77024
40
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/52
Next page
Gebruiks- en montagehandleiding
Gaskookplaten
KM 2010 / 2011 / 2012 / 2013
KM 2030 / 2032 / 2033
KM 2050 / 2051
Lees beslist de gebruiks- en montage-
handleiding voordat u uw apparaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 07 231 810
nl-NL
M Het apparaat is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen
die op het apparaat vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze
zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom
contact op met de service-organisatie van de fabrikant in uw land als u het ap
-
paraat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat.
D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät
angegebenen Bestimmungsländer zugelassen. Die landesspezifische
Ausführung und die Anschlussart des Gerätes haben wesentlichen Einfluss auf
den einwandfreien und sicheren Betrieb. Für den Betrieb in einem anderen als
auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsland wenden Sie sich bitte an den
für das Land zuständigen Kundendienst.
E El aparato está autorizado para el uso en países diferentes a los países de
destino indicados. La ejecución específica para cada país y el tipo de
conexión del aparato influyen de forma decisiva en el funcionamiento correcto
y seguro. Para el funcionamiento en un país diferente al país de destino
indicado en el aparato, consulte al Servicio Post-venta autorizado para el país.
F Cet appareil est également homologué dans des pays différents de ceux
mentionnés sur l’appareil. Pour que l’appareil fonctionne parfaitement et en
toute sécurité, il est important de disposer de l’exécution spécifique au pays et
du type de raccordement approprié. Pour le fonctionnement dans un pays
autre que celui spécifié sur l’appareil, veuillez vous adresser au service
après-vente du pays où sera installé l’appareil.
G This appliance can be used in countries other than those specified on the
appliance. It is, however, set up for connection to the gas and electricity
supplies in the countries specified. For use in other countries please contact
the Miele spare parts or customer service department in your country.
I L’apparecchio può essere usato anche in paesi diversi da quello indicato
sull’apparecchio stesso. Tuttavia, le varianti specifiche di un determinato paese
e il tipo di allacciamento alla rete hanno un’importanza fondamentale per il suo
sicuro e corretto funzionamento. Per questo se si vuole usare l’apparecchio in
un paese diverso rivolgersi al servizio di assistenza tecnica Miele del paese in
cui si intende usarlo.
2
Algemeen ........................................................5
Modellen .........................................................5
Brander .........................................................10
Bijgeleverde accessoires ...........................................11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen............................12
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................18
Vóór het eerste gebruik............................................19
Eerste reiniging ...................................................19
Bediening .......................................................20
Inschakelen ......................................................20
Instellen .........................................................21
Uitschakelen .....................................................21
Wokring .........................................................21
De juiste pannen .................................................22
Veiligheidsuitschakeling ...........................................24
Reiniging en onderhoud ...........................................25
Algemeen........................................................25
Roestvrijstalen lekblad..............................................26
Pannendrager, bedieningsknop ......................................26
Brander .........................................................27
Nuttige tips ......................................................29
Bij te bestellen accessoires ........................................30
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen.............................31
Afmetingen ......................................................34
Inbouwen .......................................................38
Inhoud
3
Algemene inbouwaanwijzing .......................................39
Elektrische aansluiting ............................................40
Gasaansluiting ...................................................42
Brandervermogen ................................................44
Aanpassen aan een andere gassoort ................................46
Tabel voor de inspuiters ............................................46
Inspuiters vervangen ...............................................47
De grote inspuiters vervangen .....................................47
De kleine inspuiters vervangen ....................................48
Na het aanpassen .................................................49
Klantcontacten / typeplaatje ........................................50
Inhoud
4
Modellen
KM 2010 / KM 2011
a Sterkbrander
b Sudderbrander
cd Normaalbrander
Bedieningsknop:
e Rechts voor
f Rechts achter
g Links achter
h Links voor
Algemeen
5
KM 2012 / KM 2013
a Wokbrander
b Sudderbrander
cd Normaalbrander
Bedieningsknop:
e Rechts voor
f Rechts achter
g Links achter
h Links voor
Algemeen
6
KM 2030
a Wokbrander
b Sudderbrander
cd Normaalbrander
Bedieningsknop:
e Rechts voor
f Rechts achter
g Links achter
h Links voor
Algemeen
7
KM 2032 / KM 2033
a Sterkbrander
b Sudderbrander
cd Normaalbrander
e Wokbrander
Bedieningsknop:
f Rechts voor
g Rechts achter
h Midden
i Links achter
j Links voor
Algemeen
8
KM 2050 / KM 2051
a Wokbrander
b Sudderbrander
c Sterkbrander
de Normaalbrander
Bedieningsknop:
f Rechts voor
g Rechts achter
h Midden
i Links achter
j Links voor
Algemeen
9
Brander
Wokbrander Sudder-, normaal- en sterkbrander
a Branderring
b Branderdop
c Branderkop
d Brandervoet
e Thermo-element
f Elektrische vonkontsteking
Algemeen
10
Bijgeleverde accessoires
U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook na
-
bestellen (zie "Bij te bestellen accessoires").
Wokring
Met de bijgeleverde wokring staat het kookgerei extra stevig op de brander. Dit
geldt met name voor woks met een ronde bodem.
Algemeen
11
Dit apparaat voldoet aan de gelden
-
de veiligheidsvoorschriften. Onjuist
gebruik echter kan persoonlijk letsel
of beschadiging van het apparaat
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en mon
-
tagehandleiding aandachtig door,
voordat u het apparaat in gebruik
neemt. In de handleiding vindt u be
-
langrijke instructies met betrekking
tot inbouw, veiligheid, gebruik en
onderhoud.
Bewaar de gebruiks- en montage-
handleiding en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar!
Verantwoord gebruik
~
Het apparaat is uitsluitend voor huis
-
houdelijk gebruik. Gebruik het alleen
voor de toepassingen die in deze ge
-
bruiksaanwijzing worden beschreven.
Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegestaan en kan gevaarlijk zijn. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die wordt veroor
-
zaakt door gebruik voor andere doel
-
einden dan hier aangegeven of door
foutieve bediening.
