van zwart tot wit. De
verticale as geeft het gecorrigeerde beeld weer
(output-informatie), in dezelfde schaal.
Linksonder in de grafiek vindt u de donkere
kleuren en de schaduwen van het beeld. De
middensectie vertegenwoordigt de middento-
nen: huidtint, gras, blauwe lucht. Rechtsboven
zitten de hoge lichten: wolken, lichtreflecties,
lichtbronnen. Een verandering van de tooncurve
werkt door in helderheid, contrast en kleurba-
lans van het beeld.
Gebruik van de tooncurve
Input
Output
Hoge lichten
Middenronen
Schaduwen
Helderheid wijzigen
Dit is een eenvoudige techniek om een beeld
helderder te maken.
Selecteer het RGB-kanaal en plaats de cursor
van de vloeiende curve boven het midden van
de curve.
Klik en sleep de curve omhoog. Kijk wat er met
het beeld gebeurt. Vaak zal zelfs een kleine
curve-aanpassing al een belangrijk verschil uit-
maken. Omlaag brengen van de cursor maakt
de middentinten donkerder.
Door individuele kanalen van de tooncurve te
selecteren kunt u de kleuren in een beeld corri-
geren. Is het beeld te rood, groen of blauw,
sleep dan de curve van het corresponderende
kleurkanaal omlaag totdat de kleur er natuurlijk
uitziet. Is de kleurzweem voornamelijk een van
de secundaire kleuren (cyaan, magenta of geel)
sleep dan de curve van de complementaire
kleur omhoog.
Is het beeld bijvoorbeeld te cyaan, trek dan de
rode curve omhoog. Meer over kleur in hoofd-
stuk 39.
Via de curve kunt u het contrast van een beeld
veranderen. De lichtblauwe 45° lijn in de toon-
curve-grafiek vertegenwoordigt het oorspronke-
lijke contrast van het beeld. Wordt de hoek van
de tooncurve steiler dan 45°, dan gaat het
contrast in het beeld omhoog. Wordt de hoek
kleiner dan 45°, dan neemt het contrast af.
Zorg ervoor dat het RGB-kanaal is geselecteerd,
klik op de tooncurve dichtbij top en bodem om
twee ankerpunten toe te voegen. Beweeg het
bovenste ankerpunt omhoog en het onderste
omlaag. Hiermee maakt u de hoek van het cen-
trale deel van de curve steiler om het contrast
van het beeld te verhogen zonder dat er een
algemene helderheidsvariatie ontstaat.
Contrast verhogen
Kleur corrigeren
61
60
Gevanceerde beeldverwerking
U krijgt hier eenvoudige correcties te zien die
goed met het histogram uit te voeren zijn. In
tegenstelling tot de tooncurve geeft het histo-
gram informatie over een bepaald beeld. Die
informatie kan worden gebruikt om het beeld te
evalueren en op basis daarvan correcties uit te
voeren.
De pixelverdeling in dit histogram geeft aan dat
niet de gehele toonwaardenreeks is gebruikt. Er
is sprake van een afwezigheid van pixels in de
schaduwen en de hoge lichten.
Door de schuif voor de schaduwen en de schuif
voor de hoge lichten naar links te schuiven, om
de zwart- en witniveaus in te stellen waar de
pixelverdeling begint, neemt het contrast toe.
Met de gammaschuif kunt u de relatieve verdeling van de tonen in het beeld veranderen. Verplaatst
u de schuif naar links, naar de schaduwen, dan wordt het beeld lichter. Verplaatst u de gamma-
schuif de andere kant op, dan wordt het beeld donkerder.
GEBRUIK VAN HET HISTOGRAM
In het tooncurve/histogrampalet kunt u correc-
ties maken door binnen het beeld een witpunt,
grijspunt en zwartpunt op te geven. Wanneer de
pipet-cursor boven het beeld wordt gehouden
verschijnen de RGB- en grijswaarde van het
betreffende punt. Alle veranderingen worden in
het weergegeven beeld doorgevoerd.
Klik op de Toepassingsknop (Apply) en houd
hem ingedrukt om de veranderingen in het
histogram te zien. Hierna leest u hoe u de wit-
en zwartpuntwaarden kunt wijzigen.
Druk op de Reset-knop om de bewerking op te
heffen.
Wit-, zwart- en grijspuntcorrecties
Klik op de witpunt-knop; de muisaanwijzer ver-
andert in een witte pipet.
Klik met de pipet op het lichtste neutrale punt
van het beeld om het als witpunt aan te wijzen.
De waarden van het beeld worden nu aangepast
aan het geselecteerde punt. Standaardniveau
voor het witpunt is 255 voor elk RGB-kanaal.
