666964
93
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/96
Next page
Gebruiksaanwijzing
en opstellingsinstructies
Was-droog-zuil
PWT 6089 Vario
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 153 881
nl-NL
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt de
apparatuur tegen transportschade. Het
verpakkingsmateriaal is uitgekozen met
het oog op een zo gering mogelijke be
-
lasting van het milieu en de mogelijkhe
-
den voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal nog waarde-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek
-
tronische apparatuur. Vraag uw hande
-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opge
-
slagen.
Energie besparen
Energie- en waterverbruik
Maak zoveel mogelijk gebruik van de
maximale beladingscapaciteit van
een programma. U gebruikt dan rela
-
tief gezien de minste hoeveelheid
energie en water.
Wasmiddel
Gebruik de hoeveelheid wasmiddel
die op de verpakking staat aangege-
ven.
Verlaag bij een geringere belading
de wasmiddelhoeveelheid.
Zo kunt u de droogtijd verkorten en het
energieverbruik verlagen:
Centrifugeer de was (zo mogelijk)
met het maximale centrifugetoeren
-
tal. Hoe hoger het centrifugetoerental
des te meer energie en tijd bespaart
u tijdens het drogen.
Zorg dat de ruimte tijdens het drogen
voldoende wordt geventileerd.
Reinig zo nodig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
Controleer regelmatig het luchtaf
-
voerkanaal en de onderdelen ervan
op mogelijke verstoppingen. Reinig
het afvoerkanaal indien dat nodig is.
Vermijd onnodige bochten en andere
obstakels in het luchtafvoerkanaal.
Deze vergroten de luchtweerstand.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
2
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu........................2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................5
Bediening van de was-droog-zuil....................................17
Bedieningspaneel .................................................17
Opmerking bij de eerste ingebruikneming ..............................17
Principe display ...................................................18
Algemene aanwijzingen en tips .....................................23
Symbolen op het etiket .............................................25
Wassen - verkorte gebruiksaanwijzing ...............................28
Programma kiezen wasautomaat ....................................32
Extra functies ....................................................35
Voorwas .........................................................35
Stijfselstop .......................................................35
Spoelstop........................................................36
Intensief* ........................................................36
Extra water* ......................................................36
Timer ...........................................................37
Centrifugeren ....................................................38
Eindcentrifugeren uitschakelen (spoelstop) ...........................38
Programmaverloop wijzigen ........................................39
Programma onderbreken............................................39
Programma afbreken ...............................................39
Programma wijzigen ...............................................39
Wasmiddel ......................................................40
Waterontharder ...................................................40
Componentenwasmiddel............................................40
Ontkleuren/verven .................................................40
Wasverzachter, appreteermiddel, stijfsel of vloeibaar stijfsel ................41
Externe dosering ..................................................42
Drogen - verkorte gebruiksaanwijzing................................44
Programma kiezen droogautomaat ..................................48
Timer ...........................................................51
Programmaverloop wijzigen ........................................52
Muntautomaat ....................................................52
Een ander programma kiezen ........................................52
Inhoud
3
Programma afbreken ...............................................52
Was bijvullen of voortijdig verwijderen .................................52
Stroomstoring.....................................................52
Resttijd ..........................................................52
Reiniging en onderhoud ...........................................53
Was-droog-zuil reinigen.............................................53
Zeefjes watertoevoer reinigen ........................................55
Reinig de pluizenzeef ..............................................56
Luchtweg (ruimte onder de zeven) reinigen .............................58
Nuttige tips ......................................................60
Wat moet u doen als... ............................................60
Vuldeur openen bij verstopte afvoer en/of stroomstoring ...................68
Afvoersysteem reinigen ..........................................69
Deur openen ...................................................69
Het vervangen van de lamp .........................................70
Piekbelastingsschakelaar ...........................................71
Service-interval, veiligheidsvoorschrift .................................71
Miele Service ....................................................72
Plaatsen en aansluiten ............................................73
Apparatuur plaatsen ...............................................75
Muntautomaat ....................................................76
Transportbeveiliging verwijderen .....................................77
Stellen ..........................................................79
Droogautomaat plaatsen ............................................80
Wateraansluiting ..................................................83
Waterafvoer ......................................................85
Elektrische aansluiting ..............................................86
Installatie luchtafvoer .............................................87
Principe .........................................................87
Totale buislengte berekenen .........................................88
Afmetingen aansluiting luchtafvoer ....................................89
Technische gegevens .............................................95
Inhoud
4
~
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
De apparatuur voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van
de apparatuur tot gevolg hebben.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing voordat u de apparatuur voor
het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan de apparatuur. In de gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke
instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het on-
derhoud.
Als meerdere personen de apparatuur bedienen, moeten de vei-
ligheidsvoorschriften en waarschuwingen voor deze personen
toegankelijk worden gemaakt en/of worden uitgelegd.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een even
-
tuele volgende eigenaar.
Verantwoord gebruik
~
De apparatuur is uitsluitend bestemd voor het wassen van textiel
dat volgens het wasetiket geschikt is voor machinaal wassen. Ieder
ander gebruik kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoorde
-
lijk voor schade die wordt veroorzaakt door ander gebruik dan hier
aangegeven of door foutieve bediening.
~
De apparatuur moet volgens de gebruiksaanwijzing worden ge
-
bruikt, regelmatig worden onderhouden en de werking moet regel
-
matig worden gecontroleerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
~
De apparatuur mag niet buiten worden gebruikt.
~
De apparatuur mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn de apparatuur veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
~
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
-
rend toezicht houdt.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen de apparatuur alleen zonder toe
-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze de apparatuur veilig moeten be
-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
~
Kinderen mogen de apparatuur niet zonder toezicht reinigen of
onderhouden
~
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
apparatuur bevinden. Laat kinderen nooit met de apparatuur spelen.
~
Als de apparatuur in een vrij toegankelijke ruimte staat opgesteld,
moet de exploitant geschikte maatregelen treffen die voorkomen dat
door mogelijke restrisico's gevaarlijke situaties voor de gebruiker
ontstaan.
~
De desinfectiestandaard van thermische en chemothermische
procédés dient te worden bewaakt. Desinfectieprogramma's mogen
niet worden onderbroken, omdat anders het desinfectieresultaat on
-
gunstig kan worden beïnvloed.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Technische veiligheid
~
Controleer de apparatuur voordat u het installeert en in gebruik
neemt op zichtbare schade. Een beschadigd apparatuur mag niet
worden geïnstalleerd en gebruikt.
~
De elektrische veiligheid van de apparatuur is alleen gewaar
-
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol
-
gens de voorschriften is geïnstalleerd. Het is belangrijk dat u dit
controleert. Laat in geval van twijfel de huisinstallatie door een vak
-
man inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade als gevolg van een ontbrekende of beschadigde aard
-
draad.
~
Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de
gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Re-
paraties mogen alleen worden uitgevoerd door vakmensen die door
Miele zijn geautoriseerd, anders kan bij eventuele schade geen aan-
spraak op de garantie worden gemaakt.
~
Voer geen aanpassingen aan de apparatuur uit die niet uitdrukke-
lijk door Miele zijn toegestaan.
~
Als apparatuur niet tijdig en volgens de voorschriften wordt on
-
derhouden, kunnen de prestaties ervan afnemen. Bovendien kunnen
er functiestoringen optreden en kunnen er brandgevaarlijke situaties
ontstaan.
~
De apparatuur mag alleen met een nieuwe slangenset op de
watervoorziening worden aangesloten. Oude slangen mogen niet
worden gebruikt. Controleer de slangen regelmatig. U kunt de
slangen dan tijdig vervangen en waterschade voorkomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
~
In geval van een storing of bij reinigings- en onderhoudswerk
-
zaamheden is de automaat alleen spanningsvrij als:
de stekker uit de contactdoos is getrokken.
de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitgeschakeld is of
de desbetreffende zekering van de huisinstallatie er geheel uitge-
draaid is.
~
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde-
len worden vervangen. Alleen van die onderdelen kan Miele garan-
deren dat zij aan de veiligheidseisen voldoen.
~
Open de deur van de wasautomaat nooit met geweld. Om de
veiligheidsfunctie van het deurslot te waarborgen, is de deurgreep
voorzien van een speciale beveiliging.
~
De apparatuur mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Veilig gebruik
~
Plaats uw apparatuur in een vorstvrije ruimte. Bevroren slangen
kunnen barsten en temperaturen onder het vriespunt kunnen de
werking van de elektronica beïnvloeden. De temperatuur in de ruim
-
te waar de apparatuur is opgesteld, dient tussen +2°C en +50°C te
liggen.
~
Houd de ruimte waar de apparatuur staat vrij van stof en pluizen.
Stofdeeltjes in de aangezogen lucht kunnen verstoppingen veroor
-
zaken. Dit kan storingen tot gevolg hebben en er ontstaat brandge
-
vaar!
~
Verwijder voor de ingebruikneming de transportbeveiliging aan
de achterkant van de apparatuur (zie het hoofdstuk "Plaatsen en
aansluiten" onder "Transportbeveiliging verwijderen"). Als de bevei-
liging niet wordt verwijderd, kunnen de wasautomaat en ernaast ge-
plaatste apparaten en meubels tijdens het centrifugeren bescha-
digd raken.
~
Sluit de waterkraan als u gedurende lange tijd afwezig bent (bij-
voorbeeld tijdens vakanties). Dit is vooral van belang als zich in de
buurt van de automaat geen afvoerputje bevindt.
~
Als u voor de waterafvoer een wastafel gebruikt, controleer dan van
tevoren of het water in de wasbak snel genoeg wegstroomt. Zorg dat de
afvoerslang niet kan wegglijden. De kracht van het uitstromende water
kan een niet beveiligde slang uit de wastafel drukken.
~
Voorkom dat vreemde voorwerpen (spijkers, naalden, munten,
paperclips, etc.) in de machine terechtkomen. Dergelijke voor
-
werpen kunnen de automaat beschadigen (zoals de kuip en de
wastrommel). Beschadigde onderdelen kunnen op hun beurt het
wasgoed beschadigen. Vooral metaalspaanders die zich in
reinigingsmaterialen kunnen bevinden, moeten voor het wassen er
-
uit worden geschud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~
Bij juiste dosering van het wasmiddel hoeft de automaat niet te wor
-
den ontkalkt. Mocht u toch willen ontkalken, gebruik dan een ontkal
-
kingsmiddel dat een anti-corrosiemiddel bevat (verkrijgbaar bij Miele).
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op
~
Wasgoed dat met oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen is
behandeld, moet vóór het wassen grondig met water worden ge
-
spoeld.
~
Gebruik nooit reinigingsmiddelen die oplosmiddelen bevatten
(zoals wasbenzine). Onderdelen van de wasautomaat kunnen be
-
schadigd raken en er kunnen giftige dampen vrijkomen. Bovendien
bestaat er brand- en explosiegevaar.
~
Bewaar en gebruik in de buurt van de automaat geen benzine,
petroleum of andere licht ontvlambare stoffen. Er bestaat brand- en
explosiegevaar!
~
Textielverf moet geschikt zijn voor gebruik in een wasautomaat.
Volg de aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig op..
~
Ontkleuringsmiddelen bevatten vaak zwavel en kunnen corrosie
veroorzaken. Deze middelen mogen niet in de wasautomaat worden
gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~
Voorkom dat de roestvrijstalen oppervlakken (front, deksel, om
-
manteling) in aanraking komen met vloeibare reinigings- en desin
-
fectiemiddelen die chloor of natriumhypochloride bevatten. Deze
middelen kunnen op het roestvrije staal corrosie veroorzaken.
Agressieve chloorbleekloogdampen kunnen eveneens corrosie tot
gevolg hebben. Bewaar geopende reservoirs met dergelijke mid
-
delen daarom niet in de buurt van de apparatuur.
~
Voor de reiniging van de apparatuur mag geen hogedrukreiniger
of waterstraal worden gebruikt.
~
Let bij gebruik en combinatie van speciale reinigingsmiddelen en
speciale producten op de aanwijzingen van de betreffende fabri-
kant. Gebruik het middel alleen voor toepassingen die door de fabri-
kant zijn aangegeven. Hiermee voorkomt u materiaalschade en
eventuele heftige chemische reacties.
~
De droogautomaat mag alleen worden gebruikt als er een luchtaf-
voerleiding is geïnstalleerd en als de ruimte voldoende wordt geven-
tileerd.
~
De luchtafvoerleiding mag nooit worden aangesloten op
een rookafvoer die in gebruik is.
een schacht die dient voor de ontluchting van ruimten met stook
-
plaatsen.
een afvoer (schoorsteen) die in gebruik is.
Het gevaar bestaat dat rook en verbrandingsgassen naar de ruim
-
ten worden teruggeblazen.
~
De pluizenzeef moet regelmatig worden gereinigd!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
~
De droogautomaat mag niet zonder pluizenzeef of met een be
-
schadigde zeef worden gebruikt. Er kunnen anders functiestoringen
optreden. Pluizen verstoppen de luchtweg, de verwarming en de af
-
voerleiding. Brandgevaar!
Schakel de droogautomaat onmiddellijk uit en vervang de bescha
-
digde pluizenzeef.
~
Controleer regelmatig alle onderdelen van het afvoerkanaal (zoals
de buis door de muur, het buitenrooster en de bochten) op
luchtdoorlatendheid. Hier kunnen pluizen worden afgezet die de
luchtstroom kunnen belemmeren.
Als u een reeds eerder gebruikt afvoerkanaal wilt gebruiken, contro-
leer dan of dat in orde is, voordat de apparatuur wordt aangesloten.
~
Als gasgeisers, gaskachels, kolenkachels met schoorsteen, etc.
in dezelfde ruimte als de apparatuur of in de woning of in een aan-
grenzende ruimte geïnstalleerd zijn en de onderdruk 4 Pa of meer
bedraagt, bestaat er verstikkings- en vergiftigingsgevaar door
aanzuiging van verbrandingsgassen.
U voorkomt onderdruk door voor voldoende ventilatie te zorgen.
Twee geschikte mogelijkheden zijn:
Zorg voor een ventilatieopening in de buitenmuur die niet kan wor-
den afgesloten.
Laat een speciale raamschakelaar installeren, waardoor de auto
-
maat alleen kan worden ingeschakeld als het raam openstaat.
Laat in ieder geval de situatie door een deskundige beoordelen, bij
-
voorbeeld door het gasbedrijf.
~
Als meerdere droogautomaten op één afvoerkanaal worden aan
-
gesloten, moet elke automaat met een terugslagklep op de afvoer
worden aangesloten.
