69213
10
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/64
Next page
Gebruiksaanwijzing voor de
wasautomaat
W 3203
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw wasautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 06 737 140
nl-NL
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
-
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren. Wanneer u uw oude apparaat
bij het gewone afval doet of er op een
andere manier niet goed mee omgaat,
kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor
de gezondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
2
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Bediening van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Bedieningspaneel .................................................10
Vóór de eerste wasbeurt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Tips om energie en water te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Energie- en waterverbruik.........................................13
Wasmiddelen ..................................................13
Juiste keuze van extra functies (Kort, Inweken, Voorwas) ................13
Zo wast u goed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte handleiding .................................................14
Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Kort ............................................................19
Voorwas .........................................................19
Inweken .........................................................19
Extra water .......................................................19
Centrifugeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Maximaal centrifugetoerental ........................................20
Het centrifugeren tussen de spoelgangen ............................20
Het kiezen van de spoelstop ......................................20
Het overslaan van het centrifugeren tussen de spoelgangen en het
eindcentrifugeren ...............................................20
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Textielbehandelingssymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Inhoud
3
Het wijzigen van het programmaverloop. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het afbreken van een programma / Het wisselen van programma............27
Het onderbreken van een programma .................................27
Het wijzigen van het gekozen programma ..............................27
Het overslaan van een programmafase ................................27
Het bijvullen van de trommel of het voortijdig verwijderen van wasgoed uit de
trommel .........................................................28
Wasmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Het juiste wasmiddel ...............................................29
Wateronthardingsmiddel ............................................30
Wasmiddelen met verschillende componenten ..........................30
Middelen voor het nabehandelen van het wasgoed .......................31
Automatisch spoelen met wasverzachter of stijfsel .....................31
Apart spoelen met wasverzachter of stijfsel ...........................31
Het kleuren en ontkleuren ...........................................31
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Het reinigen van de ommanteling, het bedieningspaneel en de trommel.......32
Het reinigen van de wasmiddellade ...................................32
Het reinigen van de wasmiddelladekast ................................33
Het reinigen van de watertoevoerzeefjes ...............................34
Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het oplossen van problemen.........................................35
Het programma begint niet...........................................35
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding ..............36
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een foutmelding .........37
Algemene problemen met de wasautomaat .............................38
Een tegenvallend wasresultaat .......................................39
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.....................40
Het openen van de deur bij verstopte afvoer en/of stroomuitval..............41
Inhoud
4
Afdeling Klantcontacten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Reparaties.....................................................43
Programma-actualisering (Update) .................................43
Garantietermijn en garantievoorwaarden .............................43
Bij te bestellen onderdelen ........................................43
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Het apparaat van voren .............................................44
Het apparaat van achteren ..........................................45
Plaats van opstelling ...............................................46
Het plaatsen van de wasautomaat ..................................46
Het verwijderen van de transportbeveiliging.............................46
Het monteren van de transportbeveiliging ..............................48
Het stellen van de wasautomaat ......................................49
Het naar buiten draaien en vastzetten van de stelvoeten ................49
Was-droogzuil..................................................50
Het Miele waterbeveiligingssysteem ...................................51
Het aansluiten van de watertoevoer ...................................52
Het aansluiten van de waterafvoer ....................................53
Elektrische aansluiting ..............................................54
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Programmeerfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Systeem extra water ...............................................58
Behoedzaam wassen ..............................................59
Afkoeling van het sop ..............................................60
Memory .........................................................61
Inweektijd........................................................62
Inhoud
5
Deze wasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
-
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom
eerst aandachtig door voordat u uw
apparaat voor het eerst gebruikt.
Hierin vindt u belangrijke instructies
betreffende de veiligheid, het ge
-
bruik en het onderhoud van de was
-
automaat. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt onnodige schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
Efficiënt gebruik
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be-
stemd voor huishoudelijk gebruik.
~
Deze wasautomaat is uitsluitend be
-
stemd voor het wassen van textiel dat
volgens de aanwijzingen van de fabri
-
kant op het onderhoudsetiket in de
wasautomaat mag worden gewassen.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver
-
antwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een fou
-
tieve bediening.
~
Personen die op grond van hun
fysieke of psychische gesteldheid, hun
onervarenheid of gebrek aan kennis
van de wasautomaat niet in staat zijn
om het apparaat veilig te bedienen,
mogen deze automaat alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of wor
-
den geïnstrueerd door een verant
-
woordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
~
Wanneer er kinderen in de buurt van
de wasautomaat zijn, houd ze dan
goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.
~
Kinderen mogen de wasautomaat
alleen dan zonder toezicht gebruiken,
wanneer ze weten hoe het apparaat
werkt en wat voor gevaar zij lopen wan-
neer ze de automaat fout bedienen.
~
Wanneer u met hoge temperaturen
was, bedenk dan dat het glas van de
deur heet wordt.
Zorg ervoor dat kinderen het glas tij
-
dens een wasprogramma niet aanra
-
ken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar be
-
schadigd is.
Een beschadigde wasautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
~
Vergelijk vóórdat u de wasautomaat
aansluit de aansluitgegevens (zekering,
spanning en frequentie) op het type
-
plaatje met die van het elektriciteitsnet.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van de
wasautomaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge-
ïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw inspecteren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt ver-
oorzaakt door een ontbrekende of be-
schadigde aarddraad.
~
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
-
beeld oververhitting.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van deze Miele-
onderdelen kunnen wij garanderen, dat
zij volledig voldoen aan de veiligheids
-
eisen die wij stellen aan onze appara
-
ten en onderdelen daarvan.
~
Reparaties aan de wasautomaat
mogen alleen door vakmensen van
Miele worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de ge
-
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
-
kant niet aansprakelijk kan worden ge
-
steld.
~
Wanneer de aansluitkabel is be
-
schadigd, moet de kabel door erkende
vakmensen worden vervangen.
~
Wanneer er een storing wordt ver
-
holpen en wanneer de wasautomaat
wordt gereinigd en onderhouden mag
er geen elektrische spanning op de
wasautomaat staan.
Dat is het geval, als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
~
De wasautomaat mag alleen met
een nieuwe slangenset op de waterlei
-
ding worden aangesloten. Een oude
slangenset mag niet opnieuw worden
gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot of
in een camper) moet worden geplaatst,
mag het uitsluitend door een vakman/
vakvrouw worden ingebouwd en aan
-
gesloten. Hierbij moet aan alle voor
-
waarden voor een veilig gebruik wor
-
den voldaan.
Gebruik
~
Plaats uw wasautomaat niet in vorst
-
gevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of
barsten en de betrouwbaarheid van de
elektronische besturing kan door tem-
peraturen onder het vriespunt afnemen.
~
Verwijder voordat u de wasautomaat
in gebruik neemt de transportbeveili-
ging aan de achterzijde van het appa-
raat.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aanslui-
ten van de wasautomaat", paragraaf:
"Het verwijderen van de transportbevei-
liging".
Wanneer u de transportbeveiliging niet
verwijdert, kan dat bij het centrifugeren
schade veroorzaken aan uw wasauto
-
maat en aan de meubels / apparaten
die ernaast staan.
~
Sluit de kraan af als u langere tijd af
-
wezig bent (bijv. tijdens vakanties), ze
-
ker als er zich in de buurt van de was
-
automaat geen afvoer in de vloer zoals
een putje bevindt.
~
Denk eraan dat er water kan over
-
stromen.
Controleer daarom vóórdat u de water
-
afvoerslang in een wastafel of wasbak
hangt, of het water snel genoeg weg
-
stroomt.
Zorg er daarom ook voor dat de afvoer
-
slang niet weg kan glijden. Wanneer de
slang niet goed vastzit kan hij door de
kracht van het wegstromende water uit
de wastafel of wasbak worden gedrukt.
~
Let erop dat u voorwerpen zoals
spijkers, naalden, munten en paper-
clips niet meewast.
Deze kunnen namelijk onderdelen van
de wasautomaat beschadigen (bijv.
kuip, wastrommel).
Beschadigde onderdelen kunnen op
hun beurt weer schade aan het was-
goed veroorzaken.
~
Als u het wasmiddel op de juiste
manier doseert is het niet nodig dat u
de wasautomaat ontkalkt.
Mocht uw apparaat toch zo sterk ver
-
kalkt zijn, dat het beslist moet worden
ontkalkt, gebruik daar dan speciale ont
-
kalkingsmiddelen voor die een anti-cor
-
rosiemiddel bevatten.
Deze middelen zijn verkrijgbaar via uw
Miele-vakhandelaar of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Volg de adviezen voor het gebruik van
de ontkalkingsmiddelen strikt op.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen is behan
-
deld, moet vóórdat het in de wasauto
-
maat wordt gewassen, grondig in hel
-
der water worden uitgespoeld.
~
Gebruik in deze wasautomaat nooit
reinigingsmiddelen die een oplosmid
-
del bevatten, zoals wasbenzine.
Doet u dat toch, dan kunnen onderde
-
len van het apparaat beschadigen en
kunnen er giftige dampen ontstaan. Het
gevaar bestaat dan dat er brand uit
-
breekt of zich een explosie voordoet.
~
Zorg ervoor dat er nooit oplosmid
-
delhoudende reinigingsmiddelen tegen
deze wasautomaat terechtkomen, zoals
wasbenzine.
Dit is slecht voor kunststof oppervlak-
ken.