Klik op de zwartpunt-knop.
Klik met de pipet op het donkerste neutrale punt
van het beeld om het als zwartpunt aan te wij-
zen. De waarden van het beeld worden nu aan-
gepast aan het geselecteerde punt.
Standaardniveau voor het zwartpunt is 0 voor
elk RGB-kanaal.
Klik op de grijspunt-knop. Met de grijspunt
regelt u de kleur van het beeld.
Klik met de pipet op een neutraal deel van het
beeld dat u als grijspunt wilt aanwijzen. Het
gebied waarop u de grijspunt kalibreert moet
neutraal van kleur zijn. Het helderheidsniveau is
daarbij niet belangrijk, maar als het gebied een
duidelijke kleur heeft, krijgt het beeld een dui-
delijke kleurafwijking.
6362
Gevanceerde beeldverwerking
De wit- en zwartpuntwaarden zijn ingesteld van 255 tot 0 voor R, G en B. Verandering van wit-
en zwartpuntwaarden zorgt voor kalibratie van het beeld zonder echt wit of zwart.
Klik op de knop voor de puntwaarde in het
curve- en histogrampalet.
Voer de nieuwe wit- of zwartpuntwaarden in en
klik op OK.
Terwijl het dialoogvenster open blijft, is de
RGB-aanduiding actief en ziet u de waarde van
ieder punt in beeld waarboven de muisaanwij-
zer wordt gehouden.
Kalibreer het beeld zoals beschreven bij de
wit-, zwart- en grijspuntcorrecties.
Wit- en zwartpuntwaarden instellen
Selectieve kleurcorrectie is een geavanceerde techniek voor het verfijnen van de kleur in het
beeld. Er kan een cyaan, magenta, geel en zwart kanaal worden gebruikt om de zes separate
kleuren in het beeld aan te passen: rood, groen, blauw, cyaan, magenta en geel. De schuif voor
het zwart-niveau regelt de helderheid van de geselecteerde kleurgroep. Dit type correctie is
effectief in het veranderen van een specifieke kleur zonder een van de andere kleuren in het
beeld te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: als de lucht een purperen tint heeft in plaats van blauw, dan
kan magenta worden verminderd in de blauwe kleurgroep.
Selectief kleurenpalet
Selecteer de te corrigeren kleurgroep in het
vakje bovenaan het palet.
Verplaats de schuif of voer een waarde in het
vakje in om een geselecteerde kleurgroep te
corrigeren. U kunt voor het corrigerende van
de geselecteerde kleur meer dan een schuif
gebruiken. Veranderingen zijn meteen in beeld
te zien. Klik op de Reset-knop om de verande-
ringen op te heffen.
Klik op de knop voor selectieve kleur in de
Image correction tab om het palet te openen.
Versleep de schuiven voor Hue (kleurtoon),
Saturation (kleurverzadiging) en Lightness
(lichtheid) of voer de gewenste waarden in de
tekstvakjes in; het resultaat van de veranderin-
gen is in het beeld te zien.
De schuif voor de kleurtoon doet de kleuren in
het kleurvlak draaien. De uiterste positie rechts
(180 graden) geeft hetzelfde resultaat als de
uiterste positie links (- 180 graden). Klik op de
Reset-knop om veranderingen op te heffen.
Onder aan het palet worden twee kleurruimten
weergegeven. De bovenste balk geeft de kleur-
ruimte van het oorspronkelijke beeld weer. De
onderste balk laat de relatieve verschuiving
zien.
Palet kleurtoon, kleurverzadiging en lichtheid
Dit palet past het beeld aan volgens het HSB-kleurenmodel (Hue, Saturation, Brightness). Het
HSB-kleurenmodel bepaalt een kleur op basis van de menselijke waarneming en niet op basis
van een fotografisch proces.
Klik op de knop Kleurtoon/kleurverzadiging/
lichtheid om het palet te openen.
Oorspronkelijk kleurruimte
Nieuwe kleurruimte
Met de knop Auto setting corrigeert u automatisch de kleurverzadiging zonder dat kleurzweem
en lichtsterkte veranderen. Klik op de Reset-knop om de veranderingen ongedaan te maken.
Scanner-info
De kleurtooncorrectie is geen hulpmiddel voor de kleurbalans. Verandert u de kleurtoon, dan
wordt elke kleur een nieuwe kleurtoon toegewezen, afhankelijk van de mate van rotatie
binnen de kleurruimte. Een zeer eenvoudige kleurruimte kan bijvoorbeeld drie kleuren bevat-
ten: rood, groen en blauw. Hebt u bijvoorbeeld een rode schuur naast een groen boom onder
een blauwe hemel, roteer dan het beeld in het kleurvlak; de kleuren nemen een nieuwe
zweem aan - de schuur is groen, de boom blauw en de lucht rood. Het HSB-kleurvlak werkt
net zo, maar met nog veel meer zwemen.
