605452
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/80
Next page
Gebruiksaanwijzing
Warmtepompdroger
Lees beslist de gebruiksaanw
ijzing voordat u uw apparaat plaatst, in‐
stalleert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 10 207 160
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
2
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
t
egen transportschade. Het verpak‐
kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit
het milieu relatief weinig belast en kan
worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate‐
riaal
wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap‐
par
aten bevatten meestal nog waarde‐
volle materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐
weest om de apparaten goed en veilig
te laten functioneren. Wanneer u uw ou‐
de apparaat bij het gewone afval doet
of er op een andere manier niet goed
mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever he
t in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek‐
tronische apparatuur. Vraag uw hande‐
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het ber
eik van kinderen worden opge‐
slagen.
Tips om energie te besparen
Voorkom dat de droogprogramma's
meer ener
gie verbruiken en langer du‐
ren dan nodig is en wel door de volgen‐
de maatregelen.
Centrifugeer het wasgoed voordat u
het ga
at drogen met een zo hoog
mogelijk toerental in de wasauto‐
maat.
Zo bespaart u bij het drogen ca. 20%
energie, maar ook tijd, wanneer u
bijv. met 1600 omw/min centrifugeert
in plaats van met 1000 omw/min.
Gebruik voor ieder droogprogramma
de maximal
e beladingscapaciteit van
de trommel. Zie hiervoor het hoofd‐
stuk: "Programma-overzicht". Het
energieverbruik is dan, vergeleken
met de totale hoeveelheid wasgoed,
het gunstigst.
Zorg ervoor dat de temperatuur in het
ver
trek niet te hoog is. Zijn er behalve
de droogautomaat nog meer warmte-
afgevende apparaten in het vertrek in
gebruik, schakel deze apparaten dan
uit of zorg ervoor dat er voldoende
lucht wordt toegevoerd.
Reinig de twee pluizenfilters in de
vulo
pening van de deur iedere keer
nadat u de droogautomaat heeft ge‐
bruikt.
Inhoud
3
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu .............................................. 2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ........................................................
6
Bediening van de droogautomaat ......................................................................
17
Bedieningspaneel .................................................................................................. 17
Werking van het display......................................................................................... 18
Ingebruikneming van het apparaat ....................................................................
20
EcoFeedback........................................................................................................
21
1. Tips voor het drogen van textiel.....................................................................
22
Waar u al bij het wassen op moet letten................................................................ 22
Wasgoed vòòr het drogen sorteren ....................................................................... 22
Textielbehandelingssymbolen........................................................................... 23
Waar u bij het drogen op moet letten .................................................................... 23
2. Trommel vullen .................................................................................................
24
3. Programma kiezen en starten.........................................................................
25
Programma kiezen ................................................................................................. 25
Opties kiezen en/of voorprogrammeren (indien gewenst) ..................................... 27
Programma starten ................................................................................................ 27
4. Trommel leeghalen...........................................................................................
28
Einde van het programma / Kreukbeveiliging ........................................................ 28
Trommel leeghalen................................................................................................. 28
Opties....................................................................................................................
29
Extra behoedzaam................................................................................................. 29
Opfrissen................................................................................................................ 29
Beladingsautomaat................................................................................................ 29
Kreukbeveiliging..................................................................................................... 29
Zoemer................................................................................................................... 29
Voorprogrammering.............................................................................................
31
Programma-overzicht..........................................................................................
32
Programmaverloop wijzigen ............................................................................... 38
Reiniging en onderhoud ......................................................................................
39
Condenswaterreservoir legen ................................................................................ 39
Hergebruik condenswater voor het programma "Gladstomen" ............................ 40
Inhoud
4
Pluizenfilters........................................................................................................... 41
Pluizen verwijderen ........................................................................................... 41
Pluizenfilters en luchtgeleidingsgedeelte reinigen bij sterke pluisvorming ....... 42
Sokkelfilter ............................................................................................................. 43
Verwijderen ....................................................................................................... 43
Reinigen............................................................................................................ 43
Klepje voor het sokkelfilter................................................................................ 44
Condensor controleren ..................................................................................... 44
Terugplaatsen ................................................................................................... 45
Geurflacon ............................................................................................................
47
Geurflacon plaatsen............................................................................................... 47
Geurflacon vervangen............................................................................................ 49
Wat moet u doen, wanneer . . . ...........................................................................
51
Hulp bij problemen................................................................................................. 51
Meldingen in het display ........................................................................................ 51
Een tegenvallend droogresultaat .......................................................................... 54
Andere problemen ................................................................................................. 55
Rooster rechts onder ............................................................................................. 58
Zeefje in het condenswaterreservoir...................................................................... 59
Inspuiter voor het gladstomen ............................................................................... 60
Afdeling Klantcontacten......................................................................................
61
Reparaties.............................................................................................................. 61
Na te bestellen accessoires ................................................................................... 61
Garantietermijn en garantievoorwaarden............................................................... 61
Plaatsen en aansluiten ........................................................................................
62
Het apparaat aan de voorkant ............................................................................... 62
Het apparaat aan de achterkant ............................................................................ 63
Droogautomaat verplaatsen................................................................................... 63
Plaatsen ................................................................................................................. 64
Droogautomaat stellen...................................................................................... 64
Ventilatie............................................................................................................ 64
Bij een later transport (bijv. bij een verhuizing) ................................................. 64
Nog meer plaatsingstips........................................................................................ 65
Externe afvoer voor het condenswater aansluiten................................................. 66
Speciale aansluitingen met een terugslagklep ................................................. 66
Afvoerslang aansluiten...................................................................................... 67
Voorbeelden...................................................................................................... 68
Elektrische aansluiting ........................................................................................... 70
Verbruiksgegevens ..............................................................................................
71
Inhoud
5
Technische gegevens .........................................................................................
72
Instellingenmenu..................................................................................................
73
Instellingen opvragen............................................................................................. 73
Taal .....................................................................................................................
73
Droogtegraad ........................................................................................................ 74
Verlenging afkoeltijd............................................................................................... 74
Aanduiding: Pluizen weg........................................................................................ 74
Geluidssterkte zoemer .......................................................................................... 75
Toetssignaal ........................................................................................................... 75
Geleidbaarheid....................................................................................................... 75
Totale verbruik........................................................................................................ 75
Code ...................................................................................................................... 76
Lichtsterkte display ............................................................................................... 76
Paneel in standby................................................................................................... 76
Uitschakeling apparaat .......................................................................................... 77
Memory.................................................................................................................. 77
Kreukbeveiliging..................................................................................................... 77
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
L
ees beslist deze gebruiksaanwijzing.
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onju
ist gebruik echter kan persoonlijk letsel of schade aan het ap‐
paraat tot gevolg hebben.
Lees de gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voor‐
dat u het appar
aat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrij‐
ke instructies betreffende veiligheid, gebruik en onderhoud.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventu‐
el
e volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
De
ze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
De
ze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens‐
huis.
De
ze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van
textiel dat in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de
fabrikant op het onderhoudsetiket in de droogautomaat mag worden
gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
P
ersonen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld‐
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet
in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een
verantwoordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis zijn
Kinder
en onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de
droogautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
Kinder
en vanaf acht jaar mogen de droogautomaat alleen zonder
toezicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten
bedienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Kinder
en mogen de droogautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
W
anneer er kinderen in de buurt van de droogautomaat zijn, houd
ze dan goed in de gaten en zorg ervoor dat ze er niet mee gaan spe‐
len.
Technische veiligheid
Contr
oleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet
in gebruik genomen.
V
ergelijk vòòrdat u de droogautomaat aansluit de aansluitgege‐
vens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die
van het elektriciteitsnet. Deze moeten beslist overeenkomen. Raad‐
pleeg bij twijfel een elektricien.
De dr
oger kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als hij op
het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
De elektrisc
he veiligheid van de droogautomaat is uitsluitend ge‐
garandeerd als hij wordt aangesloten op een aardingssysteem dat
volgens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd. Laat
de huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik geen verle
ngsnoer in verband met gevaar voor overver‐
hitting.
W
anneer de aansluitkabel is beschadigd, moet de kabel door een
erkend vakman / vakvrouw worden vervangen.
Repar
aties aan de droogautomaat mogen alleen door vakmensen
van Miele worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico's voor de gebruiker opleveren, waarvoor
Miele niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Defect
e onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij ga‐
randeren, dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij aan
onze producten stellen.
W
anneer er een storing moet worden verholpen of wanneer de
droogautomaat moet worden gereinigd, mag er geen elektrische
spanning op het apparaat staan. Dit is het geval als aan één van de
volgende voorwaarden is voldaan:
als de stekker uit de contactdoos is getrokken,
als de desbetreffende zekering van de huisinstallatie is uitgescha‐
k
eld of
als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
De
ze droogautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
op een schip) worden gebruikt.
V
oer geen aanpassingen aan de droogautomaat uit die niet uit‐
drukkelijk door Miele zijn toegestaan.
Informatie over de warmtepomp en over het koudemiddel
Deze droogautomaat werkt met de warmtepomptechniek. Deze
techniek maakt gebruik van een gasvormig koudemiddel. Dit koude‐
middel wordt door een compressor in elkaar geperst, door de druk‐
verhoging op een hogere temperatuur gebracht en vloeibaar ge‐
maakt. Vervolgens wordt het koudemiddel in een gesloten kringloop
door de condensor geleid, waar de warmte wordt vermengd met de
lucht die voor het drogen is gebruikt.
De warmtepomptechniek veroorzaakt een brommend geluid wan‐
nee
r de droogautomaat werkt. Dit geluid is normaal en heeft geen
nadelig effect op de werking van de droger.
Het koudemiddel is niet brandbaar en niet explosief.
Als de droogautomaat goed is vervoerd en geplaatst, is het in het
alg
emeen niet nodig om het apparaat een tijdje te laten staan.
Zie hoofdstuk: "Plaatsen en aansluiten". Is aan de voorwaarden
voor een goed vervoer en een goede plaatsing niet voldaan, laat
het apparaat dan een tijdje staan om schade aan de warmtepomp
te voorkomen.
Deze droger bevat gefluoreerde broeikasgassen.
De
ze zijn hermetisch afgesloten. Aanduiding: R134a
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
V
olg de aanwijzingen in de hoofdstukken: "Plaatsen en aanslui‐
ten" en "Technische gegevens".
Z
org ervoor dat u altijd bij de stekker kunt komen om de spanning
van de droogautomaat te halen.
De spleet tussen de onderkant van het apparaat en de vloer mag
niet met sokkellijsten, hoogpolig tapijt, etc. worden verkleind. Een
toereikende luchttoevoer is anders niet gewaarborgd
De deur van de d
roger moet vrij kunnen bewegen en er mag daar‐
om vlak voor de droger geen andere deur worden geplaatst.
Meer tips voor het gebruik
De maximal
e beladingscapaciteit bedraagt 8,0 kg (droog was‐
goed), maar sommige programma's hebben een lagere beladingsca‐
paciteit.
Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
De
ze droogautomaat mag in verband met brandgevaar niet wor‐
den aangesloten op een regelbare wandcontactdoos, bijv. via een
tijdschakelaar of combi-regelaar wasautomaat - droogautomaat.
Wanneer het droogprogramma in zo'n geval vòòr het einde van de
afkoelfase zou worden afgebroken, zou het wasgoed in brand kun‐
nen vliegen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
In verband
met brandgevaar mag onderstaand textiel niet worden
gedroogd.
Textiel dat niet is gewassen.
Textiel dat niet grondig genoeg is gereinigd en daardoor nog olie-,
vet- of cr
èmeresten bevat. Het gaat hier bijvoorbeeld om textiel
uit keukens of schoonheidssalons. Bij textiel dat niet voldoende is
gereinigd bestaat zelfs na afloop van het droogprogramma en
zelfs buiten de droogautomaat nog gevaar voor brand.
Textiel dat brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat of resten
van ac
eton, alcohol, wasbenzine, petroleum, kerosine, vlekverwij‐
deraar, terpentine, was, waxremover of chemicaliën. Het gaat hier
bijvoorbeeld om allerlei soorten schoonmaakdoekjes.
Textiel dat resten van haarversteviger, haarspray, nagellakremover
en der
gelijke bevat.
Reinig dit soort sterk vervuild textiel grondig en wel met extra
wasmiddel en op een ho
ge temperatuur. Was dit textiel zo nodig
twee keer.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
V
erwijder aanstekers, lucifers en alle andere voorwerpen uit de
zakken van het textiel.
W
aarschuwing: Schakel de droogautomaat nooit uit voordat het
droogprogramma afgelopen is, tenzij u al het wasgoed direct uit de
automaat haalt en zo ophangt dat de warmte eruit kan.
