683516
15
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/68
Next page
Gebruiksaanwijzing
Wasmachine
Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, instal-
leert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BE M.-Nr. 11 205 600
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
2
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt de wasmachine
voor transportschade. Er werd materiaal
gekozen, dat door het milieu wordt ver-
dragen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te
brengen, wordt er grondstof gespaard
en verkleint de afvalberg. Geef deze
stoffen dus niet met het gewone vuilnis
mee. Breng ze liever naar het dichtstbij-
zijnde gemeentelijk containerpark. Waar
u dat vindt, komt u zeker bij uw ge-
meentebestuur aan de weet.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe-
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio-
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als u het toestel bij het
gewone afval doet of bij verkeerde be-
handeling kunnen deze stoffen schade-
lijk zijn voor de gezondheid en het mili-
eu. Verwijder het afgedankte toestel
dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
de handelaar bij wie u het kocht
of
de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intus-
sen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
Inhoud
3
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu.............................................. 2
Opmerkingen omtrent uw veiligheid .................................................................. 6
Bediening van de wasmachine .......................................................................... 13
Bedieningspaneel.................................................................................................. 13
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen .................................................... 14
Milieuvriendelijk wassen..................................................................................... 15
Energie- en waterverbruik ..................................................................................... 15
Wasmiddelverbruik................................................................................................ 15
Kies de juiste extra functie (Kort, Inweken, Voorwas) ........................................... 15
Tip bij aansluitend machinaal drogen.................................................................... 15
1. Het wasgoed voorbereiden ............................................................................ 16
2. Trommel vullen ................................................................................................ 17
3. Wasmiddel doseren......................................................................................... 20
4. Programma en instellingen kiezen................................................................. 21
5. Programma starten – einde programma ....................................................... 22
Onderhoudssymbolen op het etiket .................................................................. 23
Centrifugeren....................................................................................................... 24
Programmaoverzicht........................................................................................... 25
Extra's................................................................................................................... 28
Kort........................................................................................................................ 28
Voorwas................................................................................................................. 28
Inweken ................................................................................................................. 28
Extra water ............................................................................................................ 28
Programmaverloop.............................................................................................. 29
Programmaverloop wijzigen .............................................................................. 31
Programma stoppen.............................................................................................. 31
Programma onderbreken....................................................................................... 31
Programma wijzigen .............................................................................................. 31
Trommel bijvullen of wasgoed voortijdig verwijderen............................................ 32
Inhoud
4
Wasmiddel............................................................................................................ 33
Het juiste wasmiddel ............................................................................................. 33
Doseerhulpen ........................................................................................................ 33
Onthardingsmiddel................................................................................................ 33
Nabehandelingsmiddel voor wasgoed.................................................................. 35
Wasverzachter, synthetisch stijfsel of vloeibaar stijfsel automatisch doseren .. 35
Wasverzachter, vormspoeler of stijfsel in een apart programma ..................... 35
Reiniging en onderhoud ..................................................................................... 36
Reiniging van de trommel...................................................................................... 36
De ommanteling en het bedieningspaneel reinigen .............................................. 36
Wasmiddellade reinigen ........................................................................................ 36
Watertoevoerzeefje reinigen .................................................................................. 38
Nuttige tips.......................................................................................................... 39
Hulp bij storingen .................................................................................................. 39
Er kan geen wasprogramma worden gestart ........................................................ 39
Het wasprogramma werd afgebroken en er wordt een fout gemeld..................... 40
Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een service of storing
wordt gemeld. ....................................................................................................... 41
Algemene problemen met de wasmachine........................................................... 42
Een niet-bevredigend wasresultaat....................................................................... 44
Het openen van het deksel bij verstopte afvoer en/of stroomuitval...................... 45
Service-afdeling................................................................................................... 47
Reparaties ............................................................................................................. 47
Duur en voorwaarden van de waarborg ................................................................ 47
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren.................................................................... 47
Installatie.............................................................................................................. 48
Voorkant ................................................................................................................ 48
Verrijdbaar onderstel ............................................................................................. 49
Transportbeveiliging verwijderen........................................................................... 50
De transportbescherming monteren ................................................................ 50
Plaatsen................................................................................................................. 51
Plaats van opstelling ........................................................................................51
Het lekbeveiligingssysteem................................................................................... 52
Watertoevoer ......................................................................................................... 53
Waterafvoer ........................................................................................................... 54
Elektrische aansluiting .......................................................................................... 55
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
6
Deze wasmachine voldoet aan de geldende veiligheidsvoor-
schriften. Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële
schade tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de
wasmachine in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het on-
derhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de
wasmachine.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de wasma-
chine en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en
op te volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor scha-
de die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar.
Juist gebruik
Deze wasmachine is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
De wasmachine is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
Gebruik de wasmachine uitsluitend voor huishoudelijke toepas-
singen voor het wassen van stoffen waarvan de fabrikant op het
wasetiket heeft aangegeven dat ze in de machine mogen worden ge-
wassen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is
niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bedie-
ning.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
7
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om de wasmachine veilig te bedienen, mogen de wasmachine alleen
onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk ie-
mand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de wasma-
chine te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden ge-
houden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de wasmachine alleen zonder
toezicht bedienen, wanneer hen de wasmachine zodanig is toege-
licht dat ze de wasmachine veilig kunnen bedienen. Kinderen moe-
ten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen herken-
nen en begrijpen.
Kinderen mogen de wasmachine niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de wasmachine komen. Laat
kinderen nooit met de wasmachine spelen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
8
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de wasmachine wordt geplaatst, of het toestel
zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde wasmachine mag u niet
opstellen en in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektrici-
teitsnet bij u ter plaatse voordat u de wasmachine aansluit. Vraag
eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van de wasmachine wordt enkel gewaar-
borgd als u het op een aardsysteem aansluit dat volgens de voor-
schriften werd geïnstalleerd.
Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoor-
waarde is voldaan. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman na-
kijken.
Miele kan niet worden aansprakelijk gesteld voor schade die werd
veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ont-
brak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer, aftakcontactdozen en dergelijke verhoogt het risi-
co op oververhitting en daarmee op brand.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele Miele-
wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan
de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Volg de aanwijzingen in de hoofdstukken: “Installatie” en “Tech-
nische gegevens”.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de was-
machine van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
9
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uit-
voeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij
schade achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
Bij storingen of bij een reinigings- en onderhoudsbeurt is de was-
machine alleen dan van het elektriciteitsnet losgekoppeld in de vol-
gende gevallen:
u de stekker uit het stopcontact haalt of
de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge-
draaid is.
De wasmachine mag alleen met een nieuw slangenset op de wa-
tertoevoer worden aangesloten. Oude slangensets mogen niet meer
worden gebruikt. U moet de slangensets regelmatig controleren. Dan
kunt u ze ook tijdig vervangen zodat er geen waterschade kan ont-
staan.
De waterdruk moet minstens 100 kPa bedragen en mag de
1000kPa niet overschreiden.