Anders dan het palet voor helderheid, contrast en kleurbalans zal de correctie in lichtheid niet
zichtbaar en gelijkmatig de dekking van de kleuren veranderen. Met een extreme verhoging
van de lichtheid zal blauw nooit zo licht als geel worden.
6564
Gevanceerde beeldverwerking
Het is mogelijk beeldcorrecties tijdelijk op te
slaan als een miniatuur naast het weergegeven
beeld. Klik op de Snapshot-knop op de tool-
balk om een miniatuur met de huidige beeld-
correcties op te slaan.
Om terug te keren naar een eerdere beeldcor-
rectie klikt u op de betreffende snapshotminia-
tuur. Het miniatuurbeeld vervangt het huidige
beeld. Wilt u een snapshot wissen, klik dan op
de miniatuur en druk op Delete-toets van het
toetsenbord.
Snapshotveld
Snapshot-knop
Beeldcorrecties opslaan
Beeldcorrectietaken oproepen
Beeldcorrecties die op een beeld zijn toegepast
in de Image correction tab kunnen worden
opgeslagen als een beeldcorrectietaak. Die kunt
u elk moment oproepen wanneer u de correc-
ties op andere beelden wilt toepassen.
Klik op de knop Opslaan beeldcorrectietaak om
de huidige correctie-instellingen te bewaren.
Voer de Taaknaam in. Klik op OK om de instel-
lingen op te slaan.
Zorg dat het te corrigeren beeld te zien is in de
tab Image correction. Klik op de knop
Oproepen beeldcorrectietaak (Load Image cor-
rection Job) om het selectievenster te openen.
Selecteer een beeldcorrectietaak door erop te
klikken. Klik op OK om de taak toe te passen
op het weergegeven beeld. De taken zijn
oproepbaar in het snapshot-venster; klik
gewoon op de miniatuur om de beeld-
correctietaak toe te passen. Meerdere taken
kunnen worden opgeroepen.
Wilt u een taak wissen, open dan het Laad-
venster en markeer de te wissen taak. Druk de
wistoets (Delete) van uw toetsenbord in om het
bestand te wissen.
Snapshotknop
Knop beeldcorrectietaak oproepen
Kleurafstemming
Scanner-info
sRGB - multimedia en internetstandaard.
Apple RGB - Apple weergavestandaard.
SMPTE-C - V.S. televisiestandaard.
PAL/SECAM - Europese televisiestandaard.
ColorMatch RGB - prepress-standaard.
Activeer het vakje Color matching on.
Selecteer de output-kleurruimte in het vakje
Color space. De optie Monitor RGB gebruikt
een gespecifeerd monitorprofiel, zie hieronder.
Klik op de OK-knop in het Preferences-venster
om de handeling te voltooien.
Output-kleurruimte instellen
De output-kleurruimte en het monitor-ICC-pro-
fiel kunnen worden opgegeven in het Prefe-
rences-venster. Klik op de Preferences-knop
om het venster te openen.
Adobe RGB - grafische standaard.
Wide-gamut RGB - speciale kleurruimte.
NTSC - Japanse televisiestandaard.
CIE RGB - speciale kleurruimte.
Monitor RGB - gebruik van het monitorpro-
fiel.
Monitor ICC vindt op de volgende locaties:
Windows 98, 98SE, Me: [Windows] > [System] > [Color]
Windows 2000: [WINNT] > [System32] > [Spool] > [Drivers] > [Color]
Windows XP: [Windows] > [System32] > [Spool] -> [Drivers] > [Color]
Mac OS 9: [Systeem] > [ColorSync profile]
Mac OS X: [Bibliotheek] > [ColorSync] > [Profiles] > [Displays]
Monitor ICC-profiel instellen
U kunt het specifieke ICC-profiel van een monitor opgeven in het kleurafstemmingsgedeelte
(color matching) van het Preferences-venster. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de monitor voor
de naam van de monitor. Dit profiel kan woren gebruikt als output-kleurruimte, zie boven.
Klik het vakje voor gebruik van het Monitor
ICC-profiel (Use monitor ICC profile) aan.
Klik op de knop Load ICC profile aan om het
venster voor het openen van bestanden te
openen.
Localiseer en open het ICC profiel van de monitor die u gebruikt. Het
geselecteerde profiel verschijnt in het Preferences-venster. Klik op OK
in het Preferences-venster om de handeling te voltooien.