Gebruik wasverzacht
ers en soortgelijke producten altijd volgens
de aanwijzingen van de fabrikant.
In verband
met brandgevaar mogen de volgende soorten textiel of
producten nooit in het apparaat worden gedroogd.
Textiel en producten die met industriële chemicaliën zijn gerei‐
ni
gd, bijv. in een stomerij.
Textiel en producten die rubber of schuimrubber bevatten, zoals
wat
erdicht textiel, hoofdkussens en douchemutsen.
Textiel en producten die vullingen bevatten en die beschadigd
zijn, zodat de vullingen eruit kunnen vallen. Het gaat hier bijvoor‐
beeld om kussens en jacks.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Op
de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase.
Daarmee kunt u er zeker van zijn dat het wasgoed niet zo heet wordt
dat het verbrandt en beschadigd raakt. Pas hierna is het programma
afgelopen.
Haal alle stukken wasgoed dan direct uit de automaat.
L
eun niet op de deur om te voorkomen dat de droogautomaat
gaat kantelen.
Sluit de deur ieder
e keer nadat u de droogautomaat heeft ge‐
bruikt. Zo voorkomt u dat
kinderen of huisdieren in het apparaat kruipen
en dat kinderen er voorwerpen in stoppen.
De
ze droogautomaat mag nooit zonder of
met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt;
met een beschadigd sokkelfilter worden gebruikt.
Gebeurt dat wel, dan zouden er te veel pluizen in de droger kunnen
k
omen, wat tot een defect kan leiden.
Reini
g de pluizenfilters iedere keer nadat u de droogautomaat
heeft gebruikt.
W
anneer u de pluizenfilters of het sokkelfilter met warm water
heeft gereinigd, droog ze dan goed af. Door natte filters kunnen sto‐
ringen ontstaan!
Plaats uw dr
oogautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Zelfs
temperaturen om het vriespunt hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat. Door bevriezend condenswater in de
pomp, in het condenswaterreservoir en/of de waterafvoerslang kan
de automaat beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
U kunt voor he
t condenswater een externe afvoer aansluiten, bijv.
door de afvoerslang in een wastafel of wasbak te hangen.
Zorg er in dat geval voor dat de slang niet weg kan glijden. Wanneer
de slang niet goed vastzit kan er condenswater overstromen en dit
kan schade veroorzaken.
Condenswat
er is geen drinkwater.
Het drinken van condenswater kan schadelijk zijn voor de gezond‐
heid van mens en dier.
Z
org ervoor dat de ruimte waar de droogautomaat is opgesteld
stof- en pluisvrij is.
Door vuildeeltjes in de aangezogen lucht kan de condensor op den
duur verstopt raken.
Spuit de droogautomaat niet nat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Gebruik van de geurflacon (na te bestellen accessoire)
Gebruik alleen
originele Miele-geurflacons.
Geur
flacons mogen alleen in de winkelverpakking worden be‐
waard. Gooi deze verpakking niet weg.
Het is mogelijk dat er geurstof uit de flacon loopt. Houd een geur‐
flacon of een pluizenfilter waar een geurflacon in zit daarom niet
schuin, maar rechtop en leg ze nooit plat neer.
Is
er toch geurstof uit de flacon op de vloer, op de droger of op
een onderdeel van de droger, bijv. het pluizenfilter, terechtgekomen,
veeg de geurstof dan direct op met een droge doek.
Is
er geurstof in aanraking gekomen met uw huid, reinig deze dan
grondig met water en zeep. Is er geurstof in uw ogen terechtgeko‐
men, spoel deze dan minstens 15 minuten lang met schoon water en
neem contact op met een arts. Heeft u geurstof binnengekregen,
spoel uw mond dan grondig met schoon water en neem contact op
met een arts.
Is
er geurstof op uw kleren terechtgekomen, trek dan meteen an‐
dere kleren aan. Reinig kleren en andere stukken textiel die met
geurstof in aanraking zijn gekomen met flink wat water en wasmid‐
del.
V
olgt u onderstaande instructies niet op, dan kan er brand ont‐
staan of kan de droger beschadigd raken.
Is de geurflacon leeg, vul deze dan niet bij en gooi hem weg.
Gebruik nooit een defecte geurflacon.
Gebruik een lege geurflacon niet voor iets anders.
Neem oo
k de informatie door die bij de geurflacon wordt gele‐
verd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Accessoires
Alleen
originele Miele-accessoires mogen worden aan- of inge‐
bouwd.
Worden er andere accessoires aan- of ingebouwd, dan kan Miele
niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden
gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaan‐
sprakelijkheid.
W
as- en droogautomaten van Miele kunnen als was-droogzuil
worden geplaatst. Hiervoor is een specifiek tussenstuk (WTV) nodig
dat kan worden nabesteld. Let erop dat het tussenstuk bij uw Miele-
droogautomaat en Miele-wasautomaat past.
W
ilt u een Miele-sokkel nabestellen, let er dan op dat deze bij uw
droogautomaat past.
W
orden de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet op‐
gevolgd, dan kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Bediening van de droogautomaat
17
Bedieningspaneel
a
Display met sensortoetsen
Nadere bijzonderheden over het dis‐
play kunt u op de volgende bladzij‐
den vinden.
b
Start/Stop - t
oets
Met deze toets kunt u het gekozen
programma starten en een gestart
programma afbreken.
c
Droogtegraad - t
oets
Met deze toets kunt u de droogte‐
graad instellen voor programma's
met droogtegraad.
d
Tijdkeuze -
toets
Met deze toets kunt u de duur instel‐
len van tijdgestuurde programma's.
e
Voorprogrammering -
toets
Met deze toets kunt u het starttijdstip
van het door u gekozen programma.
f
Toetsen voor opties
Met deze toetsen kunt u (een) op‐
tie(s) in- of uitschakelen.
g
Programmakeuzeschakelaar
Met de
ze schakelaar kunt u een
droogprogramma instellen.
h
Optische interface
Op
deze plaats kunnen de technici
de droogprogramma's controleren,
updaten en in het geheugen van de
droogautomaat opslaan.
i
- t
oets
Met deze toets kunt u de droogauto‐
maat in- en uitschakelen. De droog‐
automaat gaat in het kader van de
energiebesparing 15 minuten na af‐
loop van het programma / de kreuk‐
beveiliging automatisch uit. Het ap‐
paraat gaat ook uit wanneer u het in
de 15 minuten na het inschakelen
niet bedient.
Bediening van de droogautomaat
18
Werking van het display
De sensortoetsen , OK,
Deze toetsen hebt u nodig voor het in‐
stellen van de verschillende mogelijkhe‐
den via het display. Instellen is mogelijk
zodra de symbolen branden.
Met de - t
oets
kunt u naar de volgende tekst gaan
en de gemarkeerde waarde verlagen.
Met de OK - t
oets
kunt u de gekozen tekst of waarde
bevestigen en een submenu openen.
Met de - t
oets
kunt u naar de vorige tekst gaan en
de gemarkeerde waarde verhogen.
Wanneer u het apparaat niet verder be‐
dient of wanneer u een gemaakte keuze
niet met de
OK - t
oets bevestigt, dan
gaan de symbolen van de sensor‐
toetsen uit.
EcoFeedback - sensortoets
Nadere informatie vindt u in het hoofd‐
stuk: "EcoFeedback".
Instellingen
Het instellingenmenu kunt u oproepen
door de en - t
oetsen tegelijk aan
te tippen.
Met deze instellingen kunt u een aantal
varian
ten programmeren om het droog‐
programma nog beter af te stemmen op
het soort wasgoed en de manier waar‐
op u dit wilt drogen. Voor nadere infor‐
matie zie het hoofdstuk: "Instellingen‐
menu" aan het eind van deze gebruiks‐
aanwijzing.
Door de programmakeuzeschakelaar
op "
Overige programma's" te draaien
kunt u via het display tussen de vol‐
gende programma's kiezen.
Automatic extra
Fijne was
Impregneren
Sportkleding
Outdoor
Koude lucht
Droogrekprogramma
Bediening van de droogautomaat
19
Aanduiding "Perfect Dry"
Het Perfect Dry-systeem meet het rest‐
vocht van
het wasgoed in de program‐
ma’s met droogtegraad en zorgt zo
voor een precieze droging.
Het controlelampje Perfect Dry . . .
. .
. knippert, nadat het programma is
gestart en gaat uit, wanneer de pro‐
grammaduur wordt aangegeven.
. . . gaat branden, nadat tegen het
einde van het programma de ingestelde
droogtegraad is bereikt.
. . . blijft donker bij de volgende pro‐
gramma's:
Wol, Zijde, Koude lucht,
Warme lucht en Droogrekprogramma.
Programmaduur (resttijd) / Resttijd‐
pr
ognose
Wanneer u een programma start zonder
gebruik t
e maken van de voorprogram‐
mering, dan geeft het display in uren en
minuten aan hoelang het programma
waarschijnlijk gaat duren.
De tijd die een droogtegraadprogramma
nodig
heeft kan tijdens het droogproces
variëren en zelfs nog behoorlijke spron‐
gen maken. Dat is o.a. afhankelijk van
de hoeveelheid wasgoed, de textiel‐
soort en het restvocht. De resttijd wordt
tijdens de droogbeurt door de elektroni‐
ca telkens opnieuw berekend en in het
display aangepast. De prognose wordt
in de loop van een droogbeurt steeds
preciezer.
Voorbeelden voor de bediening
Scrollen door een keuzemenu
De pijlen
in het display geven aan dat
een keuzemenu ter beschikking staat.
Automatic extra
Met het aantippen van de - t
oets
gaat u in het menu naar beneden en
met het aantippen van de - toets
gaat u in het menu naar boven. Met het
aantippen van de
OK - t
oets bevestigt u
uw keuze.
Markering van het ingestelde menu‐
punt
Kastdroog
De keuze die u met OK heeft bevestigd,
wor
dt met een vinkje aangegeven.
Waarden verlagen of verhogen
Duur h
0:20
De waarde die kan worden gewijzigd is
gemark
eerd met een witte ondergrond.
Met het aantippen van de - toets ver‐
laagt u de waarde en met het aantippen
van de - toets verhoogt u de waarde.
Met het aantippen van de
OK - t
oets
bevestigt u uw wit gemarkeerde keuze.
Submenu verlaten
U verlaat het submenu door t
e kie‐
zen.
Ingebruikneming van het apparaat
20
Beschermfolie en sticker ver‐
wijd
eren
V
erwijder
de beschermfolie van de deur
en alle stickers van de voorkant en
van he
t bovenblad (indien aanwezig).
S
tickers die u na het openen van
de deur ziet zitten, bijv. het type‐
plaatje, mag u niet verwijderen.
Na het plaatsen
Dit
apparaat moet op de juiste
wijze worden geplaatst en aangeslo‐
ten, vòòrdat het voor het eerst in ge‐
bruik wordt genomen. Is het appa‐
raat niet getransporteerd volgens de
beschrijving in het hoofdstuk: "Plaat‐
sen en aansluiten", dan moet het ca.
1 uur blijven staan, voordat het elek‐
trisch wordt aangesloten.
Wordt deze droogautomaat voor het
eerst ing
eschakeld, verschijnt kort
Miele Willkommen in het display.
Displaytaal instellen
In het display verschijnt nu een scherm
dat u vr
aagt om de taal in te stellen die
u in het display wilt hebben. U kunt de
displaytaal echter ook altijd wijzigen via
het
Instellingenmenu.
deutsch
L
oop met de en - toetsen door
de talen, totdat de gewenste taal is
gemarkeerd.
Zijn er nog meer keuzemogelijkheden,
wor
dt dat met de pijlen in het display
aangegeven.
Bevesti
g de gekozen taal met de
OK - t
oets.
Ingebruikneming volgens deze
gebruiksaanwijzing
Zie 
Beve
stig uw keuze met de OK -
toets.
L
ees de hoofdstukken: "1. Tips voor
het drogen van textiel" en "2. Het vul‐
len van de trommel".
V
ul nu de trommel en kies een pro‐
gramma zoals beschreven in hoofd‐
stuk: "3. Het kiezen en starten van
een programma".
Het apparaat is pas dan in gebruik ge‐
nome
n, als er een droogprogramma
volledig is uitgevoerd en langer heeft
geduurd dan 1 uur.
EcoFeedback
21
Via de EcoFeedback - sensor
toets krijgt
u informatie over het energieverbruik
van de droger.
Door de EcoFeedback - t
oets aan te
tippen krijgt u twee soorten informatie
in het display.
Voordat het programma start, ver‐
schi
jnt er een verbruiksprognose.
Tijdens het droogproces verschijnt
het actu
ele stroomverbruik.
Het controlelampje van de EcoFeed‐
back - t
oets brandt en in het display
verschijnt de informatie.
