523772
15
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/72
Next page
Gebruiks- en montagehandleiding
Keramische inductiekookplaten
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa-
raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u
voorkomt schade aan uw apparaat.
nl-NL M.-Nr. 10 023 430
Inhoud
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen......................................................... 4
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 15
Overzicht .............................................................................................................. 16
Kookplaat .............................................................................................................. 16
KM 6328-1........................................................................................................ 16
KM 6366-1 / KM 6367-1 ..................................................................................17
Bedieningselementen/displays.............................................................................. 18
Kookzones............................................................................................................. 20
Ingebruikneming van het apparaat.................................................................... 22
Kookplaat voor de eerste keer reinigen................................................................. 22
Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen.................................................. 22
Inductie................................................................................................................. 23
Principe ................................................................................................................. 23
Geluiden ................................................................................................................ 24
De juiste pannen.................................................................................................... 25
Tips om energie te besparen ............................................................................. 26
Tabel vermogensstanden ................................................................................... 27
Bediening ............................................................................................................. 28
Principe van de bediening..................................................................................... 28
Inschakelen ........................................................................................................... 29
Vermogensstand instellen/wijzigen ....................................................................... 29
Uitschakelen.......................................................................................................... 29
Restwarmte-indicatie ............................................................................................ 29
PowerFlex-kookvlak .............................................................................................. 30
Aankookautomaat ................................................................................................. 31
Booster.................................................................................................................. 32
Warmhouden......................................................................................................... 34
Timer..................................................................................................................... 35
Kookwekker........................................................................................................... 35
Kookzone automatisch uitschakelen..................................................................... 35
Timerfuncties tegelijk gebruiken............................................................................ 36
Extra functies....................................................................................................... 37
Stop&Go................................................................................................................ 37
Recall..................................................................................................................... 37
Beveiligingen........................................................................................................ 38
Inschakelblokkering............................................................................................... 38
Inhoud
3
Veiligheidsuitschakeling ........................................................................................ 39
Oververhittingsbeveiliging ..................................................................................... 40
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 41
Nuttige tips........................................................................................................... 43
Bij te bestellen accessoires................................................................................ 46
Miele@home / Con@ctivity ................................................................................ 47
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 49
Veiligheidsafstanden ........................................................................................... 50
Kookplaten met randlijst / facetrand................................................................. 54
Aanwijzingen voor het inbouwen........................................................................... 54
Inbouwmaten......................................................................................................... 55
KM 6328-1........................................................................................................ 55
KM 6366-1........................................................................................................ 56
Inbouwen............................................................................................................... 57
Kookplaten zonder randlijst ............................................................................... 58
Aanwijzingen voor het inbouwen........................................................................... 58
Inbouwmaten......................................................................................................... 59
KM 6367-1........................................................................................................ 59
Inbouwen............................................................................................................... 60
Elektrische aansluiting........................................................................................ 62
Service.................................................................................................................. 65
Contact bij storingen ............................................................................................. 65
Typeplaatje ............................................................................................................ 65
Garantie................................................................................................................. 65
Productinformatiebladen.................................................................................... 66
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
4
Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van
het apparaat tot gevolg hebben.
Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Miele kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is
ontstaan doordat de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet
in acht zijn genomen.
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
5
Verantwoord gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt.
Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke situaties voor
het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere
doeleinden is niet toegestaan.
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoog-
te zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! De personen die
het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Wanneer er kinderen in huis zijn
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu-
rend toezicht houdt.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een
foutieve bediening.
Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.
Houd kinderen in de gaten wanneer deze zich in de buurt van de
kookplaat bevinden. Laat ze nooit met de kookplaat spelen.
De kookplaat wordt tijdens het gebruik heet en blijft dat ook nog
enige tijd nadat deze is uitgeschakeld. Houd kinderen op een af-
stand, totdat de kookplaat voldoende is afgekoeld en er geen ver-
brandingsgevaar meer bestaat.
Verbrandingsgevaar!
Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn, boven
of achter de kookplaat. Dat kan kinderen ertoe brengen op het appa-
raat te klimmen.
Verbrandingsgevaar!
Draai de grepen van de pannen zo dat ze zich boven het werkblad
bevinden, zodat kinderen de pannen niet van het apparaat kunnen
trekken.
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat
niet onbedoeld kunnen inschakelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Technische veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont-
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uit-
sluitend uitvoeren door vakmensen die door Miele zijn geautoriseerd.
Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar
brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een
beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.
De kookplaat kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren als
deze op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De elektrische veiligheid van de kookplaat is uitsluitend gegaran-
deerd als deze wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist overeenkomen met de waarden van het elektriciteits-
net om beschadiging van de kookplaat te voorkomen.
Vergelijk deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel
een elektricien.
Stekkerdozen of verlengsnoeren bieden niet voldoende veiligheid
(brandgevaar). Gebruik deze niet voor het aansluiten van de kook-
plaat op het elektriciteitsnet.
Gebruik de kookplaat alleen als deze is ingebouwd, zodat de vei-
ligheid gewaarborgd is.
Deze kookplaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een
technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van Miele-onderdelen kunnen wij garan-
deren dat zij volledig aan de veiligheidseisen voldoen.
De kookplaat mag niet worden gebruikt met een externe schakel-
klok of een systeem dat op afstand werkt.
De kookplaat moet door een elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten (zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting").
Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een elektri-
cien worden vervangen door een speciale aansluitkabel van het type
H 05 VV-F (PVC-geïsoleerd). Zie hoofdstuk "Elektrische aansluiting".
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de
kookplaat volledig van het elektriciteitsnet losgekoppeld zijn. Ga
daarvoor als volgt te werk:
schakel de zekeringen in uw zekeringkast uit of
draai de zekeringen in uw zekeringkast er helemaal uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos. Trek daarbij
aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Gevaar voor elektrische schok!
Neem de kookplaat niet in gebruik bij een defect of bij breuken,
scheuren en barsten in de keramische plaat c.q. schakel het appa-
raat meteen uit. Maak de kookplaat spanningsvrij. Neem vervolgens
contact op met Miele.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de
deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een
gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen
het apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur
pas als de restwarmte-indicatoren (afhankelijk van het model) ge-
doofd zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
Veilig gebruik
De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en blijft dat ook
nog enige tijd na het uitschakelen. Zodra het lampje voor de rest-
warmte (afhankelijk van het model) is uitgegaan, is het verbrandings-
gevaar geweken.
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een
brand met olie of vet nooit met water.
Schakel het apparaat uit en doof de vlammen voorzichtig met een
deksel of een blusdeken.
Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de af-
zuigkap in brand vliegen.
Spuitbussen, licht ontvlambare vloeistoffen en brandbare materia-
len kunnen bij verhitting vlam vatten. Bewaar dergelijke producten
daarom niet in een schuiflade onder het apparaat. Een eventuele be-
stekbak moet van hittebestendig materiaal zijn.
Verwarm kookgerei nooit zonder inhoud.
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen openbar-
sten. Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten
blikken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
Als de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materi-
aal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kook-
plaat per ongeluk inschakelt of als deze nog heet is. Dek de kook-
plaat nooit af met bijvoorbeeld afdekplaten, een doek of bescherm-
folie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
Als de kookplaat ingeschakeld is, als u deze per ongeluk inscha-
kelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico dat
metalen voorwerpen die op de kookplaat liggen heet worden. Ander
materiaal kan smelten of vlam vatten. Vochtige pannendeksels kun-
nen zich vastzuigen. Gebruik de kookplaat niet als legplank. Schakel
de kookzones na gebruik uit!
U kunt zich aan de hete kookplaat branden. Gebruik daarom altijd
ovenhandschoenen of pannenlappen als u met het hete apparaat
werkt. Gebruik alleen droge handschoenen of pannenlappen. Nat of
vochtig textiel geleidt de warmte beter en kan door stoom verbran-
dingen veroorzaken.
Als u een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld een mixer) in de buurt
van de kookplaat gebruikt, mag de aansluitkabel niet in contact ko-
men met de hete kookplaat. De isolatie van de kabel zou beschadigd
kunnen raken.