~
De droogautomaten kunnen anders beschadigd raken en de
elektrische veiligheid kan niet meer worden gegarandeerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
~
In verband met brandgevaar mag u wasgoed niet drogen als het:
niet gewassen is.
niet voldoende gereinigd is en olie-, vet- of vergelijkbare verontrei
-
nigingen heeft (zoals keukentextiel en wasgoed met
cosmeticaresten, spijsolie-, olie-, vet- en crèmeresten).
Als het wasgoed onvoldoende gereinigd is, bestaat het gevaar
dat het textiel vanzelf ontbrandt, zelfs nog na afloop van het
droogproces en buiten de droogautomaat.
met brandbare reinigingsmiddelen verontreinigd is of met resten
van aceton, alcohol, benzine, petroleum, vlekkenverwijderaar,
terpentine, was, wasverwijderaar of chemicaliën (zoals bij mops
en reinigingsdoekjes).
wasgoed betreft dat in aanraking is geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover of soortgelijke producten.
Was dergelijk wasgoed extra grondig!
Gebruik voldoende wasmiddel en kies een hoge temperatuur.
Was het textiel bij twijfel meermaals.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
~
In verband met brandgevaar mag onderstaand wasgoed niet
worden gedroogd:
wasgoed dat met industriële chemicaliën is gereinigd (bijvoor
-
beeld in een chemische reiniging).
wasgoed dat voor een groot deel bestaat uit (schuim-) rubberen
of rubberachtige stoffen. Dat zijn bijvoorbeeld latexproducten,
douchekapjes, waterdicht textiel, gegomde artikelen en kleding,
alsmede kussens met schuimrubbervlokken.
beschadigd wasgoed met een vulling (bijvoorbeeld een kussen of
een jack). Als de vulling eruit komt kan deze brand veroorzaken.
~
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's een afkoelfa-
se die ervoor zorgt dat het wasgoed op een temperatuur blijft die
geen beschadigingen tot gevolg heeft (bijvoorbeeld ter voorkoming
van zelfontbranding). Pas na de afkoelfase is het programma beëin-
digd.
Haal al het wasgoed meteen na afloop van het programma uit de
automaat.
~
Waarschuwing! Schakel de droogautomaat nooit voor het einde
van het droogprogramma uit. Doet u dat toch, haal dan alle was uit
de trommel en spreid de stukken zo uit dat de warmte goed kan
worden afgegeven.
~
Wasverzachters en soortgelijke producten moeten worden ge
-
bruikt zoals op de verpakking van die producten is aangegeven.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Chloor en schade aan onderdelen
Aanwijzingen voor behandelingen met chloorbleekmiddelen en
perchloorethyleen
~
Hoe groter de gebruikte chloorhoeveelheden, des te groter de
kans op schade aan onderdelen van de automaat.
Het gebruik van chloorhoudende middelen, zoals natriumhypochlori
-
de en poedervormige chloorbleekmiddelen, kan - afhankelijk van de
chloorconcentratie, de inwerktijd en de temperatuur - de bescherm
-
laag van het roestvrije staal aantasten en corrosie veroorzaken op
onderdelen van de automaat. Om deze redenen dient u af te zien
van het gebruik van dergelijke middelen. In plaats daarvan advise
-
ren wij bleekmiddelen op zuurstofbasis.
Als u toch voor bepaalde verontreinigingen chloorhoudende bleek-
middelen gebruikt, dient u altijd een antichloorbehandeling uit te
voeren. U voorkomt zo dat onderdelen van de wasautomaat en de
was onherstelbaar beschadigd raken.
Antichloorbehandeling
De antichloorbehandeling moet meteen aansluitend op het gebruik
van het chloorbleekmiddel worden uitgevoerd! Gebruik hiervoor bij
voorkeur waterstofperoxide of een was- of bleekmiddel op
zuurstofbasis en zonder het water tussendoor af te pompen.
Met thiosulfaat kan, vooral bij hard water, gipsvorming optreden
waardoor verontreinigingen op het wasgoed en afzettingen in de
wasautomaat kunnen ontstaan. Omdat een behandeling met
waterstofperoxide het neutralisatieproces van chloor ondersteunt,
dient daaraan de voorkeur te worden gegeven.
De juiste hoeveelheden hulpmiddelen en de
behandelingstemperaturen dienen ter plaatse volgens de doseerad
-
viezen van de was- en hulpmiddelenfabrikanten te worden ingesteld
en gecontroleerd. Ook moet worden getest of er resten actieve
chloor in de was zijn achtergebleven.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Accessoires
~
Accessoires mogen alleen dan worden aan- of ingebouwd, als
deze uitdrukkelijk door Miele zijn vrijgegeven. Als er andere onder
-
delen worden aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen
instaan en kan er geen beroep worden gedaan op bepalingen met
betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van een apparaat
~
Als u uw oude automaat afdankt, maak dan eerst het deurslot on
-
bruikbaar. Daarmee voorkomt u dat spelende kinderen zich opslui
-
ten en in levensgevaar komen.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Bedieningspaneel
Rechts voor de wasautomaat, links voor de droogautomaat
a Display
Een uitgebreide toelichting vindt u op de volgende bladzijden.
b Keuzetoetsen
Met deze toetsen kunt u rechtstreeks een programma kiezen. U kunt de toetsen
ook voor uw favoriete programma's gebruiken.
c Toets Start
d Optische interface PC
De optische interface gebruikt Miele voor servicedoeleinden.
e Programmaschakelaar (duo-knop)
Met deze schakelaar kiest en bevestigt u de menupunten (kiezen = draaien,
bevestigen = drukken).
f Aan/Uit-knop s, onderste apparaat
g Aan/Uit-knop s, bovenste apparaat
Opmerking bij de eerste ingebruikneming
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt, moet het correct zijn
geplaatst en aangesloten. Zie ook het hoofdstuk "Plaatsen en aansluiten".
Voer de eerste ingebruikneming uit, zoals beschreven in het boekje "Eerste inge
-
bruikneming, programma-overzicht, instellingen".
Bediening van de was-droog-zuil
17
Principe display
Startmenu
Display wasautomaat:
1 Bonte was 60°C
Programmakeuze...
2 Kreukherstellend 40°C Instellingen F...
3 Fijne was 40°C
4 Wol H 30°C 10:00
Display droogautomaat:
1 Witte/Bonte was
Programmakeuze ...
2 Kreukherstellend Instellingen F ...
3 Finish wol
4 Strijken 10:00
In het display verschijnt het startmenu met vier favoriete pro-
gramma's (die kunnen worden gewijzigd). De functie Pro-
grammakeuze is gemarkeerd.
Programmaschakelaar (duo-knop)
Als u aan de programmaschakelaar draait, markeert u een
andere functie in het display.
Als u op de programmaschakelaar drukt, bevestigt u het ge-
markeerde menupunt.
Keuzetoetsen
De vier programma's die links in het display verschijnen, zijn
uw "favorieten". U kunt deze programma's rechtstreeks kiezen
door op de keuzetoetsen te drukken.
U kunt uw favoriete programma's individueel samenstellen
(zie ook het hoofdstuk "Programma kiezen" onder "Program
-
ma als favoriet programma opslaan").
In de overige menu's hebben de keuzetoetsen andere func
-
ties. In die gevallen ziet u in het display boven de betreffende
keuzetoets een pijl H met de functieaanduiding van de toets.
Bediening van de was-droog-zuil
18
Mogelijkheden om een programma te kiezen
U kunt op twee manieren een programma kiezen:
Mogelijkheid 1:
Selecteer in het display het menu Program
-
makeuze en bevestig uw keuze met een druk op de pro
-
grammaschakelaar.
Mogelijkheid 2:
Druk op een van de keuzetoetsen D E
F of G. Het basismenu van het betreffende program
-
ma wordt geopend.
Menu "Programmakeuze"
Display wasautomaat:
Programma-
keuze
Witte was V
Bonte was
Kreukherstellend
Fijne was H
Display droogautomaat:
Programma-
keuze
Terug A
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Fijne was H
Met de programmaschakelaar kunt u alle beschikbare pro-
gramma's selecteren. De markering verplaatst zich omhoog
of omlaag, afhankelijk van de draairichting.
De pijlen HV rechts in het display geven aan dat er nog
meer keuzemogelijkheden zijn.
Als u op de programmaschakelaar drukt, wordt het
basismenu van het gekozen programma geopend.
Bediening van de was-droog-zuil
19
Basismenu van een wasprogramma
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Duur: 0:53 h
Extra
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de ver
-
schillende programmaonderdelen (wasprogramma, tempera
-
tuur en toerental) selecteren.
Het geselecteerde onderdeel is gemarkeerd. Als u op de pro
-
grammaschakelaar drukt, wordt het onderdeel gekozen en
het bijbehorende submenu geopend.
De submenu's Extra en Timer kunt u openen door op de be
-
treffende keuzetoets te drukken.
Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuze-
toets G onder Terug.
Desgewenst kunt u alle onderdelen met de programmascha-
kelaar markeren en bevestigen.
Basismenu van een droogprogramma
Witte/Bonte was Kastdroog
Duur 1:03 h
Temp. laag
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^
Door aan de programmaschakelaar te draaien, kunt u de
"droogtegraad" of het "programma" markeren.
Het gemarkeerde onderdeel kunt u met een druk op de
programmaschakelaar bevestigen en vervolgens wijzigen.
Temp. laag of Timer kiest u door op de keuzetoetsen D -
E te drukken.
Om terug te gaan naar het startmenu drukt u op de keuze
-
toets G.
Desgewenst kunt u ook alle onderdelen met de programma
-
schakelaar markeren en bevestigen.
Bediening van de was-droog-zuil
20
Menu "Instellingen J"
Via het menu Instellingen kunt u de beide elektronica's van
de was-droog-zuil aan veranderende situaties aanpassen.
Meer informatie vindt u in het boekje "Eerste ingebruikne
-
ming, programma-overzicht, instellingen".
Bediening van de wasserettevariant (WS)
Afhankelijk van de programmering (instelling Besturing)
kan het startmenu verschillend worden weergegeven.
Voor de bediening worden de keuzetoetsen D, E, F,
G (WS-toets.verk.kiez.) gebruikt of de programmaschake
-
laar.
WS-toets.verk.kiez.eenv. (toetsen verkort kiezen - eenvoudig)
Display wasautomaat:
1 Bonte was 60°C
2 Kreukherstellend 40°C
3 Fijne was 40°C
4 Wol H 30°C
Display droogautomaat:
1
Witte/Bonte was Kastdroog+
2 Kreukherstellend Kastdroog
3 Finish wol
4 Koude lucht
U kunt in totaal uit 4 programma's kiezen die in het menu In
-
stellingen/Exploitatieniveau kunnen worden vastgelegd.
Bediening van de was-droog-zuil
21
WS-toets.verk.kiez.+logo (toetsen verkort kiezen + logo)
Display wasautomaat:
M
PROFESSIONAL
30°C
H
60°C
H
95°C
H
Meer
H
U kunt uit 12 programma's kiezen die in het menu Instel
-
lingen/Exploitatieniveau kunnen worden vastgelegd.
WS-toets.verk.kiez.+logo (toetsen verkort kiezen + logo)
Display droogautomaat:
M
PROFESSIONAL
##
H
P
H
#
H
Meer
H
U kunt in totaal uit 12 droogtegraden en tijdprogramma's kie-
zen die in het menu Instellingen/Exploitatieniveau kunnen
worden vastgelegd.
WS-toets.verk.kiez. ext. (toetsen verkort kiezen tijd extern) en
WS-toets.verk.kiez. int. (toetsen verkort kiezen tijd intern)
Display droogautomaat:
M
PROFESSIONAL
Q
H
R
H
S
H
T
H
U kunt in totaal uit 4 tijdprogramma's met verschillende
temperatuurniveaus kiezen die in het menu Instel
-
lingen/Exploitatieniveau kunnen worden vastgelegd.
Bediening van de was-droog-zuil
22
1. Wassen - wasgoed voorbe
-
reiden
^ Haal alle zakken leeg.
,
Voorwerpen zoals spijkers, mun-
ten en paperclips kunnen het was-
goed en onderdelen van de auto-
maat beschadigen.
Vlekken voorbehandelen
^ Verwijder vóór het wassen eventuele
vlekken op het wasgoed. Doe dat
zolang de vlekken nog niet zijn opge
-
droogd. Verwijder vlekken deppend
met een niet afgevende doek. Niet
wrijven!
Vlekken (van bloed, ei, koffie, thee,
etc.) kunt u vaak eenvoudig verwijde
-
ren. Miele heeft hiervoor een speciale
vlekkenwijzer samengesteld die u via
internet kunt raadplegen.
,
Gebruik nooit chemische (oplos
-
middelhoudende) reinigingsmidde
-
len in de wasautomaat!
Wasgoed sorteren
^
Sorteer het wasgoed op kleur en op
de symbolen in het wasetiket (in de
kraag of bij de zijnaad).
Donker textiel geeft vaak af als het de
eerste keren wordt gewassen. Dit kan
verkleuring tot gevolg hebben. Was
licht en donker wasgoed daarom ge
-
scheiden.
Algemene tips
Bij vitrage: Verwijder de haakjes en
het loodband of doe deze delen in
een waszak.
Bij bh's: Naai losse beugels vast of
verwijder deze.
Bij gebreid goed, spijkergoed, pan-
talons en tricot (t-shirts, sweatshirts,
etc.): Keer dit wasgoed binnenste-
buiten als dit op het wasetiket staat.
Sluit voor het wassen ritssluitingen,
haakjes en oogjes.
Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen klein wasgoed
in kan komen.
Meer tips vindt u in het boekje
"Eerste ingebruikneming, program
-
ma-overzicht, instellingen".
Was geen textiel dat volgens het was-
etiket niet wasbaar is (symbool h).
Algemene aanwijzingen en tips
23
2. Wasautomaat vullen
^
Schakel de wasautomaat met de
"Aan/Uit"-toets K in.
^
Open de vuldeur door aan de greep
te trekken.
Open de vuldeur nooit met geweld.
De deurgreep is voorzien van een
speciale beveiliging. Door het
losschieten van de deurgreep wordt
voorkomen dat het deurslot bescha
-
digd raakt (hoofdstuk "Nuttige tips"
onder "De vuldeur gaat niet open").
^ Ontvouw het wasgoed en leg het los-
jes in de trommel. Grote en kleine
stukken bij elkaar zorgen voor een
optimale waswerking en voor een be-
tere verdeling tijdens het centrifuge-
ren.