Zowel het controlelampje als het dis‐
play gaan automatisch na een paar se‐
conden uit. U kunt ook de
OK
- toets
aantippen.
Ook aan het einde van het programma,
vòòr
dat u de deur opendoet, kunt u in‐
formatie opvragen, en wel:
hoeveel stroom is verbruikt
en hoe vuil de pluizenfilters en het
sokk
elfilter zijn (0 % = niet zo vuil; 50
% = redelijk vuil; 100 % = erg vuil).
Hoe hoger de vuilgraad is, des te lan‐
ger het programma duurt en hoe
meer energie er wordt verbruikt.
1. Prognose
T
ip na het kiezen van een programma
de
EcoFeedback - t
oets aan.
Met balkjes wordt enkele seconden
lang
een prognose van het verbruik ge‐
geven.
Energie
Hoe meer balkjes te zien zijn, des te ho‐
ger het verbruik is.
De prognose kan afhankelijk van het
pr
ogramma en de gekozen opties wijzi‐
gingen ondergaan.
2. Het werkelijke verbruik
T
ip de
EcoFeedback - t
oets aan.
U kunt nu het actuele energieverbruik
afle
zen.
Voorbeeld:
Energie 2,0 kWh
Zolang het energieverbruik te laag is,
wor
dt < 0,1 kWh aangegeven.
Het verbruik ondergaat wijzigingen af‐
hankelijk van de programmafase en het
restvocht.
Deze gegevens springen terug naar
de pr
ognosegegevens, zodra de
deur wordt geopend of zodra het ap‐
paraat automatisch wordt uitgescha‐
keld.
Instelling: "Het totale verbruik"
Met deze instelling krijgt u informatie
over
het verbruik van het vorige pro‐
gramma
en
en over het totale energieverbruik in
de loop van de tijd.
Nadere informatie vindt u in het hoofd‐
stuk: "I
nstellingenmenu".
1. Tips voor het drogen van textiel
22
Waar u al bij het wassen op
moet lett
en
Was erg vuil textiel extra grondig! Ge‐
bruik voldoende wasmiddel en kies
een ho
ge temperatuur. Was dit textiel
bij twijfel verschillende keren.
Leg textiel niet druipnat in de droog‐
aut
omaat, maar centrifugeer het eerst
in de wasautomaat met het maximale
centrifugetoerental. Hoe hoger het
centrifugetoerental is, des te meer
energie en tijd bespaart u tijdens het
drogen.
Was nieuw, gekleurd textiel apart,
voo
rdat u het voor het eerst droogt.
Droog het niet samen met lichtge‐
kleurd textiel, want het kan afgeven,
ook op de kunststof onderdelen van
de droogautomaat. Bovendien kun‐
nen er pluizen van een afwijkende
kleur achterblijven.
Gesteven textiel kunt u in dit appa‐
r
aat drogen. Doseer dan wel voor
hetzelfde effect de dubbele hoeveel‐
heid stijfsel bij het wassen.
Wasgoed vòòr het drogen sor‐
t
eren
V
erwijder eventuele voorwerpen
uit het wasgoed die er niet horen,
zoals doseerbolletjes en aanstekers.
Dit soort voorwerpen kunnen tijdens
het droogprogramma smelten of ex‐
ploderen en het textiel en de droger
beschadigen.
Neem de veiligheidsinstructies
en waarschuwingen in het gelijkna‐
mige hoofdstuk in acht.
Wordt de droger niet goed gebruikt,
dan kan br
and het gevolg zijn.
Sorteer het gewassen wasgoed naar
t
extielsoort, grootte, symbolen in het
onderhoudsetiket en gewenste
droogtegraad.
Controleer of de zomen en naden in‐
tact zijn, zodat er geen vullingen uit
kunn
en komen.
Haal het op elkaar gepropte gewas‐
sen textiel uit elkaar.
Bind ceinturen en schortenbandjes
vast.
Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen klein wasgoed in
kan k
omen.
Sluit haakjes en oogjes.
Maak onderdelen van kleding die zijn
losgeraakt zoals bh-beugels vast of
verwijder ze.
Doe jasjes en lange ritsen open, zo‐
dat het t
extiel gelijkmatig kan drogen.
Kreukherstellend wasgoed kreukt des
t
e meer, naarmate de automaat voller
beladen is. Dat geldt vooral voor
kwetsbaar textiel zoals overhemden
en blouses. Verminder zo nodig de
belading.
1. Tips voor het drogen van textiel
23
Textielbehandelingssymbolen
Drogen
Op normale / vrij hoge tempera‐
tuur
Op lagere temperatuur:
Kies Extr
a behoedzaam voor
kwetsbare textielsoorten.
Niet geschikt voor de droger
Strijken en mangelen
Zeer heet
Heet
Niet zeer heet
Niet strijken / mangelen
Waar u bij het drogen op moet
letten
Zie het hoofdstuk "Programma-over‐
zicht".
Lees het hoofdstuk: "Programma-
ove
rzicht". Daarin kunt u alle pro‐
gramma's en bijbehorende beladin‐
gen vinden.
Gebruik voor ieder droogprogramma
de maximal
e beladingscapaciteit van
de trommel. Het energieverbruik is
dan relatief gezien het laagst.
Kies bij een halve belading de optie
Beladingsautomaat.
Kies de vereiste droogtegraad, bij
voorbeeld: . . .
. . . Kastdr
oog +, wanneer u het was‐
goed na het drogen niet meteen uit
elkaar haalt en opruimt.
. . . Mangeldroog, wanneer u het
wasgo
ed na het drogen verder wilt
behandelen, bijv. wilt mangelen.
Dons heeft afhankelijk van de kwali‐
t
eit de neiging om te krimpen. Droog
textiel met dons daarom alleen in het
speciale programma Gladstrijken.
Droog zuiver linnen alleen in de auto‐
maat als dat volg
ens het etiket is toe‐
gestaan, want het kan ruw worden.
Gebruik voor dergelijk textiel alleen
het programma
Gladstrijken.
Wol en wolmengweefsels hebben de
nei
ging te vervilten en te krimpen.
Droog deze soorten textiel alleen in
het speciale programma
Wol.
Machinaal gebreid textiel zoals T-
shirts en ondergoed krimpt vaak
wanneer het voor het eerst wordt ge‐
wassen. Droog het dus niet te lang
en te heet om verder krimpen te
voorkomen. Koop dit soort textiel
eventueel één of twee maten te
groot.
Verminder bij bijzonder temperatuur-
en kr
eukgevoelig wasgoed de bela‐
ding en kies de optie
Extra behoed‐
zaam.
2. Trommel vullen
24
Het is besli
st noodzakelijk om
hoofdstuk: "1. Tips voor het dro‐
gen van textiel" te lezen, voordat u
verder gaat.
Schak
el de automaat met de -
toets in.
De trommelverlichting gaat aan.
De trommelverlichting gaat in het ka‐
der van de ener
giebesparing automa‐
tisch na een paar minuten en ook na
de start van het programma uit.
Deur openen
L
eg uw hand in de greep van de deur
en trek de deur open.
L
eg het wasgoed in de trommel.
Zorg ervoor dat u de trommel nooit
t
e zwaar belaadt.
Een volle trommel is slecht voor het
wasgoed, heeft een negatief effect
op het d
roogresultaat en werkt
kreukvorming in de hand.
Let erop dat er geen wasgoed tus‐
sen de deur kan k
omen.
Dit kan beschadigd raken.
Gebruikt u geen geurflacon, let er
dan op dat het opstaande haakje op
de afbeelding helemaal naar bene‐
den is geschoven.
Deur sluiten
Sluit de deur met een kleine zwaai.
3. Programma kiezen en starten
25
Programma kiezen
Kies een
programma met de pro‐
grammakeuzeschakelaar.
Afhankelijk van de stand van de pro‐
gr
ammakeuzeschakelaar geeft het dis‐
play verschillende instelmogelijkheden
aan.
Kiest u een programma, dan licht in
het display enk
ele seconden lang de
maximale beladingscapaciteit van dit
programma op. Dit heeft betrekking
op het gewicht van droog wasgoed.
Tip de OK - toets aan of wacht totdat
de droogtegraad of de programma‐
duur die al is ingesteld vanzelf oplicht.
Haal bij twijfel wat wasgoed uit de
automaat.
Programma's onder "Overige pro‐
gr
amma's"
Wanneer u de programmakeuzescha‐
k
elaar op "Overige programma's"
draait, verschijnen deze in het display.
Automatic extra
L
oop met de en - toetsen door
de programma's, totdat het gewenste
programma wordt aangegeven.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
3. Programma kiezen en starten
26
Programma's met droogtegraad
Ka
toen, Kreukherstellend, Fijne
was, Jeans, Overhemden, Express,
Gladstrijken, Gladstomen, Automa‐
tic extra, Sportkleding, Outdoor
Na het kiezen van èèn van deze pro‐
gr
amma's kunt u de droogtegraad wij‐
zigen.
Druk op de Droogtegraad - t
oets.
De laatst ingestelde droogtegraad
wor
dt met aangegeven.
Kastdroog
L
oop met de en - toetsen door
de droogprogramma's, totdat de ge‐
wenste droogtegraad is gemarkeerd.
Bevesti
g uw keuze met de OK -
toets.
Bij Katoen en Express kan tussen alle
dr
oogtegraden worden gekozen. Bij de
overige programma's is er minder keu‐
ze.
L
et op! Zorg er bij de keuze van
het programma
Gladstomen voor
,
dat het condenswaterreservoir ge‐
vuld is. Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud".
Andere en tijdgestuurde program‐
ma's
Ka
toen , Wol, Zijde, Impreg‐
neren
De droogtegraad van deze program‐
ma's staat in het display en kan niet
wor
den gewijzigd.
K
oude lucht, Warme lucht, Droog‐
rekprogramma
Bij deze programma's kunt u een duur
inst
ellen in stappen van 10 minuten.
Koude lucht: 20 min - 1:00 h
Warme lucht: 20 min - 2:00 h
Droogrekprogramma: 40 min - 2:30 h
Druk op de Duur - t
oets.
Duur h
0:20
V
erleng de programmaduur met de
sensortoets en verkort de pro‐
grammaduur met de sensortoets .
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
3. Programma kiezen en starten
27
Opties kiezen en/of voorpro‐
gr
ammeren (indien gewenst)
Opties
Druk
op èèn van bovenstaande toet‐
sen.
Wordt een optie ingeschakeld, dan licht
de t
oets op.
Een optie kan pas dan worden geko‐
z
en, nadat de weergave van de bela‐
ding uit het display is verdwenen.
Niet alle opties kunnen bij elk program‐
ma wor
den gekozen en niet alle optie‐
combinaties zijn mogelijk. Zie hoofd‐
stuk: "Opties".
Nadere bijzonderheden vindt u in het
hoofdstuk: "Opties".
Voorprogrammering
Druk op de Voorprogrammering -
toets.
Nadere bijzonderheden vindt u in het
hoo
fdstuk: "Voorprogrammering".
Programma starten
Druk op de S
tart/Stop - toets, die in‐
middels is gaan knipperen.
De S
tart/Stop - toets gaat nu branden.
In het display lichten de tekst Drogen
en de programmaduur op. Bij de pro‐
gramma's met droogtegraad licht later
in plaats van
Drogen de d
roogtegraad
op die op dat moment is bereikt.
De aanduiding P
erfect Dry knippert /
brandt alleen bij de programma's met
droogtegraad. Zie ook hoofdstuk: "Be‐
diening van de droogautomaat".
Kort vòòr het einde van het programma
lich
t de tekst
Afkoelen
in het display op.
Het wasgoed wordt nu afgekoeld, maar
het programma is nog niet beëindigd.
4. Trommel leeghalen
28
Einde van het programma /
Kr
eukbeveiliging
Na afloop van het programma ver‐
schijnt Einde
in het display. Wanneer u
de optie "Kreukbeveiliging" hebt geko‐
zen, verschijnt
Kreukbeveiliging / Einde
in het display
. De
Start/Stop - toets
brandt niet meer.
10 minuten na afloop van het program‐
ma gaat het paneel in standby: de
Start/Stop - t
oets begint langzaam te
knipperen en het display wordt donker.
Dit bespaart energie.
De droogautomaat gaat 15 minuten na
afloo
p van het programma automatisch
uit. Wanneer u de optie "Kreukbeveili‐
ging" hebt gekozen, gaat de droogauto‐
maat 15 minuten na afloop van de
kreukbeveiliging uit.
Trommel leeghalen
Open de deur nooit voor
dat het
droogprogramma is afgelopen.
L
eg uw hand in de greep van de deur
en trek de deur open.
Haa
l het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft lig‐
ge
n kan beschadigd raken wanneer
het nog eens wordt gedroogd.