Zout, suiker of zandkorrels (bijvoorbeeld van groente) kunnen
krassen veroorzaken als ze onder de pan komen. Zorg dat de kera-
mische glasplaat en de panbodem schoon zijn, voordat u het kook-
gerei op de kookplaat plaatst.
Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een
licht voorwerp zoals een zoutvaatje kan scheuren of barsten veroor-
zaken.
Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de
elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen-
sortoetsen en de displays.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Als suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op
een hete kookzone terechtkomt en smelt, gaat u als volgt te werk:
Vermeng suikerhoudende stoffen onmiddellijk met water. Schakel
vervolgens de kookzone uit en verwijder de stoffen met een schra-
per, zolang de plaat nog heet is. Als u de stoffen eerst laat afkoelen,
kan de keramische plaat beschadigd raken. Draag tijdens de reini-
ging ovenhandschoenen. Reinig de kookplaat met een reinigings-
middel voor keramische platen, zodra de plaat is afgekoeld.
Door drooggekookte pannen kan de keramische plaat beschadigd
raken. Houd daarom altijd toezicht op de kookplaat!
Gebruik alleen pannen met een gladde bodem. Een ruwe bodem
kan krassen op de keramische plaat veroorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaatsen. U voorkomt zo vlekken
door wrijving en krassen.
Doordat inductiekookzones heel snel heet worden, kan de tempe-
ratuur in de panbodem snel de zelfontbrandingstemperatuur van olie
of vet bereiken. Houd daarom altijd toezicht op het apparaat!
Verhit vetten en olie hooguit gedurende een minuut en gebruik
daarvoor nooit de booster.
Alleen voor personen met een pacemaker: In de directe omgeving
van de ingeschakelde kookplaat ontstaat een elektromagnetisch
veld. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pace-
maker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabri-
kant van de pacemaker of met uw arts.
Het elektromagnetische veld van de ingeschakelde kookplaat kan
de werking van magnetiseerbare voorwerpen beïnvloeden. Houd
creditcards, opslagmedia, rekenmachines etc. uit de buurt van het
ingeschakelde apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden
bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief
gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die
zich meteen onder de kookplaat bevindt.
De kookplaat is voorzien van een ventilator. Als zich onder het in-
gebouwde apparaat een lade bevindt, moet de afstand tussen de in-
houd van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende zijn,
zodat de ventilatie van de kookplaat is gewaarborgd. Bewaar geen
spitse en kleine voorwerpen of papier in de lade. Deze voorwerpen
kunnen via de ventilatieopeningen in de behuizing terechtkomen of
aangezogen worden en zo de ventilator beschadigen of de koeling
beïnvloeden.
Plaats nooit twee pannen tegelijk op een kook-/braadzone of Po-
werFlex-kookvlak.
Als de pan slechts gedeeltelijk op de kook- of braadzone staat,
kunnen de handgrepen heet worden.
Plaats de pan altijd in het midden van de kook- of braadzone.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
Reiniging en onderhoud
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Schakel de kookplaat niet in als deze boven een pyrolyse-oven of
-fornuis is ingebouwd en de pyrolysefunctie actief is, omdat de over-
verhittingsbeveiliging van de kookplaat zou kunnen reageren (zie het
betreffende hoofdstuk).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
15
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Door hergebruik van verpakkingsmateri-
aal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
in het algemeen terug.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap-
paraten bevatten meestal waardevolle
materialen. Ze bevatten ook stoffen,
mengsels en onderdelen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone huisafval
doet of er niet goed mee omgaat, kun-
nen deze stoffen schadelijk zijn voor de
gezondheid en het milieu. Doe uw oude
apparaat daarom nooit bij het gewone
afval.
Lever het apparaat in bij een gemeente-
lijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur, bij uw vak-
handelaar of bij Miele. U bent wettelijk
zelf verantwoordelijk voor het wissen
van eventuele persoonlijke gegevens op
het af te danken apparaat. Bewaar het
afgedankte apparaat buiten het bereik
van kinderen.
Overzicht
16
Kookplaat
KM 6328-1
e
a
8
8
8
8
0
0
b c
d
a
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
b
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
ab
te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak
c
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
d
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
cd
te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak
e
Bedieningselementen/displays
Overzicht
17
KM 6366-1 / KM 6367-1
a
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
b
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
ab
te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak
c
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
cf
te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak
d
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
de
te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak
e
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
f
PowerFlex-kookzone met TwinBooster
g
Bedieningselementen/displays
Overzicht
18
Bedieningselementen/displays
8
8
0
0
a
b
c
min
d
e
f
g
h
i
j
k
l
m
Sensortoetsen
a
Kookplaat in-/uitschakelen
b
Stop and Go activeren/deactiveren
ab
Inschakelblokkering/vergrendeling activeren/deactiveren
c
Timer
- In-/uitschakelen
- Wisselen tussen de timerfuncties
- Selectie van een kookzone (zie hoofdstuk "Kookzone automatisch uitschake-
len")
d
Kookwekkertijd/uitschakeltijd instellen
e
Warmhoudstand in-/uitschakelen
Overzicht
19
f
Vermogensstand instellen
g
PowerFlex-kookvlak in-/uitschakelen
Controlelampjes
h
Inschakelblokkering geactiveerd
k
Timer
i
Kookzonedisplay
Kookzone gebruiksklaar
Warmhoudstand
tot Vermogensstand
Stand 1 TwinBooster
Booster/stand 2 TwinBooster
Ontbrekende of ongeschikte pannen (zie hoofdstuk "Inductie")
Restwarmte
Aankookautomaat
Automatische uitschakeling geprogrammeerd
Timerdisplay
j
Tijd in minuten
l
Kookwekker
 Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd
Symbolen
m
Kookzonetoewijzing (afhankelijk van het model)
Overzicht
20
Kookzones
Kookzone KM 6328-1
Øin cm* Vermogen in Watt bij 230 V**
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
+
+
22–23 /
15x23–23x39
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
3400
4800
7300
Totaal 7300
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebrui-
ken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van
de gebruikte pannen.
Overzicht
21
Kookzone KM 6366-1 / KM 6367-1
Øin cm* Vermogen in Watt bij 230 V**
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3300
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3300
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
15–23 Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
2100
3000
3650
+ 22–23 /
15x23–23x39
Normaal
Booster
3400
3650
+
+
22–23 /
15x23–23x39
Normaal
TwinBooster, stand 1
TwinBooster, stand 2
3400
4800
7300
Totaal 11000
* Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebrui-
ken.
** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van
de gebruikte pannen.
Ingebruikneming van het apparaat
22
Plak het typeplaatje dat bij de docu-
mentatie gevoegd is op de daarvoor
bestemde plaats in het hoofdstuk
"Service".
Verwijder eventueel aanwezige be-
schermfolies en stickers.
Kookplaat voor de eerste keer
reinigen
Wis uw kookplaat voor het eerste ge-
bruik af met een vochtige doek en
droog de plaat weer af.
Kookplaat voor de eerste keer
in gebruik nemen
De onderdelen van metaal worden met
een onderhoudsmiddel beschermd. Als
het apparaat voor het eerst in gebruik
wordt genomen, ontstaan daardoor
geuren en eventueel ook damp. Ook
door de verwarming van de inductie-
spoelen wordt tijdens de eerste ge-
bruiksuren een geur afgegeven. Bij ie-
der verder gebruik wordt de geur min-
der en deze verdwijnt uiteindelijk volle-
dig.
De geur en de eventueel optredende
damp wijzen niet op een verkeerde aan-
sluiting of een defect en zijn ook niet
schadelijk voor de gezondheid.
Denk eraan dat de opwarmtijd bij in-
ductiekookplaten veel korter is dan bij
gewone kookplaten.
Inductie
23
Principe
Onder de keramische plaat bevinden
zich inductiespoelen. Als u een kookzo-
ne inschakelt, genereren deze spoelen
een magneetveld waardoor de bodem
van de pan heet wordt. De kookzone
zelf wordt alleen indirect verwarmd door
de stralingswarmte van de pan.