Deze wasmachine mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv.
schepen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de wasmachine uit die niet uitdruk-
kelijk door Miele zijn toegestaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
10
Efficiënt gebruik
De maximumlading bedraagt 6 kg (droog wasgoed). In de rubriek
“Programmaoverzicht” vindt u de deels kleinere ladingen voor afzon-
derlijke programma's.
Stel uw wasmachine niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera-
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
Verwijder de transportbeveiliging op de achterzijde voor u de
wasmachine in gebruik neemt. Zie rubriek “Installatie”, alinea “Trans-
portbescherming wegnemen”). Als die beveiliging niet verwijderd is,
kan ze tijdens het centrifugeren schade toebrengen aan de wasma-
chine. Ook aan meubelen of toestellen ernaast kan er schade optre-
den.
Doe de waterkraan dicht bij langere afwezigheid (bv. vakantie).
Vooral wanneer er zich vlakbij de wasmachine geen afvoer in de
vloer bevindt.
Overstromingsgevaar!
Voor u de afvoerslang in een spoelbak hangt, dient u te controleren
of het water vlot genoeg wegvloeit. Maak de waterafvoerslang vast
opdat ze niet zou wegglijden! Door de terugstoot van het wegvloei-
ende water kan de slang anders uit de spoelbak worden geslingerd.
Let erop dat er geen voorwerpen zoals spijkers, naalden, geld-
stukken of paperclips worden meegewassen. Deze voorwerpen kun-
nen schade toebrengen aan onderdelen van het toestel, bijv. aan
kuip of trommel. Deze beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt
uw was beschadigen.
De hendel van het verrijdbaar onderstel moet zich tijdens het was-
sen in de linkerstand bevinden. Alleen dan staat de wasmachine ge-
garandeerd veilig en stevig.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
11
Bij een juiste wasmiddeldosering is geen ontkalken van de was-
machine nodig. Heeft zich in uw wasmachine toch kalk afgezet, ge-
bruik dan een ontkalkingsmiddel op basis van natuurlijk citroenzuur.
Miele raadt u de Miele ontkalker aan. Deze kunt u online bestellen op
shop.miele.be, via uw Miele-handelaar of de dienst Onderdelen en
toebehoren van Miele. Houd u stipt aan de toepassingsaanwijzingen
van het ontkalkingsmiddel.
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen be-
handeld is, moet voordat het in de wasmachine en droogkast wordt
gewassen, grondig in zuiver water worden uitgespoeld.
Gebruik in deze toestel in geen geval reinigingsmiddel dat oplos-
middel bevat (bv. wasbenzine). Daardoor kunnen toestelonderdelen
worden beschadigd en kunnen giftige dampen ontstaan die brand of
explosies kunnen veroorzaken.
Kleuringmiddel dient voor gebruik in wasmachines geschikt te
zijn. Het mag enkel in beperkte mate - als voor een huishouden -
worden gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant strikt
op.
Ontkleuringsmiddel kan wegens zijn zwavelhoudende verbin-
dingen corrosie tot stand brengen. U mag geen ontkleuringsmiddel
in de wasmachine gebruiken.
Als er wasmiddel in uw ogen terechtkomt, spoel ze dan met zuiver
lauwwarm water uit. Bij inslikken, direct een arts raadplegen. Perso-
nen met gekwetste of gevoelige huid moeten elk contact met het
wasmiddel mijden.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
12
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mag
worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onderdelen
gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of
productaansprakelijkheid.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat de-
ze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
Bediening van de wasmachine
13
Bedieningspaneel
a
Door middel van de toets Start
start u het gekozen
wasprogramma.
b
Toetsen voor de extra functies
om de extra functies te selecteren.
Met de bovenste toets kunt u de ex-
tra functies Kort, Voorwas of Inweken
inschakelen. Met de onderste toets
kunt u de extra functie Extra water
kiezen.
Controlelampje aan = ingeschakeld
Controlelampje uit = uitgeschakeld
c
Controlelampjes van het centrifu-
getoerental
d
Toets Centrifugeren
om het centrifugetoerental te wijzigen
of om de spoelstop of zonder centri-
fugeren in te schakelen.
e
Keuzeschakelaar
om het basiswasprogramma en de
bijbehorende temperatuur te selecte-
ren. De programmaschakelaar kan
rechts- en linksom worden gedraaid.
f
Controlelampjes voor het pro-
grammaverloop
laten tijdens het wasprogramma zien
welke fase in het programmaverloop
is bereikt.
g
Andere controlelampjes Deze con-
trolelampjes geven een probleem
aan
h
Toets
voor het in- en uitschakelen van de
wasmachine.
De wasmachine wordt met het oog
op energiebesparing automatisch uit-
geschakeld. Dat gebeurt 15 minuten
nadat Einde/Kreukbeveiliging is ver-
schenen of na het inschakelen als er
verder niets gebeurt.
i
Door middel van de toets Deksel
opent u het deksel.
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
14
Schade door verkeerd plaatsen
en aansluiten.
Het verkeerd plaatsen en aansluiten
van de wasmachine leidt tot ernstige
materiële schade.
Volg de aanwijzingen in het hoofd-
stuk “Installatie".
De functies van deze wasmachine zijn
in de fabriek grondig getest. Hierdoor
bevindt er zich nog wat water in de
trommel.
Centrifugeren vóór de eerste ingebruik-
name is om veiligheidsredenen niet mo-
gelijk. Om het toestel te laten centrifu-
geren, moet u eerst een wasprogramma
zonder wasgoed en zonder wasmiddel
laten draaien hebben.
Gebruikt u wasmiddel, dan kan er over-
dreven schuim worden gevormd!
Tegelijkertijd wordt de afvoer-kogelklep
geactiveerd. Die klep zorgt ervoor dat
het wasmiddel volledig wordt benut.
Eerste wasprogramma starten
Draai de waterkraan open.
Druk op de toets .
Draai de programmaschakelaar op
Katoen 60°C.
Druk op de toets Start.
Na afloop van het programma is de
wasmachine klaar voor gebruik.
Schakel de wasmachine dan met de
-toets uit.
Milieuvriendelijk wassen
15
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit van
een wasprogramma.
Het energie- en waterverbruik is dan,
vergeleken met de totale hoeveelheid
wasgoed, het laagst.
Denk eraan dat het toestel dankzij de
beladingsautomaat bij een geringe
belading minder water en energie
verbruikt.
Gebruik het programma Express 20
voor kleinere hoeveelheden licht ver-
vuild wasgoed.
Moderne wasmiddelen maken het
mogelijk om op lagere temperaturen
te wassen, (bijv. 20°C). Maak gebruik
van deze temperatuurinstellingen om
energie te besparen.
Gebruik de extra functie Inweken in
plaats van de extra functie Voorwas.
Bij het inweken en de hoofdwas die
daar direct op volgt, wordt hetzelfde
sop gebruikt.