Als u de maximale beladingscapaciteit
benut, is het energie- en waterverbruik
relatief gezien het laagst. Bij een te vol-
le trommel neemt het wasresultaat af en
neemt de kreukvorming toe.
^
Sluit de deur. Doe dit als volgt: Druk
de deur bijna dicht en sluit de deur
met de deurgreep. Gooi de deur niet
dicht.
,
Het wasgoed mag niet tussen de
deur en de trommel ingeklemd ra
-
ken.
3. Programma kiezen
^
Kies het programma dat het meest
geschikt is voor het betreffende was
-
goed.
Het programma-overzicht vindt u in het
boekje "Eerste ingebruikneming, pro
-
gramma-overzicht, instellingen".
Algemene aanwijzingen en tips
24
Symbolen op het etiket
Wassen
De waarde in de wastobbe geeft de
maximale temperatuur aan waarmee
u het product mag wassen.
9 Normale mechanische belas
-
ting
4 Behoedzame mechanische
belasting
c Zeer behoedzame mechani
-
sche belasting
/ Handwas
h Niet wasbaar
Voorbeelden voor de programmakeu-
ze
Programma Wassymbool
Witte/Bonte
was
9ö8E76
Kreukherstel
-
lend
54321
Fijne was ac
Wol /
Miniwas 76
Drogen
De punten geven de temperatuur aan.
q Normale temperatuur
r Lage temperatuur
s Niet machinaal drogen
Strijken & mangelen
De punten geven het temperatuurbe
-
reik aan.
I ca. 200°C
H ca. 150°C
G ca. 110°C
J Niet strijken/mangelen
Professionele reiniging
f Reiniging met chemische op-
losmiddelen. De letters staan
voor de reinigingsmiddelen.
p
w Natreiniging
D Niet chemisch reinigen
Bleken
x Elk oxidatie-bleekmiddel is
toegestaan
{ Alleen zuurstofbleekmiddel is
toegestaan
z Niet bleken
Algemene aanwijzingen en tips
25
1. Drogen - wasgoed voorbe
-
reiden
Symbolen op het etiket
Drogen
q Normale/vrij hoge temperatuur.
r Lagere temperatuur:
Kies Temp. laag
(voor kwetsbare textielsoorten).
s Niet geschikt voor de droogauto
-
maat.
Strijken en mangelen
I Zeer heet.
H Heet.
G Warm.
J Niet strijken/mangelen.
Voor het drogen
Was ernstig verontreinigd wasgoed
extra grondig! Gebruik voldoende
wasmiddel en kies een hoge tempe-
ratuur. Was het textiel bij twijfel meer
-
maals.
Doe geen druipnat wasgoed in de
droogautomaat. Centrifugeer de was
(zo mogelijk) met het maximale cen
-
trifugetoerental. Hoe hoger het cen
-
trifugetoerental des te meer energie
en tijd bespaart u tijdens het drogen.
Was nieuw, gekleurd wasgoed voor
-
dat u het de eerste keer droogt
(apart wassen). Droog het wasgoed
niet samen met lichtgekleurde stof
-
fen, omdat het kan afgeven (ook op
de kunststof onderdelen van de
droogautomaat). Bovendien kunnen
er pluizen van een afwijkende kleur
op achterblijven.
Gesteven wasgoed kunt u in de au
-
tomaat drogen. Voor hetzelfde effect
moet u (bij het wassen) echter wel de
dubbele hoeveelheid stijfsel doseren.
Controleer of alle zomen en naden
heel zijn, zodat vullingen er niet uit
kunnen komen. Brandgevaar!
Bind ceintuurs en schortbandjes
vast.
Knoop dekbedovertrekken en slopen
dicht, zodat er geen klein wasgoed
in kan komen.
Sluit haakjes en oogjes.
Zet losse bh-beugels vast of verwij-
der ze.
Doe jassen open in de automaat.
Maak ook lange ritssluitingen open.
Het wasgoed wordt dan gelijkmatig
droog.
Voor een gelijkmatig droogresultaat
moet u de was gelijkmatig...
. . . centrifugeren,
. . . losschudden,
...ensorteren op vezel- en weef
-
selsoort, gelijke grootte, dezelfde
symbolen en op de gewenste droog
-
tegraad.
Algemene aanwijzingen en tips
26
2. Droogautomaat vullen
,
Bij verkeerd gebruik van de au
-
tomaat bestaat brandgevaar! Lees
het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen".
,
Haal doseerbolletjes en derge
-
lijke uit de was. Zulke voorwerpen
kunnen smelten en de droogauto
-
maat en het wasgoed beschadigen.
Doe nooit te veel was in de trommel.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed, heeft een negatief ef-
fect op het droogresultaat en leidt tot
meer kreukvorming.
Houdt u zich aan de maximale bela-
dingshoeveelheid voor elk program-
ma (zie het boekje "Eerste ingebruik-
neming, programma-overzicht, instel-
lingen").
Het energieverbruik is dan relatief
gezien het laagst.
Kreukherstellend wasgoed kreukt
meer naarmate de automaat voller
beladen is. Dat geldt vooral voor
zeer fijn textiel (zoals overhemden en
blouses).
Verminder zo nodig de belading.
3. Programma kiezen
Bij vele programma's kunt u zelf de
droogtegraad kiezen:
. . . bijvoorbeeld Kastdroog+, als u
de was na het drogen wilt opvouwen
en opbergen.
. . . bijvoorbeeld Mangeldroog of
Strijkdroog, als u na het drogen de
was wilt mangelen of strijken.
Zie ook het boekje "Eerste ingebruik
-
neming, programma-overzicht, instel
-
lingen".
Kies bij kwetsbaar textiel met het
symbool r ook de functie Tempera-
tuur laag (verlaagde temperatuur).
Afhankelijk van de kwaliteit kan het
fijne binnenweefsel van met dons ge-
vuld textiel krimpen. Gebruik voor
dergelijk wasgoed alleen het pro-
gramma Strijken.
Droog zuiver linnen alleen in de auto-
maat als dat volgens het etiket is toe-
gestaan. Het weefsel kan anders ruw
worden. Gebruik voor dergelijk was
-
goed alleen het programma Strijken.
Wol en wolmengweefsels kunnen ge
-
makkelijk vervilten en krimpen. Ge
-
bruik voor dergelijke textielsoorten al
-
leen een wolprogramma.
Machinaal gebreid textiel (zoals
t-shirts en tricot) krimpt vaak als het
voor het eerst worden gewassen.
Droog het daarom niet te lang en niet
te heet om verder krimpen te voor
-
komen! Koop dergelijke kleding
eventueel één of twee maatjes gro
-
ter.
Algemene aanwijzingen en tips
27
,
Lees beslist het hoofdstuk "Alge
-
mene aanwijzingen en tips".
A Wasgoed sorteren
B Wasautomaat beladen
^
Schakel de automaat in.
^ Open de deur met de deurgreep.
^
Leg de was uitgevouwen en losjes in
de trommel.
,
Het wasgoed mag niet tussen de
deur en de trommel ingeklemd ra
-
ken.
^
Sluit de deur.
1. Druk de deur dicht.
2. Sluit de greep.
Wassen - verkorte gebruiksaanwijzing
28
C Programma kiezen
Een beschrijving van de programma's
vindt u in het boekje "Eerste inge
-
bruikneming, programma-overzicht,
instellingen".
U kunt op twee manieren een program
-
ma kiezen:
Kies met de keuzetoetsen één van
uw favoriete programma's.
Kies een programma via het menu
Programmakeuze.
^
Kies, indien gewenst, via de betref
-
fende submenu's de functies Extra
en/of Timer (uitgestelde start).
Muntautomaat
Let op het betaalverzoek in het display
als het apparaat voorzien is van een
muntautomaat.
De gebruiker kan geld verliezen als
deze het programma na de pro
-
grammastart afbreekt (afhankelijk
van de instellingen)!
Wassen - verkorte gebruiksaanwijzing
29
D Wasmiddel doseren
Houd bij de dosering rekening met de
mate van verontreiniging en met de wa
-
terhardheid.
Bij te weinig wasmiddel
worden de reinigingsmaterialen en
het wasgoed niet schoon en na ver
-
loop van tijd grauw en hard.
ontstaan er vetbolletjes in de was.
ontstaat er kalkafzetting op de ver
-
warmingselementen.
Bij te veel wasmiddel
treedt er sterke schuimvorming op,
waardoor de mechanische waswer-
king afneemt en de was niet goed
wordt gereinigd, gespoeld en gecen-
trifugeerd.
wordt het milieu onnodig belast.
Meer informatie over wasmiddelen en
doseringen vindt u in het hoofdstuk
"Wasmiddel".
De wasautomaat is geschikt voor het
aansluiten van externe doseersyste
-
men voor het doseren van vloeibare
was- en hulpmiddelen (zie ook
"Wasmiddel", "Externe dosering").
^
Trek de wasmiddellade open en vul
de juiste vakjes.
i = Wasmiddel voor de voorwas
j = Wasmiddel voor de hoofdwas
§ = Wasverzachter, appreteer-
middel, vloeibaar stijfsel of
impregneermiddel
^ Sluit de wasmiddellade.
Trek de wasmiddellade niet tijdens
het wassen uit de automaat. Gebruik
de wasautomaat alleen met gesloten
wasmiddellade.
Bij desinfectieprogramma's wordt
het vakje § niet aangestuurd. Do
-
seer daarom geen middel in vakje
§.
Wassen - verkorte gebruiksaanwijzing
30
E Programma starten
Als u het programma kunt starten, be
-
gint de toets Start te knipperen.
^
Druk op de toets Start.
De starttoets licht op.
In het display verschijnt de verwachte
programmaduur. De tijd wordt in minu
-
ten afgeteld. In de eerste 10 minuten
bepaalt de wasautomaat hoeveel water
het wasgoed kan opnemen. Hierdoor
kan de programmaduur nog worden
verkort.
Daarnaast is in het display het pro-
grammaverloop te zien. De automaat
geeft steeds aan welke programmafase
is bereikt.
Als u tijdens het wassen op een van de
volgende keuzetoetsen drukt, kunt u
met:
toets
D Extra na de start van een
programma de weergegeven extra
functies in- of uitschakelen.
toets
E Timer de actuele tijd en de
verwachte eindtijd van het program
-
ma opvragen.
toets
G Afbreken het lopende pro
-
gramma afbreken. Het sop wordt
meteen afgevoerd.
F Trommel leeghalen
In het display verschijnt Einde.
^
Open de deur.
^
Haal het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is.
Achtergebleven was kan bij een vol
-
gende wasbeurt krimpen of afgeven.
^
Sluit de deur. Er kunnen anders on
-
bedoeld voorwerpen in de trommel
terechtkomen. Deze zouden per on
-
geluk kunnen worden meegewassen
en het wasgoed kunnen bescha-
digen.
^ Schakel de wasautomaat met de
Aan/Uit-toets uit.
Wassen - verkorte gebruiksaanwijzing
31
Programma kiezen/wijzigen
Startmenu
1 Bonte was 60°C
Programmakeuze...
2 Kreukherstellend 40°C Instellingen F...
3 Fijne was 40°C
4 Wol H 30°C 15:00
^
Druk bijvoorbeeld op de keuzetoets D.
Basismenu
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Duur: 0:53 h
Extra
H
Timer Y
H
Terug A
H
^ Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen (programma, tempe-
ratuur of centrifugetoerental) door aan de programmascha-
kelaar te draaien. Druk op de programmaschakelaar om
uw keuze te bevestigen.
Afhankelijk van uw keuze verschijnt een van de volgende displays:
– Programma kiezen
Programma-
keuze
Terug A
Witte was
Bonte was
Kreukherstellend H
^
Kies met de programmaschakelaar het gewenste program
-
ma en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het basismenu
weer.
Programma kiezen wasautomaat
32
Let op! Als in de submenu's binnen 15 seconden geen keuze
wordt gemaakt, springt de weergave terug naar het
basismenu.
– Temperatuur instellen
Bonte was 60 °C 1300 omw/min
Temperatuur van
Koud - 60°C
a
^
Kies met de programmaschakelaar de gewenste tempera
-
tuur en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het
basismenu weer.
– Centrifugetoerental kiezen
Bonte was 60 °C 1300 omw/min
Toerental van
0 - 1300 omw/min
Y
^ Kies met de programmaschakelaar het gewenste centrifu-
getoerental en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het
basismenu weer.
Extra functies kiezen
^
Druk op de keuzetoets D. Het submenu Extra wordt geo
-
pend.
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Extra
Voorwas
Terug A
Stijfselstop
Spoelstop
^
Kies met de programmaschakelaar de gewenste extra
functie en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het
basismenu weer. Herhaal de procedure als u nog een extra
functie wilt kiezen. Meer informatie over de extra functies
vindt u in het gelijknamige hoofdstuk.
Programma kiezen wasautomaat
33
Programma als favoriet programma opslaan
U kunt de vier meest gebruikte programma's onder de keu
-
zetoetsen opslaan. Hiervoor moet de optie Opslaan via het
menu Instellingen/Exploitatieniveau beschikbaar zijn.
Bonte was 40°C 1300 omw/min
Voorwas
Duur: 1:02 h
Extra
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^
Druk op de keuzetoets F.
Keuzetoets kiezen
Bonte was 40°C 1300 omw/min
Tot nu toe: Bonte was
60°C
Extra: Geen
1300 omw/min
Opslaan onder :
1
2 3 4 Terug A
^ Kies met de programmaschakelaar het gewenste nummer
voor uw favoriete programma en bevestig uw keuze. Het
programma is nu met uw instellingen opgeslagen en ver-
schijnt voortaan in het startmenu.
Als u nog meer favoriete programma's wilt programmeren,
herhaal dan de voorgaande stappen. Leg de betreffende
programma's op de resterende keuzetoetsen vast.
Programma kiezen wasautomaat
34
U kunt de standaardwasprogramma's aanvullen met extra
functies.
Submenu "Extra" openen
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Duur: 0:53 h
Extra
H
Timer Y
H
Terug A
H
^
Druk op de keuzetoets D. Het submenu Extra wordt geo
-
pend.
Extra functies kiezen
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Extra
Voorwas
Terug A
Stijfselstop
Spoelstop
^ Kies met de programmaschakelaar de gewenste extra
functie en bevestig uw keuze.
Herhaal de procedure als u nog een extra functie wilt kie-
zen.
Een vinkje geeft aan of een extra functie al is gekozen.
Voorwas
Voor wasgoed dat veel vuil bevat (zoals stof en zand).
Stijfselstop
Het water wordt voor de laatste spoelgang afgepompt. Het
programma wordt onderbroken.