66
Batch scan utility
Seriescannen (Batch)
De Batch Scan Utility is geschikt voor het
scannen van grote aantallen beelden. Deze uti-
lity scant en verwerkt alle beelden in een film-
houder. De Batch Scan Utility wordt geopend
met de DiMAGE Scan Launcher, zie blz. 20.
Wilt u een seriescan voorbereiden, klik dan op
de knop Batch Scan Settings in het venster
van de Launcher. Het deurtje van de scanner
dient te zijn gesloten en er moet een filmhou-
der in de scanner zitten.
2. Selecteer het filmtype in het daarvoor bestemde vak (blz. 28). Bij het maken van Batch Scans
kunt u geen filmtypen door elkaar gebruiken.
4. Klik op de knop Load Job om het taakselectievenster te openen.
Selecteer de gewenst Taak en klik op de OK-knop om de hande-
ling te voltooien. Meer over Taken op blz. 32 en 64.
5. Klik op de knoppen Digital ICE, ROC, GEM, SHO en Pixel Polish
als u die bewerkingen wilt gebruiken. Kijk in eerdere hoofdstukken
in de handleiding voor meer informatie: Digital ICE (blz. 35), Digital
ROC (blz. 51), Digital GEM (blz. 52), Digital SHO (blz. 53) en Pixel
Polish (blz. 36). Kijk voor de geheugenvereisten op blz 11. De
parameters van deze functies kunnen worden gewijzigd in het ven-
ster Batch Scan setup, zie 8 hieronder.
67
7. Namen voor gescande beelden selecteren. De automatische optie geeft de bestanden een
naam die is gebaseerd op de datum en tijd van de scan; de bestandsnaam begint met DS,
gevolgd door de gegevens voor jaar, maand, dag, uur, minuut en seconde. DS050523134510
werd gescand in 2005, op 23 mei, om 13:45 uur en 10 seconden. Het urenregister is gebaseerd
op een 24-uurs-klok. Bij de handmatige optie (manually) wordt gebruik gemaakt van de naam
die u in het vakje invoert plus een viercijferig serienummer dat automatisch wordt toegekend.
6. Bestemming voor de gescande beelden selecteren. Klik op de View-
knop, waardoor het Browse-venster verschijnt. Zoek in de boom-
structuur de map waarin u de bestanden wilt opslaan. Klik de map
aan. Klik op de OK-knop om de handelingen af te ronden. De
bestemming verschijnt in het venster met instellingen.
1. Zie voor het aanmaken en oproepen van een Master setup voor serie-scannen blz. 50.
3. Selecteer het geoogde gebruik in de lijst. Taakbestanden kunnen
ook worden gebruikt, zie 4 hieronder.
9. Klik op de OK-knop om de handeling af te
ronden en terug te keren naar de Launcher.
8. Klik op Show information om de scan para-
meters te zien. Wilt u de geavanceerde
instellingen wijzigen, klik dan op de knop
Batch Scan setup om het Setup-venster te
openen, zie volgende bladzijde. Klik opnieuw
op de knop om de weergave te verbergen.
Wordt er op de Batch Scan Utility knop in het
venster van de Launcher geklikt, dan wordt de
scanner opgestart. Verschijnt de melding “Set
holder”, plaats dan de houder in de scanner;
alle beelden in de houder zullen worden
gescand en opgeslagen, en de houder wordt
automatisch uitgevoerd.
Wilt u een nieuwe serie scannen, plaats dan
een andere film in de houder en plaats hem
terug in de scanner. Klik op de knop Batch
Scan Utility om het scannen te starten. De
scanner hoeft maar eenmaal te worden opge-
start.
Wordt de Batch Scan Utility toegewezen aan de Quick Scan knop (met het menu onderaan in de
Launcher), dan zal de eerste keer dat de Quick Scan knop wordt ingedrukt de scanner opstar-
ten, en dan verschijnt de melding “Insert holder”. Wilt u volgende houders scannen, plaats dan
de houder en druk op de Quick Scan knop.
68
Batch scan utility
Met de knop Batch Scan setup opent u het Setup-venster, zie 8 op
de vorige bladzijde.
Met de Preferences-tab wijzigt u de scanner-voorkeuren. Meer over
de voorkeuren op blz. 40. Informatie over kleurafstemming op blz.
40.
Slaat u Batch Scan beelden op in het PICT bestandsformaat en is
het bestand breder dan 4096 pixels, dan wordt het bestand automa-
tisch opgeslagen in TIFF bestandsformaat.
In de tab Scan setup kunt u opgeven of de automatische uitsnede
actief is en de outputgrootte en -resolutie instellen.
Kijk op bladzij 31 voor informatie over de automatische uitsnede. Kijk
op bladzij 32 en 46 t/m 49 voor het maken, opslaan en oproepen van
scan-instellingen.