~
Wanneer u textielverf in de wasauto-
maat wilt gebruiken, kies dan textielverf
die daar geschikt voor is, gebruik niet
meer verf dan strikt nodig is en neem
de aanwijzingen van de textielverffabri-
kant precies in acht.
~
Ontkleuringsmiddelen kunnen door
hun chemische samenstelling corrosie
veroorzaken.
Deze middelen mogen daarom niet in
de wasautomaat worden gebruikt.
~
Komt er vloeibaar wasmiddel in de
ogen terecht, spoel de ogen dan met
veel water schoon.
Wordt dit middel per ongeluk ingeslikt,
bel dan direct de dokter op.
Personen die een gevoelige of bescha
-
digde huid hebben, kunnen het vloei
-
baar wasmiddel maar beter niet aanra
-
ken.
Toebehoren
~
Alleen originele Miele-toebehoren
kunnen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
-
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd, kan de fa
-
brikant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar even-
tueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Bedieningspaneel
a Display
Het display kan verschillende dingen
aangeven.
Zie volgende bladzijde.
b Start - toets
Met deze toets kunt u een waspro-
gramma starten.
c Toetsen voor de extra functies
Met deze toetsen kunt u extra func-
ties in- of uitschakelen.
Met de bovenste toets kunt u óf Kort
óf Voorwas óf Inweken kiezen.
Met de onderste toets kunt u Extra
water kiezen.
Wanneer u een extra functie in-,
resp. uitschakelt gaat het daarbij be
-
horende controlelampje branden,
resp. gaat het uit.
d Controlelampjes voor het gekozen
centrifugetoerental, Spoelstop en
Zonder centrifugeren
e Toets voor het centrifugeren
Met deze toets kunt u het gewenste
centrifugetoerental, de Spoelstop of
Zonder centrifugeren instellen.
f Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u het ba
-
siswasprogramma en een daarbij ho-
rende temperatuur instellen.
De programmakeuzeschakelaar kan
rechts- of linksom worden gedraaid.
g Controlelampjes voor het program-
maverloop
Deze controlelampjes laten u tijdens
het wasprogramma zien welke fase
in het programmaverloop is bereikt.
h Andere controlelampjes
Deze controlelampjes geven een
probleem aan.
i I-Aan/0-Uit - toets
Met deze toets kunt u:
de wasautomaat in- en uitschakelen
en het programma onderbreken.
j Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur ope
-
nen.
Bediening van de wasautomaat
10
Display
Het display geeft aan:
de programmaduur (resttijd);
de varianten van de programmeer
-
functies
Programmaduur (resttijd)
Nadat u een programma heeft gestart,
geeft het display in uren en minuten
aan hoe lang dit programma vermoede
-
lijk gaat duren.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoe lang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hier-
van de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren
dan eerst aangegeven.
Programmeerfuncties
U kunt een aantal varianten program
-
meren om het wasprogramma nog be
-
ter af te stemmen op het soort wasgoed
en de manier waarop u dit wilt wassen.
Bij het programmeren ziet u de vari
-
anten in het display.
Bediening van de wasautomaat
11
Iedere wasautomaat wordt in de fa
-
briek op zijn werking getest.
Het is mogelijk dat er als gevolg van
deze tests wat water in het apparaat
achterblijft.
Controleer voordat u uw wasauto
-
maat voor het eerst gebruikt of het
apparaat volgens de regels is ge
-
plaatst en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen en aan
-
sluiten van de wasautomaat".
Om veiligheidsredenen is het niet mo-
gelijk om meteen bij de eerste wasbeurt
te centrifugeren. Ter activering van het
centrifugeren moet u eerst een waspro-
gramma zonder wasgoed
en zonder
wasmiddel draaien.
Wordt er wel wasmiddel gebruikt kan er
overmatige schuimvorming optreden.
Draait u eerst een wasprogramma zon-
der wasgoed en zonder wasmiddel
wordt daarmee tegelijk het kogelventiel
geactiveerd.
Het kogelventiel zorgt ervoor dat vanaf
de eerste wasbeurt steeds al het was
-
middel wordt gebruikt.
^
Draai de kraan open.
^
Druk op de I-Aan/O-Uit - toets.
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar op Witte / Bonte was 40°C.
^
Druk op de Start - toets.
Na afloop van het programma is de
wasautomaat klaar voor de eerste
wasbeurt.
Vóór de eerste wasbeurt
12
Energie- en waterverbruik
Benut bij ieder programma dat u
kiest de maximale beladingscapaci
-
teit van de trommel.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveel
-
heid wasgoed, het laagst.
Gebruik de programma's Automatic
en Express voor kleinere hoeveelhe
-
den wasgoed.
Bij een geringe belading in de pro
-
gramma Witte / Bonte was zorgt de
beladingsautomaat voor een vermin
-
dering van het water- en energiever-
bruik en voor een verkorting van de
programmaduur.
Gebruik in plaats van het programma
Witte / Bonte was 95°C het program-
ma Witte / Bonte was 60°C.
Daarmee bespaart u 35 tot 45%
energie.
In de meeste gevallen is dit genoeg.
Gebruik voor wasgoed met hardnek-
kige vlekken of vlekken die er al wat
langer in zitten de extra functie Inwe
-
ken.
Gebruik zoveel mogelijk de extra
functie Inweken in plaats van de ex
-
tra functie Voorwas.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Wasmiddelen
Gebruik hoogstens zoveel wasmid
-
del als op de wasmiddelverpakking
aangegeven staat.
Reduceer bij geringere beladings
-
hoeveelheden de hoeveelheid was
-
middel. Bij halve belading kan ca.
1
/
3
minder wasmiddel worden gebruikt.
Juiste keuze van extra functies (Kort,
Inweken, Voorwas)
Kies voor:
licht vervuild wasgoed
zonder zicht
-
bare vlekken een wasprogramma
met de extra functie Kort;
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro-
gramma zonder extra functie;
zeer sterk vervuild wasgoed
een
wasprogramma met de extra functie
Inweken;
wasgoed waar veel stof of zand in zit
de extra functie Voorwas.
Tip voor machinaal drogen
Wilt u het wasgoed na afloop in de
droogautomaat drogen, kies dan het
hoogste centrifugetoerental dat voor dit
wasgoed mogelijk is.
Tips om energie en water te besparen
13
Korte handleiding
Wanneer u een kort overzicht wilt heb
-
ben over hoe u de wasautomaat moet
bedienen, kunt u de met cijfers aange
-
duide stappen (A, B, C,...)aanhou
-
den.
A Inspecteer en sorteer het wasgoed
en behandel het voor
Het inspecteren van het wasgoed
^ Maak de zakken leeg.
,
Voorwerpen (spijkers, munten,
paperclips e.d.) kunnen wasgoed en
onderdelen van de wasautomaat be
-
schadigen.
^
Sluit de ritsen. Keer kleding met rit
-
sen eventueel binnenstebuiten.
^
Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^
Zorg ervoor dat onderdelen van kle
-
ding, zoals bh-beugels, niet los kun
-
nen raken. Losgeraakte onderdelen
moeten eerst worden vastgemaakt of
verwijderd.
^
Verwijder bij vitrage de haakjes en
het loodband of wikkel ze in een
doek.
^
Keer gebreid of tricot wasgoed bin
-
nenstebuiten als de fabrikant dat ad
-
viseert.
^
Knoop bed- en kussenovertrekken
dicht zodat er geen andere textiel in
terecht kan komen.
Het sorteren van het wasgoed
^
Sorteer het wasgoed naar kleur en
naar de symbolen in het wasetiket,
dat zich in de kraag of in de zijnaad
bevindt.
^ Was geen textiel dat volgens het
wasetiket niet in de wasautomaat kan
worden gewassen. Het symbool
daarvoor is: h.
^ Donkergekleurd wasgoed geeft bij
de eerste wasbeurten vaak iets af.
Was licht en donker wasgoed daar-
om apart.
Het voorbehandelen van vlekken
^
Verwijder eventuele vlekken op het
textiel, als het even kan zodra ze ont
-
staan zijn. Dit is nog belangrijker voor
moeilijke vlekken als thee-, koffie-, ei-
en bloedvlekken.
Neem de vlekken met een tissue af.
Wrijf de vlekken er niet in!
,
Gebruik in geen geval chemi
-
sche (oplosmiddelhoudende) reini
-
gingsmiddelen in de wasautomaat!
Zo wast u goed
14
B Schakel de wasautomaat in
C Belaad de wasautomaat
^
Open de deur met de Deur - toets.
^
Leg het wasgoed uit elkaar gevou
-
wen en losjes in de trommel.
^
Leg stukken wasgoed van verschil
-
lende grootte in de trommel.
Daardoor wordt een beter wasresultaat
bereikt en kan het wasgoed zich tijdens
het centrifugeren beter verdelen.
^
Gebruik de maximale belading.
Bij een maximale belading is het ener
-
gie- en waterverbruik, vergeleken met
de totale hoeveelheid wasgoed, het
laagst.
Bij overschrijding van de maximale be-
ladingscapaciteit vallen de wasresulta-
ten tegen en gaat het wasgoed sneller
kreuken.
Let erop dat er niets tussen deur en
manchet beklemd raakt.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
D Kies een programma
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op het gewenste programma.
Het display geeft de vermoedelijke pro-
grammaduur aan.