~
Dit apparaat mag alleen worden ge
-
bruikt door personen die in staat zijn
het apparaat veilig te bedienen en die
volledig op de hoogte zijn van de in-
houd van de gebruiksaanwijzing!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Kinderen
~
Houd kinderen in de gaten wanneer
deze zich in de buurt van het apparaat
bevinden. Laat kinderen nooit met het
apparaat spelen.
~
Kinderen mogen het apparaat alleen
zonder toezicht gebruiken als ze weten
hoe ze het apparaat veilig moeten be
-
dienen. De kinderen moeten zich be
-
wust zijn van de gevaren van een fou
-
tieve bediening.
~
Het apparaat wordt tijdens het ge
-
bruik heet en blijft dat ook nog enige
tijd nadat het is uitgeschakeld. Houd
kinderen op een afstand, totdat het ap-
paraat voldoende is afgekoeld en er
geen verbrandingsgevaar meer be-
staat.
~
Bewaar geen voorwerpen die voor
kinderen interessant zijn in kastjes bo-
ven of achter het apparaat. De kinderen
klimmen anders misschien op het ap-
paraat en kunnen zich er dan aan
branden.
~
Kinderen kunnen ook verbrandingen
oplopen als zij pannen van het appa
-
raat trekken. Bij de vakhandelaar is een
speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor
zorgt dat kinderen niet meer bij het ap
-
paraat kunnen komen.
~
Verpakkingsmateriaal (zoals folies
en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor
kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar
het verpakkingsmateriaal dan ook bui
-
ten het bereik van kinderen en zorg dat
het zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Technische veiligheid
~
Laat installatie-, onderhouds- en re
-
paratiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door de fabri
-
kant zijn geautoriseerd. Ondeskundig
uitgevoerde werkzaamheden leveren
grote risico's op voor de gebruiker. De
fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk
worden gesteld.
~
Controleer het apparaat voor de in
-
bouw op zichtbare schade. Neem een
beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Een beschadigd apparaat kan uw vei
-
ligheid in gevaar brengen.
~
Voordat u het apparaat aansluit,
dient u de aansluitgegevens (spanning
en frequentie) op het typeplaatje te ver-
gelijken met de waarden van het elektri-
citeitsnet. Deze gegevens moeten be-
slist overeenkomen om beschadiging
van het apparaat te voorkomen. Raad-
pleeg bij twijfel een elektricien.
~
De elektrische veiligheid van het ap-
paraat is uitsluitend gegarandeerd, als
het wordt aangesloten op een aar
-
dingssysteem dat volgens de geldende
veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nage
-
gaan of aan deze fundamentele veilig
-
heidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij
twijfel de huisinstallatie door een vak
-
man inspecteren. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door een
ontbrekende of beschadigde aard
-
draad (bijvoorbeeld een elektrische
schok).
~
Alleen een erkend vakman mag het
apparaat plaatsen en aansluiten op het
gas- en elektriciteitsnet. Een vakman
kent de landelijke voorschriften en de
voorschriften van het energiebedrijf en
houdt zich daar strikt aan. Wanneer er
bij het inbouwen en aansluiten van het
apparaat fouten worden gemaakt, kan
de fabrikant niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel
het gevolg van is.
~
Gebruik het apparaat alleen als het
is ingebouwd, zodat de veiligheid ge
-
waarborgd is.
~
Open in geen geval de ommanteling
van het apparaat. Wanneer onderdelen
worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mecha-
nische onderdelen worden veranderd,
levert dit gevaar op voor de gebruiker.
Het kan er tevens toe leiden dat het ap-
paraat niet meer goed functioneert.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
~
Als de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door een speciale kabel van
het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) wor
-
den vervangen. Een dergelijke kabel is
verkrijgbaar bij Miele.
~
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen wor
-
den vervangen. Alleen van die onder
-
delen kan Miele garanderen dat zij aan
de veiligheidseisen voldoen.
~
Bij installatie-, onderhouds- en repa
-
ratiewerkzaamheden dient het apparaat
spanningsvrij te worden gemaakt. Het
apparaat is alleen dan spanningsvrij als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de huis-
installatie is uitgeschakeld.
als de zekering van de huisinstallatie
er geheel is uitgedraaid.
als de stekker uit het stopcontact is
getrokken. Trek daarbij aan de stek-
ker en niet aan de aansluitkabel.
~
Het apparaat mag niet via een
verdeelstekker of verlengsnoer op het
elektriciteitsnet worden aangesloten.
Hiermee kan een veilig gebruik van het
apparaat niet worden gewaarborgd. Er
kan bijvoorbeeld oververhitting ont
-
staan.
Veilig gebruik
~
Het apparaat wordt bij gebruik erg
heet en blijft dat ook nog enige tijd na
het uitschakelen. Raak het apparaat
daarom niet aan, zolang het nog heet
is.
~
Trek altijd ovenwanten aan of ge
-
bruik pannenlappen als u met het hete
apparaat werkt. Zorg dat deze niet te
dicht bij de vlammen komen. Gebruik
dan ook geen al te grote pannenlap
-
pen, theedoeken of iets dergelijks. De
pannenlappen en dergelijke mogen niet
nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte
dan beter geleiden. U kunt zich
branden!
~
Verwarm geen dichte blikken en
dergelijke op de kookplaat. Er ontstaat
anders overdruk waardoor de blikken
uiteenspatten. U kunt zich dan branden
en letsel oplopen.
~
Gebruik dit apparaat niet om er een
ruimte mee te verwarmen. Door de
hoge temperaturen kunnen brandbare
voorwerpen in de buurt van het appa
-
raat vlam vatten. Bovendien wordt hier
-
door de levensduur van het apparaat
verkort.
~
Het apparaat mag niet in de open
lucht worden geplaatst en gebruikt.
~
Zorg dat alle branderdelen op de
juiste wijze zijn gemonteerd, voordat u
een brander ontsteekt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
~
Gebruik op gaskookplaten alleen
pannen waarvan de bodemdiameter
niet groter of kleiner is dan in de ge
-
bruiksaanwijzing staat aangegeven (zie
ook de rubriek "De juiste pannen"). Als
de diameter te klein is, staat de pan
niet stevig genoeg. Is de diameter te
groot, dan worden de hete verbran
-
dingsgassen te ver naar de zijkant ge
-
voerd en kunnen het werkblad, een niet
hittebestendige wand of onderdelen
van de kookplaat beschadigd raken.