69
In de tab Auto processing geeft u de parameters op voor beeldbe-
werking met Digital ROC (blz. 51), Digital GEM (blz. 52), Digital SHO
(blz. 52) en Pixel Polish (blz. 36).
In de tab Image correction geeft u de beeldbewerking op die wordt
toegepast op gescande beelden.
Kijk op bladzij 64 voor het oproepen van beeldcorrectietaken.
De auto-setting functies corrigeren het gescande beeld automatisch:
de tooncurve- en histogram-optie verbeteren kleur en contrast: de
optie Brightness, contrast and color balance verbetert contrast en
helderheid: de optie Hue, saturation and Lightness verbetert de
kleurverzadiging.
In de tab Exposure control regel u de belichtingsregeling van de
scanner. Kijk op bladzij 42 voor het maken, opslaan en oproepen van
belichtingsinstellingen.
Appendix
Problemen oplossen
Op deze bladzijde vindt u oplossingen voor een aantal eenvoudige problemen. Neem bij een
defect, of als de hier opgegeven oplossingen geen resultaat opleveren, contact op met uw han-
delaar of de Technische Dienst van Konica Minolta.
Vergroot de geheugenruimte voor het beeldbewerkings-
programma. Is er een aantal beelden achter elkaar
gescand, sluit dan het programma voor beeldbewerking en
start het opnieuw op.
De aanduiding 'insufficient memory’ verschijnt.
Plaats de houder opnieuw in de scanner.De melding 'set holder' verschijnt op het scherm.
Scannerdeurtje werd geopend tijdens opstarten. Doe deur-
tje dicht en zet scanner uit. Start scanner opnieuw en
herstart DiMAGE Scan utility.
Het indicatielampje van de scanner knippert snel.
De filmhouder werd tijdens de scan in zijn verplaatsing
belemmerd. Zet de scanner uit, herstart de computer.
Tijdens het scannen verschijnt de melding ‘can-
not verify home position’.
Selecteer een autofocus-optie in de voorkeursinstellingen,
of maak gebruik van Spot-AF (point AF) of handmatig
scherpstellen.
Het gescande beeld is niet scherp.
Controleer of kleurnegatieffilm als filmtype werd gekozen
en scan het beeld opnieuw. Corrigeer de kleurbalans met
behulp van de DiMAGE Scan image processing functies.
Is het probleem daarna niet opgelost, installeer dan de
DiMAGE Scan Utility opnieuw.
Bij het scannen van kleurnegatieffilm ontstaat een
vreemde kleurweergave.
Zet de scanner uit. Sluit het beeldbewerkingsprogramma af
en verhoog de toegewezen geheugenruimte. Start de com-
puter en scanner opnieuw.
De Utility software loopt vast of de scantijd neemt
toe.
Controleer of kabel tussen computer en scanner goed is
aangesloten. Zet computer uit en opnieuw aan. Klik op OK
om te vervolgen.
Bij opstarten van de Utility software verschijnt de
melding ‘could not confirm scanner-connection’.
OPLOSSINGSYMPTOOM of MELDING
Verwijder de filmhouder en sluit de scanopening af met het
deurtje. Druk vervolgens op shift+control+I (Windows) of
command+shift+I (Macintosh) om de scanner te initialise-
ren.
De DiMAGE Scan preview vertoont een ongewo-
ne kleurweergave.
Verlaat alle andere DiMAGE Scan software. Komt het weer
voor, herstart dan de computer.
De melding “Unknown error. Confirm other
DiMAGE Scan software is closed” verschijnt.
Schakel de handmatige scherpstelling in het Preferences-
venster in.
Bij gebruik van het wiel voor de handmatige
scherpstelling is het beeld niet scherp. Schuif ver-
schijnt in vak voor handmatige scherpstelling.
Sluiten van het scannerdeurtje
Sluit het deurtje niet automatisch, dan kan het handmatig worden
gesloten met het meegeleverde reset-hulpmiddel. Steek dit in het
gaatje aan de zijkant van de scanner totdat de vergrendeling van
het deurtje wordt opgeheven. Gebruik het hulpmiddel niet met extra
kracht.
70
Appendix
Mac OS X
Bibliotheek
CFMSupport
Geïnstalleerde bestanden en mappen
Onderstaande bestanden en mappen die op een grijs veld staan worden tegelijk met de DiMAGE
Scan Utility software op de computer geïnstalleerd. Kijk op de tegenoverliggende bladzij voor de
locaties en namen van de geinstalleerde scannerprofielen.