Zo wast u goed
15
E Kies eventueel (een) extra func
-
tie(s)
Met de extra functies kunt u het geko
-
zen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
Met de bovenste toets kunt u de extra
functie Kort of Voorwas of Inweken kie
-
zen of u kiest geen extra functie.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water kiezen.
^ Kies de gewenste extra functie.
Wanneer u een extra functie in-, resp.
uitschakelt gaat het daarbij behorende
controlelampje branden, resp. gaat het
uit.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen.
Kiest u een extra functie waarvan het
lampje niet gaat branden, betekent
dat, dat deze functie binnen het was
-
programma dat u heeft gekozen niet
mogelijk is.
F Kies het centrifugetoerental
^
Druk zo vaak op de toets voor het
centrifugeren totdat het controle-
lampje oplicht van het door u ge-
wenste toerental.
Zo wast u goed
16
G Doseer het wasmiddel
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel wasmiddel te doseren.
Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat
het wasgoed niet schoon en in de
loop van de tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de kuip en de verwar
-
mingselementen afzet.
Te veel wasmiddel heeft tot gevolg dat
er zich te veel schuim vormt, de was-
werking daardoor gering is en de
reinigings-, spoel- en centrifugeerre-
sultaten niet optimaal zijn;
er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
het milieu extra wordt belast.
^
Trek de wasmiddellade naar buiten
en doseer het middel in de vakjes.
i
Vakje voor de voorwas
Wanneer u de extra functie Voorwas
hebt gekozen, neem dan
1
/
3
van de
totale aanbevolen wasmiddelhoe-
veelheid.
j
Vakje voor de hoofdwas
en voor het inweken, wanneer u deze
extra functie hebt gekozen.
§
Vakje voor wasverzachter of stijfsel
^
Schuif de wasmiddellade weer naar
binnen.
Nadere bijzonderheden over wasmid
-
delen en de dosering daarvan treft u
aan in het hoofdstuk: "Wasmiddelen".
Zo wast u goed
17
H Start het programma
De Start - toets is aan het knipperen.
^
Druk op deze toets.
Het display geeft nu in uren en minuten
de vermoedelijke programmaduur aan.
Tijdens de eerste 10 minuten berekent
de wasautomaat hoe lang het duurt
voordat het wasgoed het water heeft
opgenomen en berekent op grond hier
-
van de belading.
Het is mogelijk dat het programma
daardoor langer of korter gaat duren
dan eerst aangegeven.
I Haal na afloop van het programma
het wasgoed uit de automaat
Wanneer het controlelampje Kreukbe-
veiliging/Einde brandt, is het program-
ma afgelopen.
^ Open de deur met de Deur - toets.
^ Haal het wasgoed uit de trommel.
^ Controleer of de trommel leeg is.
Blijven er stukken wasgoed in de
trommel liggen, loopt u het risico dat
ze bij de volgende wasbeurt krim
-
pen of afgeven.
^
Controleer of er voorwerpen in de
manchet van de deur zijn achterge
-
bleven.
^ Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op Einde.
^ Sluit de deur.
Doet u dat niet, dan bestaat het gevaar
dat er voorwerpen per vergissing in de
trommel terechtkomen, worden meege-
wassen en het wasgoed beschadigen.
Zo wast u goed
18
Met de extra functies kunt u het geko
-
zen programma nog beter afstemmen
op uw wasgoed.
Kort
Voor licht vervuild wasgoed zonder
zichtbare vlekken
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
dan duurt de hoofdwas korter.
In de programma's Donker wasgoed en
Jeans worden er 2 in plaats van 3
spoelgangen uitgevoerd.
Voorwas
Voor wasgoed waar veel stof of zand
in zit
Inweken
Voor wasgoed dat bijzonder sterk is
vervuild door eiwithoudende vlekken
(bijv. bloed, vet, cacao)
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
gaat aan het eigenlijke wasprogramma
een inweekprogramma vooraf.
U kunt tussen 4 inweektijden kiezen, te
weten 2 uur, anderhalf uur, 1 uur en 30
minuten.
Op de toets Inweken kuntudege
-
wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
-
verd is de inweektijd op 2 uur ingesteld.
Voor het wijzigen van de inweektijd zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
-
ragraaf: "Inweektijd".
Extra water
Wanneer u deze functie hebt ingescha
-
keld, wordt er bij de wasprogramma's
meer water gebruikt.
U kunt tussen vier varianten kiezen.
Op de toets Extra water kuntudege
-
wenste variant programmeren.
Wanneer de wasautomaat wordt gele
-
verd, wordt de eerste keer dat u op de
Extra water - toets drukt de waterstand
bij het wassen en spoelen verhoogd.
Voor het wijzigen van de variant zie
hoofdstuk: "Programmeerfuncties", pa
-
ragraaf: "Systeem extra water".
Extra functies
19
Maximaal centrifugetoerental
Het maximale centrifugetoerental kan
van programma tot programma ver
-
schillen.
Programma Omw/min
Witte / Bonte was 1200
Kreukherstellend 1200
Fijne was 600
Automatic 900
Donker wasgoed 1200
Overhemden 600
Jeans 900
Express 1200
Zijde 400
Wol 1200
Pompen/Centrifugeren 1200
Extra spoelen/Stijven 1200
U kunt een lager toerental instellen.
Het centrifugeren tussen de spoel-
gangen
Het wasgoed wordt niet alleen aan het
eind, maar ook na de hoofdwas en tus
-
sen de spoelgangen gecentrifugeerd.
Stelt u een lager centrifugetoerental in,
dan wordt er ook na de hoofdwas en
tussen de spoelgangen met een lager
toerental gecentrifugeerd.
In het programma Witte / Bonte was
wordt bij een toerental van lager dan
700 omw/min een spoelgang ingelast.
Het kiezen van de spoelstop
^
Kies met de toets voor het centrifuge
-
ren Spoelstop.
Het controlelampje Spoelstop brandt.
Het wasgoed blijft na de laatste spoel
-
gang in het water liggen. Dat heeft het
voordeel dat het wasgoed minder
kreukt wanneer u het niet direct uit de
trommel haalt.
Toch eindcentrifugeren:
^
Kies een toerental.
De automaat begint met centrifugeren.
Beëindigen programma
:
^ Druk op de Deur - toets.
Het water wordt afgepompt.
^ Druk opnieuw op de Deur - toets.
De deur gaat open.
Het overslaan van het centrifugeren
tussen de spoelgangen en het eind-
centrifugeren
^
Kies Zonder centrifugeren.
Na de laatste spoelgang wordt het wa
-
ter afgepompt en wordt de kreukbevei
-
liging ingeschakeld.
In de programma's Witte / Bonte was,
Kreukherstellend en Automatic wordt
een spoelgang ingelast.
Centrifugeren
20
Witte / Bonte was 95°C tot 30°C Maximaal 6,0 kg
Wasgoed Wasgoed van katoen, linnen of mengweefsels
Extra functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Instructie voor onderzoeksinstituten:
Kort programma: 3,0 kg belading en extra functie Kort
Kreukherstellend 60°C tot 30°C Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels of kreukher
-
stellend gemaakt katoen
Extra functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Fijne was 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en kunstzijde
Vitrage die volgens de fabrikant in de wasautomaat kan worden
gewassen
Extra functie Kort of Voorwas of Inweken
Tips Vitrage trekt veel stof aan en zal daarom vaak in een program-
ma met de extra functie Voorwas moeten worden gewassen.
Reduceer bij kreukgevoelige vitrage het centrifugetoerental of
centrifugeer helemaal niet.
Automatic 40°C Maximaal 3,5 kg
Wasgoed Combinatie van wasgoed dat anders met het programma Witte /
Bonte was en wasgoed dat anders met het programma Kreuk
-
herstellend wordt gewassen.
Extra functies Kort of Voorwas of Inweken, Extra water
Donker wasgoed 40°C Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Donker wasgoed van katoen of mengweefsels
Extra functie Kort of Voorwas of Inweken
Tip Was dit wasgoed binnenstebuiten.
Programma-overzicht
21
Overhemden 40°C Maximaal 2,0 kg
Extra functie Voorwas of Inweken
Tips
Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma
Zijde.
Jeans 40°C Maximaal 3,0 kg
Extra functie Kort of Voorwas of Inweken
Tips
Was jeansstoffen binnenstebuiten.
Jeansstoffen geven vaak iets af wanneer ze de eerste paar
keer worden gewassen. Was lichte en donkere jeansstoffen
daarom apart.
Express 40°C Maximaal 3,0 kg
Wasgoed Een kleinere hoeveelheid wasgoed die uit katoen, linnen of
mengweefsels bestaat en alleen maar hoeft te worden opgefrist.
Zijde / 30°C Maximaal 1,0 kg
Wasgoed Zijde en alle met de hand wasbare stoffen zonder wol
Extra functie Extra water
Tip Was panty's en bh's in een waszak.
Wol / 40°C tot koud Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wol en wolmengweefsels
Pompen/Centrifugeren Maximaal 6,0 kg
Tips Alleen pompen: Kies Zonder centrifugeren.
Centrifugeren: Stel een centrifugetoerental in.
Extra spoelen / Stijven Maximaal 6,0 kg
Tip Het wasgoed moet schoongewassen, maar mag niet met was
-
verzachter nabehandeld zijn.