Voor schade die op deze wijze is ont
-
staan, kan de fabrikant niet aansprake
-
lijk worden gesteld.
~
Gebruik geen braadpannen, pannen
of grillstenen die zo groot zijn dat zij
meerdere branders bedekken. De
warmteophoping die hierdoor zou ont-
staan, kan het apparaat beschadigen.
~
Zorg dat de vlammen van de
brander niet onder de pan vandaan ko-
men.
~
Zorg dat op een ontstoken brander
altijd een pan staat. Een erboven ge
-
plaatste afzuigkap kan anders bescha
-
digd raken of vlam vatten.
~
Gebruik geen serviesgoed van
kunststof of aluminiumfolie, want dat
smelt bij hoge temperaturen. Brandge
-
vaar!
~
Plaats altijd de bijgeleverde pannen
-
drager. Het kookgerei mag niet recht
-
streeks op een brander worden gezet.
~
Bewaar geen licht ontvlambare
voorwerpen in de buurt van het appa
-
raat.
~
Gebruik het apparaat niet als werk
-
blad. Als het apparaat per ongeluk
wordt ingeschakeld of als het nog heet
is, kunnen voorwerpen - afhankelijk van
het materiaal - heet worden, smelten of
vlam vatten.
~
Dek het apparaat nooit af met een
doek of iets dergelijks. Als het apparaat
nog heet is of wordt ingeschakeld, be
-
staat er brandgevaar.
~
Verwijder vetspatten en andere
brandbare verontreinigingen zo spoe-
dig mogelijk van de kookplaat, anders
bestaat er brandgevaar.
~
Houd het apparaat goed in de gaten
wanneer u met olie of vetten werkt.
Oververhit vet en oververhitte olie kun-
nen vlam vatten. Daarbij kan ook de af-
zuigkap in brand raken. Brandgevaar!
~
Mocht het vet of de olie vlam vatten,
gebruik dan nooit water voor het blus
-
sen! Doof de vlammen met een ge
-
schikte deksel, een vochtige doek of
iets dergelijks.
~
Flambeer nooit onder een afzuig
-
kap. Door de vlammen kan de afzuig
-
kap in brand vliegen.
~
Gebruik geen kookgerei met een te
dunne bodem. Verhit kookgerei nooit
leeg, tenzij de fabrikant van het kook
-
gerei een dergelijk gebruik uitdrukkelijk
toestaat. Het apparaat kan anders be
-
schadigd raken!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
~
Voorkom dat zouthoudende ge
-
rechten of vloeistoffen op de kookplaat
terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan
moeten deze stoffen meteen grondig
worden verwijderd, anders kan er cor
-
rosie optreden.
~
Plaats de pannendragers van boven
op de kookplaat, zodat er geen krassen
kunnen ontstaan.
~
Bij gebruik van een gaskookplaat
ontstaan warmte en vocht. Zorg daar
-
om voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat staat opge
-
steld. Open een buitenraam of zorg
voor mechanische afzuiging (bijvoor-
beeld via een afzuigkap).
~
Als u het apparaat lang en intensief
gebruikt, is het aan te raden de ruimte
extra te ventileren, bijvoorbeeld door
een buitenraam te openen of door de
afzuigkap op een hoge stand in te
schakelen.
~
Als u een stopcontact in de buurt
van het apparaat gebruikt, mogen de
aansluitkabels van de betreffende ap
-
paraten niet in aanraking komen met
het hete apparaat. De isolatie van de
kabels kan beschadigd raken, waar
-
door u een elektrische schok kunt krij
-
gen.
~
Zorg ervoor dat gerechten altijd vol
-
doende worden verhit. Eventuele bac
-
teriën in het eten worden alleen ge
-
dood, wanneer de temperatuur hoog
genoeg is (> 70 °C) en lang genoeg
wordt aangehouden (> 10 min.).
~
Wanneer zich onder het apparaat
een schuiflade bevindt, zonder tussen
-
bodem, mogen daarin geen licht ont
-
vlambare stoffen of brandbare voor
-
werpen zoals spuitbussen worden be
-
waard. Een eventuele bestekbak moet
van hittebestendig materiaal zijn.
~
Gebruik voor het reinigen nooit een
stoomreiniger. De stoom kan in aanra
-
king komen met delen die onder span
-
ning staan en zo kortsluiting veroorza
-
ken.
~
Als het apparaat gedurende een on
-
gebruikelijk lange tijd niet is gebruikt, is
het aan te bevelen het apparaat gron-
dig te reinigen voordat u het weer in
gebruik neemt. Laat de correcte wer-
king van het apparaat zo nodig door
een vakman controleren.
~
Als dit apparaat binnen de garantie-
periode defect raakt, mag het alleen
door Miele worden gerepareerd, an-
ders vervalt de garantie.
Als de "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen" niet worden opge
-
volgd, kan de fabrikant niet aanspra
-
kelijk worden gesteld voor schade
die daarvan het gevolg is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
17
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen. Vaak neemt de
leverancier de verpakking terug. Als u
de verpakking zelf wegdoet, informeer
dan bij de reinigingsdienst van uw ge
-
meente waar u die kunt afgeven.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande
-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
18
Bij het apparaat wordt een tweede ty
-
peplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje
op de aangegeven plaats achter in uw
gebruiksaanwijzing.
Eerste reiniging
^
Verwijder eventueel aanwezige
beschermfolies.
^
Reinig de afneembare delen van de
brander met een sponsdoekje, af
-
wasmiddel en warm water. Droog de
delen daarna weer af en zet de
brander vervolgens weer in elkaar
(zie het hoofdstuk "Reiniging en on
-
derhoud").
^ Neem het roestvrijstalen lekblad met
een vochtige doek af en maak het
vervolgens weer droog.
De metalen delen van het apparaat
zijn voorzien van een speciaal be-
schermlaagje, waardoor bij het
eerste gebruik geurtjes kunnen ont-
staan. Wanneer er geurtjes en damp
vrijkomen, betekent dat niet dat het
apparaat defect is of verkeerd is aan
-
gesloten. Ze verdwijnen na korte tijd.
Vóór het eerste gebruik
19
Met de bedieningsknop ontsteekt u het
gas en stelt u de gewenste stand in.
