123
Foto’s zijn
niet scherp.
Onderwerp te dichtbij.
Let er op dat het onderwerp
zich binnen het AF-bereik
bevindt (blz. 24) of gebruik de
macro-stand (blz. 29).
Camera staat in de
macrostand
Verlaat de macro-instelling
(blz. 29).
In de onderhavige situatie
kan er niet goed worden
scherpgesteld
(blz. 27).
Gebruik de scherpstelvergren-
deling om op een object op
dezelfde afstand als het onder-
werp in te stellen (blz. 53), of
stel handmatig scherp (blz. 67).
Opnamen zijn
zonder flits bin-
nen of bij wei-
nig licht
gemaakt.
Lange sluitertijden geven
wanneer de camera in de
hand wordt gehouden tril-
lingsonscherpte.
Gebruik een statief, stel de
cameragevoeligheid hoger in
(blz. 64) of gebruik de flitser
(blz. 32).
Continu
transport en
bracketing
werken
niet.
Beeldkwaliteit is ingesteld op TIFF.
Kies een andere kwaliteitsin-
stelling (blz. 44).
Onderwerp buiten het flitsbereik
(blz. 64).
Ga dichter bij het onderwerp of
stel de cameragevoeligheid
hoger in (blz. 64).
Probleem Symptoom Oorzaak Oplossing
Scherpstel-
signaal is rood.
Bij gebruik
van de flitser
zijn de opna-
men te don-
ker.