Een inductiekookzone reageert alleen
op pannen met een magnetiseerbare
bodem (zie "De juiste pannen"). Het
systeem houdt automatisch rekening
met de grootte van de gebruikte pan.
In het kookzonedisplay knipperen af-
wisselend het symbool en de inge-
stelde vermogensstand,
als u een kookzone zonder pan of
met een ongeschikte pan (met niet
magnetiseerbare bodem) inschakelt.
als de bodemdiameter van de pan te
klein is.
als u de pan van een ingeschakelde
kookzone haalt.
Als u binnen 3 minuten een geschikte
pan op de kookzone zet, verdwijnt het
symbool en kunt u gewoon doorgaan.
Als u geen (geschikte) pan gebruikt,
wordt de kookzone na 3 minuten auto-
matisch uitgeschakeld.
Als het apparaat ingeschakeld is,
als u het apparaat per ongeluk in-
schakelt of als het nog warm is van
het koken, bestaat het risico dat me-
talen voorwerpen die op de kook-
plaat liggen heet worden.
Pas op dat u zich niet verbrandt!
Gebruik de kookplaat niet als leg-
plank. Schakel de kookzones na ge-
bruik uit met de betreffende sensor-
toetsen.
Inductie
24
Geluiden
Bij gebruik van een inductiekookplaat
kunnen in het kookgerei allerlei geluiden
ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk
van het materiaal en de constructie van
de bodem van het kookgerei.
Op een hoge vermogensstand kan het
apparaat een bromgeluid veroorzaken.
Dit geluid neemt af of verdwijnt als u
een lagere vermogensstand instelt.
Bij pannen met een bodem die uit ver-
schillende materialen bestaat (bijvoor-
beeld een sandwichbodem) kan een
knetterend geluid optreden.
Er kan een fluitend geluid ontstaan als
de met elkaar verbonden kookzones
(zie "Booster") tegelijk zijn ingeschakeld
en op de kookzones pannen staan met
een bodem die uit verschillende materi-
alen bestaat (bijvoorbeeld een sand-
wichbodem).
Vooral bij lage vermogensstanden kun-
nen bij elektronische schakelingen klik-
geluiden optreden.
Er kan een zoemend geluid ontstaan als
de ventilator wordt ingeschakeld. De
ventilator koelt de elektronica als u de
kookplaat intensief gebruikt. Ook nadat
u het apparaat heeft uitgeschakeld, kan
de ventilator doorlopen.
Inductie
25
De juiste pannen
Geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een magnetiseer-
bare bodem.
geëmailleerd staal.
gietijzer.
Niet geschikt zijn pannen van:
roestvrij staal met een niet magneti-
seerbare bodem.
aluminium of koper.
glas, keramiek of aardewerk.
Als u niet zeker weet of een pan ge-
schikt is voor inductie, houdt u een
magneet tegen de bodem van de pan.
Als de magneet blijft hangen, is de pan
over het algemeen geschikt.
Als u een ongeschikte pan gebruikt,
knipperen in het kookzone-display af-
wisselend het symbool en de inge-
stelde vermogensstand.
De eigenschappen van de bodem van
de pan kunnen het bereidingsresultaat
beïnvloeden (bijvoorbeeld bij het bruine-
ren van pannenkoeken).
Kies voor een optimaal gebruik van
de kookzone een pan met een ge-
schikte bodemdiameter (zie "Kookzo-
nes"). Als de pan te klein is, wordt
deze niet herkend en knipperen in het
kookzone-display afwisselend het
symbool en de ingestelde vermo-
gensstand.
Gebruik alleen pannen met een glad-
de bodem. Een ruwe bodem kan
krassen op de keramische plaat ver-
oorzaken.
Til pannen op als u ze wilt verplaat-
sen. U voorkomt zo vlekken door
wrijving en krassen.
Houd er bij de aanschaf rekening
mee dat pannenfabrikanten vaak de
maximale diameter of de diameter
aan de bovenkant vermelden. Van
belang is echter alleen de (meestal
kleinere) bodemdiameter.
Gebruik bij voorkeur pannen met een
rechte rand. Bij pannen met een
schuine rand werkt de inductie ook
op de rand van de pan. De rand kan
hierdoor verkleuren, een coating kan
afbladderen.
Tips om energie te besparen
26
Bereid gerechten zoveel mogelijk al-
leen in gesloten potten of pannen.
Dat voorkomt dat onnodig warmte
ontwijkt.
Gebruik voor een kleine hoeveelheid
een kleine pan. Voor een kleine pan is
minder energie nodig dan voor een
grote, niet geheel gevulde pan.
Gebruik zo weinig mogelijk water.
Schakel na het aankoken of aanbra-
den op tijd terug naar een lagere ver-
mogensstand.
Gebruik een snelkookpan om de be-
reidingstijd te verkorten.
Tabel vermogensstanden
27
Vermogens-
stand
Boter smelten
Gelatine oplossen
1–2
Rijstepap, havermoutpap maken 2
Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen
Rijst wellen
Groente ontdooien (in een blok)
Graan wellen
3
Verwarmen van vloeibare en halfvaste gerechten
Bereiden van een omelet en van spiegeleieren zonder
korst Stoven van vruchten
Deegwaren wellen
4
Groente, vis stoven Diepvriesproducten ontdooien en verwar-
men
5
Aankoken van grote hoeveelheden, bijv. eenpansgerechten
Gebonden saus of roomsaus maken, bijv. witte-wijnsaus
of sauce hollandaise
Eieren behoedzaam bakken (zonder oververhitting van het vet)
6
Behoedzaam braden (zonder oververhitten van het vet) van vis,
schnitzel, braadworst
Bakken van aardappelpannenkoekjes, pannenkoeken, eierkoe-
ken
7
Aanbraden van stoofgerechten 8
Grote hoeveelheden water koken
Aankoken
9
De gegevens zijn richtwaarden. Het vermogen van de inductiespoel varieert naargelang de
grootte en het materiaal van de bodem van de pan. Voor uw pannen kunnen de vermogens-
standen dus enigszins afwijken. Bepaal door praktisch gebruik de optimale instellingen voor
uw pannen. Stel voor nieuwe pannen waarvan u de gebruikseigenschappen niet kent de
vermogensstand één stand lager in dan aangegeven.
Bediening
28
Principe van de bediening
Uw keramische kookplaat heeft elektro-
nische sensortoetsen die op vingercon-
tact reageren. De sensortoets aan/uit
moet bij het inschakelen om veiligheids-
redenen iets langer worden aangeraakt
dan de overige toetsen.
Elke reactie van de toetsen wordt be-
vestigd met een akoestisch signaal.
Storing door vuile en/of bedekte sen-
sortoetsen.
De sensortoetsen reageren niet of er
worden ongewenste schakelingen
uitgevoerd, eventueel wordt de kook-
plaat automatisch uitgeschakeld (zie
hoofdstuk "Veiligheidsuitschake-
ling"). Hete pannen op de sensor-
toetsen/displays kunnen de daaron-
der liggende elektronica bescha-
digen.
Houd de sensortoetsen en displays
schoon, plaats er geen voorwerpen
op en ook geen hete pannen.
Bediening
29
Brandgevaar!
Houd toezicht op de kookplaat als
deze in gebruik is!
Houdt u er rekening mee dat de op-
warmtijd bij inductiekookplaten veel
korter is dan bij gewone kookplaten.
Inschakelen
Tip de - sensortoets aan.
In de displays van alle kookzones ver-
schijnt . Voert u daarna geen waarden
in, dan wordt de kookplaat om veilig-
heidsredenen na enkele seconden weer
uitgeschakeld.
Vermogensstand instellen/wij-
zigen
Raak op het betreffende bedienings-
paneel de sensortoets van de ge-
wenste vermogensstand aan.
In het kookzonedisplay wordt de geko-
zen vermogensstand weergegeven.
Uitschakelen
Om een kookzone uit te schakelen,
raakt u de sensortoets 0 op het be-
treffende bedieningspaneel aan.