Na het toevoegen van het stijfsel (dosering rechtstreeks in de
trommel) kan het programma worden voortgezet (voor meer
informatie zie het hoofdstuk "Wasmiddel" onder "Stijven met
stijfselstop").
Extra functies
35
Spoelstop
Het wasgoed wordt na de laatste spoelgang niet gecentrifu
-
geerd, maar blijft in het spoelwater liggen. Hierdoor zal er
minder kreukvorming optreden, wanneer u de was niet met
-
een na afloop van het programma uit de trommel haalt.
Intensief*
Voor textiel met ernstige verontreinigingen of duidelijke vlek
-
ken.
De tijden voor de hoofdwas en het spoelen worden verlengd.
Extra water*
Als u de extra functie Extra water kiest, wordt het waterniveau
tijdens het wassen en spoelen verhoogd.
U kunt ook nog andere instellingen voor de extra functie Extra
water kiezen. Zie hiervoor het hoofdstuk "Instel-
lingen/Exploitatieniveau" in het boekje "Eerste ingebruikne-
ming, programma-overzicht, instellingen".
*Intensief en Extra water kunnen via het menu Instel-
lingen/Exploitatieniveau worden toegevoegd, zoals beschre-
ven in het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-over-
zicht, instellingen".
De extra functies die u kunt kiezen, worden in het sub
-
menu "Extra" weergegeven. Als een extra functie niet
wordt weergegeven, is de functie niet toegestaan bij het
gekozen programma.
Extra functies
36
Met de timer kunt u het programma-einde verschuiven. U
kunt de programmastart met 30 minuten tot maximaal 24 uur
uitstellen.
Submenu "Timer" openen
Bonte was 60°C 1300 omw/min
Duur 0:53 h
Extra
H
Timer Y
H
Terug A
H
^
Druk op de keuzetoets E. Het submenu Timer wordt ge
-
opend.
Eindtijd kiezen
U kunt het programma-einde in stappen van 30 minuten ver-
schuiven.
Bonte was 60°C 1300 omw/min
10:03
Starttijd:
10:38
Einde:
11:30
^ Kies met de programmaschakelaar het tijdstip waarop het
programma moet zijn afgelopen en bevestig uw keuze.
Het programma-einde wordt opgeschoven naar het eerst-
volgende hele of halve uur.
De programmastart verschuift parallel aan het gewenste
programma-einde.
Timer starten
^
Druk op de toets Start.
De ingestelde timertijd wordt weergegeven en afgeteld (in
stappen van een minuut).
Timer afbreken
^
U kunt de procedure met de keuzetoets G afbreken.
Pas na de programmastart kan de elektronica vaststellen,
hoeveel was zich in de trommel bevindt. De programma
-
duur kan hierdoor veranderen.
Timer
37
Maximaal toerental eindcentri
-
fugeren
Het maximale toerental is afhankelijk
van het programma.
U kunt het toerental voor het eindcentri
-
fugeren verlagen. Een hoger toerental
dan aangegeven, is niet mogelijk.
Tussencentrifugeren
De was wordt na de hoofdwas en tus
-
sen de spoelgangen door gecentrifu
-
geerd. Als u het toerental voor het eind
-
centrifugeren verlaagt, wordt eventueel
ook het toerental voor het
tussencentrifugeren verlaagd.
Eindcentrifugeren uitschakelen
(spoelstop)
^
Kies in het submenu Extra de extra
functie Spoelstop. Het wasgoed blijft
dan na de laatste spoelgang in het
water liggen. Hierdoor zal de kreuk
-
vorming minder zijn als u de was na
afloop van het programma niet met
-
een uit de trommel haalt.
Eindcentrifugeren starten
:
In het display is het centrifugetoeren
-
tal gemarkeerd.
Met de starttoets start u het eindcen
-
trifugeren.
U kunt het toerental veranderen.
^ Druk op de programmaschakelaar en
wijzig het toerental.
^ Bevestig het toerental. Het eindcen-
trifugeren start meteen.
Programma beëindigen
:
^ Druk op de keuzetoets G Afbre-
ken. Het water wordt afgepompt.
^
Open de deur.
Tussencentrifugeren en eindcentrifu
-
geren uitschakelen
^
Kies in het submenu "Toerental" de
instelling zonder centrifugeren.Nade
laatste spoelgang wordt het water af
-
gepompt.
Centrifugeren
38
Muntautomaat
De gebruiker verliest geld als hij een
programma na de start afbreekt.
Programma onderbreken
U kunt een programma op elk moment
onderbreken.
^
Schakel de wasautomaat met de
toets K uit.
Om door te gaan:
^
Schakel de wasautomaat met de
toets K weer in.
^ Bevestig de melding op het display
en druk op de toets Start.
Programma afbreken
Na de programmastart kunt u een pro-
gramma op elk moment afbreken:
^ Druk op de keuzetoets G Afbre-
ken.
De automaat pompt het water in de ma
-
chine weg.
^
Open de deur voordat u een nieuw
programma start.
Programma wijzigen
U kunt:
na de programmastart het centrifu
-
getoerental tot aan het begin van het
eindcentrifugeren wijzigen en de ex
-
tra functies Stijfselstop en Spoelstop
activeren of deactiveren.
tot 5 minuten na de programmastart
de temperatuur wijzigen en de extra
functies Intensief en Extra water acti
-
veren of deactiveren.
U kunt een programma niet afbreken
of wijzigen en de deur niet openen
als:
een desinfectieprogramma gestart is.
een muntautomaat aangesloten is
(afbreken is mogelijk, afhankelijk van
de instelling, zie instelling Vergren-
deling muntautomaat).
Programmaverloop wijzigen
39
Wasmiddeldosering
Houdt u zich aan de aanwijzingen
van de wasmiddelenfabrikant.
Instructies en doseeradviezen vindt u
op de verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
de hoeveelheid wasgoed.
de mate van vervuiling.
de waterhardheid.
Als u de waterhardheid in uw regio
niet kent, neem dan contact op met
uw waterbedrijf.
Waterhardheid
Hardheids-
graad
Hardheid in
mmol/l
Duitse hardheid
°dH
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4
gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14
hard (III) boven 2,5 boven 14
Waterontharder
Bij de hardheidsgraden II en III kunt u
een onthardingsmiddel gebruiken om
wasmiddel te besparen. De juiste dose
-
ring vindt u op de verpakking. Doseer
eerst het wasmiddel en daarna het ont
-
hardingsmiddel.
Doseer het wasmiddel nu voor hard
-
heidsgraad I.
Componentenwasmiddel
Als u met meerdere componenten wast,
doseer dan altijd in deze volgorde in
vakje j:
1. Wasmiddel
2. Wateronthardingsmiddel
3. Vlekkenzout
Als u deze volgorde aanhoudt, kunnen
de middelen goed worden ingespoeld.
Ontkleuren/verven
^
Gebruik geen ontkleuringsmiddelen
in de wasautomaat.
Houdt u zich strikt aan de aanwijzingen
van de verffabrikant als u textiel in de
wasautomaat wilt verven.
Wasmiddel
40
Wasverzachter,
appreteermiddel, stijfsel of
vloeibaar stijfsel
^
Doseer de middelen volgens de aan
-
wijzingen van de fabrikant.
Wasverzachter, appreteermiddel of
vloeibaar stijfsel automatisch dose
-
ren
^ Doseer de wasverzachter, het appre-
teermiddel of het vloeibare stijfsel in
het vakje §. Vul het vakje hooguit
tot de maximummarkering.
Tijdens de laatste spoelgang wordt de
wasverzachter, het appreteermiddel of
het vloeibare stijfsel ingespoeld. Na af
-
loop van het programma blijft in vakje
§ een kleine hoeveelheid water achter.
Reinig de wasmiddellade en met
name de zuighevel, als u meermaals
automatisch heeft gesteven.
Stop voor wasverzachter of appre
-
teermiddel
^
Doseer de wasverzachter of het ap
-
preteermiddel in het vakje §.
^
Kies het programma Extra spoelen.
^
Druk op de toets Start.
Stijfselstop
^
Bereid en doseer het stijfsel volgens
de aanwijzingen op de verpakking.
^
Doseer het stijfsel in vakje i.
^
Kies het programma Stijven.
^ Druk op de toets Start.
Stijven met stijfselstop
^ Bereid en doseer het stijfsel volgens
de aanwijzingen op de verpakking.
^ Kies voor de programmastart de ex-
tra functie Stijfselstop. Het program-
ma en de resttijd worden nu voor de
laatste spoelgang stopgezet. In het
display verschijnt Stijfselstop.
^
Open de vuldeur en doseer het stijf
-
sel meteen in de trommel.
^
Sluit de deur.
^
Kies een centrifugetoerental en be
-
vestig uw keuze of
^
druk op de toets Start.
Wasmiddel
41
Externe dosering
De wasautomaat is voorzien van een adapter voor externe
doseersystemen. U kunt maximaal zes doseerslangen aan
-
sluiten. De externe doseerpompen worden door relais in de
wasautomaat aangestuurd. De relais worden steeds 2 minu
-
ten ingeschakeld.
Voor het gebruik van een doseersysteem is een ombouw
-
set vereist die uw Miele-vakhandelaar of Miele moet instal
-
leren.
De relais worden aangestuurd, zoals in het boekje "Eerste
ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen" is
aangegeven. De reservoirs moeten in de aangegeven
volgorde met de betreffende was- en hulpmiddelen zijn
gevuld.
Sensor leegmelding
Bij lege reservoirs voor vloeibare middelen verschijnt er
een melding in het display van de wasautomaat als de
Leegmelding geactiveerd is (zie in het boekje "Eerste inge-
bruikneming, programma-overzicht, instellingen" het hoofd-
stuk "Menu Instellingen/Exploitatieniveau").
Als een reservoir leeg is, verschijnt voor de programmastart
of tijdens het programmaverloop de melding:
Doseerreservoir
vullen
O
OK
H
Een gestart programma wordt volledig afgewerkt.
^
Druk op de toets D om de melding in het display te wis
-
sen en vul de reservoirs.
42
Wasmiddel
Bij desinfectieprogramma's verschijnt:
Storing
Doseerreservoir leeg
O
OK
H
Het programma wordt afgebroken.
^
Druk op de toets D om de melding in het display te wis
-
sen en vul de reservoirs.
^
Start het programma opnieuw.
,
Bij desinfectieprogramma's moet er bij een leeg reser
-
voir van worden uitgegaan dat de desinfectie niet heeft
plaatsgevonden. Start het programma opnieuw.
Wasmiddel
43
,
Lees beslist het hoofdstuk "Alge
-
mene aanwijzingen en tips".
A Wasgoed sorteren
B Was in de trommel doen
^ Open de deur.
^
Doe de was in de trommel.
,
Er mag geen was in de
deuropening vast komen te zitten.
Controleer dit voordat u de deur
sluit, anders kan de was bescha-
digd raken!
^
Zwaai de deur dicht. U kunt de deur
ook op een kier zetten en dan dicht
-
drukken.
Drogen - verkorte gebruiksaanwijzing
44
C Programma kiezen
^
Druk de toets Aan/Uit K in om de au
-
tomaat in te schakelen.
Programma-overzicht
Het programma-overzicht vindt u in
het boekje "Eerste ingebruikneming,
programma-overzicht, instellingen".
U kunt op twee manieren een program
-
ma kiezen:
1. Kies met de keuzetoetsen één van
uw favoriete programma's.
2. Kies via het menu Programmakeuze
een programma (draaien A en druk
-
ken B).
Kies eventueel
Temp. laag of Timer.
^
Kies Temp. laag en/of de Timer (uit
-
gestelde start) via de betreffende
submenu's.
Muntautomaat
Let op het betaalverzoek in het display
als het apparaat voorzien is van een
muntautomaat.
Als het apparaat een muntautomaat
heeft, kan de gebruiker geld verlie
-
zen als deze de deur na de pro
-
grammastart opent of het program
-
ma afbreekt (afhankelijk van de in
-
stelling)!
D Programma starten
Als u het programma kunt starten, be
-
gint de toets Start te knipperen.
^ Druk op de toets Start.
De toets Start licht op.
In het display verschijnt Programma-
start en vervolgens Drogen, alsmede
de programmaduur.
Bij de restvochtprogramma's wordt
later ook de tussentijds bereikte
droogtegraad weergegeven (Man
-
geldroog ... Strijkdroog ...
etc. ...).
Als u tijdens het drogen op een van de
keuzetoetsen drukt, kunt u met:
de toets
E Timer de verwachte
eindtijd van het programma of de ac
-
tuele dagtijd aflezen.
de toets
F Opslaan het lopende
programma als favoriet programma
opslaan.
de toets
G Afbreken het lopende
programma afbreken.
Drogen - verkorte gebruiksaanwijzing
45
Programmaduur / resttijdprognose
Als u een programma heeft gekozen,
verschijnt de verwachte duur in het dis
-
play. Deze waarde moet als prognose
worden gezien.
De volgende factoren kunnen de
droogtijd beïnvloeden, waardoor de
resttijdprognose kan verschillen: de
restvochtwaarde na het centrifugeren;
de textielsoort; de hoeveelheid was
-
goed; de kamertemperatuur en ver
-
schillen in de netspanning.
De adaptieve elektronica voert tijdens
het programma metingen uit, waardoor
de resttijdprognose steeds nauwkeu-
riger wordt. Indien nodig wordt de
prognose bijgesteld wat soms een
tijdsprong tot gevolg kan hebben.
Voor het einde van het programma
Na de verwarmingsfase volgt bij veel
programma's een afkoelfase. In het dis-
play verschijnt dan Afkoelen. Pas na de
afkoelfase is het programma beëindigd.
Schakel de droogautomaat nooit
voor het einde van het droogpro
-
gramma uit.
E Programma-einde - Trommel leeg
-
halen
Als in het display de melding Kreukbe
-
veiliging (indien gekozen) of Einde ver
-
schijnt, is het programma beëindigd.
Tijdens de kreukbeveiliging draait de
trommel met intervallen, als u de was
niet meteen uit de trommel haalt. De
functie voorkomt dat het wasgoed gaat
kreuken.
Het verdient aanbeveling al het was
-
goed meteen na afloop van het pro
-
gramma uit de automaat te halen.
^
Open de deur.
Drogen - verkorte gebruiksaanwijzing
46
^
Haal de trommel altijd helemaal leeg.
Controleer of de trommel leeg is!
Achtergebleven wasgoed kan be-
schadigd raken als het nog eens
wordt gedroogd.
Als de deur geopend is, dooft de trom-
melverlichting na enkele minuten (ener-
giebesparing).
^ Druk op de toets Aan/Uit K om de
automaat uit te schakelen.