Programma-overzicht
22
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water
-
stand
Wasritme Water
-
stand
Spoel
-
gangen
Centrifu
-
geren tus
-
sen de
spoel
-
gangen
Eindcen
-
trifugeren
Witte / Bonte was d a d 2-3
1)
LL
Kreukherstellend d a ( 2-3
2)
LL
Fijne was e b e 3 L
Automatic d a ( 2-3
2)
LL
Donker wasgoed d a ( 3 LL
Overhemden ( a ( 2 L
Jeans ( a ( 3 L
Express d a d 2 LL
Zijde ( d ( 2 L
Wol ( c ( 2 LL
Pompen /
Centrifugeren
–– L
Extra spoelen /
Stijven
––( 1 L
d = Lage waterstand
( = Middelste waterstand
e = Hoge waterstand
a= Normaal wasritme
b= Behoedzaam
c= Wol
d= Zijde
Voor nadere bijzonderheden over het programmaverloop zie volgende bladzij
-
de.
Programmaverloop
23
De wasautomaat beschikt over een vol
-
ledig elektronische besturing met bela
-
dingsautomaat.
Tijdens een wasprogramma zuigt het
wasgoed water op. Om hoeveel water
het gaat hangt af van de hoeveelheid
wasgoed en het soort textiel.
Hoe groter het absorptievermogen van
het wasgoed is, des te meer water er
moet worden bijgepompt. De elektroni
-
ca van de wasautomaat kan de hoe
-
veelheid water meten die het wasgoed
opneemt en die moet worden bijge
-
pompt.
Het programmaverloop en de wastijd
zijn bij de diverse programma's dus
verschillend.
Het programmaverloop van de hier ver-
melde programma's slaat op het basis-
programma met maximale belading.
Eventueel gekozen extra functies zijn
hier buiten beschouwing gelaten.
De controlelampjes van het program-
maverloop geven tijdens iedere was-
beurt aan in welke fase het waspro-
gramma zich op dat moment bevindt.
Nadere bijzonderheden over het pro
-
grammaverloop:
Kreukbeveiliging:
De trommel beweegt nog 30 minuten
na afloop van het programma om
kreukvorming te voorkomen.
Een uitzondering vormt het programma
Wol.
De wasautomaat kan altijd worden geo
-
pend.
1)
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan wordt de
waterstand in de spoelgangen ver
-
hoogd.
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd
wanneer:
er teveel schuim in de trommel zit;
er een lager centrifugetoerental is
gekozen dan 700 omw/min;
Zonder centrifugeren is gekozen.
2)
Een 3e spoelgang wordt uitgevoerd
wanneer:
Zonder centrifugeren is gekozen.
Programmaverloop
24
Wassen
Het getal in de wastobbe geeft de
maximale wastemperatuur aan.
9 Normaal programma
4 Mild programma
c Zeer mild programma
/ Handwas
h Niet wassen
Voorbeelden voor de programmakeu
-
ze
Programma Textielbehandelings-
symbolen
Witte / Bonte
was
9ö8E76
Kreukherstel-
lend
54321
Fijne was ac
Wol /
Zijde /
Express 76
Automatic 7621
Trommeldrogen
De punten geven de globale tempera
-
tuur aan.
q Op een normale temperatuur
r Op een lagere temperatuur
s Niet drogen in de automaat
Strijken
De punten verwijzen naar de punten
op de regelaar van het strijkijzer en
geven de temperatuur aan.
I ca. 200°C
H ca. 150°C
G ca. 110°C
J Niet strijken
Chemisch reinigen
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen.
De letters verwijzen naar het
reinigingsmiddel.
p
w Nat reinigen
D Niet chemisch reinigen
Bleken
x Elk bleekmiddel toegestaan
{ Alleen zuurstofbleekmiddel
toegestaan
z Niet bleken
Textielbehandelingssymbolen
25
In het wasgoed bevindt zich een etiket
met textielbehandelingssymbolen. Dit
etiket doet aanbevelingen voor de juiste
behandeling van het artikel waarop het
is aangebracht.
Het mag niet worden verward met een
garantie hoe het textiel zich in het ge
-
bruik zal gedragen. Het behandelings
-
etiket waarborgt dat het textielproduct
bij de aanbevolen behandeling geen
schade lijdt.
Een artikel waarop een behandelings
-
etiket met de symbolen is aangebracht
moet voldoen aan bepaalde eisen van
wasechtheid, wrijfechtheid en water-
echtheid van de kleuren.
Het mag niet teveel krimpen of vervor-
men, de lijmen mogen niet loslaten en
bij de eerste vier keer reinigen zijn ont-
leding, smelten, vergelen, pillen en blij-
vende kreukels ontoelaatbaar.
Behandelingen en temperaturen die
milder zijn dan op het etiket aangege-
ven zijn altijd toegestaan.
Textielbehandelingssymbolen
26
Het afbreken van een program
-
ma / Het wisselen van pro
-
gramma
U kunt een wasprogramma ieder mo
-
ment afbreken, nadat u het heeft ge
-
start.
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Einde.
Wanneer het controlelampje Kreukbe
-
veiliging/Einde gaat branden, dan is het
programma afgelopen.
Wilt u een ander programma kiezen,
doe dan het volgende.
^ Schakel de automaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
^ Schakel het apparaat daarna weer in.
^ Controleer of er nog wasmiddel in de
wasmiddellade zit.
Is dat niet het geval,
^ doseer genoeg wasmiddel.
^
Kies en start een ander programma.
Wilt u de was uit de automaat halen,
doe dan het volgende:
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar op Pompen/Centrifugeren.
Let op het centrifugetoerental.
^
Druk op de Start - toets.
De wasautomaat pompt het water weg.
^
Druk op de Deur - toets.
Het onderbreken van een pro
-
gramma
^
Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Wanneer u het programma weer wilt
voortzetten,
^
schakel het apparaat daarna weer in.
Het wijzigen van het gekozen
programma
Het basisprogramma
Wanneer een programma eenmaal is
gestart, kunt u geen ander programma
meer kiezen zonder het lopende pro
-
gramma af te breken.
De temperatuur
De temperatuur kunt u tot 6 minuten na
de programmastart wijzigen.
Het centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
Extra functie
De extra functie Extra water kunt u tot 6
minuten na de programmastart wijzigen.
Het overslaan van een pro
-
grammafase
^
Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Einde.
Zodra in het programmaverloop het
controlelampje van de programmafase
begint te knipperen, waarmee het pro
-
gramma moet worden voortgezet,
^
draai de programmakeuzeschakelaar
dan binnen 4 seconden
weer op het
gewenste programma.
Het wijzigen van het programmaverloop
27
Het bijvullen van de trommel of
het voortijdig verwijderen van
wasgoed uit de trommel
^
Druk op de Deur - toets en klap de
deur open.
^
Leg wasgoed in de trommel of haal
er wasgoed uit.
^
Sluit de deur.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Attentie:
Nadat de wasautomaat een programma
eenmaal heeft gestart kan hij in de hoe-
veelheid wasgoed geen wijzigingen
meer vaststellen.
Daarom gaat de wasautomaat, ook na-
dat u nog wasgoed in de trommel hebt
gelegd of wasgoed uit de trommel heeft
gehaald, altijd van de maximale bela-
dingshoeveelheid uit.
De resttijd kan langer zijn dan aange-
geven.
In een paar gevallen kan de deur niet
meer worden geopend, en wel wan
-
neer
de temperatuur van het sop boven
de 55°C komt;
de waterstand te hoog is;
de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
Het wijzigen van het programmaverloop
28
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die voor gebruik in de wasautomaat geschikt
zijn. Tips voor gebruik en dosering van wasmiddelen voor volle belading staan op
de wasmiddelverpakking.
Universeel Color Fijn
Witte / Bonte was X X
Kreukherstellend X X
Fijne was X
Automatic X X
Donker wasgoed X
1)
Overhemden X X
Jeans X
1)
Express X X
Zijde X
Wol Wolwasmiddel
Extra spoelen / Stijven Vloeibaar of poedervormig stijfsel
1)
Alleen vloeibare wasmiddelen
Wasmiddelen
29
Het doseren van wasmiddel
De dosering is van verschillende facto
-
ren afhankelijk.
De hoeveelheid wasgoed
Let op het doseeradvies.
De mate waarin dit is vervuild
Licht vervuild
Er zijn geen vuile vlekken te zien,
maar de kledingstukken ruiken niet
meer zo fris.
Normaal vervuild
Er zijn lichte vlekken te zien.
Sterk vervuild
Er zijn donkere vlekken te zien.
De waterhardheid
Wanneer u de hardheidsgraad in uw
regio niet weet, informeer daar dan
naar bij uw waterleidingbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids
-
graad
Eigenschap
van het water
Duitse
hardheid
°dH
I Zacht 0 - 10
II Gemiddeld 10 - 16
III Hard tot
zeer hard
>16
Wateronthardingsmiddel
Wanneer het water harder is dan
10° dH kunt u een wateronthardings
-
middel gebruiken om wasmiddel te be
-
sparen.
De juiste dosering vindt u op de ver
-
pakking.
Doseer eerst het wasmiddel en dan pas
het onthardingsmiddel.
Het wasmiddel kunt u normaal toevoe
-
gen, d.w.z. in doseringen voor zacht
water tot 10° dH.
Wasmiddelen met verschil-
lende componenten
Wanneer u met verscheidene compo-
nenten wast, adviseren wij u deze mid-
delen altijd bij elkaar in vakje j te do-
seren, en wel in de onderstaande volg-
orde:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Dan worden de middelen beter inge
-
spoeld.