Voor de hygiëne in de wasmachine
adviseren wij u om af en toe een pro-
gramma met een temperatuur van
minstens 60°C te starten. Met het
controlelampje Hygiëne Info herinnert
de wasmachine u daaraan.
Wasmiddelverbruik
Gebruik telkens maar zoveel wasmid-
del als op de verpakking staat aange-
geven.
Houd voor de dosering rekening met
de vervuilingsgraad van het was-
goed.
Gebruik bij kleinere ladingen minder
wasmiddel (ca. ⅓ minder wasmiddel
bij een halve lading).
Kies de juiste extra functie
(Kort, Inweken, Voorwas)
Kies voor:
lichtjes vuil wasgoed zonder zichtba-
re vlekken een wasprogramma met
het Extra Kort.
normaal tot sterk vervuild wasgoed
met zichtbare vlekken een waspro-
gramma zonder extra functie.
heel sterk vervuild wasgoed een was-
programma met de extra functie In-
weken.
wasgoed met een grote hoeveelheid
vuil (bijv. stof, zand ) het Extra Voor-
was.
Tip bij aansluitend machinaal
drogen
Kies het hoogst mogelijke centrifugeer-
toerental dat het wasprogramma te bie-
den heeft. Zo bespaart u achteraf
stroom bij het drogen.
1. Het wasgoed voorbereiden
16
Maak de zakken leeg.
Voorwerpen zoals spijkers,
munten en paperclips kunnen was-
goed en onderdelen beschadigen.
Controleer voordat u gaat wassen of
er voorwerpen in het wasgoed zitten.
Zo ja, verwijder deze dan.
Wasgoed sorteren
Sorteer het wasgoed volgens de kleur
en de symbolen op het onderhoudse-
tiket. Dat vindt u in kragen en zomen.
Tip: Donker textiel heeft de neiging om
bij de eerste wasbeurten wat kleur te
verliezen. Om geen wasgoed te laten
verkleuren, wast u licht en donker textiel
het best apart.
Vlekken voorbehandelen
Verwijder vlekken als dat mogelijk is
zodra ze ontstaan. Neem de vlekken
met een niet-verkleurende doek af.
Niet wrijven!
Tip: Vlekken (bijvoorbeeld bloed, ei,
koffie, thee, etc.) kunt u vaak eenvoudig
verwijderen. Deze trucs kunt u in de
Miele-vlekkenwijzer vinden. U kunt de
vlekkenwijzer bij Miele of via de inter-
netpagina aanvragen of inzien.
Oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen (bijv. wasbenzine)
kunnen kunststof onderdelen be-
schadigen.
Let er bij de behandeling van het tex-
tiel op dat het reinigingsmiddel niet
met kunststof onderdelen in aanra-
king komt.
Chemische (oplosmiddelhouden-
de) reinigingsmiddelen kunnen zware
schade aan de wasmachine veroor-
zaken.
Gebruik nooit dergelijke reinigings-
middelen in de wasmachine!
Algemene tips
Gordijnen: Haal de gordijnrolletjes en
de loodveter weg. U kunt de gordij-
nen ook in een zak steken.
Bh's: losgekomen bh-beugels vast-
naaien of verwijderen.
Doe ritssluitingen, klittenband, haak-
jes en oogjes voor het wassen dicht.
Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Was in deze wasmachine nooit textiel
met de aanduiding niet wasbaar (on-
derhoudssymbool ).
2. Trommel vullen
17
Open het buitenste deksel en
het binnendeksel.
Schakel de wasmachine in.
Druk op de toets Deksel en open het
buitenste deksel tot aan de aanslag.
Open het binnendeksel.
a
Binnendeksel
b
Wasmiddellade
Open de wastrommel
Waarschuwing! Beide openings-
helften staan onder druk van een
veer.
Houd de achterste openingshelft met
de hand lichtjes tegen.
Druk op de slotbeveiliging (zwarte
pijl) en druk tegelijkertijd de voorste
openingshelft naar binnen tot aan de
ontgrendeling (richting van de pijl).
Laat nu beide openingshelften rustig,
met de handen lichtjes tegenhou-
dend, omhoog komen.
2. Trommel vullen
18
Trommel vullen
Leg de was uitgevouwen en losjes in
de trommel. Met wasgoed van ver-
schillende groottes wordt er een beter
wasresultaat bereikt en kan het was-
goed zich tijdens het centrifugeren
beter verdelen.
Gebruik altijd een wasnetje voor tex-
tiel dat uit meerdere lagen bestaat
met een bijzonder fijn, glad opper-
vlak.
Houdt u aan de maximale beladingsca-
paciteit van de verschillende waspro-
gramma's.
Bij een maximale beladingscapaciteit is
het energie- en waterverbruik, vergele-
ken met de totale hoeveelheid was-
goed, het laagst. Wordt de maximale
beladingscapaciteit overschreden, dan
vallen de wasresultaten tegen en gaat
het wasgoed sneller kreuken.
Sluit de wastrommel en het
binnendeksel
Druk eerst de voorste en dan de ach-
terste openingshelft naar beneden,
totdat beide sluithaken in elkaar
grijpen en duidelijk zichtbaar ineen-
sluiten.
Als u deze stappen niet volgt,
kan er zeker schade ontstaan aan de
wasmachine en het wasgoed.
Reinig het wiel in de linkersluithaak
regelmatig, zodat het altijd gemakke-
lijk kan worden bediend.
2. Trommel vullen
19
Let erop dat er geen wasgoed tussen
de openingshelften klemt als u deze
sluit.
Sluit het binnendeksel door druk uit
te oefenen op de afsluiting, zodat u
het duidelijk ineen hoort klikken.
Wordt het binnendeksel niet correct
gesloten, dan kan er geen programma
worden gestart en knippert het contro-
lelampje Dosering controleren.
3. Wasmiddel doseren
20
Het is belangrijk om niet te weinig en
niet te veel wasmiddel te doseren, want
..
..Te weinig wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
het wasgoed niet schoon is en na
verloop van tijd grauw en hard wordt;
er zich vetbolletjes in het wasgoed
vormen;
er zich kalk op de verwarmingsele-
menten vormt.
..Te veel wasmiddel heeft tot gevolg
dat:
er te veel schuim wordt gevormd, de
waswerking daardoor gering is en de
reinigings-, spoel- en centrifugeerre-
sultaten niet optimaal zijn;
er door een automatisch ingescha-
kelde extra spoelgang meer water
wordt verbruikt;
het milieu extra wordt belast.
Trek de wasmiddellade naar buiten en
doseer het wasmiddel in de vakjes.
Wasmiddel voor de voorwas
(
1
/
3
van de totale aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel)
Wasmiddel voor de hoofdwas
Wasverzachter of stijfsel
Meer informatie over wasmiddelen en
de dosering daarvan vindt u in het
hoofdstuk “Wasmiddelen”.
Schuif de wasmiddellade terug in.
Sluit het buitenste deksel.