^
Sluit de deur.
Onderhoud
^
Zie het hoofdstuk "Reiniging en on
-
derhoud".
Drogen - verkorte gebruiksaanwijzing
47
Programma kiezen/wijzigen
Startmenu
1 Witte/Bonte was
Programmakeuze ...
2 Kreukherstellend Instellingen F ...
3 Finish wol
4 Strijken 10:00
^
Druk bijvoorbeeld op de keuzetoets D.
Basismenu
Witte/Bonte was Kastdroog
Duur 1:03 h
Temp. laag
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^ Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen door aan de pro-
grammaschakelaar te draaien (het programma Witte/Bonte
was of de droogtegraad Kastdroog). Druk op de program-
maschakelaar om uw keuze te bevestigen.
Afhankelijk van uw keuze verschijnt een van de volgende displays:
– Programma kiezen
Programma-
keuze
Terug A
Witte/Bonte was
Kreukherstellend
Finish wol H
^
Kies met de programmaschakelaar het gewenste program
-
ma en bevestig uw keuze. Daarna verschijnt het basismenu
weer.
Programma kiezen droogautomaat
48
Let op! Als u in de submenu's binnen 20 seconden geen
keuze maakt, springt de weergave automatisch terug naar
het basismenu.
– Programma's met droogtegraden
Witte/Bonte was Kastdroog+
Droogtegraad van
c
Mangeldroog - Extra droog
^
Kies met de programmaschakelaar de gewenste droogte
-
graad en bevestig uw keuze.
Het display geeft aan welke droogtegraden u bij een be
-
paald programma kunt kiezen.
– Programma's met tijdkeuze
Warme lucht 0:20 h
10:00
Einde:
10:20
Duur:
0:20 h
^ U kunt de duur* met de programmaschakelaar verlengen
of verkorten.
Het tijdstip waarop het programma eindigt, wordt ook weer-
gegeven.
*Bij gebruik van een muntautomaat wordt de maximale duur
voor de besturingsvarianten WS-toets.verk.kiez. ext./int. tij
-
dens de eerste ingebruikneming vastgelegd.
– Overige programma's
Bij de overige programma's is de droogtegraad c.q. de duur
een vaste waarde die niet kan worden gewijzigd.
Programma kiezen droogautomaat
49
Temperatuur laag
Kies Temperatuur laag voor alle kwetsbare of kreukherstel
-
lende textielsoorten die het symbool r in het wasetiket heb
-
ben (bijvoorbeeld acryl).
Kwetsbaar textiel wordt dan met een lagere temperatuur
gedroogd.
De programmaduur neemt toe.
^
Druk op de keuzetoets D Temperatuur laag.
Programma als favoriet programma opslaan
U kunt de vier meest gebruikte programma's onder de keu
-
zetoetsen opslaan. Hiervoor moet de optie Opslaan via het
menu Instellingen/Exploitatieniveau beschikbaar zijn.
Witte/Bonte was Kastdroog+
Temp. laag
Duur 1:09 h
Temp. laag B
H
Timer Y
H
Opslaan
H
Terug A
H
^ Druk op de keuzetoets F Opslaan.
Keuzetoets kiezen
Witte/Bonte was Kastdroog+
Tot nu toe: Witte/Bonte was
Kastdroog
Extra: Geen
Opslaan onder: 1 2 3 4 Terug A
^
Kies met de programmaschakelaar het gewenste nummer
voor uw favoriete programma en bevestig uw keuze. Het
programma is nu met uw instellingen opgeslagen en ver
-
schijnt voortaan in het startmenu.
Als u nog meer favoriete programma's wilt programmeren,
herhaal dan de voorgaande stappen. Leg de betreffende
programma's op de resterende keuzetoetsen vast.
Programma kiezen droogautomaat
50
Met de timer kunt u - afhankelijk van de instelling bij Voor
-
programmering - een tijdstip voor het programma-einde,
voor het programma-begin of de tijd tot aan de start instel
-
len.
Submenu "Timer" openen
Witte/Bonte was Kastdroog+
Temp. laag
Duur 1:20 h
Temp. laag B Timer Y Opslaan Terug A
HHHH
^
Open met de keuzetoets E Timer het submenu Timer.
Eindtijd kiezen
Witte/Bonte was Kastdroog+
Temp. laag
10:00
Starttijd:
10:00
Einde:
11:06
^ Kies met de programmaschakelaar de gewenste tijd (in
stappen van 30 minuten) en bevestig deze waarde.
Het tijdstip voor de start en het einde schuift nu telkens
met 30 minuten op. U kunt de automatische programma
-
start maximaal 24 uur uitstellen.
Timer starten
^
Druk op de toets Start.
De timer telt de minuten af tot de programmastart. De
trommel draait elk uur kortstondig (minder kreukvorming)
als de programmastart met minimaal 1 uur is uitgesteld.
Timer afbreken
^
Druk op de keuzetoets G (Afbreken).
^
U kunt het programma starten.
Timer
51
Muntautomaat
Als het apparaat een muntautomaat
heeft, kan de gebruiker geld verlie
-
zen als deze de deur na de pro
-
grammastart opent of het program
-
ma afbreekt (afhankelijk van de in
-
stelling*)!
* Tijdens de eerste ingebruikneming of
achteraf kan Miele een tijdspanne pro
-
grammeren waarin het nog toegestaan
is het programma te wijzigen.
Een ander programma kiezen
Er kan geen ander programma meer
worden gekozen (om onbedoelde wijzi-
gingen te voorkomen).
Om een ander programma te kunnen
kiezen, moet u het programma afbre-
ken.
Programma afbreken
^ Druk op de keuzetoets G Afbre-
ken.
Bij sommige programma's wordt het
wasgoed afgekoeld, wanneer een
bepaalde temperatuur bereikt is.
Als u nog eens op de keuzetoets
G Afbreken drukt, verschijnt
Einde.
^
Open de deur.
^
Sluit de deur.
^
Kies meteen een programma en start
het.
Was bijvullen of voortijdig
verwijderen
,
U kunt zich branden aan hete
was, aan de trommel en aan de ach
-
terkant van de trommel! In de trom
-
mel ontstaan hoge temperaturen.
^
Druk op de keuzetoets G Afbre
-
ken.
De was wordt bij sommige program
-
ma's afgekoeld, wanneer een be
-
paalde temperatuur is bereikt.
^
Open de deur pas als het wasgoed
volledig is afgekoeld.
^ Doe het wasgoed in de trommel of
haal er wasgoed uit.
^ Sluit de deur.
^ Kies een programma.
^ Druk op de toets Start.
Stroomstoring
Tijdens het drogen is de droogauto
-
maat uitgeschakeld of er was een
stroomstoring.
^
Schakel de automaat weer in en druk
op OK c.q. druk na afloop van de
stroomstoring op OK en start het pro
-
gramma opnieuw.
Resttijd
Een gewijzigd programmaverloop kan
in het display tijdsprongen tot gevolg
hebben.
Programmaverloop wijzigen
52
,
Maak beide apparaten span
-
ningsvrij.
Was-droog-zuil reinigen
,
Gebruik geen oplosmiddelhou
-
dende reinigingsmiddelen, schuur
-
middelen, glas- of allesreinigers.
Deze middelen kunnen de kunststof
oppervlakken en andere onderdelen
beschadigen.
Behuizing en bedieningspaneel
^ Reinig de behuizing, het bedienings-
paneel, de deur en de deurdichting
met een mild reinigingsmiddel of een
sopje.
^ Onderdelen van roestvrij staal (bij-
voorbeeld de trommel) kunt u met
een geschikt reinigingsmiddel voor
roestvrij staal reinigen.
^ Droog alle delen met een zachte
doek af.
,
Spuit de apparatuur nooit met
een slang af.
Wasautomaat reinigen
Trommel, kuip en afvoersysteem rei
-
nigen
Indien nodig kunt u de trommel, de kuip
en het afvoersysteem reinigen.
^
Start het programma Machine reini
-
gen.
^
Controleer na afloop van het pro
-
gramma de binnentrommel en verwij
-
der eventueel achtergebleven grove
verontreinigingen.
Als u vaak desinfectieprogramma's
gebruikt, moet u het programma Ma-
chine reinigen regelmatig uitvoeren.
Wasmiddellade reinigen
Verwijder regelmatig eventueel achter-
gebleven wasmiddelresten.
Aan de binnenkant van de lade bevindt
zich een gele opener.
^
Verwijder de opener.
Reiniging en onderhoud
53
^
Trek de lade tot de aanslag naar bui
-
ten.
1. Druk de uittrekbeveiliging met de
opener naar beneden.
2. Verwijder de wasmiddellade.
^ Reinig de lade met warm water.
^
Reinig de zuighevel.
1. Trek de zuighevel uit het vakje § en
reinig deze onder de kraan met
warm water. Reinig ook het buisje
waarop de zuighevel geplaatst
wordt.
2. Plaats de zuighevel terug.
^
Reinig het kanaal voor de wasver
-
zachter met warm water en een
borstel.
Reinig de zuighevel en het kanaal
voor de wasverzachter extra grondig
als u meermaals vloeibaar stijfsel
heeft gebruikt. Vloeibaar stijfsel
wordt plakkerig.
Ruimte voor de wasmiddellade reini-
gen
^
Verwijder met een flessenborstel de
wasmiddelresten en de kalkafzet
-
tingen van de inspuiters van de was
-
middellade.
Reiniging en onderhoud
54
Zeefjes watertoevoer reinigen
De automaat is voorzien van zeefjes die
de watertoevoerkleppen beschermen.
Deze zeefjes moeten eens per half jaar
worden gecontroleerd en eventueel ge
-
reinigd. Als de watertoevoer herhaalde
-
lijk wordt onderbroken, moeten de zeef
-
jes eerder worden gecontroleerd.
Zeefjes in de toevoerslangen
reinigen
^
Draai de kraan dicht.
^
Schroef de toevoerslang van de
kraan.
^
Trek het rubberen dichtingsringetje 1
uit de groef.
^
Pak het kunststof zeefje 2 bij de kam
vast (met een combinatietang of
spitstang) en trek het eruit.
^
Reinig het zeefje.
^
Plaats alles in omgekeerde volgorde
terug.
Draai de schroefkoppeling vast op
de waterkraan. Draai de kraan open.
Draai de schroefkoppeling vaster als
de aansluiting lekt.
Zeefjes in de koppelstukken reinigen
^
Draai de geribbelde kunststof moer
voorzichtig met een tang los.
^ Pak het zeefje met een spitstang bij
de kam vast en haal het eruit. Reinig
het zeefje. Plaats de onderdelen in
omgekeerde volgorde weer terug.
Plaats de zeefjes na het reinigen al
-
tijd weer terug.
Reiniging en onderhoud
55
Reinig de pluizenzeef
Een tweedelige pluizenzeef in de
luchtweg van de droogautomaat vangt
de vrijkomende pluizen op. U kunt dit
onderdeel voor reinigingsdoeleinden
uitnemen en demonteren.
,
Controleer en reinig de zeef ui
-
terlijk als in het display de melding:
Luchtweg reinigen verschijnt.
Tip: U kunt de pluizen met een stofzui
-
ger verwijderen. Raak het onderdeel
daarbij niet aan.
Pluizenzeef uitnemen
^
Druk tegen de rechter kant van het
klepje om het klepje te openen.
Draai niet aan de greep van de
pluizenzeef als u deze uit de auto
-
maat trekt (zie afbeelding), omdat u
de zeef anders uit elkaar haalt.
^
Trek de pluizenzeef aan de greep uit
de automaat.
Pluizenzeef demonteren
^
Houd de pluizenzeef bij de grepen
vast.
1. Draai het binnenste gedeelte van de
pluizenzeef in pijlrichting 1.
2. Trek de delen van de pluizenzeef uit
elkaar (pijlrichting 2).
Reiniging en onderhoud
56
Onderdelen pluizenzeef droog reini
-
gen
Met een stofzuiger kunt u de pluizen
hygiënisch en gemakkelijk verwijde
-
ren.
^ Schud de pluizen uit de zeef en
schraap de pluizen voorzichtig met
uw vingers van het materiaal. U kunt
ook een stofzuiger gebruiken.
Onderdelen pluizenzeef nat reinigen
U kunt de onderdelen van de
pluizenzeef daarnaast ook nat reinigen
(met stromend, warm water). Doe dat
alleen als de delen zeer kleverig of ver
-
stopt zijn.
,
Droog de onderdelen van de
pluizenzeef na afloop goed af! Een
natte pluizenzeef kan tijdens het
drogen functiestoringen veroorza
-
ken!
Pluizenzeef terugplaatsen
,
Bij ernstige, zichtbare verontrei
-
nigingen moet ook de ruimte onder
de zeven worden gereinigd, voordat
u de gereinigde pluizenzeef terug
-
plaatst.
Zie volgende bladzijde.
^
Steek het binnenste en buitenste ge
-
deelte van de pluizenzeef weer in el
-
kaar.
^
Draai het binnenste gedeelte van de
pluizenzeef voorzichtig met de wij
-
zers van de klok mee, totdat het
voelbaar vastklikt.
^ Houd de pluizenzeef aan de greep
vast en schuif de zeef tot aan de aan-
slag in de daarvoor bestemde ruimte.
Draai daarbij niet aan de greep, om-
dat u anders de delen van zeef uit
elkaar haalt.
^
Sluit het klepje.
Reiniging en onderhoud
57
Luchtweg (ruimte onder de
zeven) reinigen
Controleer de ruimte onder de zeven
regelmatig. Reinig de ruimte als
deze ernstig verontreinigd is!
Snelreiniging
^ Met een stofzuiger kunt u de pluizen
verwijderen
van de afdekking in de vulopening
(boven).
uit de luchtweg/ventilatorruimte (on
-
der). Hiervoor moet u eerst de
pluizenzeef verwijderen en reinigen.
Grondige reiniging
– Ventilatorrad
Het ventilatorrad achter het klepje in de
automaat kan met wasmiddelresten en
pluizen verontreinigd zijn.
Controleer het ventilatorrad regelma
-
tig en reinig het als het erg kleverig
is.
^
Verwijder met een vochtige doek
voorzichtig de verontreinigingen van
het ventilatorrad.
^
Reinig ook het gedeelte voor het
ventilatorrad.
^
Zuig de pluizen met een stofzuiger
op.
^
Verwijder de aanwezige pluizen van
de binnenkant van het geopende
klepje en de rubberen afdichting.
Beschadig de afdichting niet!
Reiniging en onderhoud
58
– Afdekking bij de vulopening
,
Verwijder de afdekking bij de
vulopening alleen als deze zeer ern
-
stig verontreinigd is.