Windows
(98, Me,
XP)
OR
WINNT
(2000)
Windows
System
of
System 32
Twain_32 DS Elite5400 2
Systeem
Mac OS 9
Application support
Extensies
DS Elite5400 2
Wilt u de DiMAGE Scan software van een
Macintosh computer verwijderen, plaats dan
de DiMAGE Scan CD-ROM in de CD-ROM
drive en herhaal de installatieprocedure, maar
selecteer nu Uninstall in vakje bovenin het ven-
ster. Controleer de locatie van de software. Klik
op de knop Uninstall om de software van de
computer te verwijderen.
Verwijderen van de DiMAGE Scan Software
Gebruikt u Windows, selecteer dan Remove
DiMAGE Scan Elite 5400 2 in de DiMAGE Scan
map onder de optie Programma’s in het Start-
menu. Volg de instructies op het scherm.
Scanner-kleurprofielen worden automatisch geïnstalleerd met de DiMAGE Scan Utility software.
Deze profielen worden bijgevoegd voor geavanceeerde kleurafstemming met profiel-naar-profiel-
conversies in geavanceerde beeldbewerkings en DTP-prgramma’s. MLTF5400_2.icc is voor dia-
film en 8-bit of 16-bit kleurdiepte. MLTF5400_2p.icc is voor diafilm en 16-bit lineair kleurdiepte.
De profielen worden geïnstalleerd op de volgende locaties:
Windows 98, 98SE, Me: [Windows] > [System] > [Color]
Windows 2000: [WINNT] > [System32] > [Spool] > [Drivers] > [Color]
Windows XP: [Windows] > [System32] > [Spool] -> [Drivers] > [Color]
Mac OS 9: [Systeem] > [ColorSync profile]
Mac OS X: [Bibliotheek] > [ColorSync] > [Profiles]
Scanner-kleurprofielen
Neem a.u.b. contact op met uw handelaar voor informatie betreffende de installatie, voor aanbe-
velingen t.a.v. de USB interface of voor compatibiliteit van de applicaties. Kan uw handelaar u
daarbij niet helpen, neem dan contact op met Konica Minolta. Zorg ervoor dat u dan de volgen-
de gegevens paraat hebt:
1. Het merk en type van uw computer en het besturingssysteem.
2. De beschikbare hoeveelheid RAM geheugen en de vrije ruimte op de harde schijf.
3. Andere aangesloten USB apparaten.
4. Het versienummer van de DiMAGE Scan Utility. Het versienummer wordt aangegeven wan-
neer u met de muis de cursor plaatst op de status balk in het hoofdvenster.
5. Een duidelijke beschrijving van het probleem.
6. Alle meldingen die op het beeldscherm verschijnen wanneer het probleem zich voordoet.
7. De frequentie waarmee het probleem zich voordoet.
Technische ondersteuning
Twain.dll
Twain32.dll
Twunk_16.exe
Twunk_32.exe
DICEMLT005.dll
DRAGMLT003
MCMLDS.dll
MFSBaseLib2892.dll
MFSLib2892.dll
MFSIFLib2892.dll
MFS003.cpl
PQueen20.dll
DICEMLT005 Library
DRAGMLT003 Library
DS Elite5400 2 Driver
MCM Library DS
MFSBaseLib2892
MFSButton Monitor2892
MFSLib2892
MFSIFLib2892
Queen20Lib
DICEMLT005 Library
DRAGMLT003 Library
MCM Library DS
MFSBaseLib2892
MFSButton Monitor2892
MFSLib2892
MFSIFLib2892
MFSIOUsb2892.bundle
Queen20Lib
Application support DS Elite5400 2
71
7372
Appendix
Scan-methode: Enkelvoudige scan, bewegende film, vaste sensor
Filmtype: Negatieven en dia’s, kleur en zwart/wit
Filmformaten: Kleinbeeld
Scan-formaten: 25,06 x 37,25 mm (5328 x 7920 pixels), scangebied kleinbeeld
filmhouder: 24 mm x 36 mm
Optische input resolutie: 5400 dpi
Beeldsensor: 3-lijns primaire kleuren CCD met 5340 pixels/lijn
A/D-conversie: 16 bit
Kleurdiepte: 8 bit en 16 bit per kleurkanaal
Dynamisch bereik: 4.8 (theoretische waarde)
Lichtbron: Witte LED-lichtbron
Scherpstelling: Autofocus, Point AF en handmatige scherpstelling
Interface: USB 2.0 (USB 1.1 compatible)
Energieverbruik: Max. 20 W
Afmetingen (b x h x d): 70 x 165 x 345 mm
Gewicht (ca.): 1,5 kg
Werkomstandigheden: 10° - 35°C, vochtigheidsgraad 15 - 85%, zonder condensatie
Opslagomstandigheden: -20° - 60°C, vochtigheidsgraad 10 - 85%, zonder condensatie
Scantijden (benadering): Index scan: XX sec. met diahouder
Prescan: 6 sec. (Windows), 8 sec. (Macintosh)
Scan: 21 seconden
Scan-tijd is mede afhankelijk van gebruikte voorkeursinstellin-
gen. Scan-tijd voor negatieffilms kan langer zijn dan voor dia-
film.