4. Programma en instellingen kiezen
21
Programma kiezen
Draai de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma.
Centrifugetoerental kiezen
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren”, totdat het controlelampje van
het gewenste centrifugetoerental gaat
branden.
Extra functies kiezen
Met de bovenste toets kunt u de extra
functie Inweken of Voorwas of Kort in-
schakelen (in die volgorde) of geen
functie inschakelen.
Met de onderste toets kunt u de extra
functie Extra water inschakelen.
Kies de gewenste extra functie.
Niet alle extra functies kunnen bij alle
wasprogramma's worden gekozen.
Drukt u op een toets voor een extra
functie en gaat het daarbij behorende
lampje niet branden, dan is deze extra
functie voor het gekozen programma
niet van toepassing.
5. Programma starten – einde programma
22
Programma starten
Druk op de knipperende toets Start.
Bij het begin van het wasprogramma
waarschuwt een kort “zoemend” geluid
dat de trommel automatisch wordt ont-
grendeld.
Einde programma
Het controlelampje Kreukbeveiliging/
Einde geeft het einde van het program-
ma aan.
Trommel leegmaken
Druk op de Deksel – toets.
Voor het openen van de deksel draait
de trommel zich automatisch in de
juiste positie en wordt deze vergrendeld
(automatische plaatsing en vergrende-
ling van de trommel).
15 minuten na afloop van de kreukbe-
veiliging wordt de wasmachine auto-
matisch uitgeschakeld. U kunt de
wasmachine door op toets te druk-
ken weer inschakelen.
Open het buitenste deksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel en haal het
wasgoed eruit.
Controleer of de trommel leeg is!
Blijft er wasgoed in de trommel lig-
gen, dan loopt u het risico dat het bij
de volgende wasbeurt krimpt of ver-
kleurt.
Wasmachine uitschakelen
Sluit de wastrommel en het binnen-
deksel.
Dit om te voorkomen dat er per onge-
luk voorwerpen in de trommel terecht-
komen. Deze zouden per vergissing
kunnen worden meegewassen en het
wasgoed beschadigen.
Sluit het buitenste deksel.
Schakel de wasmachine met de -
toets uit.
Onderhoudssymbolen op het etiket
23
Wassen
Het aantal graden in het kuipsymbool
geeft de maximumtemperatuur aan
waarmee u het wasgoed mag wassen.
normale mechanische belasting
spaarzame mechanische belas-
ting
zeer spaarzame mechanische
belasting
handwas
niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu-
ze
Programma Symbolen op het
onderhoudsetiket
Katoen 
Kreukherstel-
lend

Fijne was 
Wol
Express 20 
Drogen
De stippen geven de temperatuur aan
Normale temperatuur
Lagere temperatuur
niet geschikt voor de droogkast
Strijken en mangelen
De punten geven de temperatuurbe-
reiken aan
ca. 200 °C
ca. 150 °C
ca. 110 °C
Strijken met stoom kan niet om-
keerbare schade veroorzaken
niet strijken/mangelen
Professionele reiniging
Reiniging met chemische oplos-
middelen. De letters geven het
reinigingsmiddel aan.
Vochtig reinigen
Niet chemisch reinigen
Bleken
Elk oxidatiebleekmiddel toege-
laten
Enkel zuurstofbleekmiddel toe-
gelaten
Niet bleken
Centrifugeren
24
Eindcentrifugeertoerental
programma o/min
Katoen 1200
Kreukherstellend 1200
Automatic 900
Donker/jeans 1200
Express 20 1200
Overhemden 600
Wol 1200
Fijn wasgoed 600
Pompen/Centrifugeren 1200
Extra spoelen/Stijven 1200
U kunt het centrifugetoerental verlagen.
U kunt geen hoger centrifugetoerental
dan boven aangegeven kiezen.
Centrifugeren voor en tussen de
spoelbeurten
Het wasgoed wordt na de hoofdwas en
tussen de spoelbeurten in gecentrifu-
geerd. Als het eindcentrifugeertoerental
wordt verminderd, gaat dit eveneens op
voor het toerental voor en tussen de
spoelbeurten. In het programma Katoen
wordt er een extra spoelbeurt ingelast
als het toerental kleiner is dan
700omw/min.
Spoelstop kiezen (eindcentrifugeren
uitschakelen)
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren” totdat het controlelampje Spoel-
stop brandt. Het wasgoed blijft na de
laatste spoelbeurt in het water liggen.
Daardoor kreukt het wasgoed minder
wanneer u het niet direct na afloop
van het programma uit de trommel
haalt.
Eindcentrifugeren starten
Kies het gewenste toerental door op
de toets “Centrifugeren” te drukken.
De wasmachine start het eindcentri-
fugeren.
Het programma beëindigen
Druk op de Deksel – toets. Het water
wordt weggepompt. Het deksel gaat
open.
Het centrifugeren tussen de spoel-
gangen en het eindcentrifugeren
overslaan
Druk zo vaak op de toets “Centrifuge-
ren” totdat het controlelampje zonder
centrifugeren brandt. Na de laatste
spoelgang wordt het water wegge-
pompt en wordt de kreukbeveiliging
ingeschakeld. Bij deze instellingen
wordt er in enkele programma's een
spoelgang ingelast.
Programmaoverzicht
26
Donker/jeans 40°C Maximaal 3,0kg
Wasgoed Zwart of donkerkleurig wasgoed van katoen, gemengde weefsels
en jeansstoffen
Tip Was die stukken met de binnenzijde naar buiten.
Jeans verliest bij de eerste wasbeurten vaak wat kleur, was lichte
en donkere stukken daarom apart.
Express 20 40°C maximaal 2,5kg
Textielsoort Katoenen textiel dat nauwelijks gedragen of vrijwel niet vuil is
Tip De extra functie Kort is automatisch ingesteld.
Overhemden 40°C maximaal 1,5kg
Tip Behandel kragen en manchetten vóór als dat nodig is.
Gebruik voor zijden overhemden en blouses het programma Fij-
ne was.
Wol 30°C en koud Maximaal 2,0kg
Wasgoed Textiel van wol of met toevoegingen van wol
Tip Verminder bij kreukgevoelig textiel het eindcentrifugeertoerental.
Fijne was 40°C tot koud maximaal 1,0kg
Textielsoort Gevoelig wasgoed van synthetische vezels, mengweefsels en
kunstzijde
Gordijnen die volgens de fabrikant in de wasmachine kunnen wor-
den gewassen.
Tip Gordijnen trekken veel stof aan en moeten daarom vaak in een
programma met voorwas worden gewassen.
Bij kreukgevoelig textiel helemaal niet centrifugeren.
Extra's
28
U kunt de basiswasprogramma's met
extra functies aanvullen.
Kort
Voor licht bevuild wasgoed zonder
zichtbare vlekken.
De wastijd wordt verkort.
Voorwas
Voor verwijderen van veel vuil, zoals
stof, zand.
Inweken
Voor bijzonder sterk bevuild wasgoed
met eiwithoudende vlekken.
