64
O
PNAMESTAND - GEAVANCEERDE TECHNIEKEN
In de stand voor continu-opnamen worden er achtereen opnamen gemaakt zolang de ontspanknop
ingedrukt wordt gehouden. De continu-stand werkt als de motordrive van een gewone fotocamera. Het
aantal opnamen dat u per keer achtereen kunt opnemen is afhankelijk van de instelling voor beeld-
kwaliteit; vijf bij RAW opnamen, drie met de andere instellingen. Wanneer de ontspanknop wordt inge-
drukt en ingedrukt wordt gehouden, begint de camera opnamen te maken; hij gaat door totdat het maxi-
male aantal opnamen is bereikt of totdat de ontspanknop wordt losgelaten. De ingebouwde flitser kan
worden gebruikt, maar de camera wacht steeds met de volgende opname totdat de flitser opgeladen
is.
STANDAARD EN HIGH-SPEED CONTINU-TRANSPORT
Zet het functiewiel in de transportstand (1). Druk op de
functietoets in het midden van het functiewiel (2). Stel met
het voorste instelwiel de gewenste transportstand in (3).
Kies met het achterste instelwiel (4) tussen standaard en
high-speed continu-transport. Druk de ontspanknop half
in of druk op de functietoets om de instelling te voltooien.
Standaard continu transport
High-speed continu transport
Continu transport - maakt opnamen met een frequentie van 2 bps. In combinatie met continu autofo-
cus zal de camera de scherpstelling tijdens de serie bijregelen. Tussen de opnamen door zal het live-
beeld steeds kort verschijnen.
High-speed continu transport - maakt opnamen met een frequentie van 2,8 bps. Bij beelden kleiner
dan 2560 x 1920 pixels neemt de opslagtijd per opname af. De scherpstelling wordt vergrendeld op de
eerste opname, ongeacht de ingestelde scherpstelmethode. Tijdens de serie blijft het live-beeld stil-
staan.
1
2
3
4