Testomstandigheden: Diahouder, kleurendiafilm, geen automatische belichtingsrege-
ling, geen autofocus, geen beeldcorrectie, 5400 dpi 8-bit
scan.
Windows: Pentium IV 3,2 GHz, Windows XP Professional, 1
GB RAM, 50 GB ruimte op harde schijf, ingebouwde USB 2.0
aansluiting, Adobe Photoshop ver. 7.0.1.
Geheugen toegewezen aan programma: 80%
Macintosh: PowerPC G5 Dual 2 GHz, Mac OS X 10.3.6, 1, 5
GB RAM, 63 GB ruimte op harde schijf, Apple USB 2.0 poort,
Adobe Photoshop ver. 7.0.1.
Geheugen toegewezen aan programma: 80%
Specificaties zijn gebaseerd op de meest recente informatie die vlak voor het samenstellen
beschikbaar was, en kunnen te allen tijde en zonder voorafgaand bericht worden gewijzigd.
Technische gegevens
Werd de scanner op de computer aangesloten voordat de DiMAGE Scan Utility was geïnstal-
leerd, dan zal de computer de scanner mogelijk niet herkennen. Pas onderstaande instructies
toe om de controleren of de driver goed was geïnstalleerd:
1. Klik met de rechter muisknop op Deze computer. Selecteer “Eigenschappen” in het drop-
down menu.
2. Windows 2000 en XP: selecteer de Hardware-tab in het Eigenschappen-venster en klik op
de knop voor Apparaatbeheer.
Windows 98 en Me: klik op de tab Apparaatbeheer in het Eigenschappen-venster.
3. De driver moet voorkomen onder Beeldapparaten in het venster van Apparaatbeheer. Klik op
de locatie om de bestanden te kunnen bekijken. DiMAGE Scan Elite5400 2 moet onder de
beeldapparaten voorkomen.
Komt de driver niet voor onder beeldapparaten, kijk dan onder Overige apparaten. Komt
DiMAGE Scan Elite5400 2 hier voor, voer dan onderstaande instructies uit om de driver te wis-
sen:
1. Klik op de driver om hem voor wissen te selecteren.
2. Windows 2000 en XP: klik op de actie-knop om het drop-down menu te laten verschijnen.
Selecteer uninstall. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Door op de Yes-knop te klikken
verwijdert u de driver uit het systeem.
Windows 98 en Me: klik op de Remove-knop. Er verschijnt een bevestigingsscherm. Door op
de Yes-knop te klikken verwijdert u de driver uit het systeem.
3. Herstart de computer. Controleer of de driver nu op de juiste locatie voorkomt, zoals hierbo-
ven vermeld.
Wordt de scanner voor het eerst aangesloten op een computer met Windows XP, dan zal de
wizard voor nieuwe hardware verschijnen. Klik op Volgende. De melding verschijnt dat niet aan
de Windows Logo testvoorwaarden werd voldaan. Klik om toch te vervolgen om de scanner-
installatie te voltooien. Zie ook blz. 17.
Wordt de scanner aangesloten op een computer met Windows 98, 98SE of 2000 Professional,
dan zal kort de wizard voor nieuwe hardware verschijnen. U hoeft hier geen actie op te onderne-
men. Bij Windows 2000, kan de boodschap “Digitale handtekening niet gevonden…” verschij-
nen. Klik op de Yes-knop om de scanner-installatie te voltooien.
Software-installatie controleren - Windows
74
Appendix
CATEGORY
Default
ColorLaserPrinter
Photosensitive
Ink-Jet &
Dye-SubPrinter
WebPage
PhotoCD
Screen
Document
FilmRecorder
DigitalCameraImageSize
JOB NAME
Default
A4Full
A4Half
A4Quarter
LetterFull
LetterHalf
LetterQuarter
A3Full
A4Full
A5Full
LetterFull
LetterHalf
LetterQuarter
8x10
11x14
10x12
Photo5x7
PostCard4x6
SuperB
A3Full
A4Full
A4Half
A4Quarter
LetterFull
LetterHalf
LetterQuarter
Photo4x6
Photo3x5
Photo5x7
1240x836
1112x750
984x663
792x534
760x512
600x404
320x240
PhotoCD2048x3072
PhotoCD1024x1536
PhotoCD512x768
1920x1200
1600x1200
1280x1024
1280x960
1152x870
1024x768
832x624
800x600
640x480
A4Half
A4Quarter
A4Eighth
LetterHalf
LetterQuater
LetterEighth
4K
2K
0.3-Megapixel
0.8-Megapixel
1.3-Megapixel
2-Megapixel
3-Megapixel
4-Megapixel
5-Megapixel
6-Megapixel
INPUT
RES.