ß de gastoevoer is afgesloten
& grote vlam
/ kleine vlam
Schakel de branders uitsluitend in
door de knop in te drukken en naar
links te draaien. U schakelt de
branders uit door de knop naar
rechts te draaien.
Onderdelen van het apparaat kun-
nen beschadigd raken als u:
- de branders inschakelt zonder
te drukken,
- de branders inschakelt door de
knop naar rechts te draaien,
- de brander uitschakelt door
de knop naar links te draaien.
Voor schade als gevolg van een ver
-
keerde bediening kan de fabrikant
niet aansprakelijk worden gesteld.
Inschakelen
^
Ontsteek het gas door de betreffende
bedieningsknop in te drukken en
naar links op het grote vlamsymbool
te draaien.
^
Wanneer er een vlam te zien is, moet
u de bedieningsknop nog8-10se
-
conden ingedrukt houden. Laat de
knop vervolgens los.
^
Mocht de vlam weer uitgaan, zet de
bedieningsknop dan op "ß". Wacht
minstens 1 minuut voordat u opnieuw
probeert de brander te ontsteken.
Houd de bedieningsknop eventueel
iets langer ingedrukt.
^ Mocht de brander ook na een tweede
poging niet aangaan, zet de knop
dan op "ß" en zie het hoofdstuk "Nut-
tige tips".
Inschakelen bij een stroomstoring
Wanneer de stroom uitvalt, kunt u de
gasbrander met een lucifer aansteken.
^
Druk de bedieningsknop in en draai
deze naar links op het grote vlam
-
symbool.
^
Houd de knop ingedrukt en steek het
gas met een lucifer aan.
^
Houd de knop nog ca.8-10secon
-
den ingedrukt en laat hem dan los.
Bediening
20
Instellen
U kunt de branders traploos instellen
op een stand tussen de grootste en de
kleinste vlam.
Stel de brander zo in dat de vlammen
niet onder de pan vandaan komen.
Omdat de vlam aan de buitenkant heter
is dan in de kern moeten de punten van
de vlam de panbodem raken. De hitte
wordt anders aan de lucht afgegeven.
Bovendien kunnen de pangrepen be
-
schadigd raken en neemt de kans op
verbrandingen toe.
Uitschakelen
^ Draai de knop naar rechts op het
symbool "ß".
De gastoevoer wordt afgesloten en de
vlam gaat uit.
Wokring
Als u de bijgeleverde wokring gebruikt,
staat het kookgerei extra stevig. Dit
geldt met name voor woks met een ron
-
de bodem.
De wokring moet correct worden ge
-
plaatst, zodat de ring stabiel ligt en niet
kan verschuiven (zie ook de afbeel
-
ding).
Bediening
21
Brander Minimale diameter
panbodem in cm
Sudderbrander 10
Normaal-
brander
12
Sterkbrander 14
Wokbrander 14
Maximale diameter
bovenkant pan in
cm
Sudderbrander 22
Normaal-
brander
22
Sterkbrander 24
Wokbrander 24
Gebruik een pan die qua diameter bij
de brander past. Algemene regel:
grote diameter = grote brander,
kleine diameter = kleine brander.
Plaats altijd de bijgeleverde pannen
-
drager. Het kookgerei mag niet
rechtstreeks op de brander worden
gezet.
Gebruik liever brede, lage pannen
dan smalle, hoge pannen. De inhoud
wordt dan sneller verhit.
Gebruik bij voorkeur pannen met een
dikke bodem, omdat de warmtever
-
deling dan beter is. Bij pannen met
een dunne bodem bestaat het ge
-
vaar dat de gerechten plaatselijk
oververhit raken. Roer de gerechten
dan ook regelmatig om.
Voor gas zijn geen speciale pannen
nodig. Het materiaal moet alleen hit
-
tebestendig zijn.
Houdt u er rekening mee dat pan
-
nenfabrikanten vaak de diameter aan
de bovenkant vermelden. Van be
-
lang is echter alleen de bodemdia
-
meter.
Gebruik alleen pannen waarvan de
diameter niet groter of kleiner is dan
in de tabel staat aangegeven. Als de
bodemdiameter te klein is, staat de
pan niet stevig genoeg. Is de
bovendiameter te groot, dan worden
de hete verbrandingsgassen te ver
naar de zijkant gevoerd en kunnen
het werkblad, een niet hittebesten-
dige wand of onderdelen van de
kookplaat beschadigd raken. Voor
schade die op deze wijze is ont
-
staan, kan de fabrikant niet aanspra
-
kelijk worden gesteld.
Kook bij voorkeur met een deksel op
de pan. Op die manier voorkomt u
dat er onnodig warmte ontsnapt.
De juiste pannen
22
Wok
Een wok is een bijzondere pan met een
kleine bodemdiameter en een grote
bovendiameter (meestal 35 - 40 cm).
De wokbrander is ideaal voor dergelijke
pannen. De bodem van de wok mag
niet met de brander in aanraking ko
-
men. De afstand tot de brander moet
minstens 1 cm zijn.
Wokring
Als u de bijgeleverde wokring gebruikt,
staat het kookgerei extra stevig. Dit
geldt met name voor woks met een ron
-
de bodem.
De wokring moet correct worden ge
-
plaatst, zodat de ring stabiel ligt en niet
kan verschuiven (zie ook de afbeel
-
ding).
De juiste pannen
23
De thermo-elektrische vlambeveiliging
zorgt ervoor dat de gastoevoer wordt
afgesloten, als de vlam uitgaat, bijvoor
-
beeld omdat deze uitwaait of omdat
een gerecht overkookt.
^
Om de brander weer in gebruik te
nemen, draait u de knop naar rechts
op "ß". Schakel de brander daarna
weer op de gewone manier in.
De vlambeveiliging functioneert los van
de stroomvoorziening. De beveiliging is
dus ook actief als u het apparaat tij
-
dens een stroomstoring gebruikt.
Veiligheidsuitschakeling
24
Algemeen
,
Gebruik voor het reinigen van
het apparaat nooit een stoomreini
-
ger. Stoom kan in aanraking komen
met delen die onder spanning staan
en zo kortsluiting veroorzaken.
Reinig het hele apparaat na elk ge
-
bruik. Laat het apparaat eerst afkoelen.