De duur van het inweekproces kunt
u, in stappen van 30minuten, instel-
len van 30minuten tot 2 uur.
De fabrieksinstelling bedraagt 2 uur.
Hoe u dat moet programmeren, staat
beschreven in de rubriek “Program-
meerfuncties”, alinea “Inweken”.
Extra water
Het waterpeil wordt verhoogd tijdens
het wassen en tijdens het spoelen.
U kunt andere opties voor de toets Ex-
tra water programmeren, zoals beschre-
ven in de rubriek “Programmeerfunc-
ties”.
Welke extra functies bij welke
wasprogramma’s?
Van de extra functies Kort, Voorwas en
Inweken kunt u er altijd maar één kie-
zen.
Kort
Voorwas
Inweken
Extra water
Katoen X X X X
Kreukherstellend X X X X
Automatic
Donker wasgoed/
Jeans
X X X
Express 20
X
1)
X
Overhemden X X X
Wol
Fijne was X X X
Pompen/
Centrifugeren
Extra spoelen/
Stijven
X
X = deze functie kan worden geko-
zen
= deze functie kan niet worden
gekozen
1)
= Deze functie kan worden uitge-
schakeld
Programmaverloop
29
Hoofdwas Spoelen Centrifugeren
Water-
stand
Wasritme Water-
stand
Spoel-
beurten
Centrifu-
geren tus-
sen de
spoel-
gangen
Eindcen-
trifugeren
Katoen
2-4
1)2)
Kreukherstellend
2-3
3)
Automatic 
2-3
3)
Donker wasgoed/Jeans 3
Express 20
1-3
3)
Overhemden 2
Wol 2
Fijne was 3
Pompen/Centrifugeren
Extra spoelen/Stijven 1
De legende vindt u op de volgende pagina.
Programmaverloop
30
= Lage waterstand
= Gemiddelde waterstand
= Hoge waterstand
= Intensief ritme
= Normaal ritme
= Behoedzaam ritme
= Heel voorzichtig ritme
= Handwasritme
= Wordt uitgevoerd
= Wordt niet uitgevoerd
De wasmachine beschikt over een vol-
ledig elektronische besturing met bela-
dingsautomaat. De wasmachine stelt
het benodigde waterverbruik autonoom
vast, afhankelijk van de hoeveelheid en
de zuigkracht van het gevulde was-
goed.
Het programmaverloop van de hier ver-
melde programma's slaat op het basis-
programma met maximale belading. Er
wordt geen rekening gehouden met se-
lecteerbare extra functies.
Uw wasmachine houdt u tijdens het
programma op de hoogte van het pro-
grammaverloop.
Nadere bijzonderheden over het pro-
grammaverloop
Kreukbeveiliging:
De trommel draait nog 30 minuten na
afloop van het programma om kreuk-
vorming te voorkomen.
Uitzondering: het programma Wol heeft
geen kreukbeveiliging.
De wasmachine kan op elk moment
worden geopend.
1)
Bij een temperatuur van 90°C tot
60°C wordt er 2 keer gespoeld.
Wordt er een temperatuur gekozen
van beneden de 60°C, dan worden er
3 spoelgangen uitgevoerd.
2)
Een derde of vierde spoelbeurt wordt
uitgevoerd, wanneer:
er te veel schuim in de trommel zit
er een lager eindcentrifugetoerental is
ingesteld dan 700omw/min
Selectie van Zonder centrifugeren
3)
Een extra spoelbeurt wordt uitgevoerd
bij:
Selectie van Zonder centrifugeren
Programmaverloop wijzigen
31
Programma stoppen
U kunt een wasprogramma op ieder
moment afbreken, nadat u het hebt ge-
start.
Draai de programmaschakelaar op
stand Einde.
De wasmachine pompt het aanwezige
water weg, het programma wordt afge-
broken en de buitenste deksel wordt
geopend.
Wilt u het wasgoed uit de machine
nemen, doe dan het volgende:
Open het buitenste deksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel.
Wilt u een ander programma kiezen,
doe dan het volgende:
Controleer of er nog wasmiddel in de
wasmiddellade zit. Is dat niet het ge-
val, doseer dan opnieuw wasmiddel.
Sluit het buitenste deksel en kies een
nieuw programma.
Programma onderbreken
Schakel de wasmachine met de -
toets uit.
Schakel de wasmachine met de -
toets weer in om het programma
voort te zetten.
Programma wijzigen
Het programma kan niet worden gewij-
zigd nadat het is gestart.
Het controlelampje Kreukbeveiliging/
Einde brandt wanneer de programma-
schakelaar naar een ander programma
wordt gedraaid. Het programma-einde
wordt niet beïnvloed.
Temperatuur
De temperatuur kunt u tot 6 minuten na
de programmastart wijzigen.
Centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kunt u tot vlak
voor het eindcentrifugeren wijzigen.
Extra functies
De extra functie Extra water kunt u tot 6
minuten na de programmastart in- of
uitschakelen.
Programmaverloop wijzigen
32
Trommel bijvullen of wasgoed
voortijdig verwijderen
U kunt bij alle programma's nog was-
goed in de trommel leggen of wasgoed
uit de trommel halen, nadat u het pro-
gramma hebt gestart.
Druk op de Deksel – toets.
Voor het openen draait de trommel zich
in de juiste positie en wordt deze ver-
grendeld (automatische plaatsing en
vergrendeling van de trommel). Het bui-
tenste deksel wordt geopend.
Open het buitenste deksel tot aan de
aanslag.
Open het binnendeksel.
Open de wastrommel.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de wastrommel.
Sluit het binnendeksel correct.
Sluit het buitenste deksel.
Het programma wordt automatisch
voortgezet.
Het deksel kan niet worden geopend
als:
de temperatuur van het waswater bo-
ven 55°C ligt.
de programmafase Centrifugeren is
bereikt.
Wasmiddel
33
Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die
voor huishoudelijke wasmachines ge-
schikt zijn. De gebruiks- en doseeraan-
wijzingen vindt u op de verpakking van
het wasmiddel.
De dosering hangt af van:
de mate waarin het wasgoed vuil is
de hoeveelheid wasgoed
de waterhardheid
Als u de waterhardheid niet kent,
kunt u inlichtingen inwinnen bij uw
waterdistributiemaatschappij.
Bepalen van de mate van vervuiling
licht bevuild
Geen zichtbaar vuil en geen zichtbare
vlekken. De kledingsstukken hebben
bijv. lichaamsgeur aangenomen.
normaal bevuild
Zichtbaar vuil en/of enkele zichtbare
lichte vlekken.
sterk bevuild
Duidelijk zichtba(a)r(e) vuil en/of vlek-
ken.
Doseerhulpen
Gebruik voor de dosering van het was-
middel de door de wasmiddelfabrikant
geleverde doseerhulpen (kogels), met
name bij de dosering van vloeibaar
wasmiddel.