1350
5028
3544
2514
5169
3478
2585
4741
3352
2362
3446
2319
1723
3244
4453
4055
2028
1637
3938
3555
2514
1772
1257
2585
1739
1293
1208
1066
1521
848
761
672
542
519
410
338
2095
1048
524
1310
1217
1038
973
882
779
633
609
487
425
338
338
418
338
338
2793
1397
487
779
1038
1217
1557
1728
1946
2141
OUTPUT
RES.
300
600
600
600
600
600
600
400
400
400
400
400
400
400
400
400
400
400
300
300
300
300
300
300
300
300
300
300
300
72
72
72
72
72
72
72
300
300
300
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
72
2400
2400
72
72
72
72
72
72
72
72
MAG.
450
838
590
419
861
579
430
1185
838
590
861
579
430
811
1113
1013
507
409
1312
1185
838
590
419
861
579
431
402
355
507
1177
1056
933
752
720
569
469
698
349
174
1819
1690
1441
1351
1225
1081
879
845
676
590
469
469
580
469
469
116
58
676
1081
1441
1690
2162
2400
2702
2973
UNIT
pixel
mm
mm
mm
inch
inch
inch
mm
mm
mm
inch
inch
inch
inch
mm
mm
mm
inch
mm
mm
mm
mm
mm
inch
inch
inch
mm
mm
mm
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
mm
mm
mm
inch
inch
inch
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
pixel
WH
1980 1332
35.44 25.06
35.59 25.08
35.32 25.06
1.27 0.99
1.47 0.94
1.27 0.99
35.44 25.06
35.44 25.06
35.59 25.08
1.27 0.99
1.47 0.94
1.27 0.99
1.23 0.99
31.99 25.07
30.11 25.07
35.11 25.05
1.47 0.98
36.81 25.08
35.44 25.06
35.44 25.06
35.59 25.08
35.32 25.06
1.27 0.99
1.47 0.94
1.26 0.99
37.31 24.88
35.77 25.07
35.11 25.05
1240 836
1112 750
984 663
792 534
760 512
600 404
320 240
3072 2048
1536 1024
768 512
1920 1200
1600 1200
1280 1024
1280 960
1152 870
1024 768
832 624
800 600
640 480
35.59 25.08
31.56 22.39
22.39 15.78
1.47 0.94
1.16 0.91
0.91 0.58
4096 2731
2048 1365
640 480
1024 768
1280 1024
1600 1200
2048 1536
2272 1704
2560 1920
2816 2112
INPUT SIZE INPUT
LOCK
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OUTPUT SIZE
WH
1980 1332
297 210
210 148
148 105
10.9 8.5
8.5 5.45
5.45 4.25
420 297
297 210
210 148
10.9 8.5
8.5 5.45
5.45 4.25
10 8
356 279
305 254
178 127
64
483 329
420 297
297 210
210 148
148 105
10.9 8.5
8.5 5.45
5.45 4.25
150 100
127 89
178 127
1240 836
1112 750
984 663
792 534
760 512
600 404
320 240
3072 2048
1536 1024
768 512
1920 1200
1600 1200
1280 1024
1280 960
1152 870
1024 768
832 624
800 600
640 480
210 148
148 105
105 74
8.5 5.45
5.45 4.25
4.25 2.72
4096 2731
2048 1365
640 480
1024 768
1280 1024
1600 1200
2048 1536
2272 1704
2560 1920
2816 2112
OUTPUT
LOCK
OFF
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
ON
8-Megapixel
2482
72 3447 pixel
3264 2448
OFF 3264
2448
ON
Door Taken te gebruiken krijgt u op eenvoudige wijze instellingen op basis van het beoogde
gebruik. Kijk bij het maken van de defintieve scan op blz. 32 voor meer informatie. De volgende
lijsten tonen de parameters van de Taakbestanden:
Lijst met Taakbestanden
30


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Minolta DiMAGE Scan Elite 5400 II at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Minolta DiMAGE Scan Elite 5400 II in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,58 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Minolta DiMAGE Scan Elite 5400 II

Minolta DiMAGE Scan Elite 5400 II User Manual - English - 38 pages

Minolta DiMAGE Scan Elite 5400 II User Manual - German - 38 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info