Wasmiddelen
30
Middelen voor het nabehande
-
len van het wasgoed
Wasverzachters
Met wasverzachters wordt uw wasgoed
extra zacht en minder statisch.
Synthetische stijfsels
Met synthetische stijfsels krijgt u het
wasgoed beter in model.
Stijfsels
Met gewone stijfsels wordt uw wasgoed
stevig.
Automatisch spoelen met wasver
-
zachter of stijfsel
^
Doseer één van bovenstaande pro
-
ducten in vakje §.
Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met
het laatste spoelwater in de trommel
gespoeld.
Aan het eind van het wasprogramma
blijft er een klein beetje water in vakje
§ staan.
Wanneer u verschillende keren auto
-
matisch met stijfsel heeft gespoeld,
reinig dan de wasmiddellade.
Reinig de zuighevel extra goed.
Apart spoelen met wasverzachter of
stijfsel
^
Doseer de middelen en bereid ze
voor zoals op de verpakking aange
-
geven.
^
Doseer vloeibare middelen in vakje
§.
^ Doseer poedervormige of stroperige
middelen in vakje i.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Extra spoelen / Stijven.
^ Kies een centrifugetoerental.
^ Druk op de Start - toets.
Het kleuren en ontkleuren
^
Let erop dat gebruik van textielverf in
de wasautomaat alleen is toegestaan
voor huishoudelijke doeleinden.
Neem niet meer verf dan strikt nodig
is.
Wordt er teveel geverfd dan kan het
in de verf aanwezige zout het roest
-
vrij staal aantasten.
Neem de aanwijzingen van de textiel
-
verffabrikant precies in acht.
^
Gebruik geen
ontkleuringsmiddelen
in de automaat.
Wasmiddelen
31
,
Haal vóórdat u de wasautomaat
een reinigings- of onderhoudsbeurt
geeft de spanning van het apparaat.
,
Spuit de wasautomaat in geen
geval met een waterspuit schoon.
Het reinigen van de ommante
-
ling, het bedieningspaneel en
de trommel
^
Reinig deze onderdelen met een mild
reinigingsmiddel of sopje.
^ Droog ze daarna met een zachte
doek.
,
Gebruik geen oplosmiddelhou-
dende reinigingsmiddelen, schuur-
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op-
pervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Het reinigen van de wasmid
-
dellade
Verwijder eventuele resten wasmiddel
regelmatig.
^ Trek de wasmiddellade naar buiten
totdat u weerstand voelt.
^ Druk de ontgrendelingsknop in
^ en haal de wasmiddellade uit het ap-
paraat.
^ Reinig de wasmiddellade met warm
water.
Reiniging en onderhoud
32
Het reinigen van de zuighevel
^
Trek de zuighevel uit vakje § (1)
^ en reinig de hevel onder stromend
warm water.
^ Reinig ook het pijpje, waar de zuig-
hevel overheen wordt gestoken.
^ Zet de zuighevel weer terug (2).
Wanneer u verschillende keren
vloeibaar stijfsel hebt gebruikt, reinig
de zuighevel dan extra goed.
Vloeibare stijfsels klonteren snel.
Het reinigen van de wasmid
-
delladekast
^ Reinig ook het gedeelte waar de
wasmiddellade zit. Verwijder de was-
middelresten en kalkaanslag en ge-
bruik daarvoor een flessenborstel.
Reiniging en onderhoud
33
Het reinigen van de watertoe
-
voerzeefjes
De automaat heeft twee zeefjes ter be
-
scherming van de watertoevoerklep.
Deze moeten worden gecontroleerd
wanneer het controlelampje voor de
watertoevoer brandt.
Het reinigen van het zeefje in de wa
-
tertoevoerslang
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de wa
-
terkraan.
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 met een
combinatie- of punttang aan de op
-
staande rand in het midden vast en
trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
Het reinigen van het zeefje in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
^
Schroef de geribbelde kunststof
moer voorzichtig met een tang van
het koppelstuk af.
^ Pak het kunststof zeefje met bijv. een
punttang aan de opstaande rand in
het midden vast en trek het er uit.
^ Reinig het zeefje.
^ Monteer alles weer in omgekeerde
volgorde.
De beide zeefjes moeten weer wor
-
den teruggeplaatst, nadat ze zijn
gereinigd.
Reiniging en onderhoud
34
Het oplossen van problemen...
De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen
krijgen kunt u zelf oplossen.
In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet te bellen en kunt u tijd en
kosten besparen.
De volgende tabellen helpen u om de oorzaken van een probleem te vinden en uit
de wereld te helpen. Bedenk echter:
,
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmen
-
sen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico's lo
-
pen.
Het programma begint niet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of het lampje
van de Start - toets knip-
pert niet.
Er staat geen stroom
op het apparaat.
Controleer of
de stekker goed in de
contactdoos zit;
de zekering in orde is;
de deur goed gesloten is.
Nuttige tips
35
Het wasprogramma is afgebroken en er volgt een foutmelding
Probleem Oorzaak Oplossing A
Het controlelampje Wa
-
terafvoer knippert.
In het display ver
-
schijnt: "– – –".
De waterafvoer is ge
-
blokkeerd.
Reinig het pluizenfilter en het
filterhuis zoals beschreven in
het hoofdstuk: "Nuttige tips",
paragraaf: "Het openen van
de deur bij verstopte afvoer
en/of stroomuitval."
De waterafvoerslang
ligt te hoog.
De maximale opvoerhoogte
is1m.
Het controlelampje Wa
-
tertoevoer knippert.
In het display ver-
schijnt: "– – –".
De watertoevoer is
geblokkeerd.
Draai de kraan open.
Het zeefje in de wa-
tertoevoerslang is ver-
stopt.
Reinig het zeefje.
De controlelampjes Wa-
tertoevoer en Wateraf-
voer knipperen.
In het display ver-
schijnt: "– – –".
Het waterbeveiligings-
systeem heeft gerea-
geerd.
Neem contact op met de af-
deling Klantcontacten.
In het programmaver-
loop knippert het con
-
trolelampje Inw./Voor
-
wassen of Spoelen.
In het display ver
-
schijnt: "– – –".
Er is sprake van een
defect.
Start het programma nog een
keer.
Volgt dezelfde foutmelding,
neem dan contact op met de
afdeling Klantcontacten.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
Nuttige tips
36
Het wasprogramma verloopt normaal, maar er volgt een fout
-
melding
Probleem Oorzaak Oplossing A
Het controlelampje
Waterafvoer knippert.
De waterafvoer is
belemmerd.
Reinig het pluizenfilter en het fil
-
terhuis zoals beschreven in het
hoofdstuk: "Nuttige tips", para
-
graaf: "Het openen van de deur
bij verstopte afvoer en/of stroom
-
uitval."
Het controlelampje
Watertoevoer knip
-
pert.
De watertoevoer is
belemmerd.
Controleer of
de waterkraan ver genoeg is
opengedraaid;
er knikken in de toevoerslang
zitten.
Het zeefje in de wa-
tertoevoerslang is
verstopt.
Reinig het zeefje.
Het controlelampje
Overdosering brandt.
Er heeft zich tijdens
het wasprogramma
teveel schuim ge-
vormd.
Gebruik de volgende keer minder
wasmiddel en neem de doseer-
aanwijzingen op de wasmiddel-
verpakking in acht.
In het programmaver
-
loop knippert het con
-
trolelampje Wassen.
Er is sprake van
een defect.
Start het programma nog een
keer.
Volgt dezelfde foutmelding, neem
dan contact op met de afdeling
Klantcontacten.
In het programmaver
-
loop knippert het con
-
trolelampje Kreukbe
-
veiliging/Einde.
Nadat het gekozen programma is gestart, is de pro
-
grammakeuzeschakelaar op een ander programma ge
-
draaid. Zet de programmakeuzeschakelaar op het pro
-
gramma dat eerder is ingesteld.
A Schakel om de foutmelding uit te schakelen de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit en draai de programmakeuzeschakelaar op stand Einde.
Nuttige tips
37
Algemene problemen met de wasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De wasautomaat trilt
tijdens het centrifuge
-
ren.
De stelvoeten staan niet
gelijk en zijn niet met een
contramoer vastge
-
schroefd.
Stel de wasautomaat stevig
en schroef de stelvoeten
met een contramoer vast.
De wasautomaat heeft
het wasgoed niet nor
-
maal gecentrifugeerd
en het wasgoed is nog
nat.
Bij het eindcentrifugeren
heeft de automaat een
grote onbalans herkend
en het centrifugetoeren
-
tal gereduceerd.
Vul de trommel met grote en
kleine stukken wasgoed om
het wasgoed beter in balans
te krijgen.
De wasautomaat
maakt een pompend
geluid.
Dat is geen storing. Wanneer het water wordt afge-
pompt zijn dit soort geluiden normaal.
In de wasmiddellade
blijft vrij veel wasmid-
del achter.
Er staat onvoldoende
druk op het water.
Reinig het zeefje in de
watertoevoer.
Kies eventueel de extra
functie Extra water.
Poedervormige wasmid-
delen in combinatie met
onthardingsmiddelen
hebben de neiging te
gaan plakken.
Reinig de wasmiddellade en
doseer voortaan eerst het
wasmiddel en dan pas het
onthardingsmiddel in het
juiste vakje.
De wasverzachter
wordt niet volledig in
-
gespoeld of er blijft te
-
veel water in vakje §
staan.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Het
reinigen van de wasmiddel
-
lade".