^
Kijk in de trommel.
^ Pak de afdekking onder de rand*
vast (zie pijlen) en trek de afdekking
er naar boven toe uit.
* U kunt de afdekking met 2 schroe-
ven (bijgevoegd) tegen onbedoeld
verwijderen beveiligen. Zie verderop.
^
Reinig ook de ruimte onder de afdek
-
king, bijvoorbeeld met een stofzuiger.
^
Reinig de afdekking.
^
Reinig de ruimte voor het
ventilatorrad (klepje openen).
Terugplaatsen
^
Plaats de afdekking precies tegen de
linker of rechter kant van de opening.
^
Druk de afdekking omlaag, naar de
andere kant toe. De afdekking moet
duidelijk vastklikken.
Afdekking beveiligen
U kunt de afdekking met 2 schroeven
(bijgevoegd) tegen onbedoeld verwij
-
deren beveiligen. De schroeven moe
-
ten aan de binnenkant van de trommel
worden vastgedraaid.
^ Kijk in de trommel.
^
Draai de torx-schroeven links en
rechts in de daarvoor bestemde ope
-
ningen (zie afbeelding).
Reiniging en onderhoud
59
Wat moet u doen als...
De meeste storingen en problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voor
-
komen, kunt u zelf verhelpen. Hierdoor bespaart u tijd en geld, omdat u niet de
hulp van een technicus van Miele hoeft in te roepen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een storing of probleem te ach
-
terhalen en te verhelpen. Houdt u daarbij wel rekening met het volgende:
,
Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geautoriseerde vak
-
mensen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren
voor de gebruiker.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display blijft don-
ker.
De stroomvoorziening
is niet in orde.
Controleer of
de apparatuur elektrisch is
aangesloten.
de zekering van de huisin-
stallatie in orde is.
Als u het programma
Centrifugeren kiest,
volgt geen program-
mastart.
De handelingen voor
de eerste ingebruikne-
ming zijn niet uitge-
voerd.
Start het programma Bonte
was 60°C, zoals beschreven
in het hoofdstuk "Eerste inge-
bruikneming" in het boekje
"Eerste ingebruikneming, pro
-
gramma-overzicht, instel
-
lingen".
Het display is donker
en de verlichting van
de toets Start knippert
langzaam.
Het display wordt auto
-
matisch uitgeschakeld
om energie te bespa
-
ren (stand-by).
Druk op een keuzetoets. De
stand-by-functie wordt beëin
-
digd.
In het display ver
-
schijnt een vreemde
taal.
De taalinstelling is ver
-
anderd.
Wijzig de taalinstelling. Het
vlaggetje J helpt u het juiste
menu te vinden.
De apparatuur blijft tij
-
dens het centrifugeren
niet stabiel staan.
De stelvoeten staan
niet goed en zijn niet
met de contramoeren
vastgezet.
Zorg dat de apparatuur sta
-
biel en waterpas staat. Zet de
stelvoeten met de contramoe
-
ren vast.
Nuttige tips
60
Melding in het display Oorzaak Oplossing A
p
Storing watertoe
-
voer
Open de waterkraan
en
controleer de
toevoer-
slang
De watertoevoer is ge
-
blokkeerd of niet in
orde.
Controleer of
de kraan ver genoeg
opengedraaid is.
de toevoerslang geknikt
is.
De waterdruk is te
laag.
Kies de instelling Lage
waterdruk (menu Instel
-
lingen/Exploitatieniveau).
,
Technische storing
Is het probleem na
een herstart niet
opgelost, neem dan
contact op met
Miele
Er is sprake van een
defect.
Start het programma op
-
nieuw.
Neem contact op met Miele
als de foutmelding opnieuw
verschijnt.
,
Storing
Desinfectie-
temperatuur
niet bereikt
Tijdens het desinfectie-
programma is de ver-
eiste temperatuur niet
bereikt.
De wasautomaat heeft de
desinfectie niet correct uit-
gevoerd.
Start het programma op-
nieuw.
q
Storing waterafvoer
Reinig het
afvoersys-
teem
De waterafvoer is ge-
blokkeerd of niet in
orde.
Bij een apparaat met afvoer-
pomp: reinig het afvoersys-
teem.
Bij een apparaat met afvoer
-
klep: neem contact op met
Miele.
O
Doseerreservoir
vullen
of
Een van de reservoirs
voor de externe dose
-
ring is leeg.
Zie ook in het hoofdstuk
"Wasmiddel" de rubriek
"Sensor leegmelding".
Storing
Doseerreservoir
leeg
A Om een foutmelding uit het display te verwijderen, drukt u op de programma
-
schakelaar.
Nuttige tips
61
Probleem Oorzaak Oplossing
1
Corrigeer de belading
De trommel is leeg of
het wasgoed te droog.
Dit is geen storing.
Bij sommige program
-
ma's wordt het program
-
ma afgebroken als zich
te weinig of geen was in
de trommel bevindt. Dit
kan ook gebeuren als
de was al droog is.
Droog kleine hoeveelhe
-
den met het programma
"Warme lucht".
Melding wissen:
Open de deur.
;
Technische storing
Is het probleem na een
herstart niet
opgelost, neem dan con-
tact op met Miele
Soms verschijnt ook
een foutnummer (bij-
voorbeeld F43).
Zolang er een foutmel
-
ding in het display staat,
kunt u geen nieuw pro
-
gramma starten.
Volg de aanwijzing op
het display.
Probeer het program
-
ma opnieuw te
starten.
:
Stroomstoring
Programmastop
Druk op de OK-toets
Tijdens het drogen is de
droogautomaat uitge-
schakeld of er was een
stroomstoring.
Schakel de automaat
weer in en druk op
OK c.q. druk na af-
loop van de stroom-
storing op OK en start
het programma op-
nieuw.
E
Luchtweg reinigen
Reinig het pluizenfilter.
Controleer de lucht-
geleiding.
Deze melding ver
-
schijnt na een be
-
paalde tijd.*
Herinnering dat u de
pluizenzeef (het pluizen
-
filter) moet reinigen.
Reinig de pluizenzeef
(het pluizenfilter).
Displaymelding wissen:
Bevestig de melding
met OK.
* U kunt zelf aangeven wanneer de melding moet verschijnen.
Zie het boekje "Eerste ingebruikneming, programma-overzicht, instellingen", on
-
der "Menu Instellingen/Exploitatieniveau", onder "Zeef reinigen" en "Luchtweg rei
-
nigen".
Nuttige tips
62
Probleem Oorzaak Oplossing
E
Luchtweg reinigen
Reinig het pluizenfil-
ter.
Controleer de lucht-
geleiding.
Deze melding ver
-
schijnt na afloop
van het program
-
ma.*
De luchtweg is niet
helemaal schoon.
Reinig de pluizenzeef (het
pluizenfilter).
Controleer alle mogelijke
oorzaken die worden be
-
schreven onder "Het droog
-
programma duurt erg lang
of wordt zelfs afgebroken".
Displaymelding wissen:
Open en sluit de deur.
Mogelijk is het afvoer
-
kanaal te lang. Maar
dat is geen storing.
Bij een zeer lang afvoerka
-
naal moet u rekening hou
-
den met een langere pro
-
grammaduur en een hoger
energieverbruik.
E
Luchtweg reinigen
Reinig het pluizenfil-
ter.
Controleer de lucht-
geleiding.
F66
Deze melding ver-
schijnt na het af-
breken van het pro-
gramma.
De luchtweg is ern-
stig verontreinigd.
Zie hierboven.
Foutmelding wissen:
Bevestig de melding met
OK.
Programma voortzetten
na een onderbreking van
de stroomvoorziening
Stroomstoring
Bevestig de melding in het
display met de keuzetoets
D en druk vervolgens op
de toets Start. Het program
-
ma wordt voortgezet op ba
-
sis van de opgeslagen sta
-
tus.
De wasautomaat is
met de toets Aan/Uit
uit- en weer inge
-
schakeld.
Nuttige tips
63
Probleem Oorzaak Oplossing
Er zijn vreemde
pompgeluiden te
horen.
Dit is geen storing! Slurpende geluiden bij het begin en het
einde van het pompproces zijn normaal.
Er blijft te veel
wasmiddel in het
wasmiddelvak ach
-
ter.
De waterdruk is te
laag.
Reinig de zeefjes in de watertoe
-
voerslangen.
Kies eventueel de functie Extra
water.
Als poedervormige
wasmiddelen in aan
-
raking komen met
onthardingsmid
-
delen kunnen ze
gaan plakken.
Reinig de wasmiddellade en doseer
voortaan eerst het wasmiddel en
pas daarna het onthardingsmiddel
in het betreffende vakje.
De wasverzachter
wordt niet goed in-
gespoeld of er
blijft te veel water
in het vakje §
staan.
De zuighevel zit niet
goed of is verstopt.
Reinig de zuighevel (zie in het
hoofdstuk "Reiniging en onderhoud"
de rubriek "Wasmiddellade reini-
gen").
De was wordt niet
goed schoon met
vloeibaar wasmid-
del.
Vloeibare wasmid-
delen bevatten vaak
geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- en
theevlekken worden
dan niet verwijderd.
Gebruik bij dergelijke vlekken
waspoeder met bleekmiddel.
Doseer vlekkenzout in vakje j
en doe het vloeibare wasmiddel
in een doseerbolletje.
Doe nooit vloeibaar wasmiddel en
vlekkenzout samen in het was
-
middelvak.
Op het gewassen
wasgoed blijven
grijze, elastische
bolletjes (vetbolle
-
tjes) achter.
De dosering van het
wasmiddel was te
laag. Het wasgoed
was met vet veront
-
reinigd (olie, zalf,
etc.).
Doseer bij dergelijk wasgoed
meer wasmiddel of gebruik een
vloeibaar wasmiddel.
Laat de automaat vóór het vol
-
gende wasprogramma een
60°C-programma uitvoeren. Ge
-
bruik daarvoor vloeibaar wasmid
-
del en doe geen wasgoed in de
trommel.
Nuttige tips
64
Probleem Oorzaak Oplossing
Op gewassen
donker textiel be
-
vinden zich witte,
wasmiddelachtige
resten.
Het wasmiddel bevat
bestanddelen die niet
in water oplosbaar
zijn en voor de water
-
ontharding dienen
(zeolieten). Deze be
-
standdelen zijn op de
was neergeslagen.
Probeer de resten er na het dro
-
gen af te borstelen.
Was donker textiel voortaan met
een wasmiddel zonder zeolieten.
Vloeibare wasmiddelen bevatten
meestal geen zeolieten.
Wasgoed met zeer
vette verontreini
-
gingen wordt niet
goed schoon.
Kies een programma met voorwas. Gebruik voor de
voorwas een vloeibaar wasmiddel.
Gebruik voor de hoofdwas waspoeder.
Voor sterk vervuilde bedrijfskleding adviseren wij voor de
hoofdwas speciale wasmiddelen. Neem voor meer informa-
tie contact op met de leverancier van uw reinigingsmidde-
len.
De vuldeur gaat
niet open
De deur is na het af-
breken van een pro-
gramma vergrendeld.
Om te voorkomen dat u zich
brandt, kan de deur bij een tem-
peratuur van meer dan 50°C niet
worden geopend. Wacht totdat
het apparaat is afgekoeld.
De deur kan na het
wassen niet worden
geopend.
Druk tegen de deurgreep en
schakel de machine uit en weer
in. Trek vervolgens nog eens aan
de deurgreep.
Er bevindt zich nog
water in de trommel
en de wasautomaat
pompt het water niet
weg.
Controleer of het afvoersysteem
verstopt is. Reinig het afvoersys
-
teem zoals in de volgende ru
-
briek wordt beschreven.
De beveiliging van de
greep is eruit
gesprongen.
Het losschieten van de deur
-
greep voorkomt beschadiging
van het slot. Druk stevig tegen de
deurgreep, zodanig dat de bevei
-
liging weer hoorbaar vastklikt.
Nuttige tips
65
Probleem Oorzaak Oplossing
Het wasgoed is niet
goed droog.
Het wasgoed bestaat uit
verschillende weefsels.
Droog het wasgoed na
met het programma War
-
me lucht.
Kies de volgende keer
een ander programma
(zie het hoofdstuk "Pro
-
gramma-overzicht" in het
boekje "Eerste ingebruik
-
neming, programma
-
overzicht, instellingen").
Bij met veren gevulde
hoofdkussens treedt
tijdens het drogen
geurvorming op.
Als veren worden ver
-
warmd, kan geurvorming
optreden.
Na het drogen verdwijnen
de geurtjes grotendeels.
Synthetisch wasgoed
is na het drogen sta-
tisch opgeladen.
Dit is normaal bij synthe-
tische stoffen.
U kunt de statische lading
van het wasgoed vermin-
deren door tijdens het
laatste spoelen in de was-
automaat een wasverzach-
ter te gebruiken.
Er is sprake van
pluisvorming.
Bij het drogen komen de
pluisjes los die ontstaan
door het dragen en wassen
van de kleding. Het drogen
in de droogautomaat ver
-
oorzaakt nauwelijks pluis
-
vorming.
Pluizen worden door de
pluizenzeef (het pluizenfil-
ter) opgevangen en kun
-
nen eenvoudig worden ver
-
wijderd (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
In de trommel treedt
condensvorming op.
De droogautomaat is op
een gezamenlijke luchtaf
-
voerleiding aangesloten.
De automaat mag alleen
met een terugslagklep
op een gezamenlijke
luchtafvoerleiding wor
-
den aangesloten.
Controleer regelmatig of
de terugslagklep in orde
is en vervang de klep
indien nodig.
Nuttige tips
66
Probleem Oorzaak Oplossing
Het droogprogramma
duurt erg lang of
wordt zelfs afgebro
-
ken.
U wordt mogelijk opnieuw
verzocht de luchtweg/lucht
-
geleiding te reinigen.
Controleer alle mogelijke
oorzaken, zoals hierna
wordt beschreven.
De pluizenzeef is met plui
-
zen verstopt.
Verwijder eventueel
aanwezige pluizen.
De luchtweg is verstopt, bij
-
voorbeeld met haartjes en
pluizen.
Reinig de luchtweg.
De afdekking bij de vul
-
opening kunt u verwij
-
deren, zodat u de ruim
-
te eronder kunt reini
-
gen.
Het afvoerkanaal (of de uit
-
gang ervan) is verstopt, bij-
voorbeeld met haartjes en
pluizen.
Controleer en reinig alle
onderdelen van het af-
voerkanaal (zoals de
buis door de muur, het
buitenrooster, bochten
en dergelijke).