Wanneer de droger is ingeschakeld en
de d
eur is geopend, gaat de trommel‐
verlichting na enkele minuten uit. Dat
bespaart energie.
Is het app
araat nog ingeschakeld,
schakel het dan met de - toets uit.
Er klinkt een zoemer.
V
erwijder de pluizen van de 2 plui‐
zenfilters in de vulopening van de
deur. Zie hoofdstuk: "Reiniging en
onderhoud", paragraaf: "Pluizenfil‐
ters".
Sluit de deur met een kleine zwaai.
Giet het conden
swaterreservoir leeg.
Tip: Het co
ndenswater kunt u voor het
programma
Gladstomen gebruiken. Zie
hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud",
paragraaf: "Hergebruik condenswater
voor het programma "Gladstomen"".
Opties
29
Een optie kunt u in- of uitschakelen
wanneer u op de bijbehorende toets
drukt. Niet alle opties kunnen bij elk
programma worden gekozen en niet alle
optiecombinaties zijn mogelijk.
Wordt een optie ingeschakeld, dan licht
de t
oets op.
Extra behoedzaam
Is deze optie ingeschakeld, dan wordt
er met een lag
ere temperatuur ge‐
droogd. Deze optie is vooral geschikt
voor gevoelig textiel met symbool in
het onderhoudsetiket, bijv. acryl. Het
programma duurt wel langer.
Opfrissen
Deze optie is geschikt voor het verwij‐
deren of verminderen van geurtjes in
schone, vochtige of droge, kleding.
Wordt deze optie ingeschakeld, wordt
d
e lucht die voor het programma wordt
gebruikt slechts korte tijd opgewarmd
en wordt het wasgoed met
Kastdroog
d
oorgelucht, zonder dat er verder nog
warmte wordt toegevoerd.
Het verfrissende effect wordt nog ver‐
st
erkt, wanneer u het textiel een beetje
vochtig maakt, een geurflacon gebruikt
of de belading reduceert. Bestaat het
textiel echter voor een deel uit synthe‐
tisch materiaal, is het verfrissende ef‐
fect van dit programma minder.
Beladingsautomaat
Wordt deze optie ingeschakeld, wordt
het dr
oogproces verkort en wordt er
toch optimaal gedroogd. Deze optie is
geschikt, wanneer u slechts de helft
van de voor het programma maximale
belading wilt drogen. Zie hoofdstuk:
"Programma-overzicht".
Kreukbeveiliging
Is deze optie ingeschakeld, dan draait
de tr
ommel na afloop van het eigenlijke
programma 2 uur lang met korte inter‐
vallen, waardoor kreukvorming wordt
voorkomen. Deze optie is geschikt,
wanneer u het wasgoed niet direct na
afloop van een programma uit de trom‐
mel haalt.
Zoemer
Is deze optie ingeschakeld, dan klinken
er na afloo
p van een programma vier
zoemtonen achter elkaar. Deze zijn
max. 1 uur lang met regelmatige tus‐
senpozen te horen. De permanente
zoemtoon bij storingen heeft met deze
zoemer niets te maken.
Opties
30
Welke opties kunnen bij welke programma's worden gekozen?
Extra be‐
hoedzaam
1
Opfrissen
1
Beladings‐
automaat
Kreukbe‐
veiliging
Zoemer
Katoen
X X
Katoen X X X X X
Kreukherstellend X X X X X
Wol X
Zijde X X
Gladstrijken O –– X X
Overhemden X X X X
Express X X
Jeans X X X X
Gladstomen X X
Warme lucht X X X
Automatic extra O X X
Fijne was O X X
Impregneren X X
Sportkleding O X X
Outdoor O X X
Koude lucht X X
Droogrekprogramma X
1
= De
ze opties zijn niet met elkaar te combineren.
X = Deze optie kan worden gekozen.
O = Deze optie kan niet worden gewijzigd / is altijd ingeschakeld.
= Deze optie kan niet worden gekozen.
Voorprogrammering
31
Kiezen
Wanneer u een programma heeft geko‐
z
en, kunt u het tijdstip dat dit program‐
ma moet starten max. 24 uur van te vo‐
ren instellen.
Druk na
de programmakeuze op de
Voorprogrammering - toets.
In het display brandt:
Start over h
00 : 00
V
erleng de duur met de - toets en
verkort de duur met de - toets in
stappen van 1 uur.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
De cursor springt van de uren naar de
minu
ten.
Herh
aal de procedure voor de minu‐
ten in stappen van 15 minuten.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
Wijzigen (indien nodig)
Druk op de Voorprogrammering -
toets.
Kies T
ijd wijzigen en wijzig de tijd.
Wissen (indien nodig)
Druk op de Voorprogrammering -
t
oets.
Kies Tijd wissen
en bevestig uw keu‐
ze met de
OK -
toets.
Voorgeprogrammeerde tijd
star
ten
Druk op de S
tart/Stop - toets.
Het display geeft in uren en minuten
aan, hoe
lang het nog duurt voordat het
programma begint.
Na ieder uur draait de trommel kort
r
ond om de kreukvorming te voorko‐
men.
Voorgeprogrammeerde start‐
tijd
tijdens de aftelfase wij‐
zigen
Druk op de Voorprogrammering -
t
oets.
U hebt de keuze om het programma di‐
r
ect te starten of de tijd te wijzigen.
T
ip daarvoor de of - toets aan.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
Trommel bijvullen of wasgoed
voor
tijdig verwijderen
V
ul de trommel bij of haal er wasgoed
uit, indien nodig.
Druk op de Start/Stop
- toets om de
voorgeprogrammeerde tijd door te la‐
ten lopen.
Afbreken
Druk op de Start/Stop
- toets.
In het display brandt: Voorprogramm.
afbreken.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
Programma-overzicht
32
Katoen **
Maximaal 8,0 kg*
Wasgoed Normaal vochtig katoenen wasgoed, zoals onder Ka
toen Kastdroog
beschreven.
Let op! Er wordt uitsluitend Kastdr
oog gedroogd.
Bedenk dat het programma Kat
oen vanuit energie-oogpunt
voor het drogen van katoen het efficiëntst is.
Katoen Maximaal 8,0 kg*
Extra droog, Kastdroog +, Kastdr
oog, Licht droog
Wasgoed Wasgoed van dikker en dunner katoen zoals handdoeken, badhand‐
doek
en en badmantels, beddengoed van flanel, dekens, werkkle‐
ding, stofjassen, schorten, jasjes, T-shirts, ondergoed en babykleer‐
tjes
Let op! Kies Extr
a droog voor wasgoed van dikker of zeer dik katoen.
Droog T-shirts, ondergoed en babykleertjes niet met Extr
a droog
i.v.m. krimpgevaar.
Strijkdroog , S
trijkdroog , Mangeldroog
Wasgoed Wasgoed van katoenen of linnen weefsels zoals tafellakens, servet‐
ten, beddengoed en gesteven wasgoed dat nog verder moet wor‐
den behandeld.
Let op! Rol het wasgoed op zolang het nog niet door de mangel wordt ge‐
haald. Z
o blijft het langer vochtig.
Kreukherstellend Maximaal 4,0 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Kreukherstellend wasgoed van synthetisch materiaal, katoen of ge‐
mengde weefsels (truien, jurk
en, broeken, stofjassen, tafellakens of
servetten)
* Gewicht van droog wasgoed
** Tips voor testbureaus:
T
estprogramma volgens verordening 392/2012/EU voor het energie-etiket geme‐
ten naar EN 61121 (zonder opties)
Programma-overzicht
33
Wol Maximaal 2,0 kg
Wasgoed Wollen wasgoed en wasgoed waar o.a. wol in zit, bijv. truien, vesten
en sokk
en
Let op! Het wollen wasgoed wordt in korte tijd losgeschud en daardoor
e
xtra zacht. Het wasgoed wordt niet helemaal droog.
Haal het wasgoed direct na afloop van het programma uit de
tr
ommel.
Zijde Maximaal 1,0 kg
Wasgoed Zijden wasgoed dat in de automaat mag worden gedroogd (blouses,
hemden)
Let op! Dit programma vermindert de kreukels, maar het wasgoed wordt
nie
t helemaal droog.
Haal het wasgoed direct na afloop van het programma uit de
tr
ommel.
Gladstrijken Maximaal 1,0 kg
Kastdroog, Strijkdroog
Wasgoed Wasgoed van katoen of linnen
Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengde weefsels of
synthe
tisch materiaal (broeken, windjacks en overhemden)
Let op! Dit programma is ook geschikt voor wasgoed dat al droog is.
Kies S
trijkdroog , wanneer het wasgoed moet worden gestreken.
Dit programma vermindert de kreukels die er na het centrifugeren
no
g in zitten.
Haal het wasgoed direct na afloop van het programma uit de
tr
ommel.
Overhemden Maximaal 2,0 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Hemden en hemdblouses
* Gewicht van droog wasgoed
Programma-overzicht
34
Express Maximaal 4,0 kg
Extra droog, Kastdroog +, Kastdr
oog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog
, Mangeldroog
Wasgoed Sterk wasgoed dat anders met het programma "Katoen" wordt ge‐
dr
oogd
Let op! Het programma duurt korter.
Jeans Maximaal 3,0 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Al het wasgoed van jeansstof (broeken, jasjes, rokken of overhem‐
den)
Gladstomen Maximaal 1,0 kg
Kastdroog, Strijkdroog
Wasgoed Wasgoed van katoen of linnen
Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengde weefsels of
synthe
tisch materiaal (broeken, windjacks en overhemden)
Let op! Voor al het wasgoed dat
.... vochtig moet worden gemaakt, voordat het gestreken wordt.
.... kreukels vertoont en kreukvrij moet worden gemaakt.
Kies S
trijkdroog , wanneer het wasgoed moet worden gestreken.
Bij dit programma wordt water uit het condenswaterreservoir ge‐
haa
ld en vervolgens door een inspuiter die zich in de vulopening
bevindt, in de trommel gesproeid. Daarom moet het condenswa‐
terreservoir minstens tot de –min– markering met water gevuld
zijn.
Doordat bij dit programma een condenswaterpomp wordt ge‐
bruikt, maakt d
it programma meer lawaai.
* Gewicht van droog wasgoed
Programma-overzicht
35
Warme lucht Maximaal 8,0 kg
Wasgoed Wasgoed van dikkere stof zoals jacks, kussens en slaapzakken
dat niet gel
ijkmatig wordt gedroogd en daarom moet worden na‐
gedroogd.
Een stuk wasgoed of een paar stukken wasgoed zoals een bad‐
han
ddoek, zwembroek, badpak en schoonmaakdoekjes
Let op! Kies in het begin niet de langste tijd. Probeer eerst uit welke tijd no‐
dig is.
Automatic extra Maximaal 5,0 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Een gemengde belading van wasgoed dat anders in de program‐
ma's Kat
oen en Kreukherstellend wordt gedroogd
Fijne was Maximaal 2,5 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Teer wasgoed () van synthetische weefsels, gemengde weefsels,
kunstzijde of kr
eukherstellend katoen (lingerie, overhemden, blouses
en textiel met applicaties)
Let op! Reduceer de belading wanneer u extra kreukarm wilt drogen.
* Gewicht van droog wasgoed
Programma-overzicht
36
Impregneren Maximaal 2,5 kg
Kastdroog
Wasgoed Geïmpregneerd wasgoed (microweefsels, ski- en outdoorkleding,
popeline en tafelkleden)
Let op! Dit programma heeft een extra fixeerfase.
Geïmpregneerd wasgoed mag uitsluitend behandeld zijn met im‐
pr
egneermiddelen die de aanduiding hebben: "Geschikt voor
membraanwasgoed". Deze middelen zijn gebaseerd op fluorche‐
mische verbindingen.
Wasgoed dat met paraffinehoudende middelen is geïmpregneerd,
mag
niet worden gedroogd in verband met brandgevaar!
Sportkleding Maximaal 3,0 kg
Kastdroog +
, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkdroog , Strijkdroog 
Wasgoed Sportkleding van materiaal dat in de droogautomaat mag worden
gedr
oogd
* Gewicht van droog wasgoed
Programma-overzicht
37
Outdoor Maximaal 2,5 kg
Kastdroog, Strijkdroog
Wasgoed Outdoorkleding van materiaal dat machinaal mag worden gedroogd
Koude lucht Maximaal 8,0 kg
Wasgoed Wasgoed dat alleen moet worden doorgelucht
Droogrekprogramma Maximale belading droogrek: 3,5 kg
Let op! Kies dit programma allèèn als u over een Miele-droogrek beschikt.
Het dr
oogrek kunt u nabestellen.
Gebruik dit programma voor het drogen of luchten van producten
die machi
naal mogen worden gedroogd en die niet mechanisch
mogen worden belast.