Om de kookplaat en daarmee alle
kookzones uit te schakelen raakt u de
sensortoets aan.
Restwarmte-indicatie
Als een kookzone warm is, brandt na
het uitschakelen de restwarmte-indica-
tie.
De streepjes van de restwarmte-indica-
tie verdwijnen één voor één als de
kookzone afkoelt. Het laatste streepje
verdwijnt als de kookzone zover is afge-
koeld dat u deze zonder gevaar kunt
aanraken.
Verbrandingsgevaar! Raak de
kookzone niet aan als de restwarm-
te-indicatie nog brandt.
Bediening
30
PowerFlex-kookvlak
U kunt de PowerFlex-kookzones tot een
groot PowerFlex-kookvlak samenvoe-
gen (zie hoofdstuk "Overzicht – Kook-
plaat"). De instellingen voor het kook-
vlak worden met de voorste of linker
PowerFlex-kookzone bestuurd.
Inschakelen
Raak de sensortoets of aan.
Op het display van de achterste of
rechter kookzone brandt .
Stel de gewenste vermogensstand in
door het aanraken van de betreffende
sensortoets op het bedieningspaneel
van de voorste of linker kookzone.
Uitschakelen
Raak de sensortoets of aan.
Bediening
31
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is,
wordt de betreffende kookzone een be-
paalde tijd op het hoogste vermogen in-
geschakeld (aankoken). Daarna wordt
naar de ingestelde vermogensstand
(doorkookstand) teruggeschakeld. De
bereidingstijd hangt af van de inge-
stelde doorkookstand (zie tabel).
Activeren
Raak de sensortoets van de ge-
wenste doorkookstand zo lang aan,
tot een signaal weerklinkt en in de
kookzonedisplay de doorkookstand
begint te knipperen.
Gedurende de bereidingstijd (zie tabel)
knipperen afwisselend de ingestelde
doorkookstand en .
Als u tijdens de bereidingstijd de door-
kookstand wijzigt, deactiveert u de
aankookautomaat.
Deactiveren
Raak de sensortoets van de inge-
stelde doorkookstand zo lang aan, tot
het display statisch brandt.
of
Stel een andere vermogensstand in.
Doorkookstand Aankooktijd
[min : sec]
1 ca. 0:15
2 ca. 0:15
3 ca. 0:25
4 ca. 0:50
5 ca. 2:00
6 ca. 5:50
7 ca. 2:50
8 ca. 2:50
9
Bediening
32
Booster
De kookzones zijn uitgerust met een
booster of TwinBooster (zie hoofdstuk
"Overzicht – Kookplaat"). U kunt de
booster maximaal voor twee kookzones
tegelijk gebruiken.
Met de booster kan een hoger vermo-
gen worden geleverd om snel grote
hoeveelheden te kunnen verwarmen
(bijv. grote hoeveelheden water voor het
koken van pasta). Dit hoger vermogen
is maximaal 15 minuten actief.
U kunt de booster voor maximaal twee
kookzones tegelijk gebruiken.
Als u de booster inschakelt, terwijl
geen vermogensstand is ingesteld,
wordt na afloop van de boostertijd of
bij het eerder uitschakelen van de
functie automatisch teruggeschakeld
naar vermogensstand 9.
wel een vermogensstand is ingesteld,
wordt na afloop van de boostertijd of
bij het eerder uitschakelen van de
functie automatisch teruggeschakeld
naar de ingestelde vermogensstand.
Er zijn telkens twee kookzones met el-
kaar verbonden (gekoppeld) om het
vermogen voor de booster te kunnen le-
veren. Gedurende de boostertijd wordt
aan de verbonden kookzone een deel
van het vermogen onttrokken. Dit heeft
een van de volgende uitwerkingen:
aankoken wordt uitgeschakeld
de vermogensstand wordt verlaagd
de verbonden kookzone wordt uitge-
schakeld.
Bediening
33
Booster inschakelen
Raak 2 keer de sensortoets9 op het
bedieningspaneel van de gewenste
kookzone aan.
Op het kookzonedisplay wordt weer-
gegeven.
TwinBooster-functie inschakelen,
stand 1
Raak 2 keer de sensortoets9 op het
bedieningspaneel van de gewenste
kookzone aan.
Op het kookzonedisplay wordt weer-
gegeven.
TwinBooster-functie inschakelen,
stand 2
Raak 3 keer de sensortoets9 op het
bedieningspaneel van de gewenste
kookzone aan.
Op het kookzonedisplay wordt weer-
gegeven.
Booster- / TwinBooster-functie uit-
schakelen
Stel een andere vermogensstand in.
Bediening
34
Warmhouden
De warmhoudstand is niet bedoeld
voor het opwarmen van reeds afge-
koelde gerechten. De warmhoudstand
is voor het warmhouden van ge-
rechten meteen na de bereiding.
De maximale warmhoudtijd bedraagt
2uur.
Houd gerechten alleen in de pan
warm. Dek de pan met een deksel af.
U hoeft de gerechten tijdens het
warmhouden niet te roeren.
De voedingswaarde van een gerecht
neemt gedurende de bereiding af. Tij-
dens het warmhouden neemt de voe-
dingswaarde verder af. Houd de
warmhoudtijd dan ook zo kort moge-
lijk.
Warmhoudstand in-/uitschakelen
Tip de sensortoets van de betref-
fende kookzone aan.
Timer
35
U kunt een tijd tot 99 minuten instel-
len.
U kunt de timer voor twee functies ge-
bruiken:
voor het instellen van een kookwek-
kertijd.
voor het automatisch uitschakelen
van een kookzone.
Kookwekker
Instellen
Tip de - sensortoets aan.
Stel de gewenste tijd in met de sen-
sortoets - of +.
Wijzigen
Tip de - sensortoets aan.
Stel de gewenste tijd in met de sen-
sortoets - of +.
Wissen
Tip de - sensortoets aan.
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen -
en + zo lang aan totdat op het timer-
display  verschijnt.
Kookzone automatisch uit-
schakelen
U kunt een tijd instellen waarna een
kookzone automatisch wordt uitgescha-
keld. De functie kan voor alle kookzo-
nes tegelijk worden gebruikt.
De kookzone wordt door de automa-
tische uitschakeling (zie het betreffen-
de hoofdstuk) uitgeschakeld als de
geprogrammeerde tijd langer is dan de
maximaal toegestane bedrijfsduur.
Stel voor de gewenste kookzone een
vermogensstand in.
Raak de sensortoets zo vaak aan
tot in het display van de gewenste
kookzone verschijnt.
Stel de gewenste tijd in.
Als u een uitschakeltijd voor nog een
kookzone wilt instellen, gaat u net zo
te werk als in het voorgaande is be-
schreven.
Als meerdere uitschakeltijden gepro-
grammeerd zijn, wordt de kortste rest-
tijd weergegeven en brandt het con-
trolelampje van de betreffende kook-
zone .
Wanneer u de op de achtergrond af-
lopende resttijden wilt weergeven,
raak dan de sensortoets zo vaak
aan tot in het display van de ge-
wenste kookzone verschijnt.
Timer
36
Timerfuncties tegelijk gebrui-
ken
U kunt de functies kookwekker en auto-
matisch uitschakelen tegelijk gebruiken.
U heeft een of meer uitschakeltijden ge-
programmeerd en wilt ook een kook-
wekkertijd instellen:
Raak de sensortoets zo vaak aan
tot  en  worden weergegeven op
het timerdisplay.
Stel de tijd in zoals hierboven be-
schreven.
U heeft een kookwekkertijd ingesteld en
wilt bovendien één of meerdere uitscha-
keltijden programmeren:
Raak de sensortoets zo vaak aan
tot in het display van de gewenste
kookzone verschijnt.
Stel de tijd in zoals hierboven be-
schreven.
Kort na de laatste invoer schakelt het ti-
merdisplay over op de functie met de
kortste resttijd.