De ventilatie is onvoldoen-
de, bijvoorbeeld omdat de
ruimte erg klein is.
Open tijdens het drogen
een deur of venster, zodat
er lucht kan worden aan-
gevoerd.
Het wasgoed is niet vol-
doende gecentrifugeerd.
Centrifugeer voortaan met
een hoger centrifugetoe
-
rental.
De droogautomaat is
overbeladen.
Houdt u zich aan de maxi
-
male belading voor het
droogprogramma.
Vanwege metalen ritssluitin
-
gen kon de vochtigheids
-
graad van het wasgoed niet
goed worden bepaald.
Open voortaan de rits
-
sluitingen.
Doet het probleem zich
opnieuw voor, droog was
-
goed met lange ritssluitin
-
gen dan voortaan alleen
nog met het programma
"Warme lucht".
Nuttige tips
67
Vuldeur openen bij verstopte
afvoer en/of stroomstoring
,
Haal de spanning van het appa
-
raat.
Aan de binnenkant van de wasmiddel
-
lade bevindt zich een opener voor het
klepje van de afvoer.
^ Verwijder de opener.
^
Maak het klepje naar de afvoer open.
Voer het water af...
Als de afvoer verstopt is, bevindt zich
mogelijk nog veel water in de automaat
(maximaal 35 l).
,
Wees voorzichtig als u zojuist op
een hoge temperatuur heeft gewas
-
sen. U kunt zich anders branden!
... bij een uitvoering met pluizenfilter
^
Zet een geschikte bak onder het
klepje.
Draai het pluizenfilter er niet hele
-
maal uit.
^
Draai het filter zo ver los dat het wa
-
ter uit de machine kan lopen.
Waterafvoer onderbreken:
^
Draait het filter weer vast.
Nuttige tips
68
Als er geen water meer uitstroomt:
^ Draait u het filter er helemaal uit.
Afvoersysteem reinigen
^ Reinig het filter grondig.
^
Controleer of de pompschoepvleugel
gemakkelijk draait. Verwijder eventu
-
ele verontreinigingen en vreemde
voorwerpen (knopen, munten, etc.)
en reinig het filterhuis.
^
Plaats het pluizenfilter terug en draai
het weer vast.
,
Er zal water uit de automaat stro
-
men als u het pluizenfilter niet terug
-
plaatst en vastdraait.
Deur openen
,
Wacht tot de trommel stilstaat
voordat u de was uit de automaat
haalt. U kunt zich verwonden als u
uw hand in de nog draaiende trom
-
mel steekt.
^
Steek een geschikte schroevendraai
-
er (punt ca. 4 mm) in de opening
naast het deurslot. De punt moet in
de groef van de ontgrendeling vallen.
Door licht tegen de wijzers van de
klok in te draaien, wordt de deur ont
-
grendeld.
^
Open de deur met de deurgreep.
,
Op de deur nooit met geweld.
Nuttige tips
69
Het vervangen van de lamp
Maak beide apparaten spannings
-
vrij.
A Open de deur van de droogauto
-
maat.
Rechts boven in de vulopening bevindt
zich de verlichting.
B Draai de schroef eruit.
C Klap de afdekking omlaag.
D Vervang de lamp.
Het hittebestendige lampje is verkrijg
-
baar bij de Miele-vakhandel en bij
Miele.
,
Het nieuwe gloeilampje moet
van hetzelfde type zijn en mag maxi
-
maal het vermogen hebben dat op
het typeplaatje en op de afdekking
is aangegeven.
E Klap de afdekking omhoog.
F Draai de schroef erin.
,
Zorg dat de afdekking goed zit.
Als er vocht in komt, kan er een de
-
fect (kortsluiting) optreden.
Nuttige tips
70
Piekbelastingsschakelaar
Als de piekbelastingsschakelaar reageert, wordt de verwar
-
ming uitgeschakeld en het programma stopgezet. In het dis
-
play verschijnt de volgende melding:
Display wasautomaat:
Witte was 60°C 1300 omw/min
Wassen 0:43 h
Piekbelasting
Display droogautomaat:
Witte/Bonte was Kastdroog
Drogen 0:43 h
Piekbelasting
Als de piekbelasting voorbij is, wordt het programma automa-
tisch voortgezet.
Service-interval, veiligheidsvoorschrift
Als na het indrukken van de "Aan"-schakelaar de volgende
melding in het display verschijnt, moet een onderhoudsbeurt
of de jaarlijke veiligheidscontrole worden uitgevoerd. Deze
werkzaamheden mogen alleen door Miele worden uitge
-
voerd.
Display wasautomaat; Display droogautomaat:
Service-interval 1
Neem contact op met Miele
;
OK
H
Nadat u op de keuzetoets D heeft gedrukt, of na ca. 5 se
-
conden, verschijnt het startmenu weer.
Nuttige tips
71
Reparaties
Voor storingen die u niet zelf kunt ver
-
helpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de service-organisatie van Miele.
Vermeld daarbij het type en het
fabricagenummer van beide apparaten.
De gegevens van het onderste appa-
raat staan op het typeplaatje dat zich
boven het kijkglas bevindt (deur ope-
nen), dan wel op het plaatje op de ach
-
terkant van het bovenste apparaat.
Optische interface PC
De optische interface PC gebruikt Miele
voor servicedoeleinden.
Bij te bestellen accessoires
Extra accessoires voor deze
apparatuur kunt u bestellen bij uw vak
-
handelaar en bij Miele.
Miele Service
72
Voorkant
a Toevoerslang koud water
b Toevoerslang warm water
c Wasmiddellade
d Aansluiting luchtafvoer
e Deur
f Klepje pluizenzeef (pluizenfilter)
g Bedieningspaneel
h Deur met greep
i Klep pluizenfilter en afvoerpomp
j Stelvoeten
Plaatsen en aansluiten
73
Achterkant
a Kabel voor elektrische aansluiting
b Schacht voor communicatiemodule
(wasautomaat)
c Klep huishoudwater
d Toevoerslang (warm water)
e Toevoerslang (koud water)
f Adapter voor externe dosering
g Afvoerslang
h Transportbeveiliging
i Houder voor de toevoerslangen en
de afvoerslang
j Aanzuigopeningen voor drooglucht
k Schacht voor communicatiemodule
(droogautomaat)
l Aansluiting luchtafvoer C 100 mm
Plaatsen en aansluiten
74
Apparatuur plaatsen
De apparatuur mag uitsluitend door
een vakman worden gemonteerd
met inachtneming van alle van toe
-
passing zijnde voorschriften.
^ Transporteer de beide apparaten af-
zonderlijk naar de plaats van opstel-
ling.
,
Zorg dat de apparaten tijdens
het transport stabiel staan.
,
Til een apparaat nooit bij de
deur op.
Het is mogelijk de zuil compleet ge-
monteerd naar de plaats van opstelling
te transporteren.
Let op! De gemonteerde zuil heeft een
gewicht van 209 kg.
,
Zorg dat de zuil tijdens het trans
-
port stabiel staat. Gezien de hoogte
en het zwaartepunt kan de zuil kan
-
telen!
Plaatsen en aansluiten
75
Zijkant
Bovenkant
,
De zuil moet met spanstrips
worden vastgezet.
^
Zet de vier voetjes van de zuil met de
bijgeleverde spanstrips vast.
Neem de aanwijzingen uit de bijge-
voegde montagehandleiding in acht.
Muntautomaat
De apparatuur kan van een muntauto-
maat* worden voorzien.
De instellingen voor de muntautomaat
kunnen tijdens de eerste ingebruikne-
ming worden uitgevoerd door Miele of
door de Miele-vakhandelaar.
Haal de ingeworpen mun
-
ten/waardemunten regelmatig uit de
muntautomaat, anders kan deze ver
-
stopt raken.
Alle met * aangeduide onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en
bij Miele.
Plaatsen en aansluiten
76
Plaats van opstelling
,
Plaats het apparaat niet vlakbij
of boven een open waterafvoer of
-goot. Binnendringend vocht kan be
-
schadiging van elektrische onderde
-
len tot gevolg hebben.
,
De stelvoeten en de ondergrond
moeten droog zijn. Het apparaat kan
anders tijdens het centrifugeren
gaan glijden.
Plaats het apparaat bij voorkeur op een
betonnen vloer. Op een betonnen vloer
zal het apparaat tijdens het centrifuge-
ren minder snel trillen dan op een hou-
ten of anderszins "zachte" vloer.
^ Plaats de apparatuur waterpas en
stabiel.
^ Zet de apparatuur niet op een zachte
vloerbedekking, omdat de apparaten
anders tijdens het centrifugeren gaan
schudden.
Bij plaatsing op een houten vloer:
^
Zet de zuil op een triplexplaat (mini
-
maal 69x77x3 cm). Deze plaat moet
aan zoveel mogelijk vloerbalken wor
-
den vastgeschroefd, niet alleen aan
vloerplanken.
Kies voor plaatsing in een hoek. Daar is
de stabiliteit van de vloer het grootst.
Transportbeveiliging
verwijderen
^ Druk op het lipje en draai de linker
transportstang van de wasautomaat
met de wijzers van de klok mee (90°).
^
Trek de transportstang eruit.
Plaatsen en aansluiten
77
^
Druk op het lipje en draai de rechter
transportstang tegen de wijzers van
de klok in (90°).
^
Trek de transportstang eruit.
,
Sluit de betreffende gaten af! Als
u de gaten niet afsluit, kunt u zich
verwonden.
^ Sluit de gaten met de bijgeleverde
dopjes af.
,
Zonder transportbeveiliging mag
de zuil niet worden getransporteerd.
Bewaar daarom de transport-
stangen. De transportbeveiliging
moet weer worden gemonteerd,
voordat u de apparatuur vervoert
(bijvoorbeeld bij een verhuizing).
,
Zorg dat het apparaat tijdens het
transport stevig staat.
Transportbeveiliging monteren
Monteer de transportbeveiliging in om
-
gekeerde volgorde.
Plaatsen en aansluiten
78
Stellen
De stelvoeten en de ondergrond moe
-
ten droog zijn. Het apparaat kan anders
tijdens het centrifugeren gaan glijden.
,
Om optimaal te kunnen functio
-
neren, moet de zuil stevig en water
-
pas staan.
Bij niet correcte opstelling neemt het
water- en energieverbruik toe en blijft
de zuil mogelijk niet op zijn plaats
staan.
Voetjes stellen en met contramoeren
vastzetten
Het stellen van de zuil gebeurt met de
vier stelvoeten van de wasautomaat. Bij
aflevering zijn alle voetjes naar binnen
gedraaid.
Plaats eerst de wasautomaat en stel
deze.
^
Draai de contramoer 2 met de bijge
-
leverde sleutel los (met de wijzers
van de klok mee). Draai de contra
-
moer 2 samen met de stelvoet 1 om
-
laag.
^
Controleer met een waterpas of de
automaat goed staat.
^
Houd het voetje 1 met een water
-
pomptang vast. Draai de contramoer
2 weer vast (met een steeksleutel te-
gen de behuizing).
,
Draai de vier contramoeren alle-
maal stevig tegen de behuizing.
Controleer ook de voeten die bij het
stellen niet zijn losgedraaid, anders
blijft de zuil mogelijk niet op zijn
plaats staan.
Plaatsen en aansluiten
79
Droogautomaat plaatsen
^ Draai de 2 schroeven van het bedie-
ningspaneel van de wasautomaat
los. Haal de stekkers van de elektro-
nica en de schakelaar los. Leg het
bedieningspaneel op een veilige
plaats om beschadigingen te voor-
komen. Trek de stekkers voorzichtig
los, zodat de aansluitingen op de
schakelaar niet losraken of bescha-
digd worden.
^
Draai de 4 schroeven los van de
verbindingsplaat aan de achterkant
van de wasautomaat. Leg de
verbindingsplaat weg.
^
Zet de droogautomaat voor de was
-
automaat.
^
Haal de kabels (die aan de onder
-
kant van de droogautomaat te zien
zijn) uit de verpakking.
^
Til de droogautomaat op. Pak het ap
-
paraat op de aangegeven plaatsen
vast.
Let op de afstand tot de achterwand!
Gebruik bij deze werkzaamheden
de juiste beschermmiddelen (hand-
schoenen, etc.).
,
De droogautomaat is zwaar (ca.
74 kg)!
^
Zet met een tweede persoon de
droogautomaat op de wasautomaat.
Gebruik indien mogelijk hefapparatuur.
Plaatsen en aansluiten
80
> 170
^
Plaats de achterste geleiders van de
bodemplaat van de droogautomaat
tussen de geleiderails van de wasau
-
tomaat.
,
Let op!
Pas op uw handen als u de droog
-
automaat op de wasautomaat
plaatst. U kunt zich verwonden!
^ Schuif de droogautomaat op de ge-
leiderails naar achteren (tot de aan-
slag).
Plaatsen en aansluiten
81
^
Bevestig de droogautomaat met 4
schroeven en ringen (bijgeleverd)
aan de geleiderails van de wasauto-
maat.
De verbindingsschroeven tussen de
was- en de droogautomaat moeten
goed zijn aangetrokken (45 Nm)!
^ Sluit de stekkers van de was- en de
droogautomaat op de betreffende
elektronica aan en op de betreffende
aansluitingen van de schakelaar op
het bedieningspaneel.
De witte draden moeten boven bij de
Aan/Uit-knop worden aangesloten.
De bruine draden links bij de
Aan/Uit-knop.
^ Zet het bedieningspaneel met 2
schroeven op de wasautomaat vast.
^ Zet de verbindingsplaat aan de ach-
terkant van de wasautomaat met 4
schroeven vast.
Plaatsen en aansluiten
82
Wateraansluiting
Koudwateraansluiting
De apparatuur mag zonder terugslag
-
klep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat het apparaat ge
-
bouwd is volgens de hiervoor geldende
EU-normen.
De waterdruk moet tussen 100 kPa en
1.000 kPa overdruk liggen. Is de water
-
druk hoger dan 1.000 kPa, dan moet
een reduceerventiel worden geplaatst.
Voor de aansluiting is een kraan met
3/4"-schroefkoppeling vereist. Is geen
kraan aanwezig, dan mag de zuil alleen
door een erkend installateur op de wa-
terleiding worden aangesloten.
,De verbinding staat onder
leidingdruk. Controleer of de aan-
sluiting lekt. Draai de kraan hiervoor
langzaam open. Controleer of de
dichting en de schroefkoppeling
goed zitten.
De toevoerslang (koud – blauwe
strepen) is niet geschikt voor aan
-
sluiting op warm water.