Neem ook de instructies in de gebruiksaanwijzing voor het droog‐
r
ek in acht.
Was‐
goed /
P
roducten
Zie de gebruiksaanwijzing van het droogrek.
* Gewicht van droog wasgoed
Programmaverloop wijzigen
38
Het is niet mogelijk om een ander pro‐
gr
amma te kiezen wanneer een pro‐
gramma nog loopt. Voorkomen moet
worden dat er per ongeluk een ander
programma wordt gekozen, waardoor
het programmaverloop wordt verstoord.
Gebeurt dat toch, verschijnt in het dis‐
play:
Geen andere keuze, t
otdat het
oorspronkelijke programma weer wordt
ingesteld.
Om een ander programma te kiezen,
moet u het lo
pende programma eerst
afbreken.
Lopend programma afbreken
en ni
euw programma kiezen
Druk op de S
tart/Stop - toets.
In het display brandt: Programma afbr..
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
In het display brandt Afkoelen, als er
t
enminste een bepaalde droogtijd en
droogtemperatuur zijn bereikt.
Wacht, totdat Einde gaat branden of
druk nog eens op de Start/Stop -
t
oets, totdat
Einde gaat br
anden.
Schak
el de automaat met de
- toets uit.
Schak
el de automaat met de
- toets in.
Kies en star
t meteen een ander pro‐
gramma.
Trommel bijvullen of wasgoed
voor
tijdig verwijderen
Druk op de S
tart/Stop - toets.
In het display brandt: Programma afbr..
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
In het display brandt Afkoelen, als er
t
enminste een bepaalde droogtijd en
droogtemperatuur zijn bereikt.
Wacht, totdat Einde gaat b
randen of
druk nog eens op de
Start/Stop -
t
oets, totdat
Einde gaat br
anden.
U loopt het risico o
m zich te ver‐
branden.
Raak de achterkant van de trommel
ni
et aan. Daar is de temperatuur
hoog.
L
eg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Slui
t de deur.
Programma voortzetten:
Wijzig indien nodig de droogtegraad.
Druk op de Start/Stop - toets.
Programmaduur
De programmaduur die in het display
wor
dt aangegeven kan door de pro‐
grammawijziging verspringen.
Reiniging en onderhoud
39
Condenswaterreservoir legen
Het condenswater dat tijdens het
dr
oogprogramma vrijkomt wordt in
een reservoir opgevangen.
Giet het reservoir na het drogen leeg.
Is de maximale inhoud van het con‐
denswat
erreservoir bereikt, dan ver‐
schijnt in het display:
Giet het reser‐
voir leeg.
W
ilt u deze melding in het display wis‐
sen, doe dan de deur open en weer
dicht.
Doe, voor
dat u het reservoir uit
het apparaat haalt, de deur helemaal
dicht om te voorkomen dat de deur
en het handvat in het paneel worden
beschadigd.
Doe de deur altijd helemaal dicht.
T
rek het condenswaterreservoir uit
het apparaat.
Ho
ud het reservoir zowel aan de
greep in het paneel als op het eind
vast en houd het horizontaal.
Giet het reservoir leeg.
Schui
f het terug in de droogauto‐
maat.
Condenswat
er mag niet worden
gedronken want dat kan schadelijk
zijn voor de gezondheid.
Het condenswater kunt u gebruiken
voor he
t programma
Gladstomen. Hier‐
voor moet het condenswaterreservoir
gevuld zijn. Zie volgende paragraaf.
Reiniging en onderhoud
40
Hergebruik condenswater voor
het pr
ogramma "Gladstomen"
I
n het programma
Gladstomen
wor
dt het condenswater dat bij de
laatste droogbeurt is vrijgekomen, uit
het condenswaterreservoir in de
trommel gespoten. Daarom is het
noodzakelijk dat het reservoir min‐
stens tot de –min– markering met
water is gevuld.
De –min– mark
ering vindt u links voor‐
aan.
Gebruik het con
denswater dat bij het
drogen is vrijgekomen.
Wanneer het condenswaterreservoir
leeg is,
k
oop dan speciaal strijkwater en giet
dat in het reservoir.
Gebruikt u dit vaker, dan kan de inspui‐
t
er in de vulopening die het water voor
het gladstomen in de trommel spuit,
verkalken.
1 Tuit 2 Rubberen dichting
Giet het wat
er door de ringen van tuit
1.
V
ul het reservoir alleen met
schoon water. Er mogen geen geur‐
stoffen, wasmiddelen en andere sub‐
stanties in het water zitten.
Controleer de rubberen dichting van
tijd
tot tijd.
Wordt er vaker leidingwater bijgevuld,
kunn
en zich witte kalkvlekken op de
rubberen dichting 2 vormen.
V
eeg kalkresten op de rubberen dich‐
ting 2 voorzichtig weg met een voch‐
tige doek.
Schui
f het condenswaterreservoir
daarna voorzichtig in het apparaat.
Reiniging en onderhoud
41
Pluizenfilters
Deze droogautomaat beschikt over 2
pluiz
enfilters. Deze bevinden zich in
de vulopening boven elkaar.
Pluizen verwijderen
Verwijder de pluizen na iedere
dr
oogbeurt.
Tip: U kun
t de pluizen met de stofzui‐
ger verwijderen.
Open de
deur.
Verwijder eerst de geurflacon als
u deze heeft gebruikt. Zie hoofdstuk:
"Geurflacon".
T
rek het bovenste pluizenfilter naar
voren en haal het uit het apparaat.
V
erwijder de pluisjes (zie pijl) . . .
. .
. van de zeefvlakken van de plui‐
zenfilters
. .
. en van de geperforeerde was‐
goedband.
Schui
f het bovenste pluizenfilter in
het apparaat totdat het vastklikt.
Slui
t de deur.
Zijn de filters door de pluizen sterk
verst
opt, zie de volgende paragraaf.
Reiniging en onderhoud
42
Pluizenfilters en luchtgeleidingsge‐
deelt
e reinigen bij sterke pluisvor‐
ming
Deze onderdelen moeten grondig
wo
rden gereinigd, wanneer zich veel
pluizen hebben gevormd.
V
erwijder eerst de geurflacon als
u deze heeft gebruikt.
T
rek het bovenste pluizenfilter naar
voren en haal het uit het apparaat.
D
raai de gele knop aan het onderste
pluizenfilter in de richting van de pijl
totdat u een klik hoort.
P
ak het onderste pluizenfilter aan de
gele knop vast, trek het naar voren en
haal het uit het apparaat.
V
erwijder de pluizen met de stofzui‐
ger uit de openingen van het luchtge‐
leidingsgedeelte en gebruik daarvoor
de lange zuigmond.
Pluizenfilters met water reinigen
Spoel de z
eefvlakken met stromend
warm water schoon.
Schud het wat
er daarna van de plui‐
zenfilters en droog ze daarna voor‐
zichtig af.
Natt
e pluizenfilters kunnen leiden
tot storingen in de werking van de
droogautomaat.
Schuif het onderste pluizenfilter hele‐
maal in het apparaat en vergrendel
het filter met de gele knop.
Schui
f het bovenste pluizenfilter hele‐
maal in het apparaat.
Slui
t de deur.
Reiniging en onderhoud
43
Sokkelfilter
Reinig het sokkelfilter alleen dan,
wanneer de melding V
erwijder de
pluizen. in het display verschijnt.
U kunt de melding V
erwijder de pluizen
wissen door deze met de
OK
- toets te
bevestigen of door de droger uit en
weer in te schakelen.
Verwijderen
Druk op het ronde, dieper gelegen
vlakje op het klepje van de condens‐
kast.
Het klepje springt open.
T
rek het sokkelfilter er aan de greep
uit.
In de droger schiet de rechter geleide-
stift naar buit
en. Deze zorgt ervoor dat
het klepje van de condenskast alleen
dan dichtgaat, wanneer het sokkelfilter
goed in de kast is geplaatst.
Reinigen
T
rek de greep uit het sokkelfilter.
Spoel
het sokkelfilter met stromend
water grondig schoon.
Dru
k het vocht uit het sokkelfilter.
Het sokk
elfilter moet droog zijn
voordat het wordt teruggeplaatst. Is
dat niet het geval, dan kan er een
storing optreden.
V
erwijder met een vochtige doek de
pluizen van de greep.
Reiniging en onderhoud
44
Klepje voor het sokkelfilter
V
erwijder vrijgekomen pluizen met
een vochtige doek.
Zorg er daarbij voor dat het dich‐
tingsrubber niet beschadigd raakt.
Co
ntroleer of er pluizen op de koel‐
ribben zitten. Zie onder.
Condensor controleren
Raak de
koelribben niet met de
handen aan, want u kunt zich er aan
snijden.
Controleer of er pluizen op de koel‐
ribben zitten.
Wanneer er pluizen op de koelribben
zitt
en,
d
an moeten de pluizen met een
stofzuiger en wel met het speciale
stofzuigerborsteltje worden gerei‐
nigd.
Beweeg
het borsteltje voorzichtig
over de koelribben vòòr de conden‐
sor om beschadigingen te voorko‐
men.
Reiniging en onderhoud
45
Terugplaatsen
Plaats de gr
eep weer in het sokkelfil‐
ter.
Het filter moet precies vòòr de conden‐
sor zitt
en.
Plaats de greep daarom met het filter
op de beide pennen
en zorg er daarbij voor dat de letters:
"Miele
" op de greep niet onderstebo‐
ven zitten.
Schui
f het sokkelfilter er helemaal in.
Wanneer het sokkelfilter naar binnen
wor
dt geschoven, schuift de rechter
geleidestift mee.
Sluit het klepje.
De d
roger mag alleen dan wor‐
den gebruikt, als het sokkelfilter
goed is geplaatst en het klepje voor
de condenskast goed dicht is. Alleen
dan is het condenssysteem water‐
dicht en kan de droogautomaat goed
functioneren.
Reiniging en onderhoud
46
Droogautomaat
Haal de elektrische spanning van
de aut
omaat.
Gebruik geen oplosmiddelhou‐
dende r
einigingsmiddelen, schuur‐
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze kunnen namelijk kunststof op‐
per
vlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Rein
ig de droogautomaat met een
zachte, iets vochtige doek en een
mild reinigingsmiddel.
Rein
ig de dichting op de pluizenfilter‐
houder met een vochtige doek.
W
rijf alles met een zachte doek
droog.
Rein
ig de trommel en andere delen
van roestvrij staal als u dat nodig
vindt met een reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
Geurflacon
47
Met een geurflacon gaat uw wasgoed
tijdens het dr
oogprogramma lekker
ruiken. Deze geurflacons zijn na te be‐
stellen.
L
ees eerst het hoofdstuk: "Veilig‐
heidsinstructies en waarschu‐
wingen", paragraaf: "Gebruik van
geurflacon (na te bestellen accessoi‐
re)".
Geurflacon plaatsen
Houd de geurflacon alleen zo vast
als o
p de afbeelding te zien is. Houd
de flacon niet schuin om te voorko‐
men dat er geurstof uit de flacon
loopt.
Ho
ud de geurflacon goed vast.
T
rek de beschermstrip er af.
Open de deur van de droogautomaat.
De geurflacon wordt in het bovenste
pluiz
enfilter geplaatst en wel in de
opening rechts naast de greep.
Gebruikt u geen geurflacon, dan
moet het schuifje altijd gesloten blij‐
ven. Is het nog open, doe het dan
aan het opstaande haakje dicht.
Doe
het schuifje open met behulp
van het opstaande haakje, waarna
het haakje zich rechtsboven bevindt.
S
teek de geurflacon in de opening
totdat u weerstand voelt.
Geurflacon
48
De punten en moet
en tegen‐
over elkaar liggen.
Dr
aai de buitenste ring een beetje
naar rechts.
U voelt enige weerstand en u hoort
een
zachte klik.
Punt moet zich in stand bevin‐
den. Dat is de stand waarin u de
weerstand voelt.
Voor het drogen
U kunt nu de geurintensiteit regelen.
Dr
aai de buitenste ring naar rechts.
Hoe verder de geurflacon wordt ge‐
opend, des te sterker is de geur.
Geurflacon
49
De flacon kan zijn geur alleen versprei‐
den als het wasgoed vochtig is, de
dr
oogtijd lang genoeg is en er genoeg
warmte wordt opgewekt. Dan is de
geur ook te ruiken in de ruimte waar de
droger is geplaatst. De geurflacon heeft
in het programma
Koude lucht geen ef‐
fect.
Na het drogen
Voorkomen moet worden dat een deel
van de geurst
of onnodig vrijkomt.
Dr
aai de buitenste ring naar links tot‐
dat punt b zich in stand _ bevindt.
U moet enige weerstand voelen.