Nuttige tips
38
Een tegenvallend wasresultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed wordt
met een vloeibaar
wasmiddel niet
schoon.
In vloeibare wasmidde
-
len zitten geen bleekmid
-
delen.
Fruit-, koffie- of theevlek
-
ken zijn er moeilijk uit te
krijgen.
Gebruik poedervormige was
-
middelen met een bleekmid
-
del.
Doseer vlekkenzout in vakje
j en het vloeibare wasmid
-
del in een doseerbolletje.
Doseer vloeibaar wasmiddel
en vlekkenzout nooit bij el
-
kaar in het wasmiddelvakje.
Op het gewassen
wasgoed zijn grij-
ze, elastische bol-
letjes achtergeble-
ven (vetbolletjes).
Er is te weinig wasmiddel
gedoseerd. Het was-
goed is te sterk met vet,
bijv. crème of olie ver-
vuild geweest.
Wanneer wasgoed zo ver-
vuild is moet u óf meer was-
middel doseren óf een vloei-
baar wasmiddel gebruiken.
Draai vóór de volgende was-
beurt een wasprogramma op
60 °C met een vloeibaar was-
middel en zonder wasgoed.
Op het gewassen
wasgoed zitten wit-
te, wasmiddelach
-
tige bestanddelen.
Het wasmiddel bevat niet
in water op te lossen be-
standdelen ter onthar
-
ding van het water, nl.
zeolieten.
Deze bestanddelen heb
-
ben zich op het textiel
vastgezet.
Probeer de resten met een
borstel te verwijderen wan-
neer het wasgoed droog is.
Was donker wasgoed voort
-
aan met een wasmiddel dat
geen zeolieten bevat.
Vloeibare wasmiddelen vol
-
doen meestal aan deze eis.
Was dit textiel met het pro
-
gramma Donker wasgoed.
Nuttige tips
39
De deur kan met de Deur - toets niet worden geopend.
Oorzaak Oplossing
De wasautomaat is niet
elektrisch aangesloten en/
of is niet ingeschakeld.
Stop de stekker in het stopcontact en/of schakel
de wasautomaat met de I-Aan/0-Uit - toets in.
De stroom is uitgevallen. Open de deur zoals beschreven in de volgende
paragraaf: "Het openen van de deur bij verstopte
afvoer en/of stroomuitval".
De deur is niet goed dicht
-
gedaan.
Druk een keer stevig tegen de slotkant van de
deur en druk daarna op de Deur - toets.
Er bevindt zich nog water
in de trommel en de was-
automaat kan het water
niet afpompen.
Reinig het pluizenfilter en het filterhuis zoals be
-
schreven in de volgende paragraaf.
De deur kan bij een temperatuur van hoger dan 55°C niet worden geopend. Op
deze manier wordt voorkomen dat u zich verbrandt.
Nuttige tips
40
Het openen van de deur bij
verstopte afvoer en/of
stroomuitval
^
Schakel de wasautomaat uit.
Aan de achterkant van het front van de
wasmiddellade bevindt zich een gele
opener voor het klepje van het pluizen
-
filter.
^ Pak deze gele opener.
^
Open daarmee het klepje van het
pluizenfilter.
Verstopte afvoer
Wanneer de afvoer is verstopt, bevindt
zich een vrij grote hoeveelheid water in
de automaat (max. 25 l).
,
Wees voorzichtig! Het water is
heet, wanneer kort daarvoor op een
hoge temperatuur is gewassen. U
kunt zich aan het water branden!
Het legen van de wasautomaat
^
Zet een bak of schaal onder het klep
-
je.
Het pluizenfilter mag er niet hele-
maal uit worden gedraaid.
^
Draai het pluizenfilter zover los totdat
het water eruit stroomt.
^
Draai telkens wanneer de bak of de
schaal volraakt, het deksel van het
pluizenfilter vast en maak de bak of
schaal leeg.
Nuttige tips
41
Wanneer er geen water meer uit de au
-
tomaat loopt,
^ draai het pluizenfilter er dan helemaal
uit.
^ Reinig het pluizenfilter grondig.
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk rond te draaien is.
^
Is dat niet het geval, verwijder dan de
voorwerpen en/of draden.
^
Reinig het filterhuis.
^
Zet het pluizenfilter weer in het filter
-
huis.
^
Draai het filter weer vast.
,
Wordt het pluizenfilter niet terug
-
gezet en vastgedraaid, dan loopt er
water uit het apparaat.
Het openen van de deur
,
Controleer steeds of de trommel
stilstaat wanneer u het wasgoed uit
de automaat wilt halen. Wanneer u
uw hand in een nog draaiende trom
-
mel steekt, loopt u het risico zich te
verwonden.
^
Trek aan de noodontgrendeling.
De deur gaat open.
Nuttige tips
42
Reparaties
Voor reparaties dient u te bellen:
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer van Miele
Nederland B.V. vindt u op de achterzij
-
de van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is
het noodzakelijk dat onze technici we
-
ten welk model wasautomaat u heeft en
welk nummer deze heeft.
Beide gegevens vindt u op het type-
plaatje aan de binnenkant van de
deurboven het glas.
Programma-actualisering (Update)
Wasmiddelen, textiel, wasgewoonten
en wasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan.
De was- en spoelprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
Onze technici zijn in staat om waspro
-
gramma's te updaten en in het geheu
-
gen van uw wasautomaat op te slaan.
Dat zal gebeuren via de optische inter
-
face PC op het bedieningspaneel
(PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali-
seerd.
Garantietermijn en garantievoorwaar-
den
De garantietermijn van de wasautomaat
bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan-
tievoorwaarden en het Miele Service-
verzekering Certificaat treft u aan in bij
-
gaande folder.
Bij te bestellen onderdelen
Onderdelen voor deze wasautomaat
kunt u bijbestellen bij de Miele-vakhan
-
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Afdeling Klantcontacten
43
Het apparaat van voren
a Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
b Elektrische aansluiting
c - f Waterafvoerslang (met draai
-
baar en verwijderbaar bochtstuk)
met verschillende mogelijkheden
voor waterafvoer
g Bedieningspaneel
h Wasmiddellade
i Deur
j Klepje voor het pluizenfilter, het filter
-
huis en de noodontgrendeling
k Handgrepen voor het transport
l Vier stelvoeten
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
44
Het apparaat van achteren
a Rand van het bovenblad
Hier kunt u het apparaat vastpakken
wanneer u het wilt verplaatsen.
b Elektrische aansluiting
c Watertoevoerslang (bestand tegen
een druk van maximaal 7.000 kPa)
d Waterafvoerslang
e Draaibeveiligingen met transport
-
stangen
f Houder voor de watertoevoer- en wa
-
terafvoerslang
g Houders voor de transportstangen
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
45
Plaats van opstelling
Als plaats van opstelling is een beton
-
nen vloer het meest geschikt. In tegen
-
stelling tot een houten of een zachte
vloer trilt deze nauwelijks mee als de
wasautomaat aan het centrifugeren is.
Let bij het plaatsen van uw automaat op
het volgende:
^
Plaats het apparaat waterpas en sta
-
biel.
^
Plaats het apparaat niet op een
zachte vloerbedekking omdat het in
dat geval tijdens het centrifugeren
gaat trillen.
^ Wanneer u het apparaat op een hou-
ten vloer wilt plaatsen, plaats het dan
op een multiplex plaat van tenminste
3 cm dik.
U dient de plaat niet alleen maar aan
de planken van de vloer, maar aan
zoveel mogelijk - in ieder geval aan
2 - balken vast te schroeven.
^
Plaats het apparaat als het enigszins
kan in één van de hoeken van het
vertrek. Daar is iedere vloer het sta
-
bielst.
,
Wanneer het apparaat op een
reeds aanwezige (betonnen of ge
-
metselde) sokkel plaatst, let er dan
op dat het tijdens het centrifugeren
niet kan gaan schuiven.
U doet dit met behulp van spanklau
-
wen. Deze zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling
Onderdelen van Miele Nederland
B.V.
Het plaatsen van de wasautomaat
^
Wanneer u het apparaat van de ver
-
pakkingsbodem tilt en op de plaats
neerzet waar het moet staan, pak het
dan aan de voorkant bij de handgre
-
pen en aan de achterkant bij de rand
van het bovenblad vast.
,
De machinevoeten en de vloer
onder het apparaat moeten droog
zijn. Is dat niet het geval, dan loopt u
het risico dat de automaat gaat glij
-
den tijdens het centrifugeren.
Het verwijderen van de trans-
portbeveiliging
^
Haak een schroevendraaier achter
de draaibeveiligingen (1)
^
en haal ze er af (2).
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
46
^
Draai de linker transportstang met de
bijgevoegde steeksleutel 90° en
^
trek de stang eruit.
^
Draai de rechter transportstang 90°
en
^
trek de stang eruit.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
47
,
Sluit de gaten af die vrijkomen
nadat u de transportbeveiliging
heeft verwijderd.
Doet u dat niet, dan loopt u het risi
-
co zich te bezeren.
^ Sluit de gaten met de draaibeveiligin-
gen en de daaraan bevestigde dop-
jes af.
^
Bevestig de transportstangen aan de
achterwand van de wasautomaat. Let
erop dat de gaten b op de pennen
a worden geplaatst.
,
De wasautomaat mag zonder
transportbeveiliging niet worden ge-
transporteerd.
Bewaar de transportbeveiliging.