Wanneer u de op de achtergrond aflo-
pende resttijden wilt weergeven:
Raak de sensortoets zo vaak aan
tot de gewenste indicatie verschijnt.
Extra functies
37
Stop&Go
Bij de activering van Stop&Go wordt de
vermogensstand van alle ingeschakelde
kookzones tot 1 verlaagd.
De vermogensstanden van de kookzo-
nes en de instelling van de timer kun-
nen niet worden gewijzigd. De kook-
plaat kan alleen worden uitgeschakeld.
De ingestelde kookwekkertijd, booster-
tijd, aankoken en de ingestelde tijden
voor het automatische uitschakelen
worden gestopt.
Bij deactivering werken de kookzones
met de laatste ingestelde vermogens-
stand verder, alle tijden lopen verder af.
Als de functie niet binnen 10 minuten
wordt gedeactiveerd, wordt de kook-
plaat uitgeschakeld.
Activeren / deactiveren
Tip de - sensortoets aan.
Gebruik de functie wanneer u de bedie-
ningselementen snel van vuil wilt reini-
gen, of als het gevaar van overkoken
dreigt.
Recall
Als u de kookplaat tijdens het gebruik
per ongeluk uitschakelt, kunt u met de-
ze functie alle instellingen herstellen.
Hiervoor moet u de kookplaat binnen 6
seconden na het uitschakelen weer in-
schakelen.
Schakel de kookplaat weer in.
Raak onmiddellijk (binnen de 6 se-
conden) na het inschakelen de sen-
sortoets aan.
Beveiligingen
38
Inschakelblokkering
De inschakelblokkering wordt door
een stroomonderbreking gedeacti-
veerd.
Om te vermijden dat iemand de kook-
plaat per vergissing inschakelt, is deze
uitgerust met een inschakelblokkering.
Wanneer bij geactiveerde inschakel-
blokkering een niet toegestane sensor-
toets wordt aangeraakt, verschijnt ge-
durende enkele seconden  op het ti-
merdisplay.
Activeren
Schakel de kookplaat in .
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen
en zo lang aan totdat op het ti-
merdisplay  verschijnt.
Deactiveren
Schakel de kookplaat in .
Raak tegelijkertijd de sensortoetsen
en zo lang aan totdat op het ti-
merdisplay  uitgaat.
Beveiligingen
39
Veiligheidsuitschakeling
Bij te lange bedrijfsduur
De veiligheidsuitschakeling wordt auto-
matisch geactiveerd als een kookzone
ongewoon lang wordt verwarmd. De
tijdspanne hangt van de gekozen ver-
mogensstand af. Als deze is overschre-
den, wordt de kookzone uitgeschakeld
en wordt de restwarmte weergegeven.
Wanneer u de kookzone uit- en inscha-
kelt, is deze weer klaar voor gebruik.
Als de sensortoetsen bedekt zijn
Uw kookplaat wordt uitgeschakeld zo-
dra één of meerdere sensortoetsen lan-
ger dan ca. 10 seconden bedekt blijven,
bijv. door vingercontact, overkokende
gerechten of neergelegde voorwerpen.
Op het betreffende kookzonedisplay
verschijnt het symbool en er klinkt
een signaal.
Wanneer u de voorwerpen of verontrei-
nigingen verwijdert, gaat het symbool
uit en is de kookplaat weer klaar voor
gebruik.
Beveiligingen
40
Oververhittingsbeveiliging
Alle inductiespoelen en de koellichamen
van de elektronica zijn voorzien van een
oververhittingsbeveiliging. Voordat de
inductiespoelen of de koellichamen
oververhit raken, zorgt de oververhit-
tingsbeveiliging voor een van de vol-
gende reacties:
Een ingeschakelde booster wordt uit-
geschakeld.
De ingestelde vermogensstand wordt
verlaagd.
De kookzone wordt automatisch uit-
geschakeld. In het kookzonedisplay
knippert .
De oververhittingsbeveiliging reageert
als:
leeg kookgerei wordt verhit.
vet of olie op een hoge vermogens-
stand wordt verhit.
de onderkant van de kookplaat niet
voldoende geventileerd wordt.
een hete kookzone na een stroom-
storing weer wordt ingeschakeld.
Reageert de oververhittingsbeveiliging
opnieuw nadat de oorzaak is weggeno-
men, neem dan contact op met Miele.
Reiniging en onderhoud
41
Pas op dat u zich niet verbrandt!
De kookzones moeten uitgeschakeld
zijn. De kookplaat moet afgekoeld
zijn.
Letselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die on-
der spanning staan en een kortslui-
ting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de
kookplaat nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u onge-
schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Verwijder resten van reinigingsmid-
delen onmiddellijk.
Laat de kookplaat voor elke reiniging
afkoelen.
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Maak het apparaat na elke vochtige
reiniging weer droog om kalkresten te
voorkomen.
Ongeschikte reinigingsmidde-
len
Om beschadigingen aan de oppervlak-
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
afwasmiddelen,
reinigingsmiddelen die soda, ammo-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
vlek- en roestverwijderaars,
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid-
del en reinigingssteen,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen,
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten,
grill- en ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsjes), of ge-
bruikte sponsjes die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
vlekkensponsjes.
Reiniging en onderhoud
42
Keramische plaat reinigen
Spitse voorwerpen kunnen bescha-
digingen veroorzaken!
Reinig het gedeelte tussen de kera-
mische plaat en de omranding of
tussen de omranding en het werk-
blad niet met spitse voorwerpen.
Met een afwasmiddel worden niet al-
le verontreinigingen en resten verwij-
derd.
Er ontstaat een onzichtbare film die
tot verkleuringen van het keramische
glas leidt. Deze verkleuringen kunnen
niet meer worden verwijderd.
Reinig de kookplaat regelmatig met
een speciaal reinigingsmiddel voor
keramisch glas.
Verwijder alle grove verontreinigingen
met een vochtige doek. Vastgekoekte
verontreinigingen verwijdert u met
een glasschraper.
Reinig de plaat vervolgens met het
Miele-reinigingsmiddel voor kera-
mische platen en roestvrij staal (zie
ook "Bij te bestellen accessoires") of
met een ander geschikt reinigings-
middel voor keramische platen. Ge-
bruik hierbij keukenpapier of een
schone doek. Gebruik het reinigings-
middel niet op een hete plaat, omdat
daardoor vlekken kunnen ontstaan.
Houdt u zich aan de aanwijzingen van
de fabrikant van het reinigingsmiddel.
Verwijder de resten van het reini-
gingsmiddel met een vochtige doek
en wis de kookplaat vervolgens
droog.
Reinigingsmiddelresten branden bij
een volgend gebruik in en kunnen de
keramische plaat beschadigen. Verwij-
der alle reinigingsmiddelresten.
Vlekken van kalkresten, water en alu-
minium kunt u met het reinigingsmid-
del voor keramische platen en roest-
vrij staal verwijderen.
Verbrandingsgevaar!
Trek ovenhandschoenen aan voordat
u resten van suiker, kunststof of alu-
miniumfolie met een glasschraper
van de hete kookplaat verwijdert.
Schakel de kookplaat meteen uit als
suiker, suikerhoudend voedsel,
kunststof of aluminiumfolie op de
hete plaat terechtkomt. Vermeng sui-
kerhoudende stoffen meteen met wa-
ter.
Verwijder de resten onmiddellijk met
een schraper, zolang de plaat nog
heet is.
Maak de afgekoelde kookplaat daar-
na schoon zoals voorheen is be-
schreven.
Nuttige tips
43
De meeste storingen en problemen, die bij het dagelijkse gebruik kunnen optre-
den, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten,
omdat u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Probleem Oorzaak en oplossing
De kookplaat respectie-
velijk de kookzones
kunnen niet worden in-
geschakeld.
De kookplaat heeft geen stroom.
Controleer of de zekering in de zekeringkast is ge-
sprongen. Neem contact op met een elektricien of
met Miele (minimale sterkte van de zekering zie ty-
peplaatje).
Er is mogelijk sprake van een technische storing.