Wilt u de geurflacon niet bij ieder
droogprogramma gebruiken, haal hem
dan uit het apparaat en berg hem in
de originele verpakking op. Zie verder‐
op in dit hoofdstuk.
Geurflacon vervangen
Is de geurintensiteit niet meer voldoen‐
de,
dr
aai de buitenste ring dan naar links
totdat de punten a en b tegenover
elkaar liggen.
V
ervang de geurflacon.
De geurflacon kan worden besteld bij
de Miele-
vakhandelaar, bij de afdeling
"Klantcontacten" van Miele en via in‐
ternet.
Geurflacon
50
L
eg de geurflacon nooit plat neer
om te voorkomen dat er geurstof uit
loopt.
Berg de geurflacon alleen in de origi‐
nele win
kelverpakking op.
Wordt de geurflacon even uit het ap‐
paraat gehaald, bijv. wanneer u het
pluizenfilter wilt reinigen, zet hem dan
in de originele verpakking rechtop
neer, zodat er geen geurstof uitloopt.
Bewaar de flacon koel en droog.
Stel de flacon niet aan zonlicht bloot
Gebruikt u de flacon voor het eerst,
tr
ek de beschermstrip er dan pas af
kort vòòr gebruik.
Filters reinigen
Wanneer de pluizenfilters en het sokkel‐
filt
er niet op tijd worden gereinigd, dan
neemt de geurintensiteit af.
V
erwijder de geurflacon vòòr het
reinigen van de pluizenfilters.
Ber
g de geurflacon alleen in de
originele verpakking op
om te voorkomen dat er geurstof uit‐
loopt. Zie afbeelding.
V
oor het reinigen van pluizenfilters en
sokkelfilter zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Wat moet u doen, wanneer . . .
51
Hulp bij problemen
De meeste problemen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u geen beroep
t
e doen op onze technici en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen
helpen u de oorzaken van een probleem te vinden en uit de wereld te helpen. Be‐
denk echter:
Repar
aties mogen uitsluitend door erkende vakmensen worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de
gebruiker.
Enkele meldingen in het display beslaan meer regels en krijgt u door het aantip‐
pen van de of - t
oets helemaal te zien.
Meldingen in het display
Probleem Oorzaak en oplossing
Nadat de droger is in‐
gescha
keld, brandt .
De code is geactiveerd.
Zie hoofdstuk: "I
nstellingenmenu", paragraaf: "Co‐
de".
Corrigeer de bela- ding.
Zie  gaat br
anden na‐
dat een programma is
afgebroken.
Dat is geen storing.
Bij somm
ige programma's wordt het programma af‐
gebroken, wanneer er te weinig of geen wasgoed in
de trommel zit of wanneer het wasgoed al droog is.
Doe de deur open en weer dicht om door t
e gaan.
Dr
oog kleine hoeveelheden wasgoed met het pro‐
gramma Warme lucht.
Miele  Storing F gaat
br
anden nadat een pro‐
gramma is afgebroken.
De oorzaak is niet direct vast te stellen.
Sch
akel de droger uit en weer in.
S
tart het programma opnieuw.
Wordt het programma met dezelfde controlemelding
w
eer afgebroken, is er sprake van een technische
storing. Schakel de afdeling Klantcontacten van Miele
Nederland in.
Wat moet u doen, wanneer . . .
52
Probleem Oorzaak en oplossing
Verwijder pluizen. gaat
br
anden na afloop van
een programma.
De droger is door pluizen verontreinigd.
Reinig de pluiz
enfilters.
Reinig he
t sokkelfilter.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Om de melding uit te schakelen moet u
met de OK - t
oets bevestigen.
Verwijder de plui- zen.
Zie  gaat br
anden na‐
dat een programma is
afgebroken.
De droger is door pluizen sterk verontreinigd.
Reini
g de pluizenfilters.
Reini
g het sokkelfilter.
Reinig de gedeelten waar lucht doorheen stroomt.
Het luchtg
eleidingsgedeelte onder het sokkelfilter
en
de condensor
.
Om de melding uit te schakelen moet u
de d
roger uit- en weer inschakelen.
Giet reservoir leeg. Zie
gaat br
anden nadat
een programma is afge‐
broken.
Het condenswaterreservoir is vol of er zitten knikken
in de afvoerslang.
Giet het condenswat
erreservoir leeg.
Contr
oleer de afvoerslang.
Om de melding uit te schakelen moet u
de d
eur openen en weer sluiten (als de droger nog
is ingeschakeld) of de droger uit- en weer inscha‐
kelen.
Vul het condens- waterre-
servoir.
Deze melding herinnert u eraan, dat voor het pro‐
gr
amma Gladstomen water wordt gebruikt dat in het
reservoir zit.
Zorg ervoor dat het condenswaterreservoir minstens
t
ot de –min– makering met water is gevuld.
Bevestig met OK.
Open + sluit de deur
U hebt het programma G
ladstomen gekozen. U krijgt
het verzoek om de trommel te vullen.
L
eg wasgoed in de trommel.
Wat moet u doen, wanneer . . .
53
Probleem Oorzaak en oplossing
Comfortkoelen Het programma is afgelopen, maar het wasgoed
wor
dt nog afgekoeld.
H
aal het wasgoed uit het apparaat en vouw het uit
of laat het in het apparaat verder afkoelen.
Wat moet u doen, wanneer . . .
54
Een tegenvallend droogresultaat
Probleem Oorzaak en oplossing
Het wasgoed is niet
goed dr
oog.
Het wasgoed bestaat uit verschillende soorten textiel.
D
roog het wasgoed na met Warme lucht.
Ki
es de volgende keer een programma dat beter
geschikt is.
Tip: Bij een paar programma's kunt u het restvocht
nog aanpassen
. Zie hoofdstuk: "Instellingenmenu".
Wasgoed of een hoofd‐
kussen met ver
en vul‐
ling ruikt onaangenaam
nadat het is gedroogd.
Wasgoed: er is voor dit wasgoed te weinig wasmiddel
gebruikt.
Hoofdkussens met veren: veren beginnen bij warmte
onaan
genaam te ruiken.
Gebruik voor wasgoed genoeg wasmiddel bij het
wassen.
Laat hoofdkussen
s met veren buiten de droger
drogen.
K
oop een geurflacon en gebruik deze bij het dro‐
gen.
Wasgoed van synthe‐
tisch mat
eriaal kan sta‐
tisch zijn nadat het is
gedroogd.
Dit is bij synthetisch materiaal normaal.
Doo
r bij het wassen een wasverzachter te ge‐
bruiken kunt u de statische lading van het was‐
goed verminderen.
Er is sprake van pluis‐
vorming.
Pluizen ontstaan voornamelijk door wrijving tijdens
he
t dragen. Tijdens een droogprogramma raken deze
pluisjes los. De wrijving in de droogautomaat daaren‐
tegen is gering en heeft geen invloed op de kwaliteit
van het textiel. Dit is uit onderzoek gebleken.
Pluizen worden door de pluizenfilters en het sokkelfil‐
t
er opgevangen en kunnen eenvoudig worden verwij‐
derd.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Wat moet u doen, wanneer . . .
55
Andere problemen
Probleem Oorzaak en oplossing
Het droogprogramma
du
urt erg lang of wordt
zelfs afgebroken.
Misschien is de temperatuur in het vertrek te hoog.
Luch
t het vertrek goed door.
Resten wasmiddel, haren en kleine pluisjes kunnen
verst
oppingen veroorzaken.
Misschien zijn de koelribben verstopt.
Reinig de pluizenfilters en het sokkelfilter.
V
erwijder de pluizen:
. . . achter het klepje voor de condenskast links
onder (zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud")
. . . van de koelribben achter het rooster rechts on‐
der (zie verderop in dit hoofdstuk).
De luchttoevoer via het rooster rechts onder is ge‐
blokk
eerd.
V
erwijder de wasmand of andere voorwerpen die
de luchttoevoer blokkeren.
De pluizenfilters en het sokkelfilter zijn, nadat ze zijn
ger
einigd, nat teruggeplaatst.
De pluiz
enfilters en het sokkelfilter moeten droog
zijn.
Het wasgoed is niet voldoende gecentrifugeerd.
Centrifug
eer het wasgoed voortaan in de wasau‐
tomaat met een hoger centrifugetoerental.
De trommel is overbeladen.
Neem bij ieder dr
oogprogramma de maximale be‐
ladingscapaciteit van de trommel in acht.
Het wasgoed heeft metalen ritssluitingen, waardoor
de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet exact
kon worden berekend.
Doe de ritssluitingen de volgende keer open.
Doet het pr
obleem zich opnieuw voor, droog was‐
goed met lange ritssluitingen dan voortaan alleen
nog met Warme lucht.
* Voor een nieuwe programmastart:
Schak
el de droger uit en weer in.
Wat moet u doen, wanneer . . .
56
Probleem Oorzaak en oplossing
Er zijn zoemende of
br
ommende geluiden te
horen.
Dat is geen storing.
U heeft het programma Gladst
omen gekozen.
Dat zijn normale geluiden die door de werking van
de compr
essor of de condenswaterpomp worden
veroorzaakt. Daar is verder niets aan te doen.
Het lukt niet om een
pr
ogramma te starten
De oorzaak is niet direct vast te stellen.
S
teek de stekker in het stopcontact.
Scha
kel de droger in.
Slu
it de deur van de droger.
Co
ntroleer of de zekering van de huisinstallatie
doorgeslagen is.
Gaat het om een stroomstoring? Het programma
gaat aut
omatisch verder, zodra de storing is verhol‐
pen.
Het display is donker en
de S
tart/Stop - toets
begint langzaam te
knipperen.
De standby is ingeschakeld. Dat is geen storing, maar
een no
rmale functie waarmee energie kan worden be‐
spaard.
In de kreukbeveiligingsfase draait de trommel van tijd
t
ot tijd.
Zie hoofdstuk: "I
nstellingenmenu", paragraaf: "Pa‐
neel in standby".
De droger is na afloop
van een pr
ogramma uit‐
geschakeld.
Deze droger wordt automatisch uitgeschakeld. Dat is
geen
storing, maar een normale functie waarmee
energie kan worden bespaard.
Zie hoofdstuk: "I
nstellingenmenu", paragraaf: "Au‐
tomatische uitschakeling apparaat".
De trommelverlichting
br
andt niet.
De trommelverlichting gaat om energie te besparen
aut
omatisch uit, ...
... wanneer de deur is gesloten
... en wanneer de deur enkele minuten openstaat.
De trommelverlichting gaat branden, wanneer de
deur opengaat en de droger is ingeschakeld.
Wat moet u doen, wanneer . . .
57
Probleem Oorzaak en oplossing
De sproeistraal is niet
st
erk genoeg om het
wasgoed te bevoch‐
tigen.
Het zeefje in het condenswaterreservoir is verstopt.
Reini
g het zeefje in het condenswaterreservoir (na
te bestellen accessoire). Zie einde van dit hoofd‐
stuk.
De inspuiter in de vulopening is sterk verkalkt.
V
ervang de inspuiter (na te bestellen accessoire).
Zie einde van dit hoofdstuk.
Gebruik alleen
condenswater en geen leidingwa‐
ter.
Wat moet u doen, wanneer . . .
58
Rooster rechts onder
Normaal ho
even de koelribben
achter het rooster rechts beneden
nooit te worden gereinigd. Reinig ze
alleen dan, wanneer zich in het ver‐
trek veel stof en pluizen hebben ge‐
vormd en het droogproces daardoor
te lang duurt.
Open eerst het klepje voor het sok‐
k
elfilter links onder.
Onder het rooster zit een haak, die u
met een theel
epeltje kunt ontgren‐
delen als u het rooster wilt verwijde‐
ren.
Plaats de st
eel van het lepeltje in het
midden onder het rooster.
Duw met de steel van het lepeltje te‐
gen de haak en open met een hef‐
boombeweging het rooster.
V
erwijder het rooster.
Raak de
koelribben niet met de
handen aan, want u kunt zich er aan
snijden.
V
erwijder de pluizen met een
stofzuiger en gebruik daarvoor het
speciale stofzuigerborsteltje.
Verbuig of beschadig de koelribben
niet.
Beweeg
het borsteltje voorzichtig
over de koelribben vòòr de conden‐
sor om beschadigingen te voorko‐
men.
Plaats het r
ooster met de 3 haakjes in
de gaatjes in de voorwand van de
droger.
Druk he
t rooster links in het midden
stevig aan om de haak te vergrende‐
len.
Wat moet u doen, wanneer . . .
59
Zeefje in het condenswaterre‐
ser
voir
Soms kunnen zich bij het program‐
ma Gladstomen pr
oblemen voor‐
doen. Mogelijk is het zeefje verstopt
dat via een slangetje met de rubbe‐
ren dichting van het condenswater‐
reservoir is verbonden.
