42 OPNAMESTAND
De opnameresolutie en de compressieverhouding moeten voordat er opnamen worden gemaakt
handmatig worden ingesteld.
Een verandering van de opnameresolutie heeft gevolgen voor het aantal pixels in de opname. Hoe
hoger de opnameresolutie, hoe groter de bestandsomvang. Kies de opnameresolutie op basis van
het uiteindelijk doel dat u met de opname voor ogen staat - lage resoluties zijn uitermate geschikt
voor gebruik op websites, terwijl hoge resoluties de beste fotokwaliteit bieden bij het afdrukken. De
beschikbare opnameresoluties verschillen met de verschillende opnamestanden.
De compressieverhouding heeft geen invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe lager de com-
pressieverhouding, hoe hoger de beeldkwaliteit en hoe groter de bestandsomvang. Zowel de com-
pressieverhouding ‘fine’ als ‘normal’ leveren beelden in het JPEG-bestandsformaat. De compressie-
verhouding kan bij filmopnamen niet worden ingesteld. Als u de geheugenkaart zo efficiënt mogelijk
wilt gebruiken, kies dan voor de compressieverhouding ‘normal’.
Wanneer de opnameresolutie en de compressieverhouding worden gewijzigd, toont de opnameteller
bij benadering het aantal opnamen dat bij die instelling op de aanwezige geheugenkaart kan worden
weggeschreven. Een geheugenkaart kan opnamen bevatten met verschillende opnameresoluties en
compressieverhoudingen. Het aantal opnamen dat op een geheugenkaart past is afhankelijk van de
opslagcapaciteit van de kaart en de bestandsomvang van de gemaakte opnamen. De werkelijke
bestandsomvang wordt bepaald door het onderwerp; sommige onderwerpen kunnen beter worden
gecomprimeerd dan andere.
Bij de opnameresolutie 2880 x 2160 duurt het na het geheel indrukken van de ontspanknop ca. 4 s
voordat de camera de opname heeft weggeschreven op de geheugenkaart.
OPNAMERESOLUTIE EN COMPRESSIEVERHOUDING KIEZEN
De opnameteller geeft bij benadering het aantal opnamen aan dat op de geheugenkaart past bij een
gegeven opnameresolutie en compressieverhouding. Wanneer de instellingen worden gewijzigd, geeft
de opnameteller een herzien aantal opnamen aan. Omdat de opnameteller uitgaat van een gemiddel-
de bestandsomvang, kan het gebeuren dat de tellerstand met meer of minder dan 1 verandert na het
maken van een opname. Wanneer de opnameteller 0 aangeeft, betekent dit dat er bij de gegeven
opnameresolutie en compressieverhouding geen enkele opname kan worden opgeslagen. Het veran-
deren van de instellingen kan ervoor zorgen dat er weer een opname op de geheugenkaart past.
Camera-info