Maak het apparaat ca. 1 minuut spanningsvrij. Doe
dat als volgt:
schakel de hoofdschakelaar van de huisinstalla-
tie uit c.q. draai de betreffende zekering(en) eruit
of
schakel de aardlekschakelaar uit.
Schakel daarna alles weer in. Kunt u het apparaat
dan nog niet in gebruik nemen, neem dan contact
op met een elektricien of met Miele.
Bij de nieuwe kookplaat
komen geurtjes en
damp vrij.
De onderdelen van metaal worden met een onder-
houdsmiddel beschermd. Als het apparaat voor het
eerst in gebruik wordt genomen, ontstaan daardoor
geuren en eventueel ook damp. Ook door de verwar-
ming van het materiaal van de inductiespoelen wordt
tijdens de eerste bedrijfsuren een geur afgegeven. Bij
ieder verder gebruik wordt de geur minder en deze
verdwijnt uiteindelijk volledig. De geur en de eventueel
optredende damp wijzen niet op een verkeerde aan-
sluiting of een defect en zijn ook niet schadelijk voor
de gezondheid.
Op het kookzonedisplay
knipperen afwisselend
het symbool en de in-
gestelde vermogens-
stand of .
Op de kookzone staat geen pan of een ongeschikte
pan.
Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste pannen").
Nuttige tips
44
Probleem Oorzaak en oplossing
Wanneer de kookplaat
wordt ingeschakeld,
wordt enkele seconden
 weergegeven op het
timerdisplay.
De inschakelblokkering is geactiveerd.
Deactiveer de inschakelblokkering (zie hoofdstuk
"Inschakelblokkering").
In één of meerdere
kookzonedisplays ver-
schijnt het symbool
en de kookplaat wordt
automatisch uitgescha-
keld.
Eén of meerdere sensortoetsen zijn bedekt, bijv. door
vingercontact, overkokende gerechten of neergelegde
voorwerpen.
Verwijder de verontreinigingen of de voorwerpen
(zie hoofdstuk "Automatische uitschakeling").
Een kookzone wordt
automatisch uitgescha-
keld.
De kookzone was te lang ingeschakeld.
U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik ne-
men (zie "Veiligheidsuitschakeling").
Een kookzone wordt
automatisch uitgescha-
keld.
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd.
Zie "Oververhittingsbeveiliging".
De boosterstand wordt
automatisch te vroeg
uitgeschakeld.
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd.
Zie "Oververhittingsbeveiliging".
De kookzone werkt niet
zoals u gewend bent op
de ingestelde vermo-
gensstand.
De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd.
Zie "Oververhittingsbeveiliging".
De vermogensstand 9
wordt automatisch ver-
laagd als u bij de ver-
bonden kookzone even-
eens vermogensstand 9
instelt.
Bij gelijktijdig gebruik van vermogensstand 9 zou het
maximale vermogen worden overschreden.
Gebruik een andere kookzone.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe-
lijks te koken, terwijl de
aankookautomaat inge-
schakeld is.
Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen ver-
warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
Nuttige tips
45
Probleem Oorzaak en oplossing
Na het uitschakelen van
het apparaat is nog een
geluid te horen.
De ventilator blijft draaien tot het apparaat afgekoeld
is en wordt dan automatisch uitgeschakeld.
In de kookzonedisplays
knipperen en cijfers.
Er klinkt tevens een sig-
naal.
De kookplaat is verkeerd aangesloten.
Neem contact op met Miele. De kookplaat moet
volgens het aansluitschema worden aangesloten.
In de kookzonedisplays
knipperen of  en cij-
fers.

De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd.
Zie "Oververhittingsbeveiliging".
of  en andere cijfers.
Er heeft zich een storing voorgedaan in de elektroni-
ca.
Onderbreek de stroomvoorziening van de kook-
plaat gedurende ca. 1 minuut.
Als het probleem na het herstellen van de stroom-
voorziening nog niet is verholpen, neem dan con-
tact op met Miele.
Bij te bestellen accessoires
46
Speciaal voor uw apparatuur levert
Miele een uitgebreid assortiment aan
toebehoren, alsmede reinigings- en on-
derhoudsmiddelen.
U kunt deze producten heel eenvoudig
via de Miele-webshop bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij
Miele (zie achter in deze gebruiksaan-
wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Kook-/braadpannen
Bij Miele kunt u kiezen uit een groot
aantal kook- en braadpannen. De pan-
nen sluiten qua functie en afmetingen
perfect aan op de Miele-apparatuur.
Meer informatie over de afzonderlijke
producten vindt u op de Miele-website.
Pannen in diverse afmetingen
Sauté-pan met deksel
Pan met anti-aanbaklaag
Wok-pan
Braadpan
Reinigings- en onderhouds-
middelen
Reinigingsmiddel voor keramische
platen en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van verontreini-
gingen, kalk- en aluminiumvlekken
Microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdruk-
ken en lichte verontreinigingen
Miele@home / Con@ctivity
47
Uw kookplaat is geschikt voor commu-
nicatie en kan via de radiografische
stick die bij de afzuigkap is geleverd
met het Miele@home-systeem wor-
den verbonden,
met de afzuigkap communiceren
(Con@ctivity).
Het Miele@home-systeem
De voor communicatie geschikte huis-
houdapparaten zenden informatie over
hun status aan een weergave-apparaat
(SuperVision-apparaat, notebook, tablet
enz.). Het systeem maakt ook de inte-
gratie in een huishoudelijk bussysteem
mogelijk (Miele Gateway of QIVICON
Smart Home-platform).
Con@ctivity
De kookplaat zendt informatie over de
status naar de afzuigkap. De werking
van de afzuigkap wordt afhankelijk van
de status van de kookplaat automatisch
gestuurd.
Meer informatie over Miele@home en
Con@ctivity vindt u op de website van
Miele en in de gebruiksaanwijzingen
van de afzonderlijke componenten.
Miele@home / Con@ctivity
48
Aanmelding
Wilt u de kookplaat bij
Miele@home aanmelden, bereid dan
eerst het aanmeldingsproces op het
weergave-apparaat voor,
Con@ctivity aanmelden, dan moet u
eerst de afzuigkap aanmelden.
Haal de elektrische spanning van de
kookplaat.
Sluit de radiografische stick aan op
de kookplaat (zie de montagehandlei-
ding van de radiografische stick).
Herstel de stroomvoorziening.
De aanmelding moet binnen 10 minu-
ten na het inschakelen van de stroom-
voorziening plaatsvinden.
Start de aanmelding op de afzuigkap
of het weergave-apparaat (zie de be-
treffende aanwijzingen).
Haal alle pannen van de kookplaat af.
Bij de aanmelding mogen er geen
pannen op de kookzones staan.
Schakel de kookplaat in .
Stel voor alle kookzones vermogens-
stand "1" in.
Het symbool knippert.
Wacht minstens 1 minuut en schakel
dan de kookplaat uit.
Beëindig de aanmelding op de af-
zuigkap/het weergave-apparaat (zie
de betreffende aanwijzingen).
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
49
De kookplaat mag alleen door een gekwalificeerde vakman worden inge-
bouwd en door een elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Om schade aan de kookplaat te voorkomen mag deze pas na de montage van
de bovenkasten en de afzuigkap worden ingebouwd.
De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebe-
stendige lijm (100°C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervor-
men. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
De kookplaat mag niet boven koelapparatuur, afwas-, was- en
droogautomaten worden ingebouwd.
Deze kookplaat mag alleen boven fornuizen en ovens met wasem-
koeling worden ingebouwd.
Zorg ervoor dat na de inbouw van de kookplaat de aansluitkabel
niet kan worden aangeraakt.
De aansluitkabel mag na de inbouw van de kookplaat niet in aan-
raking komen met beweegbare delen van de keukenelementen (bijv.
een lade) en mag ook niet worden blootgesteld aan mechanische
belastingen.
Neem de veiligheidsafstanden op de volgende pagina's in acht.
