50
OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
Scherpstelstanden
De scherpstelstand kan worden gewijzigd in de stand Handmatige opnameregeling, via het menu. Op
blz. 34 ziet u hoe u de opnamestand verandert.
Selecteer in het menu van de Handmatige opnameregeling de
scherpstelstand. Op blz. 36 vindt u informatie over menugebruik. Een
aanduiding bovenin de monitor geeft de actieve scherpstelstand aan.
Autofocus
Scherpstelling op
0,8 m
Scherpstelling op
1,2 m
Scherpstelling op
2,5 m
Scherpstelling op
oneindig
De vaste afstandinstellingen kunnen worden gebruikt wanneer een
speciale scherpstelsituatie (blz. 26) een goed werking van de auto-
matische scherpstelling (autofocus) verhindert.
Hoever de scherpte voor en achter het punt van scherpstelling reikt is
afhankelijk van de zoomstand en het gebruikte diafragma. Deze
scherptediepte neemt toe naarmate de brandpuntsafstand korter
wordt (de beeldhoek wordt groter) en het diafragmagetal hoger.