Het diafragma, de regelbare opening in het objectief, regelt niet alleen de hoeveelheid doorgelaten
licht, maar ook de scherptediepte; dat is de zone voor en achter het onderwerp waarin alles scherp
wordt weergegeven. Hoe hoger het diafragmagetal, des te groter is de scherptediepte. Dan is bijvoor-
beeld alles vanaf 1,5 m van de camera tot aan de horizon scherp. Bij een hoog diafragmagetal is de
opening in het objectief klein, dus dat vraagt wel om relatief lange sluitertijden. Dat is weer niet het
geval bij een laag diafragmagetal (een grote opening), die een beperkte scherptediepte geeft; dan is
bijvoorbeeld alleen het onderwerp scherp maar blijft de achtergrond onscherp. Zo'n instelling is erg
interessant voor portretten, waarbij het
goed is de aandacht op de persoon te
concentreren en de achtergrond on-
scherp te houden. Landschapsfoto's
moeten vaak van voor tot achter scherp
zijn en vragen doorgaans dus om een
hoog diafragmagetal voor veel scherp-
tediepte.
136
FOTOGRAFISCHE BASISPRINCIPES
Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u
gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van nu de volgende basisprincipes zal
u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten.
De scherptediepte verandert ook met de
brandpuntsafstand. Hoe korter de brand-
puntsafstand (hoe groter de beeldhoek),
des te groter is de scherptediepte.