Wrijf het apparaat na elke vochtige rei
-
niging droog. U voorkomt zo kalkafzet
-
ting.
Voorkom dat er zouthoudende ge
-
rechten of vloeistoffen op het lekblad
terechtkomen. Gebeurt dat toch, dan
moet u het lekblad meteen grondig rei-
nigen om aantasting van het materiaal
te voorkomen.
Om beschadigingen aan de opper
-
vlakken te voorkomen, mogen de vol
-
gende middelen niet worden ge
-
bruikt:
soda-, ammoniak-, zuur- of chloride
-
houdende reinigingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen.
vlekken- en roestverwijderaars.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
-
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid
-
delen.
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
grill- en ovensprays.
glasreinigers.
schurende harde sponzen en
borstels, bijvoorbeeld pannenspons-
jes.
puntige voorwerpen
(zodat de dichtingen tussen de lijst
en het werkblad niet beschadigd ra
-
ken).
Reiniging en onderhoud
25
Roestvrijstalen lekblad
Reinig het roestvrijstalen lekblad met
een sponsdoekje, een beetje afwasmid
-
del en warm water. Aangekoekte ver
-
ontreinigingen kunt u eerst laten inwe
-
ken.
Wrijf het lekblad na afloop met een
zachte doek droog.
U kunt eventueel ook het reinigingsmid
-
del voor keramische platen en roestvrij
staal gebruiken (zie "Bij te bestellen ac
-
cessoires"). Gebruik het middel uitslui
-
tend in slijprichting.
Gebruik op delen met een opdruk
geen reinigingsmiddel voor roestvrij
staal. Dergelijke middelen kunnen
de opdruk beschadigen. Reinig de
betreffende delen uitsluitend met
een sponsdoekje, afwasmiddel en
warm water.
U kunt het oppervlak extra tegen ver-
vuiling beschermen als u het met een
speciaal onderhoudsmiddel voor roest
-
vrij staal inwrijft (zie "Bij te bestellen ac
-
cessoires").
Verdeel een kleine hoeveelheid van het
middel met een zachte doek gelijkmatig
over het gehele oppervlak.
Pannendrager,
bedieningsknop
Verwijder de pannendragers. Reinig de
pannendragers en de knoppen met een
sponsdoekje, afwasmiddel en warm
water. Laat vastzittende verontreini
-
gingen eerst inweken.
Wrijf alles na afloop met een schone
doek droog.
Reinig de pannendragers niet in de
afwasautomaat!
Reiniging en onderhoud
26
Brander
Reinig de onderdelen van de
brander niet in de afwasautomaat!
Verwijder alle losse delen van de
brander en reinig deze uitsluitend
handmatig met een sponsdoekje, af
-
wasmiddel en warm water.
Wis de niet afneembare onderdelen
van de brander met een vochtige doek
af.
Wis de ontstekingselektrode en het
thermo-element voorzichtig af met een
goed uitgewrongen vochtige doek.
De elektrode mag niet nat worden,
anders wordt er geen vonk afgege-
ven.
Maak daarna alles met een schone
doek droog.
Zorg dat ook de gleuven in de brander
goed droog zijn.
Het oppervlak van de branderdop
-
pen wordt met de tijd iets matter. Dit
is normaal en heeft geen gevolgen
voor het gebruik van de kookplaat.
Sudder-, normaal- en sterkbrander in
elkaar zetten
^ Plaats de branderkop c zodanig op
de brandervoet d dat het
thermo-element e, de ontstekings-
elektrode f en de bouten g door de
gaten van de branderkop heen ste-
ken.
^ Leg de branderdop b zodanig op de
branderkop c dat zich de uitsparin
-
gen boven de bouten bevinden.
Draai de branderdop iets naar links
of naar rechts om de dop te vergren
-
delen.
Als u de dop correct heeft geplaatst,
kunt u de dop niet verschuiven.
Zorg dat de branderdelen na het reini
-
gen in de juiste volgorde worden terug
-
geplaatst.
Reiniging en onderhoud
27
Wokbrander in elkaar zetten
^
Plaats de branderkop c zodanig op
de brandervoet d dat het
thermo-element e en de ontstekings
-
elektrode f door de gaten van de
branderkop heen steken.
^
Plaats de branderring a.
^
Plaats de branderdop b.
Zorg dat de branderdelen na het reini
-
gen in de juiste volgorde worden terug
-
geplaatst.
Reiniging en onderhoud
28
,
Reparaties aan elektrische ap
-
paraten en gasapparaten mogen uit
-
sluitend door vakmensen worden
uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoer
-
de reparaties leveren gevaar op
voor de gebruiker.
Wat moet u doen als...
... de brander na enkele pogingen
niet ontsteekt?
Controleer of
de brander op de juiste wijze in el-
kaar is gezet.
de gaskraan geopend is.
de brander schoon en droog is.
de gleuven in de brander schoon en
droog zijn.
de zekeringen van de huisinstallatie
zijn doorgeslagen. Als dit het geval
is, moet u contact opnemen met een
elektricien of met Miele. U kunt het
gas wel met een lucifer aansteken
(zie de rubriek "Inschakelen bij een
stroomstoring").
... de gasvlam na het ontsteken weer
uitgaat?
De vlammen moeten het
thermo-element raken, zodat het ele
-
ment heet genoeg wordt.
Als de vlammen het thermo-element
niet raken, controleer dan of
de onderdelen van de brander goed
geplaatst zijn.
het thermo-element verontreinigd is.
Verwijder eventuele verontreini
-
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
... de elektrische vonkontsteking van
de brander niet meer werkt?
Controleer of:
de zekering van de huisinstallatie is
doorgeslagen. Waarschuw indien no-
dig een elektricien of Miele.
zich verontreinigingen tussen de ont-
stekingselektrode en de branderdop
bevinden.
Verwijder eventuele verontreini
-
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
het thermo-element verontreinigd is.
Verwijder eventuele verontreini
-
gingen voorzichtig (zie het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud").
... het vlammenbeeld van de brander
plotseling is veranderd?
Controleer of de branderdelen op de
juiste wijze in elkaar zijn gezet.
Nuttige tips
29
Het Miele-assortiment omvat ook reinigings- en onderhouds
-
middelen die speciaal op de apparaten zijn afgestemd.