Wanneer de wasautomaat moet wor-
den getransporteerd (bijv. bij een
verhuizing) moet de beveiliging
weer worden gemonteerd.
Het monteren van de trans
-
portbeveiliging
Het monteren van de transportbeveili
-
ging gebeurt in omgekeerde volgorde.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
48
Het stellen van de wasauto
-
maat
De wasautomaat moet waterpas en ge
-
lijkmatig op de vloer staan. Alleen dan
is een optimale werking gewaarborgd.
Wanneer een wasautomaat verkeerd
wordt geplaatst, wordt er meer water en
energie verbruikt dan nodig is en kan
het apparaat gaan schuiven.
Het stellen van de automaat gebeurt
met behulp van de vier machine- of
stelvoeten. Wanneer het apparaat
wordt geleverd zijn alle stelvoeten naar
binnen gedraaid.
Het naar buiten draaien en vastzetten
van de stelvoeten
^
Draai contramoer 2 met de bijge
-
voegde steeksleutel los en wel met
de wijzers van de klok mee. Draai de
contramoer samen met stelvoet 1
naar buiten.
^
Controleer met een waterpas of het
apparaat waterpas staat.
^ Houd stelvoet 1 met een waterpomp-
tang vast. Draai contramoer 2 met de
steeksleutel weer aan de ommante-
ling vast.
,
Alle vier de contramoeren moe-
ten stevig aan de ommanteling zijn
vastgedraaid.
Controleer ook de voeten die u bij
het stellen van de automaat niet
naar buiten hebt gedraaid.
Doet u dat niet, dan bestaat het ge
-
vaar dat het apparaat gaat schui
-
ven.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
49
Het plaatsen van de wasautomaat on
-
der een werkblad of in een keuken
-
blok
Hiervoor is een onderbouwset* nood
-
zakelijk.
De onderbouwset moet door een
vakman / vakvrouw worden gemon
-
teerd.
Bij de onderbouwset is een monta
-
gehandleiding gevoegd.
Bij de onderbouwset is een afdek
-
plaat gevoegd.
Deze afdekplaat moet het bovenblad
van de automaat vervangen.
Wanneer de automaat onder een
werkblad wordt ondergebouwd dat
900/910 hoog is, is er één stelframe*
vereist.
Watertoevoer, waterafvoer en elek-
trische aansluiting dienen in de buurt
van de automaat geïnstalleerd te zijn
en men moet er gemakkelijk bij kun-
nen.
Was-droogzuil
Op deze wasautomaat kan een Miele-
droogautomaat worden geplaatst.
Daarvoor is een tussenstuk* noodzake
-
lijk.
Het tussenstuk moet door een vak
-
man / vakvrouw worden gemon
-
teerd.
De met * aangegeven onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of
bij de afdeling Onderdelen.
Let op het volgende:
a De afstand tot de wand moet veilig-
heidshalve minstens 2 cm
bedragen.
b Hoogte:
Tussenstuk met werkblad:
ca. 169 cm
Tussenstuk zonder werkblad:
ca. 170 cm
Het terugplaatsen van het bovenblad
van de wasautomaat
Hebt u het bovenblad van de wasauto
-
maat voor plaatsing onder een werk
-
blad of voor een was-droogzuil verwij
-
derd en moet u het blad daarna terug
-
plaatsen, let er dan op dat het stevig
aan de houders aan de achterkant
vastzit.
Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat
de wasautomaat veilig kan worden ge
-
transporteerd.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
50
Het Miele waterbeveiligings
-
systeem
Het Miele waterbeveiligingssysteem
biedt een volledige bescherming tegen
waterschade door de wasautomaat.
Het systeem bestaat hoofdzakelijk uit
drie onderdelen:
1) de watertoevoerslang
2) de elektronica en de ommanteling
3) de waterafvoerslang
1) De watertoevoerslang
De watertoevoerslang is bestand te-
gen een druk van minstens
7.000 kPa.
Scheuren worden daarmee voor-
komen.
2) De elektronica en de ommanteling
De bodemplaat
Wanneer de wasautomaat lekt wordt
het overtollige water in de bodem
-
plaat opgevangen en wordt het wa
-
terinlaatventiel door de vlotterscha
-
kelaar uitgeschakeld.
De watertoevoer is vanaf dat moment
geblokkeerd.
Het water dat zich in de kuip bevindt
wordt afgepompt.
Bescherming tegen overstromen
Voorkomen wordt dat de wasauto
-
maat door een ongecontroleerde wa
-
tertoevoer gaat lekken.
Stijgt de waterstand boven een be
-
paald niveau, dan wordt de afvoer
-
pomp ingeschakeld en het water ge
-
controleerd afgepompt.
3) De waterafvoerslang
Bescherming tegen leegzuigen
De waterafvoerslang is beveiligd met
een ventilatiesysteem.
Hiermee wordt voorkomen dat de
wasautomaat wordt leeggezogen.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
51
Het aansluiten van de water
-
toevoer
De automaat mag zonder terugslagklep
op het waterleidingnet worden aange
-
sloten, omdat hij gebouwd is volgens
EU-normen.
De waterdruk moet minstens 100 kPa
en mag niet meer dan 1.000 kPa bedra
-
gen. Is de druk hoger dan 1.000 kPa
dan moet er een drukreduceerventiel in
de waterleiding worden ingebouwd.
Voor de aansluiting is een kraan met
3
/
4
"-schroefkoppeling noodzakelijk.
Is zo'n kraan niet aanwezig, dan mag
de automaat uitsluitend door een er-
kend installateur op de waterleiding
worden aangesloten.
,
Het aansluitpunt staat onder
druk van de waterleiding.
Controleer daarom of de aansluiting
niet lek is.
Dit kunt u doen door de kraan lang-
zaam open te draaien.
Leg het dichtingsringetje er eventu
-
eel opnieuw in en draai de schroef
-
koppeling eventueel wat vaster aan.
De wasautomaat is niet geschikt om
op warm water te worden aangeslo
-
ten.
Onderhoud
Wanneer u de slang vervangt, gebruik
dan uitsluitend een Miele-slang die be
-
stand is tegen een druk van minstens
7.000 kPa.
De beide zeefjes in het vrije uiteinde
van de watertoevoerslang en in het
koppelstuk van de watertoevoerklep
mogen ter bescherming van de wa
-
tertoevoerklep niet worden verwij
-
derd.
Langere slangen om na te bestellen
Slangen van 2,5 of 4,0 m lang kunnen
worden nabesteld bij de Miele-vakhan
-
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
52
Het aansluiten van de wateraf
-
voer
Het sop wordt afgepompt m.b.v. een
afvoerpomp met een opvoerhoogte van
1m.
Het water moet ongehinderd weg kun
-
nen stromen en daarom mogen er geen
knikken in de slang zitten.
Het bochtstuk aan het eind van de
slang is draaibaar en kan indien nodig
worden verwijderd.
Indien noodzakelijk kan de afvoerslang
tot max. 5 m worden verlengd.
Verlengstukken zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling On-
derdelen van Miele Nederland B.V.
Voor opvoerhoogten van meer dan 1 m
(tot max. 1,8 m) is een tweede afvoer-
pomp - met duowerking - incl. de nood-
zakelijke ombouwset verkrijgbaar, en
wel bij de Miele-vakhandel of bij de af-
deling Onderdelen van Miele Neder-
land B.V.
De waterafvoerslang kan op de vol
-
gende manieren worden aangebracht
1. De slang kan in een wasbak, wasta
-
fel of gootsteen worden gehangen:
Attentie:
Zorg ervoor dat de slang niet weg
kan glijden.
Wordt het water in een wasbak, was
-
tafel of gootsteen afgepompt moet
het snel genoeg weg kunnen stro
-
men. Is dat niet het geval, dan loopt
u het risico dat er water overstroomt
of dat een deel van het wegge
-
pompte water in de automaat wordt
teruggezogen.
2. De slang kan op een kunststof af
-
voerbuis met rubberen mof worden
aangesloten. Een sifon is niet beslist
noodzakelijk.
3. De slang kan op een wasbak of was
-
tafel met kunststof nippel worden
aangesloten.
4. De slang kan in een putje in de vloer
worden gehangen.
Attentie:
a Adapter
b Schroefkoppeling
c Slangklem
d Uiteinde van de slang
^
Bevestig de adapter a met de
schroefkoppeling b aan de sifon van
de wastafel.
^
Plaats het uiteinde van de slang d
op de adapter a.
^
Draai de slangklem c direct achter
de schroefkoppeling met een schroe
-
vendraaier vast.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
53
Elektrische aansluiting
De wasautomaat mag alleen door een
erkend installateur volgens de gelden
-
de NEN-normen op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
Deze wasautomaat is voorzien van een
aansluitkabel en een stekker met be
-
schermingscontact (randaarde), ge
-
schikt voor aansluiting op ~230 V
50 Hz.
Deze wasautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contact
-
doos met beschermingscontact (rand
-
aarde) of een daarvoor geschikte 2-
polige schakelaar, bijv. voor in de bad-
kamer.
Let bij een stekkerverbinding op het
volgende.
Om de elektrische spanning van het
apparaat te kunnen halen, is het beslist
noodzakelijk dat men altijd bij de aan-
sluitstekker kan komen.
Wij raden u af om de wasautomaat op
een verlengsnoer en/of stekkerdoos
aan te sluiten. Dit om brand te voor
-
komen.