Onderhoud
Als u de slang vervangt, gebruik dan
uitsluitend een originele Miele-slang.
Deze is bestand tegen een druk van
ruim 7.000 kPa.
De zeefjes (in het vrije uiteinde van
de toevoerslang en in het koppel
-
stuk van de watertoevoerklep) mo
-
gen niet worden verwijderd. Zij die
-
nen ter bescherming van de water
-
toevoerklep.
Verlenging slang
Als extra toebehoren zijn bij de Miele
-
vakhandel en bij Miele slangen van 2,5
en 4,0 m verkrijgbaar.
Plaatsen en aansluiten
83
Warmwateraansluiting
Om het elektriciteitsverbruik zo laag
mogelijk te houden, verdient het aanbe
-
veling het apparaat op een ringleiding
voor warm water aan te sluiten. Bij de
kraan mag het water niet warmer zijn
dan 70 °C.
Met een enkele leiding naar de warm
-
waterbron koelt het water te snel af als
de leiding niet continu wordt gebruikt.
Het kost dan extra elektrische energie
om het water weer op te warmen.
Voor de warmwateraansluiting gelden
verder dezelfde voorwaarden als voor
de koudwateraansluiting.
De toevoerslang (warm – rode strepen)
wordt op de waterkraan aangesloten.
Om functionele redenen is het niet
mogelijk om de automaat alleen op
een warmwaterleiding aan te sluiten.
Wanneer de zuil niet op warm water
wordt aangesloten, moet de instelling
Water hoofdwas, Water voorwas en Wa
-
ter spoelen worden aangepast. De toe
-
voerslang (warm) moet worden gede
-
monteerd.
^
Kies in het menu Instellingen/
Exploitatieniveau telkens de optie
Koud.
De programmaduur kan hierdoor toe
-
nemen.
^
Schroef de toevoerslang (warm –
rode strepen) eraf.
^
Plaats het bijgeleverde afdekkapje.
Aansluiting op huishoudwater
De apparatuur is voorbereid op gebruik
van huishoudwater.
^
Schroef het afdekkapje van de klep
voor het huishoudwater.
^ Plaats een extra toevoerslang.
De instellingen voor Water hoofdwas en
Water spoelen moeten dienovereen-
komstig worden aangepast.
^ Kies in het menu Instel-
lingen/Exploitatieniveau telkens de
optie Huishoudwater.
Aansluiting op heet water
De zuil mag op een heetwaterleiding
worden aangesloten (temperatuur
70 °C tot max. 85 °C). Hiervoor moet
een speciale toevoerslang worden ge
-
bruikt. Ook moet het apparaat door
Miele of door uw Miele-vakhandelaar
worden geherprogrammeerd.
Plaatsen en aansluiten
84
Waterafvoer
Uitvoering met afvoerpomp
Het waswater wordt door een pomp af
-
gevoerd (maximale opvoerhoogte 1 m).
Om de waterafvoer niet te belemmeren,
moet de slang zonder knikken worden
gelegd. De adapter aan het uiteinde is
draaibaar en kan eventueel worden ver
-
wijderd.
Mogelijkheden voor de waterafvoer:
1. Via een kunststof afvoerbuis met rub
-
beren nippel (een sifon is niet beslist
noodzakelijk).
2. Via een wastafel met kunststof nip-
pel.
3. Via een afvoerputje.
Indien nodig kan de afvoerslang tot
maximaal 5 m worden verlengd. De be-
nodigde onderdelen zijn verkrijgbaar bij
de Miele-vakhandel en bij Miele.
Voor een opvoerhoogte van meer dan
1 m (tot maximaal 1,6 m) is bij de Miele
-
vakhandel en bij Miele een speciale af
-
voerpomp verkrijgbaar.
Plaatsen en aansluiten
85
Elektrische aansluiting
De zuil heeft twee flexibele aansluitka
-
bels zonder stekkers.
,
Op het typeplaatje staat informa
-
tie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk deze ge
-
gevens met de waarden van het
elektriciteitsnet.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op
een elektrische installatie die voldoet
aan alle daarvoor geldende voorschrif
-
ten, verordeningen en richtlijnen (zoals
NEN 1010).
Daarnaast moeten alle relevante veilig-
heidsvoorschriften in acht worden ge-
nomen, alsmede de regels van de tech-
niek.
De aansluiting mag alleen door een
vakman worden uitgevoerd.
De zuil kan via vaste aansluitingen of
via een stekkersysteem volgens
IEC 60309-1 worden aangesloten.
Een stekkersysteem wordt aanbevolen,
omdat elektrische veiligheidscontroles
(bij reparaties, onderhoud, etc.) dan
eenvoudig kunnen worden uitgevoerd.
Beide aansluitingen van de apparaten
moeten met een gemeenschappelijke
schakelaar met alle polen van de net
-
spanning kunnen worden losgekoppeld
(volgens IEC 60947-1).
De schakelaar voor het loskoppelen
van de netspanning en het stekkersys
-
teem moeten bij het apparaat worden
geïnstalleerd.
Beide moeten duidelijk herkenbaar en
goed toegankelijk zijn.
,
Als de persoon die de werk
-
zaamheden aan het apparaat
uitvoert niet zelf kan waarborgen dat
de schakelaar voor het loskoppelen
van de netspanning in de UIT-stand
staat, moet de schakelaar in die
stand vergrendelbaar zijn!
Plaatsen en aansluiten
86
Principe
,
De zuil mag alleen worden ge
-
bruikt als de vochtige lucht die bij
het drogen vrijkomt via een luchtaf
-
voerkanaal naar buiten wordt afge
-
voerd!
Tijdens de installatie van het afvoerka
-
naal moet de zuil spanningsvrij zijn.
Het uiteinde van het afvoerkanaal (bij
-
voorbeeld een buis door de buiten
-
muur) moet zo worden geplaatst dat de
vochtige lucht...
. . . niet naar het vertrek kan worden te-
ruggezogen;
. . . geen bouwtechnische schade of
overlast veroorzaakt.
De voor het drogen benodigde lucht
wordt uit het vertrek aangezogen.
Zorg daarom voor voldoende luchttoe-
voer. Er bestaat anders
verstikkingsgevaar, omdat mogelijk
verbrandingsgassen worden teruggezo-
gen (uit andere technische installaties of
stookplaatsen). Daarnaast kan ook de
droogtijd aanzienlijk toenemen.
Bij oplopende afvoerbuizen dient op
het laagste punt een condensafvoer te
worden geïnstalleerd. Het condenswa
-
ter moet via een lekbak of, indien mo
-
gelijk, via een geschikt vloerputje wor
-
den afgevoerd.
Maatregelen voor voldoende ventila
-
tie
Open een venster.
Plaats een raamschakelaar, zodat de
droogautomaat alleen kan worden in
-
geschakeld als het raam open is.
Zorg voor een ventilatieopening in de
buitenmuur die niet kan worden afge
-
sloten (min. 237 cm
2
).
Gebruik geen:
lange afvoerbuizen.
buizen met veel en nauwe bochten.
U voorkomt zo dat de droogcapaciteit
afneemt en dat de droogtijd en het
energieverbruik toenemen.
Gebruik:
voor het afvoerkanaal:
een flexibele buis* of een kunststof
waterafvoerbuis (bijvoorbeeld
HT-buizen) met een minimale diame-
ter van 100 mm.
voor de afvoer naar buiten:
een muurpijp* of vensteraansluiting*.
* bij te bestellen
Installatie luchtafvoer
87
Totale buislengte berekenen
Door de bochten en diverse onderde
-
len van de afvoerbuis ondervindt de af
te voeren lucht weerstand. Deze lucht
-
weerstand komt tot uiting in de term ex
-
tra buislengte. De extra buislengte
staat voor de weerstand van bijvoor
-
beeld een bocht en wordt omgerekend
in meters rechte buis (tabel I).
De som van de extra buislengtes is de
totale buislengte. De totale buislengte
geeft aan hoe groot de weerstand van
het gehele afvoersysteem is.
Omdat een grote buisdiameter minder
weerstand oplevert, dient u bij een gro-
te totale buislengte een grotere buisdia-
meter te gebruiken (tabel II).
Werkwijze
1. Bepaal de lengte van de recht
te
plaatsen afvoerbuis
. Vermenigvuldig
deze waarde met de betreffende ex-
tra buislengte uit tabel I.
2. Bepaal het benodigde aantal boch
-
ten en onderdelen. Tel de bijbeho
-
rende extra buislengtes aan de hand
van tabel I bij elkaar op.
3. Tel alle zojuist berekende extra
buislengtes op. U heeft nu de totale
buislengte.
4. Kijk in tabel II welke buisdiameter bij
deze totale buislengte hoort.
Tabel I
Onderdeel Extra buis
-
lengte
Zeer flexibele buis*
1 m recht gelegd
Bocht 45°
(buigradius = 0,25 m)
Bocht 90°
(buigradius = 0,25 m)
1,8 m
1,5 m
2,5 m
Flexibele buis (of
Alu-Flex-buis)* / kunststof
waterafvoerbuis
1 m recht gelegd / c.q. 1 m
rechte buis
Bocht 45°
(buigradius = 0,25 m)
Bocht 90°
(buigradius = 0,25 m)
1,0 m
0,6 m
0,8 m
Muurpijp* of vensteraansluiting*
Met rooster
Met terugslagklep
3,8 m
1,5 m
Terugslagklep* voor aansluiting
op gezamenlijke afvoer
(zie ook "Gezamenlijke afvoer")
14,3 m
* bij te bestellen
Tabel II
Maximaal toegestane
totale buislengte
Vereiste buisdia
-
meter
20 m
40 m
80 m
100 mm
125 mm
150 mm
Installatie luchtafvoer
88
Rekenvoorbeeld
A Muurpijp met rooster
= 1 x 3,8 m extra buislengte = 3,8 m
B/D 2 bochten, 90°, kunststof
waterafvoerbuis
= 2 x 0,8 m extra buislengte = 1,6 m
C 0,5 m kunststof waterafvoerbuis
=0,5x1mextra buislengte = 0,5 m
Totale buislengte = 5,9 m
Resultaat: De totale buislengte is min
-
der dan 20 m. Volgens tabel II is in dat
geval een buisdiameter van 100 mm
voldoende.
Afmetingen aansluiting
luchtafvoer
Bovenkant
Achterkant
Installatie luchtafvoer
89
Afvoersysteem met buizen
Met de adapter kunt u ook buizen in
-
stalleren.
Benodigd:
De adapter.
Een muurpijp* of een vensteraanslui
-
ting*.
Een kunststof waterafvoerbuis (ver
-
krijgbaar bij de vakhandel). Bij een
buisdiameter van meer dan 100 mm
zijn speciale overgangsbuizen nodig
(bijvoorbeeld van C 100 naar
125 mm).
(* bij te bestellen)
^
Installeer de adapter (1) en de buis
(2).
Voorbeeld: Muurpijp
1. Muurpijp (bij een muurpijp
van Miele hoort een aparte
montagehandleiding)
2. Adapter
3. Kunststof waterafvoerbuis,
diameter DN 100
Installatie luchtafvoer
90
Afvoersysteem met flexibele
buizen
Met de adapter kunt u ook een flexi
-
bele afvoerbuis installeren.
Benodigd:
De adapter.
Een afvoerbuis* (zeer flexibel, flexi
-
bel of Alu-Flex).
Een muurpijp* of een vensteraanslui
-
ting*.
* (bij te bestellen)
^
Installeer de adapter (1) en de flexi
-
bele buis* (2).
Voorbeeld: Schoorsteenaansluiting
,
De afgevoerde lucht mag niet
worden afgevoerd via een afvoerka
-
naal dat wordt gebruikt voor rook of
verbrandingsgassen dan wel via
een schacht die dient voor de ont
-
luchting van ruimten met stookplaat
-
sen.
1. Buis met aansluitstuk
(horen bij een muurpijp van Miele)
2. Adapter voor een flexibele afvoer
-
buis
3. Afvoerkanaal, tegen vocht geïsoleerd
Installatie luchtafvoer
91
Voorbeeld: Vensteraansluiting
1. Vensteraansluiting (in plexiglas inge-
zet)
(Bij een vensteraansluiting van Miele
hoort een aparte montagehandlei
-
ding.)
2. Adapter voor een flexibele afvoer
-
buis
Installatie luchtafvoer
92
Gezamenlijke afvoer
,
Bij aansluiting van meerdere
droogautomaten op één afvoerlei
-
ding, moet u elke droogautomaat
met een terugslagklep R recht
-
streeks op de afvoerleiding aanslui
-
ten! Hiervoor zijn bepaalde acces
-
soires* nodig (zie volgende pagina).
,
Als u dat niet doet, kunnen de
droogautomaten beschadigd raken
en kan de elektrische veiligheid niet
worden gegarandeerd.
Bij installatie van 3 tot maximaal 5 au
-
tomaten moet de buisdiameter D wor
-
den vergroot.
Aantal
automa
-
ten
Vergrotingsfactor voor de buis-
diameter uit tabel II
3
4-5
1,25
1,5
Installatie luchtafvoer
93
1 Aansluiting op luchtafvoerleiding
2 Miele-terugslagklep*
3 Extra Miele-adapter*
4 Miele-afvoerbuis*, zeer flexibel
^ Druk de terugslagklep (2) helemaal in
de adapter (3).
* bij te bestellen
Installatie luchtafvoer
94
Hoogte 1930 mm
Breedte 700 mm
Diepte 752 mm
Diepte bij geopende deur 1248 mm
Gewicht 209 kg
Maximale vloerbelasting (in gebruik) 3600 Newton (ca. 360 kg)
Capaciteit telkens 8,0 kg droog wasgoed
Aansluitspanningen zie typeplaatje
Aansluitwaarden zie typeplaatje
Zekeringen zie typeplaatje
Gegevens gloeilamp zie typeplaatje
Geluidsemissie
op de werkplek
volgens EN ISO 11204/11203
<70dBre2Pa
Waterdruk minimaal 100 kPa (1 bar)
Waterdruk maximaal 1000 kPa (10 bar)
Lengte toevoerslang 1,55 m
Lengte aansluitkabel 1,80 m
Opvoerhoogte maximaal (afvoerpomp) 1,00 m
Gehanteerde normen inzake
productveiligheid
volgens EN 10472, EN 60335
Keurmerken zie typeplaatje
Technische gegevens
95
Wijzigingen voorbehouden/1513
M.-Nr. 09 153 881 / 00
M.-Nr. 09 153 881 / 00
93


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele Professional PWT 6089 Vario at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele Professional PWT 6089 Vario in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,39 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info