Navulverpakkingen
Gebruik bij de aankoop van wasmidde-
len indien mogelijk navulverpakkingen
om het afval te verminderen.
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u een
onthardingsmiddel toevoegen aan wa-
ter met hardheid II en III. De juiste dose-
ring daarvan vindt u op de verpakking
terug. Doe eerst het wasmiddel en dan
pas het onthardingsmiddel in het laad-
vakje.
Het wasmiddel kunt u dan doseren zo-
als voor water met hardheid I.
Waterhardheid
Hardheidsca-
tegorie
Totale hard-
heid in mmol
Duitse hard-
heid °d
I (zacht) 0 – 1,5 0 – 8,4
II (medium) 1,5 – 2,5 8,4 – 14
III (hard) hoger dan 2,5 hoger dan 14
Wasmiddel
34
Overzicht wasprogramma's – Wasmiddelen
Universeel Color- Fijn- en
wol-
Speciale
2)
Wasver-
zachters
Wasmiddel
Katoen X X X
Kreukherstellend X X X
Automatic X X X
Donker/jeans
X
1)
X X
Express 20
X
1)
X
1)
X
Overhemden X X X
Wol X X X
Fijn wasgoed X X
Extra spoelen/
Stijven
X X
1)
Vloeibaar wasmiddel gebruiken
Als voorwas gekozen is, is het aan te bevelen een reservoir voor vloeibaar
wasmiddel in het vakje te gebruiken. Het reservoir vindt u bij de Miele-
handelaar of de Technische Dienst van Miele.
2)
Wasmiddelen die speciaal voor deze wasprogramma's of dit wasgoed werden
ontwikkeld (bijvoorbeeld Miele CareCollection, zie rubriek “Mits toeslag ver-
krijgbaar toebehoren”)
Wasmiddel
35
Nabehandelingsmiddel voor
wasgoed
Wasverzachter
zorgt ervoor dat de was zacht aanvoelt
en vermindert de elektrostatische opla-
ding tijdens machinaal drogen.
Vormspoeler
is een vloeibaar synthetisch stijfsel. Het
zorgt ervoor dat het wasgoed wat ste-
viger aanvoelt.
Stijfsel
geeft het wasgoed een stijver en voller
effect.
Wasverzachter, synthetisch stijfsel of
vloeibaar stijfsel automatisch dose-
ren
Doseer wasverzachter, synthetisch
stijfsel of vloeibaar stijfsel in het vakje
. Doseer niet hoger dan de pijl.
De middelen worden automatisch met
het laatste spoelwater in de trommel
gespoeld. Aan het einde van het was-
programma blijft er een klein beetje wa-
ter in het vakje staan.
Wanneer u verschillende keren stijf-
sel hebt gebruikt, reinig dan de was-
middellade. Reinig de zuighevel extra
goed.
Wasverzachter, vormspoeler of stijf-
sel in een apart programma
Het stijfsel moet zoals op de verpakking
aangegeven worden voorbereid.
Doe de wasverzachter in vakje .
Giet het vloeibare stijfsel en de vorm-
spoeler in vakje en poedervormig
of dik vloeibaar stijfsel en vormspoe-
ler in vakje .
Kies het programma Extra spoelen/
Stijven.
Corrigeer het centrifugeertoerental als
dat nodig mocht zijn.
Druk op de toets Start.
Ontkleuren / kleuren
Geen ontkleuringsmiddel in de
wasmachine gebruiken. Deze mid-
delen kunnen corrosie veroorzaken in
de wasmachine.
Kleurmiddelen mag u enkel in beperkte
mate - als voor een huishouden - in de
wasmachine gebruiken. Het zout dat bij
het kleuren wordt gebruikt, tast bij
voortdurend gebruik het roestvrij staal
aan. Houd u strikt aan de richtlijnen van
de fabrikant van het kleurmiddel.
Reiniging en onderhoud
36
Reiniging van de trommel
Als op lage temperaturen en/of vloei-
baar wasmiddel wordt gewassen, be-
staat het gevaar van kiem- en geurvor-
ming. Om de trommel te reinigen en
geurvorming te vermijden, dient u één
keer per maand of wanneer het contro-
lelampje Hygiëne Info brandt een was-
programma met een temperatuur van
minstens 60 °C uit te voeren, waarbij u
een algemeen waspoeder gebruikt.
De ommanteling en het bedie-
ningspaneel reinigen
Trek de stekker uit het stopcon-
tact voor u het toestel reinigt en on-
derhoudt.
Spuit de wasmachine in geen
geval af met een waterslang.
Was de ommanteling en het bedie-
ningspaneel van het toestel met een
zacht reinigingsmiddel of sopje af.
Wrijf ze daarna met een zachte doek
droog.
Maak de trommel met een geschikt
middel voor roestvrij staal schoon.
Gebruik geen schuur- of oplos-
middelen. Reinigingsmiddelen voor
glas of voor universeel gebruik zijn
ook af te raden! Ze kunnen schade
toebrengen aan kunststof oppervlak-
ken of andere onderdelen.
Wasmiddellade reinigen
Verwijder regelmatig eventueel achter-
gebleven wasmiddelresten.
Trek de wasmiddellade eruit.
Reiniging en onderhoud
37
Trek de wasverzachterlade en de
zuighevel eruit (pijl).
Reinig deze onderdelen met warm
water.
Reinig ook de leiding waarop de zuig-
hevel is aangesloten.
Vloeibaar stijfsel gaat vastplakken.
Als u vaker vloeibaar stijfsel hebt ge-
bruikt, maak de zuighevel dan zeer
grondig schoon.
Wasmiddelladekast reinigen
Reinig ook het gedeelte waar de was-
middellade zit. Verwijder de wasmid-
delresten en kalkaanslag en gebruik
daarvoor een flessenborstel.
Reiniging en onderhoud
38
Watertoevoerzeefje reinigen
De wasmachine heeft een zeefje ter be-
scherming van het waterinlaatventiel.
Het zeefje dat in de watertoevoerslang
aan het vrije uiteinde zit, moet om de
ca. 6 maanden gecontroleerd worden.
Bij frequente storingen in het waterlei-
dingnet moet dit vaker gebeuren.
Draai de kraan dicht.
Schroef de toevoerslang van de
kraan.
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
Pak het kunststofzeefje 2 met een
punttang aan de opstaande rand in
het midden vast en trek het eruit.
Reinig het zeefje.
Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
Draai de schroefkoppeling vast op de
waterkraan en draai de kraan open.
Als er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling aan.
Het zeefje moet nadat het is gerei-
nigd, worden teruggeplaatst.
Nuttige tips
39
Hulp bij storingen
De meeste storingen en fouten die bij het dagelijks gebruik kunnen voorkomen,
kunt u zelf verhelpen. In heel wat gevallen bespaart u tijd en kosten omdat u dan
geen beroep hoeft te doen op de Technische Dienst van Miele.
