12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
KEUZEKNOP
Automatische opnamestand (blz. 22, 42)
Multifunctionele opnamestand (blz. 52)
Weergavestand (blz. 38, 70)
Filmopnamestand (blz. 68)
Setup-stand (blz. 84)
Overspeelstand (blz. 92)
ZOEKER
Scherpstellampje (groen)
Flitslampje (oranje)
Scherpstelkader
De keuzeknop geeft snel
en direct toegang tot de
belangrijkste gebruiks-
standen van de camera;
hij fungeert ook als
hoofdschakelaar.
Doordat de optische zoeker en het objectief op enige afstand van elkaar zitten, stemmen de beelden
die ze vormen niet honderd procent overeen; dit verschijnsel wordt parallax genoemd. Op korte afstan-
den kan de parallax leiden tot verkeerde beelduitsneden; de afwijking is sterker naarmate er meer
wordt ingezoomd. Is het onderwerp dichter bij dan 1 m (groothoekstand) of 3 m (telestand), gebruik dan
de LCD-monitor om de beelduitsnede te bepalen; omdat het objectief het beeld vormt dat op de moni-
tor verschijnt treedt er geen parallax op.