U kunt deze producten via internet bestellen.
De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en
bij uw Miele-vakhandelaar.
Reinigingsmiddel voor keramische platen
en roestvrij staal 250 ml
Voor het verwijderen van grovere verontreinigingen, kalkvlek
-
ken en lichte verkleuringen
Onderhoudsmiddel voor roestvrij staal 250 ml
Voor het eenvoudig verwijderen van waterstrepen, vlekken en
vingerafdrukken.
Het oppervlak blijft langer schoon
Universeel microvezeldoekje
Voor het verwijderen van vingerafdrukken en lichte verontrei
-
nigingen
Bij te bestellen accessoires
30
Om te voorkomen dat het apparaat
beschadigd raakt, moet het pas na
de montage van de bovenkastjes en
de afzuigkap worden ingebouwd.
~
De ruimte waar het apparaat wordt
geplaatst, moet een inhoud hebben van
minimaal 20 m
3
en voorzien zijn van
een deur of buitenraam dat geopend
kan worden.
~
De lijsten en randen van het werk
-
blad moeten met een hittebestendige
lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze
niet loslaten of vervormen. Ook de
wandafdichtstrip moet hittebestendig
zijn.
~
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman op een niet-stationaire lo-
catie (bijvoorbeeld een boot of camper)
worden ingebouwd en aangesloten.
Hierbij moet aan alle voorwaarden voor
een veilig gebruik worden voldaan.
~
Vanwege het eventuele overslaan
van de vlammen mag een gaskook
-
plaat niet meteen naast een friteuse
worden ingebouwd. Houd tussen de
genoemde apparaten een afstand aan
van ten minste 300 mm.
~
Het is niet toegestaan de kookplaat
boven koelapparatuur, afwas-, was- en
droogautomaten in te bouwen.
~
Zorg dat na de inbouw de gasslang
en de aansluitkabel niet met hete on
-
derdelen in aanraking komen. Door te
hoge temperaturen kunnen de slang en
de kabel beschadigd raken.
~
De aansluitkabel en de flexibele
gasaansluiting moeten zodanig worden
geplaatst dat deze niet in aanraking
kunnen komen met bewegende
keukenelementen (zoals een lade) en
niet worden blootgesteld aan mechani
-
sche belastingen.
~
De op de volgende bladzijden aan-
gegeven veiligheidsafstanden dienen
nauwkeurig te worden aangehouden.
~
Gebruik geen voegenkit en
soortgelijke producten, tenzij dat uit-
drukkelijk vermeld staat. De dichting
van het apparaat is toereikend als af-
dichting tussen plaat en werkblad (zie
ook "Algemene inbouwaanwijzing").
Alle maten zijn in mm aangegeven.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
31
Veiligheidsafstand boven het appa
-
raat
Tussen het apparaat en een erboven
gemonteerde afzuigkap dient u de vei-
ligheidsafstand aan te houden die door
de fabrikant is aangegeven. Is de be-
treffende informatie niet beschikbaar,
bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan
moet de afstand bij licht ontvlambare
materialen ten minste 760 mm bedra-
gen.
Als in de gebruiksaanwijzing of monta
-
gehandleiding van verschillende appa
-
raten (bijvoorbeeld een gaskookplaat of
een elektrische kookplaat) verschillen
-
de veiligheidsafstanden worden ge
-
noemd voor plaatsing onder een af
-
zuigkap, kies dan de grootste afstand.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
32
Het apparaat mag slechts aan één zij
-
kant en aan de achterkant aansluiten
op meubels of wanden die hoger zijn
dan het apparaat zelf (zie de afbeel
-
dingen).
Houd minimaal de volgende veilig
-
heidsafstanden aan:
100 mm rechts of links van de uitspa
-
ring ten opzichte van een ernaast
geplaatst meubelstuk (bijvoorbeeld
een hoge kast).
50 mm tussen de uitsparing en de
achterwand.
Niet toegestaan!
Aan te bevelen!
Toegestaan maar niet aan te bevelen!
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
33
KM 2010 / KM 2011 / KM 2012 / KM 2013
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
Afmetingen
34
520
35
650
c
b
243
75
54
196
c
0 50
0 30
560
480 - 490
+
-
1
d
a
217
ß R4
15
KM 2030
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
Afmetingen
35
520
35
750
b
0 50
560
480 - 490
-
+
1
c
ß R4
15
243
75
54
196
d
a
217
c
0 30
KM 2032 / KM 2033
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
Afmetingen
36
520
35
750
b
0 50
560
480 - 490
-
+
1
c
ß R4
15
243
75
54
196
d
a
217
c
0 30
KM 2050 / KM 2051
a Voorkant
b Inbouwhoogte
c Gasaansluiting R 1/2" ISO 7-1 (DIN 2999)
d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm
Afmetingen
37
c
0 50
ß R4
860
480 - 490
35
900
b
520
0 30
393
25
54
196
c
d
a
217
15
-
+
1
Uitsparing werkblad maken
^
Maak de uitsparing in het werkblad
volgens de maatschets.
Neem de minimale afstand tot de
achterwand in acht en tot een even
-
tueel aanwezige zijwand (rechts of
links). Zie ook het hoofdstuk "Veilig
-
heidsinstructies voor het inbouwen".
^
De snijvlakken van houten werk
-
bladen moeten met speciale lak, sili
-
conenkit of giethars worden afge
-
werkt om te voorkomen dat het werk
-
blad door vocht wordt aangetast. De
gebruikte materialen moeten hittebe
-
stendig zijn.
Wordt bij het inbouwen geconsta-
teerd dat de randafdichting bij de
hoeken niet goed op het werkblad
aansluit, dan kan de hoekradius
(ß R4) voorzichtig met een decou-
peerzaag worden nabewerkt.
Gaskookplaat bevestigen
^ Leid de aansluitkabel van het appa-
raat door de uitsparing naar bene-
den.
^ Leg het apparaat los in de uitsparing.
^ Sluit het apparaat op het elektrici-
teitsnet aan (zie "Elektrische aanslui-
ting").
^ Sluit het apparaat op de
gasvoorziening aan (zie "Gasaanslui-
ting").