De volgende tabellen kunnen een leidraad zijn om de oorzaken van een bepaalde
storing te vinden en weg te nemen. Let echter op het volgende:
Reparaties aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een er-
kend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kun-
nen er niet te onderschatten risico's voor de gebruiker ontstaan.
Er kan geen wasprogramma worden gestart
Probleem Oorzaak en oplossing
Het controlelampje
Kreukbeveiliging/Einde
brandt niet of de Start-
toets knippert niet.
De wasmachine krijgt geen stroom.
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
Controleer of de zekering in orde is.
Nadat u het programma
Pompen/Centrifugeren
hebt gekozen, begint
het programma niet.
De eerste ingebruikname werd niet uitgevoerd.
Voer de handelingen voor de eerste ingebruikne-
ming uit, zoals beschreven in het gelijknamige
hoofdstuk.
Het controlelampje Do-
sering controleren
brandt en het program-
ma start niet.
Het binnendeksel is niet gesloten.
Sluit het binnendeksel correct.
Nuttige tips
42
Algemene problemen met de wasmachine
Probleem Oorzaak en oplossing
De wasmachine trilt
tijdens het centrifuge-
ren.
De hendel van het verrijdbaar onderstel bevindt zich
niet in de linkerpositie.
Schuif de hendel van het verrijdbaar onderstel
naar links!
De wasmachine heeft
het wasgoed niet zoals
gewoonlijk gecentrifu-
geerd en het wasgoed
is nog nat.
Tijdens het eindcentrifugeren werd een groot oneven-
wicht gemeten en werd het toerental automatisch ver-
minderd.
Doe altijd grote en kleine stukken textiel in de
trommel om een betere verdeling te verzekeren.
U hoort ongewone
pompgeluiden.
Geen fout!
Het is normaal dat u bij het begin en op het einde van
de pompfase slurpgeluiden hoort.
In de wasmiddellade
zijn vrij veel wasmiddel-
resten achtergebleven.
Er staat onvoldoende druk op het water.
Maak het watertoevoerzeefje schoon.
Kies eventueel de extra functie Extra water.
In combinatie met onthardingsmiddelen heeft was-
poeder de neiging samen te klonteren.
Maak de wasmiddellade schoon en voeg voortaan
eerst het was- en dan het onthardingsmiddel toe.
De wasverzachter
wordt niet volledig op-
genomen of er blijft te
veel water in vakje
staan.
De zuighevel zit niet juist of is verstopt.
Maak de zuighevel schoon. Zie rubriek “Reiniging
en onderhoud van het toestel”, alinea “De wasmid-
dellade schoonmaken”.
Aan de voorkant van de
wasmachine ontsnapt
er schuim.
Er heeft zich tijdens het wasprogramma te veel
schuim gevormd.
Gebruik de volgende keer minder wasmiddel.
Neem de doseeraanwijzingen op de wasmiddel-
verpakking in acht.
Nuttige tips
43
Probleem Oorzaak en oplossing
Het buitenste deksel
kan niet worden geo-
pend.
Controleer of de wasmachine op de elektriciteit is
aangesloten.
Steek de stekker in het stopcontact.
De wasmachine is niet ingeschakeld.
Schakel de wasmachine met de -toets in.
Stroomuitval
Open het deksel zoals beschreven op het einde
van dit hoofdstuk.
Het deksel kan bij een temperatuur van het waswater
van meer dan 55°C niet open. Op die manier wordt
voorkomen dat u zich verbrandt.
De trommelopening
staat niet in de boven-
ste positie.
Als gevolg van een grote mate van onbalans is de
trommel niet automatisch correct geplaatst.
Draai de trommel handmatig in de juiste positie
(totdat de trommelvergrendeling ineenklikt).
Vul de trommel altijd met grote en kleine stukken
wasgoed. Met wasgoed van verschillende groottes
wordt er een beter wasresultaat bereikt en kan het
wasgoed zich tijdens het centrifugeren beter ver-
delen.
Nuttige tips
44
Een niet-bevredigend wasresultaat
Probleem Oorzaak en oplossing
Het wasgoed wordt met
vloeibaar wasmiddel
niet proper.
Vloeibare wasmiddelen bevatten geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- of theevlekken zijn niet altijd weg te krij-
gen.
Gebruik waspoeder dat bleekmiddel bevat.
Voeg vlekkenmiddel toe in vakje .
Giet nooit vloeibaar wasmiddel en vlekkenmiddel
samen in de wasmiddellade.
Aan het gewassen tex-
tiel kleven grijze elasti-
sche resten.
De wasmiddeldosering was onvoldoende omdat de
was veel vetvlekken vertoonde, bv. door zalf en olie.
Gebruik bij dergelijk vuil wasgoed meer waspoe-
der of gebruik vloeibaar wasmiddel.
Start voor de volgende wasbeurt een wasprogram-
ma op 60 °C met een vloeibaar wasmiddel en zon-
der wasgoed in de trommel.
Er bevinden zich witte,
wasmiddelachtige rest-
jes op gewassen don-
ker textiel.
Het wasmiddel bevat in water onoplosbare bestand-
delen (zeolieten) om het water te ontharden. Die heb-
ben zich op het wasgoed vastgezet.
Probeer de restjes na het drogen met een borstel
te verwijderen.
Was donker wasgoed voortaan met een wasmid-
del zonder zeolieten. Vloeibare wasmiddelen be-
vatten meestal geen zeolieten.
Was het wasgoed met het programma Donker
wasgoed.
Nuttige tips
45
Het openen van het deksel bij
verstopte afvoer en/of stroom-
uitval
Schakel de wasmachine uit.
Open het klepje van de pluizenfilter
met de gele opener.
Verstopte afvoer
Indien de afvoer verstopt is, kan er een
grote hoeveelheid water (max. 25 l) in
de wasmachine staan.
Wees voorzichtig: als er kort
voordien met hoge temperaturen ge-
wassen werd, kunt u zich verbran-
den!
Water opvangen
Zet een bak of schaal onder het klep-
je.
Draai de pluizenfilter er niet helemaal
uit.
Draai de pluizenfilter zover los, totdat
het water eruit stroomt.
Draai de filter weer dicht om de wa-
terafvoer te onderbreken.
Draai de filter er helemaal uit, wan-
neer er geen water meer uitloopt.
Reinig de pluizenfilter grondig.
Nuttige tips
46
Controleer of de pompvleugel ge-
makkelijk rond te draaien is, verwijder
indien nodig vreemde voorwerpen
(knopen, munten etc.) en reinig de
binnenruimte.
Plaats de pluizenfilter terug en draai
deze weer vast.
Weglekkend water kan schade
veroorzaken.
Plaats de pluizenfilter terug en draai
deze vast.
Om te voorkomen dat er wasmiddel
verloren gaat, kunt u de wasmiddellade
na het reinigen van de pluizenfilter het
beste met ca. 2liter water doorspoelen.
Overtollig water wordt voor een vol-
gende wasbeurt automatisch wegge-
pompt.