T
rek het condenswaterreservoir uit
het apparaat.
T
rek de tuit van het reservoir er aan
het lipje aan de zijkant uit.
Trek bij de volgende instructies niet
t
e hard aan het slangetje om te voor‐
komen dat het losraakt.
Trek het uiteinde van het slangetje
door de opening en houd het vast.
T
rek het zeefje van het slangetje af.
Spoel het z
eefje met een sterke wa‐
terstraal schoon.
Plaats het z
eefje na het reinigen weer
op het slangetje.
Laat he
t slangetje met het zeefje los‐
jes in het condenswaterreservoir te‐
rugglijden.
Plaats de tuit op de juist
e wijze in de
opening van het reservoir. Zie afbeel‐
ding hiernaast.
Wat moet u doen, wanneer . . .
60
Inspuiter voor het gladstomen
I
s de inspuiter in de vulopening
sterk verkalkt, dan is de sproeistraal
niet sterk genoeg om het wasgoed te
bevochtigen.
In dit geval moet de inspuiter door
een
nieuwe worden vervangen. In‐
spuiters zijn na te bestellen acces‐
soires.
U kunt de inspuiter alleen met een spe‐
ciaal
stuk gereedschap vervangen.
G
ebruik geen ander stuk gereed‐
schap om te voorkomen dat de in‐
spuiter en de droogautomaat be‐
schadigd raken.
Het programma "Gladstomen"
mag uitsluitend met een ingebouwde
inspuiter worden gebruikt.
Open de
deur van de droogautomaat.
De inspuiter ziet u links boven in de vul‐
opening.
Plaats het stuk ge
reedschap op de
inspuiter.
Dr
aai de inspuiter er uit door het stuk
gereedschap naar links te draaien.
Plaats de nieu
we inspuiter op het
stuk gereedschap.
Dr
aai de nieuwe inspuiter er in door
het stuk gereedschap naar rechts te
draaien.
Afdeling Klantcontacten
61
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐
helpen, waarschuwt u uw Miele-vak‐
handela
ar of de afdeling Klantcontacten
van Miele Nederland B.V.
Adres, telefoonnummer en website
van Miele Nederland vindt u op de
acht
erzijde van deze gebruiksaanwij‐
zing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Klantcontacten het ty‐
pe en serienummer van uw apparaat
weten. Beide gegevens vindt u op het
typeplaatje rechts onder bij de vulope‐
ning.
Na te bestellen accessoires
Accessoires voor deze droogautomaat
kunt u nabest
ellen bij de Miele-vakhan‐
del of bij de afdeling Onderdelen van
Miele Nederland B.V.
Deze en vele andere producten kunt u
ook via
Internet bestellen.
Droogrek
Met het droogrek kunt u producten dro‐
gen en
luchten die alleen zeer behoed‐
zaam mogen worden behandeld.
Geurflacon
Met een geurflacon kunt u ervoor zor‐
gen dat uw wasgoed lekk
er gaat ruiken.
Garantietermijn en garantie‐
voor
waarden
De garantietermijn van de droogauto‐
maat bedraagt 2 jaar.
Nadere bijzonderheden over de garan‐
tievoo
rwaarden en het Miele Service‐
verzekering Certificaat treft u aan in bij‐
gaande folder.
Plaatsen en aansluiten
62
Het apparaat aan de voorkant
a
Aansluitkabel
b
Bedieningspaneel
c
Condenswaterreservoir
(Legen na het drogen)
d
Deur
(Niet openen tijdens het drogen)
e
Klepje van de condenskast
(Niet openen tijdens het drogen)
f
Vier in hoogte verstelbare machine‐
voet
en
g
Rooster voor de toevoer van koude
lucht
(Niet blokkeren met een wasmand
of ander
e voorwerpen)
h
Afvoerslang voor het condenswater
Plaatsen en aansluiten
63
Het apparaat aan de achter‐
kant
a
Draagpunten onder de rand van het
bovenblad voor tr
ansportdoeleinden
(zie pijlen)
b
Accessoires voor aansluiting externe
conden
swaterafvoer: slangklem,
adapter en slanghouder
c
Afvoerslang voor het condenswater
d
Aansluitkabel
Droogautomaat verplaatsen
Wanneer u het apparaat heeft uitgepakt
en op zijn plaats wilt z
etten, pak het
dan vast aan:
de voorste stelvoeten
en de draagpunten onder de rand
van het bovenblad.
T
ransporteer de droger zoals op
de plaatjes.
W
anneer het apparaat liggend
wordt getransporteerd, kantel het
dan alleen naar de linker kant!
I
s het apparaat niet op de juiste
manier getransporteerd, dan moet
het ca. 1 uur blijven staan, voordat
het elektrisch wordt aangesloten.
Gebeurt dat niet, dan kan dat een
schadelijk effect hebben op de
warmt
epomp.
Plaatsen en aansluiten
64
Plaatsen
Droogautomaat stellen
De
deur van de droger moet vrij
kunnen bewegen en er mag daarom
vlak voor de droger geen andere
deur worden geplaatst.
Dit apparaat kan alleen optimaal functi‐
oner
en als het waterpas staat.
Door aan de stelvoeten te draaien kunt
u d
e hoogteverschillen in de vloer max.
een halve centimeter compenseren en
de droogautomaat waterpas stellen.
Ventilatie
De
opening voor de toevoer van
koude lucht aan de voorkant van het
apparaat mag in geen geval worden
afgedekt. Gebeurt dat wel, dan kan
de condensor niet voldoende wor‐
den gekoeld.
De spleet tussen de onderkant
va
n het apparaat en de vloer mag
niet met sokkellijsten, hoogpolig ta‐
pijt, etc. worden verkleind. Een toe‐
reikende luchttoevoer is anders niet
gewaarborgd
De lucht die gebruikt is voor het koelen
van de condenso
r wordt warm en
stroomt uit het apparaat. Daardoor
stijgt de temperatuur in het vertrek.
Zorg er daarom voor dat deze lucht kan
worden afgevoerd door bijv. een raam
te openen. Kan de warme lucht niet
weg, dan duren de droogprogramma's
langer en wordt er meer energie ver‐
bruikt.
Bij een later transport (bijv. bij een
verhuizing)
Wordt het apparaat later nog eens ge‐
tr
ansporteerd, bijv. bij een verhuizing,
houd er dan rekening mee dat er zich
na iedere droogbeurt een geringe hoe‐
veelheid condenswater in de nabijheid
van de pomp bevindt. Dit kan er uitlo‐
pen wanneer het apparaat schuin wordt
gehouden. Daarom raden wij u aan om
al vóór het transporteren het program‐
ma
Warme lucht t
e starten en ca. 1 mi‐
nuut te laten draaien. De resten con‐
denswater worden dan in het reservoir
of via de afvoerslang weggepompt.
Plaatsen en aansluiten
65
Nog meer plaatsingstips
Plaatsbaar onder werkblad
Deze droger mag onder een werkblad
wor
den geplaatst.
L
et er dan wel op dat de warme
lucht die uit de droger stroomt moet
worden afgevoerd. Gebeurt dat niet,
dan treden er storingen op.
Het is niet mogelijk om het boven‐
blad van het appar
aat te demonteren.
De elektrische aansluiting dient in de
buur
t van de automaat geïnstalleerd
te zijn en men moet er gemakkelijk bij
kunnen.
Het is mogelijk dat de droogprogram‐
ma's iets lang
er duren.
Na te bestellen accessoires
- Tussenstuk voor de was-droogzuil*
Deze droogautomaat kan op een Miele-
wasaut
omaat worden geplaatst. Voor
deze Miele-was-droogzuil is wel een
speciaal tussenstuk nodig.
– Sokkel*
Voor deze droger is een sokkel met la‐
de verkrijgbaar
.
Plaatsen en aansluiten
66
Externe afvoer voor het con‐
denswat
er aansluiten
Opmerking
Het condenswater dat bij het drogen
vrij
komt wordt in het condenswaterre‐
servoir gepompt en wel via een water‐
afvoerslang die zich aan de achterkant
van de droogautomaat bevindt.
U kunt het condenswater ook extern af‐
voeren. U hoeft het reservoir dan niet
meer te legen.
Lengte van de slang: 1,60 m
Max. opvoer
hoogte: 1,50 m
Max. afpomplengte: 4,00 m
U kunt het volgende bijbestellen:
een verlengstuk voor de slang;
een setje met een terugslagklep. Hier
zit ook een verlengstuk voor de slang
bij.
Speciale aansluitingen met een te‐
rugslagklep
Er zijn aansluitingen die een te‐
rugslagklep nodig hebben, omdat
anders water in de droger terug kan
stromen en er weer uitstromen.
Dit water kan schade veroorzaken
aan
de droger en het vertrek waar de
droger staat opgesteld.
Deze speciale aansluitingen worden
hieronder beschreven.
Max. opvoerhoogte met terugslagklep:
1,00 m
Speciale aansluitingen waarbij een te‐
rugslagklep noodzakelijk is:
Het water wordt afgevoerd in een
wastafel of in de vloer
, waarbij het
uiteinde van de slang zich in het wa‐
ter bevindt.
De waterafvoer wordt op een sifon
van een wastafel aangesloten.
Een wasautomaat of afwasautomaat
is op de
zelfde waterafvoer aangeslo‐
ten.
De t
erugslagklep moet zo wor‐
den gemonteerd dat de pijl in de
richting van de wastafel wijst.
Anders kan het water niet worden
weggepompt.
Plaatsen en aansluiten
67
Afvoerslang aansluiten
T
rek niet aan de afvoerslang en
maak er geen knikken in
om schade aan de slang te voorko‐
men.
In de afvoerslang bevindt zich nog een
geri
nge hoeveelheid water. Zet daarom
een bak klaar.
T
rek de slang van de tuit af.
Wikkel de slang van de houder af en
trek hem voorzichtig uit de klemmen.
V
ang het water in de bak op.
T
rek de slang naar wens naar rechts
of naar links.
Wanneer u de slang naar rechts heeft
getrokken, kunt u de slang in de gleuf
vastklemmen.
Laat de slang in de onderste klem
zitt
en om te voorkomen dat er knik‐
ken in komen.
Plaatsen en aansluiten
68
Voorbeelden
- Waterafvoer via wastafel of vloer
Gebruik de slanghouder om knikken in
de afvoerslang
te voorkomen.
Druk li
nks en rechts de haakjes met
de duimen naar binnen. Zie donkere
pijlen.
T
rek de slanghouder dan naar voren
en haal hem er af. Zie lichte pijlen.*
Z
org ervoor dat de afvoerslang
niet weg kan glijden wanneer u deze
in een wastafel hangt. Maak de slang
zo nodig vast.
Glijdt de slang weg, dan loopt het
co
ndenswater eruit en kan dan scha‐
de veroorzaken.
Plaats de t
erugslagklep in het uitein‐
de van de slang.
* De slanghouder kunt u later weer
t
erugplaatsen, wanneer u het con‐
denswater niet meer extern wilt af‐
voeren.
- Directe aansluiting op de sifon van
een wastafel
Haal de b
enodigde onderdelen,
adapter 1 en slangklem 3 daarachter,
van het apparaat af.
Sluit de afvoerslang aan zoals hierna
beschr
even.
Plaatsen en aansluiten
69
1. Adapter
2. Schroefkoppeling
3. Slangklem
4. Uiteinde slang (bevestigd aan de
slanghouder)
5. Terugslagklep
6. Afvoerslang van de droger
Bevesti
g adapter 1 met de schroef‐
koppeling 2 aan de sifon van de was‐
tafel.
In de regel is de schroefkoppeling
van de wastafel voorzien van een
schijfje dat u eraf moet halen.
Plaats het ui
teinde van slang 4 op
adapter 1.
Gebruik de slanghouder.
Dr
aai slangklem 3 direct achter de
schroefkoppeling met een schroeven‐
draaier vast.
Plaats t
erugslagklep 5 in afvoerslang
6 van de droger.
Terugslagklep 5 mo
et zo worden ge‐
monteerd, dat de pijl in de richting
van de wastafel wijst. Gebeurt dat
niet, dan kan het water niet weglo‐
pen.
Maak de t
erugslagklep met de slang‐
klemmen vast.
Plaatsen en aansluiten
70
Elektrische aansluiting
Deze automaat is voorzien van een aan‐
sluitka
bel en een stekker met bescher‐
mingscontact (randaarde), geschikt
voor aansluiting op ~230 V 50Hz.
Zorg ervoor dat u altijd bij de stekker
kunt k
omen om de spanning van de
droogautomaat te halen.
Deze droogautomaat mag alleen door
een erk
end installateur op het elektrici‐
teitsnet worden aangesloten. De elek‐
trische huisinstallatie moet volgens
NEN 1010 zijn geïnstalleerd.