^
Bevestig het apparaat met de bijge
-
voegde profielen.
Inbouwen
38
Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uit-
drukkelijk vermeld staat. De dichting
onder de rand van het apparaat is toe-
reikend als afdichting tussen plaat en
werkblad.
Gebruik nooit kit tussen de lijst van
het apparaat en het werkblad!
Anders kan het apparaat later - voor
servicedoeleinden - alleen nog met
moeite uit het werkblad worden ge
-
haald. Lijst en werkblad kunnen
daarbij beschadigd raken.
Werkblad met tegels
De voegen a en het gearceerde ge-
deelte onder de rand moeten glad en
vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aan-
sluit en de dichting onder de rand van
het apparaat voldoende afdicht.
Algemene inbouwaanwijzing
39
Aansluiting op een geaard stopcontact
wordt aanbevolen, omdat dat eventuele
werkzaamheden van de technicus ge
-
makkelijker maakt. Het stopcontact
moet ook na het inbouwen toegankelijk
zijn.
Wordt de stekker verwijderd, dan mag
het apparaat uitsluitend door een er
-
kend elektricien op het elektriciteitsnet
worden aangesloten. Deze is op de
hoogte van de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf. Het apparaat mag al
-
leen worden aangesloten op een huis
-
installatie die volgens alle geldende
voorschriften is geïnstalleerd.
Is het stopcontact niet toegankelijk of is
er sprake van een vaste aansluiting,
dan moet het apparaat via een schake-
laar met alle polen van de netspanning
kunnen worden losgekoppeld. De con-
tactopening in uitgeschakelde toestand
moet minimaal 3 mm bedragen. Ge-
schikt zijn zelf-uitschakelaars, ze-
keringen en relais (EN 60 335).
Voordat u het apparaat aansluit, dient u
de aansluitgegevens (spanning en fre
-
quentie) op het typeplaatje te verge
-
lijken met de waarden van het elektrici
-
teitsnet. Deze gegevens moeten beslist
overeenkomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor directe of indi
-
recte schade als gevolg van ondes
-
kundig inbouwen of door een ver
-
keerde aansluiting.
De fabrikant kan bovendien niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die wordt veroorzaakt door
een ontbrekende of beschadigde
aarddraad (bijvoorbeeld een elek
-
trische schok).
Na inbouw moet zijn gewaarborgd
dat onder spanning staande delen
niet kunnen worden aangeraakt.
Aansluitwaarde
zie typeplaatje
Aansluiting
AC230V/50Hz
Zekering: 10 A (type B of C)
Aardlekschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de
EU-voorschriften en -richtlijnen voor Ne
-
derland geadviseerd om de huisinstal
-
latie van een aardlekschakelaar te voor
-
zien (30 mA).
Elektrische aansluiting
40
Spanningsvrij maken
Moet het apparaat spanningsvrij wor
-
den gemaakt, ga dan, afhankelijk van
de situatie, als volgt te werk:
Bij zekeringen:
Draai de zekering los en haal deze
uit de houder.
Bij een zekeringsautomaat:
Druk op de testknop (rood) totdat
de middelste knop (zwart) eruit-
springt.
Bij een inbouwzekeringsautomaat:
(zelfuitschakelaar, min. type B of C)
Zet de tuimelschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit).
Bij een aardlekschakelaar:
Zet de hoofdschakelaar van 1 (Aan)
op 0 (Uit) of druk op de testknop.
Zorg dat de netspanning niet per
ongeluk weer kan worden ingescha-
keld.
Aansluitkabel vervangen
De aansluitkabel mag alleen door een
speciale kabel van het type H 05 VV-F
(PVC-isolatie) worden vervangen. Een
dergelijke kabel is verkrijgbaar bij
Miele.
De aansluitkabel mag alleen door
Miele, door een door Miele
geautoriseerde technicus of door een
erkend elektricien worden vervangen.
De aansluitwaarden vindt u op het type
-
plaatje.
Elektrische aansluiting
41
Alleen een erkend installateur mag
het apparaat aansluiten op gas. De
installateur is ervoor verantwoorde
-
lijk dat het apparaat op de plaats
van opstelling goed functioneert. Al
-
leen Miele mag het apparaat aan
-
passen aan een andere gassoort.
De gasaansluiting moet zo zijn ge
-
plaatst dat men het apparaat binnen
of buiten het keukenmeubel kan
aansluiten. De gaskraan moet zicht
-
baar en toegankelijk zijn, eventueel
na het openen van de deur van het
keukenmeubel.
Vraag aan het plaatselijke gasbedrijf
welke gassoort u heeft. Vergelijk dit
met de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat moet volgens alle gel-
dende voorschriften en richtlijnen
worden aangesloten. Hierbij dient
ook rekening te worden gehouden
met voldoende ventilatie.
De gasaansluiting moet zodanig zijn
aangebracht dat deze niet wordt be
-
schadigd door de hitte die het appa
-
raat afgeeft als het aan staat. Met
name gasleidingen en de gaskraan
mogen niet in aanraking komen met
hete verbrandingsgassen.
De gasslang en het aansluitsnoer
mogen niet in aanraking komen met
onderdelen van het apparaat die bij
gebruik heet worden, omdat ze door
die hitte beschadigd kunnen raken.
Een flexibele aansluiting moet zoda-
nig worden geplaatst dat deze niet
in aanraking kan komen met bewe-
gende keukenelementen (zoals een
lade).
Na inbouw van het apparaat moet
het apparaat (zo nodig) op de
gassituatie ter plaatse worden inge-
steld.
Controleer ten slotte de gasaanslui
-
ting op dichtheid.
Gasaansluiting
42
Het apparaat is geschikt voor aardgas
en vloeibaar gas.
Het apparaat voldoet aan de eisen van
categorie EN 30: NL II2L3
BP 25/28-30 mbar.
Het apparaat is in de fabriek ingesteld
op aardgas (zie de sticker op het appa
-
raat).
Voor omschakeling op vloeibaar gas
(butaan of propaan) worden de juiste
inspuiters bijgeleverd. De nominale
gasdruk voor vloeibaar gas moet liggen
tussen 28-30 mbar.
Als de benodigde inspuiters niet zijn
bijgevoegd, neem dan contact op met
uw vakhandelaar of met Miele.