Deksel
Het is zeer gevaarlijk om uw
hand in een nog draaiende trommel
te steken.
Controleer voordat u het wasgoed uit
de trommel neemt altijd of de trom-
mel stilstaat.
Trek aan de noodontgrendeling. Het
buitenste deksel wordt geopend.
Open het binnendeksel.
Installatie
48
Voorkant
a
Elektrische aansluiting
b
Toevoerslang
c
Deksel met bedieningspaneel
d
Klepje van het gedeelte met pluizen-
filter, afvoerpomp en noodontgrende-
ling
e
Hendel voor het verrijdbaar onderstel
f
Voeten
g
Waterafvoerslang (met draai- en af-
neembaar bochtstuk) met verschil-
lende mogelijkheden voor wateraf-
voer
Installatie
49
Verrijdbaar onderstel
Deze wasmachine heeft een verrijdbaar
onderstel. Hiermee kunt u uw machine
zonder problemen verplaatsen.
Hendel naar rechts = mogelijkheid om te
verplaatsen
Beweeg de hendel naar rechts om de
wasmachine te verplaatsen.
Let op: de machine kan maxi-
maal 8mm van de vloer genomen
worden. Het verrijdbaar onderstel
kan bij hindernissen blokkeren en
daarbij beschadigd raken.
Rol het toestel niet met geweld langs
randen of drempels!
Rijd niet over kabels of slangen.
Tip: U kunt in plaats van de bijgele-
verde stopjes (zie paragraaf “Transport-
beveiliging verwijderen”) een slang- en
kabelhouder gebruiken om het verrijden
van de machine te vergemakkelijken. U
kunt deze houder bij de vakhandelaar of
bij de klantendienst verkrijgen.
Hendel links = tijdens het wassen
Beweeg de hendel vóór het wassen
naar links.
Wanneer de hendel niet in de
linkse stand staat, kan de wasmachi-
ne tijdens het wassen en centrifuge-
ren loskomen van de plaats van op-
stelling en schade veroorzaken.
Let erop dat de hendel in de linkse
positie staat.
Installatie
50
Transportbeveiliging verwij-
deren
Vervoer de wasmachine naar de be-
treffende plaats.
Draai de 4 buitenste schroeven A los
en neem ze eruit.
Draai de 4 schroeven B er helemaal
uit. Deze schroeven blijven op de
transportsteunen.
Neem de transportsteunen weg.
Als de gaten niet worden afge-
dekt, kunt u zich verwonden.
Sluit de gaten van de verwijderde
transportbeveiliging af!
Sluit de 4 grote gaten met de bijgele-
verde stopjes af.
Bewaar de transportsteunen en
de schroeven.
Monteer de transportsteunen weer
voordat u de wasmachine transpor-
teert (bijvoorbeeld bij een verhuizing).
De transportbescherming monteren
De transportbescherming brengt u in de
omgekeerde volgorde aan.
Installatie
55
Elektrische aansluiting
De wasmachine is standaard voorzien
van een aansluitkabel met stekker met
beschermingscontact (randaarde), ge-
schikt voor aansluiting op een stopcon-
tact met beschermingscontact (rand-
aarde).
De wasmachine moet zo worden
geplaatst dat men altijd zonder pro-
blemen bij het stopcontact kan ko-
men. Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer of aftakcontact-
dozen om potentieel gevaar (bijv.
brandgevaar door oververhitting) uit
te sluiten.
Het toestel mag uitsluitend worden aan-
gesloten op een huisinstallatie die vol-
gens de geldende voorschriften is geïn-
stalleerd.
Wanneer de aansluitkabel is bescha-
digd, moet hij door een speciaal voor
deze wasmachine vervaardigde kabel
worden vervangen. Neem contact op
met de Miele-vakhandelaar of met de
Technische Dienst van Miele. Om veilig-
heidsredenen mag de kabel alleen door
een gekwalificeerde vakman/vakvrouw
worden vervangen.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het ty-
peplaatje. Vergelijk deze gegevens
zorgvuldig met die van uw elektrische
installatie.
Technische gegevens
56
Hoogte 900mm
Hoogte bij geopend deksel 1390mm
Breedte 459mm
Diepte 601mm
Gewicht 91 kg
Beladingscapaciteit 6kg droog wasgoed
Aansluitspanning zie typeplaatje
Aansluitwaarde zie typeplaatje
Zekering zie typeplaatje
Verbruiksgegevens zie hoofdstuk: “Verbruiksgegevens”
Minimale waterdruk 100kPa (1bar)
Maximale waterdruk 1.000kPa (10bar)
Lengte van de toevoerslang 1,70m
Lengte van de afvoerslang 1,50m
Lengte van de aansluitkabel 2,40m
Maximale opvoerhoogte 1,00m
Maximale afpomplengte 5,00m
Verstrekte keurmerken zie typeplaatje
Programmeerfuncties
62
Afkoeling van het waswater
Met deze instelling kunt u ervoor zor-
gen dat er aan het einde van de
hoofdwas extra water in de trommel
stroomt ter afkoeling van het waswa-
ter.
Afkoeling van het waswater kan worden
gebruikt voor het programma Katoen
90°C.
De afkoeling van het waswater moet
worden geactiveerd:
als de afvoerslang in een wasbak of
gootsteen wordt gehangen om ver-
brandingsgevaar te voorkomen.
bij gebouwen waarvan de afvoerlei-
dingen niet voldoen aan DIN1986.
De waswaterafkoeling is, wanneer de
wasmachine wordt geleverd, niet inge-
schakeld.
Het programmeren gebeurt in deze
stappen tot :
De programmeerfuncties worden met
behulp van de Start-toets en de pro-
grammakeuzeschakelaar ingeschakeld.
De Start-toets en de programmakeu-
zeschakelaar hebben hier dus een
tweede functie die niet op het paneel te
zien is.
Eerst moet er aan de volgende voor-
waarden zijn voldaan:
De wasmachine moet uitgeschakeld
zijn.
De wasmachine moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar moet
op stand Einde staan.
Raak de toets Start aan en laat deze
niet los tijdens de stappen -.
Schakel de wasmachine met de -
toets in.
Wacht totdat het controlelampje van
de Start-toets blijft branden . .
. . ... en laat de Start-toets daarna
los.
Draai de keuzeschakelaar op stand
Katoen 40°C:
Het controlelampje Inweken/Voorwas-
sen
knippert niet:
de afkoeling van het waswater is uit-
geschakeld.
knippert:
de afkoeling van het waswater is in-
geschakeld.
Door op de Start -toets te drukken,
schakelt u Afkoeling van het waswa-
ter in of weer uit.
Schakel de wasmachine met de -
toets uit.
De gekozen instelling van de program-
meerfunctie is nu opgeslagen en geldt
totdat u die instelling weer wijzigt.
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
M.-Nr. 11 205 600 / 00nl-BE
Series 120
15


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele W 197F WCS Series 120 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele W 197F WCS Series 120 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,53 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info