Sluit de droogautomaat nooit aan op
verlen
gsnoeren, stekkerdozen en der‐
gelijke. Dit zijn potentiële gevarenbron‐
nen (brandgevaar).
Op het typeplaatje staat informatie over
de nomina
le aansluitwaarde en de ze‐
kering. Vergelijk deze gegevens met de
waarden van het elektriciteitsnet.
Verbruiksgegevens
71
Belading
1
Centrifugeerstand
wasa
utomaat
Rest‐
vocht
Energie Pro‐
gr
amma‐
duur
kg Omw/min % kWh min
Katoen
2
8,0
4,0
1000
1000
60
60
1,94
1,10
156
92
Katoen Kastdroog 8,0
8,0
8,0
1200
1400
1600
53
50
44
1,75
1,65
1,45
141
134
119
Katoen Kastdroog
+ Extr
a behoedzaam
8,0 1000 60 1,96 163
Katoen Strijkdroog 8,0
8,0
8,0
8,0
1000
1200
1400
1600
60
53
50
44
1,58
1,40
1,30
1,10
125
109
102
87
Kreukherstellend Kastdroog
+ Extra behoedzaam
4,0
4,0
1200
1200
40
40
0,61
0,61
55
55
Kreukherstellend Strijkdroog 4,0 1200 40 0,50 48
Automatic extra Kastdroog 5,0 900 50 1,33 110
Overhemden Kastdroog 2,0 600 60 0,66 58
Outdoor Kastdroog 2,5 800 50 0,80 70
Jeans Kastdroog 3,0 900 60 1,28 100
Express Kastdroog 4,0 1000 60 1,15 85
1
Gewicht van dr
oog wasgoed
2
T
estprogramma volgens verordening 392/2012/EU voor het energie-etiket gemeten conform EN
61121
Alle niet-gemarkeerde waarden zijn in overeenstemming met de norm EN 61121.
Stroomverbruik in de Uit-stand:
S
troomverbruik in de sluimerstand:
0,10 W
2,50 W
Instructie voor vergelijkende tests:
Wanneer er een test volgens EN 61121 moet worden uitgevoerd moet éérst volgens bovenstaande
norm 3 kg kat
oenen wasgoed worden gedroogd en wel met 70 % restvocht in het programma Katoen
Kastdroog zonder optie.
Variaties in de aangegeven waarden zijn mogelijk, afhankelijk van het soort textiel, de hoeveel‐
heid
wasgoed, de hoeveelheid restvocht na het centrifugeren, de ingestelde extra functies en de
verschillen in de netspanning.
De gebruiksgegevens die in EcoF
eedback worden aangegeven kunnen afwijken van de hierboven
aangegeven verbruiksgegevens. Dit komt door de manier waarop verbruiksgegevens in de droger wor‐
den berekend. Zo hebben het restvocht en de samenstelling van het wasgoed invloed op de program‐
maduur en dit heeft weer invloed op het energieverbruik.
Technische gegevens
72
Hoogte 850 mm
Breedte 596 mm
Diepte 636 mm
Diepte bij geopende deur 1054 mm
Plaatsbaar onder werkblad Ja
Plaatsbaar op wasautomaat Ja
Gewicht 62 kg
Trommelinhoud 120 l
Hoeveelheid 1,0-8,0 kg (Gewicht van droog was‐
goed)
Maximale inhoud van het condenswa‐
t
erreservoir
4,8 l
Lengte van de slang 1,60 m
Maximale opvoerhoogte 1,50 m
Maximale afpomplengte 4,00 m
Lengte van de aansluitkabel 2,00 m
Aansluitspanning Zie typeplaatje
Aansluitwaarde Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Keurmerk Zie typeplaatje
Energieverbruik Zie hoofdstuk: "Verbruiksgegevens".
LED (light emitting diodes) Klasse 1
Instellingenmenu
73
Instellingen opvragen
Met de instellingen kunt u de elektro‐
nica
van de droogautomaat aan uw
wensen aanpassen. U kunt de instel‐
lingen ieder moment wijzigen.
Instellingenmenu openen
Schak
el de droogautomaat in.
De programmakeuzeschakelaar mag
niet op
Overige programma's staan.
T
ip tegelijk de en - toetsen aan.
In het display brandt:
Taal 
Nu verschijnt het instellingenmenu.
Instellingen kiezen
L
oop met de en - toetsen door
de instellingen, totdat de gewenste
instelling in het display is aangege‐
ven.
Met de - t
oets loopt u in het menu
naar beneden.
Met de - t
oets loopt u in het menu
naar boven.
Bevestig uw keuze met de OK -
toets.
Varianten instellen
L
oop met de en - toetsen door
de varianten van de gekozen instel‐
ling.
U kunt bij voorbeeld
een variant instellen die met wordt
gemarkeerd,
een balk wijzigen
of getallen wijzigen.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
Instellingenmenu sluiten
T
ip de of de - toets zo vaak aan,
totdat Terug in het display ver‐
schijnt.
Bevesti
g uw keuze met de
OK -
t
oets.
Taal
Er zijn verschillende talen waarin de
meldingen in het display kunnen wor‐
den weer
gegeven. Met bovenge‐
noemde instelling kunt u èèn van de
talen kiezen.
Het vlaggetje acht
er het woord "Taal"
dient als leidraad, wanneer u een ande‐
re taal wilt instellen.
Instellingenmenu
74
Droogtegraad
Met deze instelling kunt u de droogte‐
gr
aad van de programma's
Katoen,
Kreukherstellend en Automatic extra
wijzigen.
Er verschijnt een balkdiagram dat aan‐
geeft welk
e stand is ingesteld.
Fabrieksinstelling: gemiddelde stand.
Vochtiger:    
  
Het programma duurt korter.
Droger:
     
Het programma duurt langer.
Uitzondering:
Het pr
ogramma
Katoen blijft on‐
gewijzigd.
Verlenging afkoeltijd
Met deze instelling kunt u de afkoelfa‐
se verleng
en die automatisch vòòr het
einde van een programma wordt uit‐
gevoerd. De afkoelfase kan in stappen
van 2 minuten max. 18. minuten wor‐
den verlengd.
Keuze
00 minuten (fabrieksinstelling)
02, 04, 06 ... 18 minuten
Aanduiding: Pluizen weg
Pluizen moeten regelmatig worden
ver
wijderd. Het apparaat biedt u een
geheugensteuntje en wel in de vorm
van de melding:
Pluizen verwijderen.
Met bovenge
noemde instelling kunt u
kiezen wanneer deze melding moet
verschijnen.
Probeer uit wat het beste bij uw droog‐
gewoo
nten past.
Keuze
Uit
Pluizen verwijderen verschijnt niet.
W
anneer er echter sprake is van ster‐
ke verontreiniging door extreme
pluisvorming wordt het programma
afgebroken en verschijnt de melding
Pluizen verwijderen wèl.
Bij overmatige pluisvorming
Pluizen verwijderen verschijnt alleen
bij st
erke pluisvorming.
Normaal (Fabrieksinstelling)
Bij geringe pluisvorming
Pluizen verwijderen verschijnt alleen
bij geri
nge verontreiniging.
Instellingenmenu
75
Geluidssterkte zoemer
Wanneer u de optie "Zoemer" heeft in‐
gesch
akeld, dan kunt u met boven‐
staande instelling de geluidssterkte
wijzigen.
Er verschijnt een balkdiagram dat aan‐
geeft welk
e stand is ingesteld.
Zachter
     
Harder       
De gewijzigde geluidssterkte hoort u al
tijdens het inst
ellen.
Toetssignaal
Met deze instelling kunt u een toets‐
t
oon inschakelen. Deze klinkt iedere
keer wanneer u op de toets drukt.
Keuze
Aan
Uit (fabrieksinstelling)
Geleidbaarheid
W
ater heeft een bepaalde gelei‐
dingswaarde. Met bovenstaande in‐
stelling kunt u deze wijzigen.
Keuze
Normaal (Fabrieksinstelling)
Laag
Voorwaarde voor de variant "Laag"
Het water waarin het wasgoed is ge‐
wassen is e
xtreem zacht en de gelei‐
dingswaarde (elektrische geleidbaar‐
heid) minder dan 150 μS/cm. De gelei‐
dingswaarde van het drinkwater kan bij
het waterleidingbedrijf worden nage‐
vraagd.
S
tel de variant Laag uitsluitend
dan in, als er sprake is van boven‐
staande situatie om te voorkomen
dat het droogresultaat niet bevredi‐
gend is.
Totale verbruik
Met deze instelling kunt u zien wat het
t
otale verbruik van uw droger is.
Keuze
Weergave
W
eergave van het totale verbruik in
kWh.
Resetfunctie
W
eergave van het totale verbruik
wordt met
Reset
gewist.
Instellingenmenu
76
Code
Met deze instelling kunt u een code
inschak
elen, waarmee u de elektroni‐
ca vergrendelt en voorkomt dat uw
apparaat door vreemden kan worden
gebruikt.
Keuze
Inschakelen
De code is 250.
V
oer de code na het inschakelen van
het apparaat weer in om het te kun‐
nen bedienen.
Uitschakelen
W
anneer u de droger zonder code
wilt bedienen. De code verschijnt al‐
leen dan, als de code daarvòòr was
ingeschakeld.
Wijzigen
U kun
t een willekeurige code invoe‐
ren.
Not
eer de nieuwe code om te
voorkomen dat u een Miele-techni‐
cus moet laten komen om het appa‐
raat te ontgrendelen.
Lichtsterkte display
De lichtsterkte van het display kan
verschi
llen. Met bovenstaande instel‐
ling kunt u de lichtsterkte wijzigen.
Er verschijnt een balkdiagram dat aan‐
geeft welk
e stand is ingesteld.
Donkerder       
Lichter    
  
De gewijzigde lichtsterkte ziet u al tij‐
dens het inst
ellen.
Paneel in standby
Na 10 minuten gaat het paneel in
standby: de verlichting van het display
en de t
oetsen gaat uit en de
Start/
Stop - t
oets gaat langzaam knipperen.
Dit bespaart energie. Met bovenge‐
noemde instelling kunt u kiezen wan‐
neer het paneel in standby gaat.
Keuze
Aan (Fabrieksinstelling)
Het paneel
gaat na 10 minuten in
standby:
wanneer u na het inschakelen van
d
e automaat geen programma
kiest;
tijdens het programmaverloop;
na afloop van een programma.
Aan, maar niet tijdens het program‐
maverloop
Het paneel gaat in standby zoals bo‐
ven beschr
even, maar niet tijdens het
programmaverloop.
Uit
Het paneel
gaat nooit in standby.
Het paneel licht weer op wanneer u op
een will
ekeurige toets drukt.
Instellingenmenu
77
Uitschakeling apparaat
De droogautomaat wordt in een aantal
geval
len na 15 minuten automatisch
uitgeschakeld. Met bovengenoemde
instelling kunt u deze tijd verlengen of
verkorten.
Het apparaat wordt automatisch uitge‐
schakeld:
wanneer u het na het inschakelen
nie
t verder bedient;
na afloop van de kreukbeveiliging;
na afloop van een programma zonder
kr
eukbeveiliging.
Is er echter sprake van een storing, dan
wor
dt het apparaat niet automatisch
uitgeschakeld.
Keuze
Na 10 minuten
Na 15 minuten (fabrieksinstelling)
Na 20 minuten
Memory
Met deze instelling kunt u de memory-
functie inschakelen. Dat houdt in dat
de droogautomaat een gekozen pro‐
gramma met droogtegraad en/of optie
en de duur van een tijdgestuurd pro‐
gramma opslaat.
Keuze
Uit (fabrieksinstelling)
Aan
Uitzondering:
Het programma Katoen blijft on‐
gewijzigd.
Kreukbeveiliging
Wanneer u de optie Kreukbeveiliging
hebt ingesc
hakeld, dan draait de
trommel na afloop van het eigenlijke
programma met korte intervallen,
waardoor kreukvorming wordt voorko‐
men. Met bovengenoemde instelling
kunt u tussen 2 tijden kiezen.
Keuze
1 h
2 h (fabrieksinstelling)
Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.
Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V.
Postbus 166
4130 ED VIANEN
(0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Inspirience Centre:
De Limiet 2
4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele Shop
voor een compleet overzicht van alle accessoires,
toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten
voor uw Miele-apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten,
bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
78
M.-Nr. 10 207 160 / 00nl-NL
TKG 650 WP
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele TKG650 WPS Finish Eco at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele TKG650 WPS Finish Eco in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,79 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Miele TKG650 WPS Finish Eco

Miele TKG650 WPS Finish Eco Quick start guide - German - 2 pages

Miele TKG650 WPS Finish Eco User Manual - German - 80 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info