In de EU-richtlijnen geeft men ter verho
-
ging van de veiligheid het advies om
de huisinstallatie van een aardlekscha
-
kelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
Het plaatsen en aansluiten van de wasautomaat
54
Belading Verbruikswaarden
Energie Water Programmaduur
in kWh in l Kort Normaal
Witte / Bonte was 95°C 6,0 kg 1,99 49 2 h 09 min
60°C
1)
6,0 kg 1,02 49 1 h 49 min
60°C 3,0 kg 0,75 39 59 min
40°C
1)
6,0 kg 0,65 55 1 h 55 min
40°C
2)
3,0 kg 0,40 39 59 min
Kreukherstellend 40°C
1)
3,0 kg 0,50 55 1 h 02 min 1 h 19 min
Fijne was 30°C 2,0 kg 0,35 69 43 min 59 min
Automatic 40°C 3,5 kg 0,35 - 0,50 40 - 55 58 min 1 h 13 min
Donker wasgoed 40°C 3,0 kg 0,60 60 1 h 03 min 1 h 13 min
Overhemden 40°C 2,0 kg 0,50 45 - 56 min
Jeans 40°C 3,0 kg 0,50 52 53 min 1 h 00 min
Express 40°C 3,0 kg 0,30 34 - 33 min
Zijde / 30°C 1,0 kg 0,25 39 - 36 min
Wol / 30°C 2,0 kg 0,23 39 - 40 min
1)
Testprogramma volgens EN 60456
2)
Kort programma voor testinstituten; hier moet de extra functie Kort worden ge-
kozen.
De verbruiksgegevens kunnen van de aangegeven waarden afwijken, al naar
gelang de waterdruk, waterhardheid, temperatuur van het instromende water,
kamertemperatuur, het soort en de hoeveelheid wasgoed, verschillen in de net
-
spanning en gekozen extra functies.
Verbruiksgegevens
55
Hoogte 85,0 cm
Breedte 59,5 cm
Diepte 58,0 cm
Diepte bij geopende deur 97,5 cm
Gewicht 93 kg
Maximale belasting van de vloer 1.600 Newton (ca. 160 kg)
Beladingscapaciteit 6 kg droog wasgoed
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Aansluitwaarde Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Verbruiksgegevens Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
Minimale waterdruk 100 kPa (1 bar)
Maximale waterdruk 1.000 kPa (10 bar)
Lengte van de watertoevoerslang 1,60 m
Lengte van de waterafvoerslang 1,50 m
Lengte van de aansluitkabel 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1,00 m
Maximale afpomplengte 5,00 m
Keurmerk Zie typeplaatje
Technische gegevens
56
Programmeerfuncties
voor de wijziging van standaard-
waarden en de programmering
van varianten
Met de programmeerfuncties kunt u de wasprogramma's nog beter afstemmen
op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt wassen.
Systeem extra water
Wanneer u de extra functie Extra wa
-
ter inschakelt, wordt er bij de pro
-
gramma's meer water gebruikt.
Daarbij zijn 4 varianten mogelijk.
Met de programmeerfunctie Systeem
extra water kunt u de variant pro
-
grammeren die u wilt hebben.
De 4 varianten zijn:
Variant 1:
Meer water bij het spoelen
Variant 2:
Meer water bij het wassen en bij het
spoelen.
In deze variant wordt het apparaat ge-
leverd.
Variant 3:
Een extra spoelgang in de program-
ma's Witte / Bonte was en Kreukherstel-
lend
Variant 4:
Een combinatie van de varianten 2 en
3.
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met de Start - toets en de pro
-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake-
laar op stand Witte / Bonte was 60°C.
In het display gaat nu de letter P knip-
peren in afwisseling met het cijfer 1, 2,
3 of 4.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is variant 1
gekozen;
2, dan is variant 2
gekozen;
3, dan is variant 3
gekozen;
4, dan is variant 4
gekozen.
F Door op de Start - toets te drukken
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Extra water is de gekozen
variant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
-
kozen en geprogrammeerd.
Programmeerfuncties
58
Behoedzaam wassen
Wanneer de functie "Behoedzaam
wassen" is geactiveerd, wordt het
aantal trommelbewegingen geredu
-
ceerd.
Zo kan licht vervuild wasgoed met
een behoedzaam ritme worden ge
-
wassen.
"Behoedzaam wassen" kan worden ge
-
bruikt in de programma's Witte was /
Bonte was, Express en Automatic.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de Start - toets en de pro-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Witte / Bonte was 40°C.
In het display gaat nu de letter P knip
-
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Behoedzaam wassen" niet
geactiveerd;
1, dan is "Behoedzaam wassen" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
0 op 1, waarmee u "Behoedzaam
wassen" activeert;
of van 1 op 0, waarmee u "Behoed
-
zaam wassen" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
59
Afkoeling van het sop
Wanneer de functie "Afkoeling van
het sop" is geactiveerd, stroomt er
aan het einde van de hoofdwas ter
afkoeling van het sop extra water in
de trommel.
"Afkoeling van het sop" kan worden ge
-
bruikt bij het programma Witte was /
Bonte Was 95°C.
Het verdient aanbeveling om deze
functie te activeren
wanneer de wasautomaat in een ge
-
bouw staat met waterafvoerbuizen
die niet aan de Komokeur voldoen;
wanneer u de waterafvoerslang in
een wasbak, wastafel of gootsteen
hangt.
Op deze manier kunt u brand- of
schroeigevaar voorkomen.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de Start - toets en de pro
-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Witte / Bonte was 30°C.
In het display gaat nu de letter P knip-
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Afkoeling van het sop" niet
geactiveerd;
1, dan is "Afkoeling van het sop" wel
geactiveerd.
F Door één keer op de Start - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
0 op 1, waarmee u "Afkoeling van het
sop" activeert;
of van 1 op 0, waarmee u "Afkoeling
van het sop" deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
60
Memory
Wanneer de functie "Memory" is ge
-
activeerd, slaat de wasautomaat het
centrifugetoerental dat bij een pro
-
gramma wordt gekozen en eventuele
extra functies die bij datzelfde pro
-
gramma worden ingesteld, bij de
start van het programma op.
Wanneer u de volgende keer hetzelfde
wasprogramma kiest, geeft de wasau
-
tomaat het opgeslagen centrifugetoe
-
rental en de eventueel opgeslagen ex
-
tra functie(s) weer aan.
De functie is, wanneer de wasautomaat
wordt geleverd, niet geactiveerd.
Het programmeren van de variant
"Aan" of "Uit" doet u met de stappen
A tot en met G
en wel met de Start - toets en de pro-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Kreukherstellend 60°C.
In het display gaat nu de letter P knip
-
peren in afwisseling met het cijfer 0 of 1.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
0, dan is "Memory" niet geactiveerd;
1, dan is "Memory" wel geactiveerd.
F Door één keer op de Start - toets te
drukken kunt u overschakelen van:
0 op 1, waarmee u "Memory" acti-
veert;
of van 1 op 0, waarmee u "Memory"
deactiveert.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
De gekozen variant is nu geprogram
-
meerd en blijft dat totdat de andere va
-
riant wordt gekozen en geprogram
-
meerd.
Programmeerfuncties
61
Inweektijd
Wanneer u de extra functie Inweken
inschakelt, gaat aan het eigenlijke
wasprogramma een inweekprogram
-
ma vooraf.
Daarbij zijn 4 varianten mogelijk.
Met de programmeerfunctie Inweek
-
tijd kunt u de variant programmeren
die u wilt hebben.
De 4 varianten zijn:
Variant 1:
2 uur inweektijd
In deze variant wordt het apparaat ge-
leverd.
Variant 2:
1 uur en 30 minuten inweektijd
Variant 3:
1 uur inweektijd
Variant 4:
30 minuten inweektijd
Het programmeren van de gewenste
variant doet u met de stappen A tot
en met G
en wel met de Start - toets en de pro
-
grammakeuzeschakelaar.
Deze bedieningselementen hebben
dus een tweede functie die niet op het
paneel te zien is.
Eerst moet aan de volgende voorwaar
-
den worden voldaan:
De wasautomaat moet uitgeschakeld
zijn.
De wasautomaat moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand Einde staan.
A Druk op de Start - toets en blijf daar
gedurende de stappen B en C op
drukken.
B Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets in.
C Wacht totdat het controlelampje van
de Start - toets gaat branden . . .
D . . . en laat de Start - toets daarna
los.
E Draai de programmakeuzeschake
-
laar op stand Kreukherstellend 40°C.
In het display gaat nu de letter P knip
-
peren in afwisseling met het cijfer 1, 2,
3 of 4.
Knippert in het display in afwisseling
met de letter P een
1, dan is variant 1
gekozen;
2, dan is variant 2
gekozen;
3, dan is variant 3
gekozen;
4, dan is variant 4
gekozen.
F Door op de Start - toets te drukken
kunt u tussen de verschillende
varianten kiezen.
G Schakel de wasautomaat met de
I-Aan/0-Uit - toets uit.
Op de toets Inweken is de gekozen va
-
riant nu geprogrammeerd en blijft dat
totdat er een andere variant wordt ge
-
kozen en geprogrammeerd.
Programmeerfuncties
62
63
Wijzigingen voorbehouden/0508
M.-Nr. 06 737 140 / 05
10


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele W 3203 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele W 3203 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,11 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Miele W 3203

Miele W 3203 User Manual - English - 64 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info