24
OPNAME - BASISHANDELINGEN
Standaard opnamehandelingen
Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te
vergrendelen.
Het scherpstelsignaal van de monitor verschijnt en het signaallamp-
je van de zoeker brandt wanneer de belichting wordt vergrendeld;
als de flitser zal worden gebruikt zal het flitssignaal verschijnen.
Knipperen het scherpstelsignaal en het signaallampje, dan kon de
camera niet scherpstellen; herhaal dan de procedure.
Richt het AF-veld op het onderwerp.
Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstel-
vergrendeling (blz. 26) gebruiken. Is het onderwerp dichterbij dan 1
m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCD-
monitor om de beelduitsnede te bepalen.
Druk de ontspanknop geheel in (2) om de opname te maken.
Na het ontspannen van de sluiter brandt het signaallampje van de
zoeker tijdens het wegschrijven van de beeldinformatie naar de
geheugenkaart. Verwijder een geheugenkaart nooit als er beeldin-
formatie wordt weggeschreven.
Houdt u de ontspanknop ingedrukt, dan wordt er een serie opna-
men gemaakt. Tussen de opnamen door geeft de LCD-monitor de
laatst gemaakte opname weer.
Scherpstelsignaal
1
2