SPECIALE SCHERPSTEL-SITUATIES
Het is mogelijk dat de camera in bepaalde situaties niet kan scherpstellen. Het groene lampje zal
dan knipperen om dat aan te geven. Gebruik in zo’n geval de scherpstel-vergrendel functie, door
eerst scherp te stellen op een ander onderwerp (op dezelfde afstand). Vervolgens richt u de camera
op het oorspronkelijke onderwerp en maakt u alsnog de foto.
Het onderwerp heeft
tre weinig contrast.
Het onderwerp is te
donker.
Twee onderwerpen op
verschillende afstand
overlappen elkaar bin-
nen het AF kadert
Het onderwerp bevindt
zich dichtbij een zeer
helder vlak
SCHERPSTEL-VERGRENDELING
Wilt u het hoofdonderwerp niet midden in het beeld weergeven, dan kunt u gebruik maken van
scherpstel-vergrendeling. Deze zelfde instelling is ook handig wanneer scherpstellen niet lukt, zoals
in speciale scherpstel-situaties (zie hieronder). Via de ontspanknop kunt u de scherpte-instelling ver-
grendelen.
Richt het AF kader op het hoofd-
onderwerp en druk de ontspanknop
gedeeltelijk in.
• Het groene lampje licht op om te
bevestigen dat de scherpte is
vergrendeld (zolang u de
ontspanknop zo houdt).
Houdt de ontspanknop voort-
durend gedeeltelijk ingedrukt en
kies tegelijk de gewenste, nieuwe
compositie. Druk daarna de
ontspanknop helemaal in om de
foto te maken.
12
Houd de camera stevig vast met uw rechterhand en gebruik de linker voor
extra ondersteuning. Houd de ellebogen tegen het lichaam en de voeten op
schouder-breedte om de camera stabielk vast te houden. Maakt u verticale
opnamen, zorg dan dat de flitser zich aan de bovenzijde bevindt. Kijk door de
zoeker of op de LCD monitor om de compositie te controleren en druk de
ontspanknop met een rustige beweging in. Pas wel op dat u het objectief niet
afdekt met uw vingers of de polskoord.
VASTHOUDEN VAN DE CAMERA