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Veiligheidsafstanden
50
Veiligheidsafstand boven de
kookplaat
Tussen de kookplaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de vei-
ligheidsafstand aan te houden die de
fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is
deze informatie niet beschikbaar, houd
dan een afstand aan van ten minste
760mm. Ook als zich boven het appa-
raat licht ontvlambare materialen bevin-
den (zoals een keukenplank), moet u
deze afstand aanhouden.
Als voor verschillende apparaten ver-
schillende veiligheidsafstanden wor-
den genoemd voor plaatsing onder
een afzuigkap, kies dan altijd de
grootste afstand.
Veiligheidsafstanden
51
Veiligheidsafstand achterkant/
zijkant
Bij inbouw van de kookplaat mag zich
aan de achterkant en aan één kant
(rechts of links) een hoge keukenkast of
een wand bevinden (zie afbeeldingen).
Minimumafstand achter van de
werkbladuitsparing tot de achterkant
van het werkblad:
50mm
Minimumafstand rechts van de
werkbladuitsparing tot een ernaast
staand meubelstuk (bijv. hoge kast) of
een wand:
50mm.
Minimumafstand links van de werk-
bladuitsparing tot een ernaast staand
meubelstuk (bijv. hoge kast) of een
wand:
50mm.
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Niet aan te bevelen!
Veiligheidsafstanden
52
Minimale afstand onderkant
Om de ventilatie van het apparaat te
kunnen waarborgen, moet onder het
apparaat een minimale afstand worden
aangehouden ten opzichte van een
oven, tussenbodem of lade.
De minimale afstand vanaf de onder-
kant van het apparaat tot de
bovenkant van een oven moet
15mm bedragen.
bovenkant van een tussenbodem
moet 15mm bedragen.
bodem van een lade moet 75mm
bedragen.
Tussenbodem
Een tussenbodem onder de kookplaat
is niet noodzakelijk, maar wel toege-
staan.
Voor de aansluitkabel moet aan de ach-
terkant een spleet van 10 mm worden
aangehouden. Voor een betere ventila-
tie van de kookplaat adviseren wij een
spleet van 20 mm.
Veiligheidsafstanden
53
Veiligheidsafstand bij een beklede nis
Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit-
sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge tem-
peraturen kunnen materialen beschadigd raken.
Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tus-
sen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Is de bekleding van niet brandbaar materiaal (zoals metaal, natuursteen en kera-
mische tegels), dan moet de afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de
nisbekleding minimaal 50 mm min de dikte van de bekleding zijn.
Als de nisbekleding bijvoorbeeld 15 mm dik is, moet de minimale afstand
50 mm - 15 mm = 35 mm zijn.
Kookplaten zonder randlijst Kookplaten met randlijst / facetrand
a
Wand
b
Nisbekleding maat x = dikte van de nisbekleding
c
Werkblad
d
Uitsparing in het werkblad
e
Minimale afstand bij
brandbare materialen 50mm
niet brandbare materialen 50mm - maat x
Kookplaten met randlijst / facetrand
54
Aanwijzingen voor het inbou-
wen
Afdichting tussen kookplaat en werk-
blad
Wanneer u de kookplaat met een
voegafdichtingsmiddel afdicht kun-
nen de kookplaat en het werkblad bij
een eventueel noodzakelijke demon-
tage van de kookplaat beschadigd
raken. Breng daarom geen voegaf-
dichtingsmiddel aan tussen de kook-
plaat en het werkblad.
De afdichting onder de rand van het
apparaat zorgt voor voldoende af-
dichting van het werkblad.
Werkblad met tegels
De voegen en het gearceerde ge-
deelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig
aansluit en de dichting onder de rand
van het apparaat voldoende afdicht.
Kookplaten met randlijst / facetrand
55
Inbouwmaten
KM 6328-1
a
Voorkant
b
Inbouwhoogte
c
Aansluitkast
d
Aansluiting Miele@home/Con@ctivity
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Kookplaten met randlijst / facetrand
56
KM 6366-1
a
Voorkant
b
Inbouwhoogte
c
Aansluitkast
d
Aansluiting Miele@home/Con@ctivity
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Kookplaten met randlijst / facetrand
57
Inbouwen
Voorbereiding werkblad
Maak de werkbladuitsparing zoals in
de afbeelding van de kookplaat is
aangegeven. Let op de veiligheidsaf-
standen (zie hoofdstuk "Veiligheidsaf-
standen").
Sluit de snijvlakken van werkbladen
van hout af met speciale lak, silico-
nenkit of giethars om te voorkomen
dat ze bij vochtigheid gaan opzwel-
len. Het afdichtmateriaal moet tempe-
ratuurbestendig zijn.
De producten mogen niet op het
werkblad terechtkomen.
De afdichtband zorgt ervoor dat de
kookplaat stevig in de uitsparing ligt
en niet verschuift. De ruimte tussen
randlijst en werkblad wordt na verloop
van tijd kleiner.
Aansluitkabel aansluiten op de kook-
plaat
De aansluiting mag alleen door een
elektricien worden uitgevoerd.
Sluit de aansluitkabel zoals in de af-
beelding "Aansluitschema" is aange-
geven aan op de kookplaat (zie
hoofdstuk "Elektrische aansluiting –
Aansluitschema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook-
plaat door de uitsparing naar bene-
den.
Plaats de kookplaat in het midden
van de uitsparing. Zorg ervoor dat de
afdichting op het werkblad rust, zo-
dat de afdichting met het werkblad
gewaarborgd is.
Dicht de kookplaat niet extra af met
voegafdichtingsmiddel (bijv. silico-
nen).
Als de afdichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan de
hoekradius van het werkblad ( R4)
voorzichtig met een decoupeerzaag
worden nabewerkt.
Sluit de kookplaat aan op het elektri-
citeitsnet.
Controleer de werking van de kook-
plaat.
Kookplaten zonder randlijst
58
Aanwijzingen voor het inbou-
wen
Een gelijk met het werkblad liggende
kookplaat is alleen geschikt voor in-
bouw in natuursteen (graniet, marmer),
massief hout en betegelde werk-
bladen. Kookplaten die in het hoofd-
stuk "Inbouwmaten" van een betref-
fende aanwijzing zijn voorzien, zijn ook
geschikt voor inbouw in werkbladen
van glas. Neem voor werkbladen van
andere materialen contact op met de
betreffende fabrikant. Hij kan u zeggen
of het werkblad geschikt is voor een
kookplaat die met het werkblad gelijk
ligt.
De breedte (binnenwerks) van de on-
derkast moet minimaal zo groot zijn
als de uitsparing in het werkblad (zie
"Inbouwmaten"), zodat de kookplaat
ook na de inbouw van onderaf goed
toegankelijk is. Een technicus moet de
onderkant van de kookplaat kunnen
verwijderen. Als de kookplaat niet van
onderaf toegankelijk is, moet de voe-
genkit bij onderhoudswerkzaamheden
worden verwijderd om de kookplaat te
kunnen verwijderen.
De kookplaat
kan rechtstreeks in een correct voor-
bereid natuurstenen werkblad wor-
den geplaatst.
moet in een massief-houten, bete-
geld en glazen werkblad met houten
lijsten worden bevestigd. De lijsten
worden niet bij het apparaat geleverd.
Kookplaten zonder randlijst
59
Inbouwmaten
KM 6367-1
a
Voorkant
b
Inbouwhoogte
c
Aansluitkast
d
Getrapte freesrand
e
Aansluiting Miele@home/Con@ctivi-
ty
De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een
natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst
60
Inbouwen
Werkblad van natuursteen
a
Werkblad
b
Kookplaat
c
Voeg
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een ze-
kere tolerantie geldt, kan de voeg-
breedte (minimaal 1 mm) variëren.
d
Getrapte freesrand
Werkblad van massief hout / bete-
geld werkblad / werkblad van glas
a
Werkblad
b
Kookplaat
c
Voeg
d
Houten lijsten 13mm (niet bijgele-
verd)
Omdat voor de keramische plaat en
de uitsparing in het werkblad een ze-
kere tolerantie geldt, kan de voeg-
breedte (minimaal 1 mm) variëren.