Hoe het apparaat aan een andere gas-
soort kan worden aangepast, staat in
het hoofdstuk "Aanpassen aan een an-
dere gassoort".
Aansluiting op het apparaat
Het apparaat heeft een conische
1/2"-aansluiting. Er zijn twee aansluit
-
mogelijkheden:
een vaste aansluitleiding
een flexibele aansluitleiding
die aan alle eisen en voorschriften
voldoet
Een flexibele leiding mag niet langer
zijn dan 2 m.
Om lekkage te voorkomen, moeten ge
-
schikte afdichtmiddelen worden ge
-
bruikt!
Gasaansluiting
43
Nominale belasting bij alle gassoorten op de hoogste stand
Brander Gassoort KM 2010 / KM 2011 KM 2012 / KM 2013 /
KM 2030
kW g/h kW g/h
Sudder-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
1,0
1,0
-
73
1,0
1,0
-
73
Normaal-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
1,75
1,75
-
127
1,75
1,75
-
127
Sterk-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
2,6
2,6
-
189
-
-
-
-
Wok Aardgas
Vloeibaar gas
-
-
-
-
3,80
3,80
-
277
Totaal Aardgas
Vloeibaar gas
7,1
7,1
-
517
8,3
8,3
-
604
Brander Gassoort KM 2032 / KM 2033 / KM 2050 / KM 2051
kW g/h
Sudder-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
1,0
1,0
-
73
Normaal-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
1,75
1,75
-
127
Sterk-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
2,6
2,6
-
189
Wok Aardgas
Vloeibaar gas
3,80
3,80
-
277
Totaal Aardgas
Vloeibaar gas
10,9
10,9
-
793
Brandervermogen
44
Nominale belasting op de laagste stand
Brander Gassoort KM 2010 / KM 2011 KM 2012 / KM 2013 /
KM 2030
kW kW
Sudder-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,25
0,25
0,25
0,25
Normaal-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,35
0,35
0,35
0,35
Sterk-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,50
0,60
0,50
0,60
Wok Aardgas
Vloeibaar gas
-
-
1,10
1,10
Brander Gassoort KM 2032 / KM 2033 / KM 2050 / KM 2051
kW
Sudder-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,25
0,25
Normaal-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,35
0,35
Sterk-
brander
Aardgas
Vloeibaar gas
0,50
0,60
Wok Aardgas
Vloeibaar gas
1,10
1,10
Brandervermogen
45
,
De aanpassing aan een andere gassoort mag alleen door een technicus
van Miele worden uitgevoerd.
Tabel voor de inspuiters
Bij aanpassing aan een andere gassoort moeten de grote en de kleine inspui
-
ters van de brander worden vervangen.
Grote inspuiter Ø Kleine inspuiter Ø
Aardgas
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Wok
0,73
0,98
1,16
1,43
0,39
0,42
0,54
0,80
Vloeibaar gas
Sudderbrander
Normaalbrander
Sterkbrander
Wok
0,50
0,65
0,78
0,98
0,27
0,32
0,40
0,54
De boringsdiameter van de inspuiters is in mm aangegeven.
Aanpassen aan een andere gassoort
46
Inspuiters vervangen
Maak de kookplaat spanningsvrij.
De grote inspuiters vervangen
^
Verwijder de branderdop b,de
branderring a (wok) en de brander
-
kop c.
^
Schroef met een sleutel de grote in
-
spuiter h los.
^
Plaats de juiste inspuiter (zie tabel)
en draai deze vast.
^ Verzegel de inspuiters daarna met
zegellak, om te voorkomen dat de in-
spuiters per ongeluk worden losge-
draaid.
Sudder-, normaal- en sterkbrander
Wokbrander
Aanpassen aan een andere gassoort
47
De kleine inspuiters vervangen
(alle branders)
Om de kleine inspuiters te kunnen ver
-
vangen, moet de bovenkant van het ap
-
paraat worden verwijderd.
^
Draai de schroeven van de branders
los.
^
Trek de bedieningsknoppen van de
branders eraf (naar boven toe).
^
Verwijder de bovenkant van het ap
-
paraat.
^
Verwijder de ontstekingsschakelaar
a.
^ Draai de inspuiter b met een kleine
schroevendraaier los.
^ Verwijder de inspuiter met een punt-
tang.
^ Plaats de juiste inspuiter (zie tabel)
en draai deze vast.
^ Verzegel de inspuiters daarna met
zegellak, om te voorkomen dat de in
-
spuiters per ongeluk worden losge
-
draaid.
Aanpassen aan een andere gassoort
48
a
b
Na het aanpassen
^
Plaats alle branderdelen in omge
-
keerde volgorde terug.
^
Controleer alle gasleidingen op dicht
-
heid met lekzoekspray. Controleer de
correcte werking van de branders
door deze aan te steken (zonder de
bovenkant van het apparaat terug te
plaatsen). Steek de branders met
een lucifer aan.
^
Verwijder opnieuw de losse brander
-
delen.
^
Plaats de bovenkant van het appa
-
raat terug.
^ Schroef de brandervoeten vast en zet
de branders in elkaar. Let op de
juiste volgorde!
^ Plaats de bedieningsknoppen terug.
^ Controleer of de branders correct
functioneren.
Op de laagste stand mag de vlam niet
doven, ook niet wanneer u de knop snel
van de grote naar de kleine vlam draait.
Op de hoogste stand moet de brander
een duidelijk zichtbare kern hebben.
^
Plak de sticker die bij de inspuiters
wordt geleverd over de sticker op het
apparaat waarop de gassoort staat.
Aanpassen aan een andere gassoort
49
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar of
de afdeling Klantcontacten van Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt
u op het typeplaatje.
Voor informatie over het Miele-Service-Verzekering-Certificaat kunt u zich wenden
tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens op het titelblad van deze gebruiksaanwij-
zing.
Klantcontacten / typeplaatje
50
51
Wijzigingen voorbehouden / 4808
M.-Nr. 07 231 810 / 01
40


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele KM 2010 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele KM 2010 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1,1 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Miele KM 2010

Miele KM 2010 User Manual - English - 68 pages

Miele KM 2010 User Manual - German - 48 pages

Miele KM 2010 User Manual - French - 68 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info