Kookplaten zonder randlijst
61
Voorbereiding werkblad
Maak de werkbladuitsparing zoals in
de afbeelding van de kookplaat en de
detailtekeningen is aangegeven. Let
op de veiligheidsafstanden (zie
hoofdstuk "Veiligheidsafstanden").
Werkbladen van massief hout / bete-
gelde werkbladen / werkbladen van
glas:
bevestig de houten lijsten 7 mm
onder de bovenkant van het werkblad
(zie afbeelding).
Aansluitkabel aansluiten op de kook-
plaat
De aansluiting mag alleen door een
elektricien worden uitgevoerd.
Sluit de aansluitkabel zoals in de af-
beelding "Aansluitschema" is aange-
geven aan op de kookplaat (zie
hoofdstuk "Elektrische aansluiting –
Aansluitschema").
Kookplaat positioneren
Leid de aansluitkabel van de kook-
plaat door de uitsparing naar bene-
den.
Plaats de kookplaat in de uitsparing
en centreer deze.
Sluit de kookplaat aan op het elektri-
citeitsnet.
Controleer de werking van de kook-
plaat.
Vul de voeg met een geschikte,
hittebestendige siliconen-voegenkit
(minimaal 160°C).
Gebruik voor natuursteen en tegels
van natuursteen uitsluitend een voor
natuursteen geschikte siliconenkit.
Neem de aanwijzingen van de fabri-
kant in acht.
Elektrische aansluiting
62
Letselrisico!
Door ondeskundige installatie- en
onderhoudswerkzaamheden of repa-
raties kunnen zeer gevaarlijke situa-
ties voor de gebruiker ontstaan
waarvoor Miele geen aansprakelijk-
heid aanvaardt.
Miele kan niet verantwoordelijk wor-
den gesteld voor schade die het ge-
volg is van ondeskundige installatie-
en onderhoudswerkzaamheden of
reparaties. Evenmin is Miele aanspra-
kelijk voor (de gevolgen van) een ont-
brekende of onderbroken aarding
(bijv. elektrische schok).
De kookplaat mag uitsluitend door
een elektricien worden aangesloten.
Hij kent de voorschriften die van toe-
passing zijn en houdt zich daar strikt
aan.
Na het inbouwen moet zijn gewaar-
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange-
raakt.
Aansluiting
AC 230V / 50Hz
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre-
quentie) op het typeplaatje te vergelij-
ken met de waarden van het elektrici-
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EU-
voorschriften en -richtlijnen voor Neder-
land geadviseerd om de huisinstallatie
van een aardlekschakelaar te voorzien
(30 mA).
Scheidingssysteem
Het apparaat moet via een schakelaar
met alle polen van de netspanning kun-
nen worden losgekoppeld. De contact-
opening in uitgeschakelde toestand
moet ten minste 3 mm bedragen! Ge-
schikte schakelaars zijn overbelastings-
en aardlekschakelaars.
Elektrische aansluiting
63
Spanningsvrij maken
Pas op! Letselrisico door elek-
trische schok!
Zorg dat de netspanning niet per on-
geluk weer kan worden ingescha-
keld.
Moet het apparaat spanningsvrij wor-
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Zekeringen
Draai de zekering los en haal deze uit
de houder.
Zekeringsautomaat
Druk op de testknop (rood) totdat de
middelste knop (zwart) eruitspringt.
Inbouwzekeringsautomaat
Zelfuitschakelaar (min. type B of C):
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0(Uit).
Aardlekschakelaar
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Aansluitkabel
De kookplaat moet met een kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) vol-
gens het aansluitschema worden aan-
gesloten. De kabel moet voldoende
doorsnede hebben.
Voor de aansluitmogelijkheden zie het
aansluitschema.
De toegestane aansluitspanning en de
bijbehorende waarden voor uw kook-
plaat vindt u op het typeplaatje.
Vervangen van de aansluitka-
bel
Lichamelijk letsel door elek-
trische schok!
De aansluitkabel mag uitsluitend
door een elektricien worden vervan-
gen. Hij is op de hoogte van de nati-
onale normen en de voorschriften
van de plaatselijke elektriciteitsmaat-
schappij en neemt ze zorgvuldig in
acht.
De aarddraad moet aan de aanslui-
ting met worden vastgeschroefd.
De aansluitkabel mag alleen door een
speciale kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele.
De aansluitwaarden vindt u op het type-
plaatje.
Elektrische aansluiting
64
Aansluitschema
L1
200-240 V~
200-240 V~
200-240 V~
ab
cde
-
L2 L3 N
-
L2
b
L1
a cd
N
e
(L3)
200-240 V~
200-240 V~
a
L1
bcd
N
e
-
(L2)
200-240 V~
Service
65
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar
of Miele.
Het telefoonnummer van Miele vindt u aan het einde van dit document.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft
en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Typeplaatje
Plak hier het bijgaande typeplaatje. Controleer of het type apparaat overeenkomt
met het type dat op de achterkant van dit document staat.
Garantie
De garantietermijn voor dit apparaat bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
Productinformatiebladen
66
Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta-
gehandleiding beschreven modellen.
Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten
volgens verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model KM 6328-1 EDST
Aantal kookzones en/of -gebieden
Voor cirkelvormige kookzones of -gebieden: dia-
meter van de nuttige kookoppervlakte per kookzo-
ne
Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden:
lengte en breedte van de nuttige kookoppervlakte
per kookzone L/W
1. = 230x390 mm
2. = 230x390 mm
3. =
4. =
5. =
6. =
Energieverbruik per kookzone of -gebied, bere-
kend per kg (EC
elektrisch koken
)
-
Energieverbruik van de kookplaat, berekend per
kg (EC
elektrische kookplaat
)
-
Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten
volgens verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model KM 6366-1 EDST
Aantal kookzones en/of -gebieden
Voor cirkelvormige kookzones of -gebieden: dia-
meter van de nuttige kookoppervlakte per kookzo-
ne
Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden:
lengte en breedte van de nuttige kookoppervlakte
per kookzone L/W
1. = 230x390 mm
2. = 230x390 mm
3. = 230x390 mm
4. =
5. =
6. =
Energieverbruik per kookzone of -gebied, bere-
kend per kg (EC
elektrisch koken
)
-
Energieverbruik van de kookplaat, berekend per
kg (EC
elektrische kookplaat
)
-
Productinformatiebladen
67
Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten
volgens verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model KM 6367-1 FL.BDG.
Aantal kookzones en/of -gebieden 6
Voor cirkelvormige kookzones of -gebieden: dia-
meter van de nuttige kookoppervlakte per kookzo-
ne
Voor niet-cirkelvormige kookzones of -gebieden:
lengte en breedte van de nuttige kookoppervlakte
per kookzone L/W
1. = 230x390 mm
2. = 230x390 mm
3. = 230x390 mm
4. =
5. =
6. =
Energieverbruik per kookzone of -gebied, bere-
kend per kg (EC
elektrisch koken
)
1. = 193,6 Wh/kg
2. = 193,6 Wh/kg
3. = 193,6 Wh/kg
Energieverbruik van de kookplaat, berekend per
kg (EC
elektrische kookplaat
)
193,6 Wh/kg
Duitsland - Miele & Cie. KG, Carl-Miele-Straße 29, 33332 Gütersloh
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl.
Snel en gemakkelijk.
Miele Nederland B.V.
Postbus 166
4130 ED VIANEN
(0347) 37 88 88
Bezoek het Miele Experience Center:
De Limiet 2
4131 NR VIANEN
Bezoek op ook de Miele Shop
voor een compleet overzicht van alle accessoires,
toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten
voor uw Miele-apparaat.
U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten,
bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88.
www.miele.nl
M.-Nr. 10 023 430 / 02nl-NL
KM 6328-1 / KM 6366-1 / KM 6367-1
15


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele KM 6367 PowerFlex at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele KM 6367 PowerFlex in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,14 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Miele KM 6367 PowerFlex

Miele KM 6367 PowerFlex User Manual - German - 64 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info