523477
3
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/100
Next page
Gebruiks- en montagehandleiding
Bakoven
Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat
plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 609 940nl-NL
2
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................6
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu.......................18
Overzicht oven ...................................................19
Bedieningselementen .............................................20
Functieschakelaar .................................................20
Ovenfuncties...................................................20
Klok ............................................................21
Display .......................................................21
Toetsen .......................................................21
Temperatuurschakelaar.............................................21
Controlelampje temperatuur 6 .....................................21
Uitvoering .......................................................22
Type-aanduiding ..................................................22
Typeplaatje ......................................................22
Bijgeleverd.......................................................22
Bijgeleverde en bij te bestellen accessoires .............................22
Geleiderails....................................................23
Bakplaat, universele bakplaat en rooster met uittrekbeveiliging ...........23
FlexiClip-geleiders HFC70 ........................................24
FlexiClip-geleiders plaatsen en verwijderen...........................24
Ovenelektronica...................................................28
Beveiligingen .....................................................28
Vergrendeling 0 van het apparaat..................................28
Koelventilator ..................................................28
Luchtgekoelde deur .............................................28
Deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie ...........................28
PerfectClean-veredelde oppervlakken .................................29
Eerste ingebruikneming ...........................................30
Vóór het eerste gebruik .............................................30
Het voor het eerst instellen van de dagtijd ..............................30
Oven voor het eerst opwarmen .......................................31
Overzicht ovenfuncties ............................................32
Bediening .......................................................34
Tips om energie te besparen.........................................34
Benutting restwarmte ............................................34
Eenvoudig gebruik.................................................34
Koelventilator .....................................................34
Inhoud
3
Voorverwarmen ...................................................35
Klok ............................................................36
Display ..........................................................36
Symbolen in het display ..........................................36
Toetsen .........................................................36
Principe .........................................................37
Weergave van de tijden ..........................................37
Na afloop van de tijden...........................................37
Kookwekker N gebruiken ...........................................38
Kookwekkertijd instellen ..........................................38
Kookwekkertijd wijzigen ..........................................39
Kookwekkertijd wissen ...........................................39
Bereidingsproces automatisch in- en uitschakelen........................40
Bereidingstijd instellen ...........................................40
Na afloop van de bereidingstijd ....................................41
Bereidingstijd en einde bereidingstijd instellen ........................42
Bereidingstijd wijzigen ...........................................43
Bereidingstijd wissen ............................................44
Einde bereidingstijd wissen .......................................44
Dagtijd wijzigen ...................................................45
Instellingen wijzigen................................................46
Bakken .........................................................48
Opmerkingen bij de "Tabel bakken" ...................................49
Tabel bakken .....................................................50
Braden..........................................................54
Opmerkingen bij de "Tabel braden" ...................................54
Tabel braden .....................................................56
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur) ........................58
Grilleren ........................................................60
Opmerkingen bij de "Tabel grilleren" ...................................61
Tabel grilleren ....................................................63
Ontdooien .......................................................64
Inmaken ........................................................65
Drogen .........................................................66
Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten...........................67
Gratineren.......................................................68
Inhoud
4
Aanwijzingen voor keuringsinstituten ................................69
Testgerechten volgens EN 60350 ..................................69
Energie-efficiëntieklasse..........................................69
Reiniging en onderhoud ...........................................70
Tips ............................................................71
Normale verontreinigingen ..........................................71
Hardnekkige verontreinigingen (behalve bij de FlexiClip-geleiders) ..........72
Hardnekkige verontreinigingen op de FlexiClip-geleiders ..................72
Ovenruimte reinigen met de ovenfunctie "Pyrolyse ^"....................73
Voor de start van de pyrolyse......................................73
Pyrolyse starten ................................................74
Na afloop van de pyrolyse ........................................75
Pyrolyse afgebroken .............................................77
Deur verwijderen ..................................................78
Deur uit elkaar halen.............................................79
Deur terugplaatsen ................................................83
Geleiderails met FlexiClip-geleiders demonteren .........................84
Bovenwarmte-/grillelement omlaagklappen .............................85
Nuttige tips ......................................................86
Service en garantie ...............................................91
Elektrische aansluiting ............................................92
Maatschetsen voor de inbouw ......................................94
Afmetingen apparaat en kast ........................................94
Gedetailleerde afmetingen front ......................................96
Inbouw oven .....................................................97
Adressen........................................................99
Inhoud
5
Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadigingen
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig
door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding
vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de
veiligheid, het gebruik en het onderhoud.
Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade die daarvan het gevolg is
Bewaar de gebruiks- en montagehandleiding en geef deze door
aan een eventuele volgende eigenaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
6
Verantwoord gebruik
~
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk
gebruik (of daarmee vergelijkbaar).
~
Het apparaat mag niet buiten worden gebruikt.
~
Het apparaat is uitsluitend bestemd voor het ontdooien, koken,
grilleren, bakken, braden, inmaken en drogen van voedingsmid
-
delen. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan
gevaarlijk zijn.
~
Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door personen die in
staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de
hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing!
De personen die het apparaat bedienen, moeten zich bewust zijn
van de gevaren van een foutieve bediening.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Kinderen
~
Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu
-
rend toezicht houdt.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen het apparaat alleen zonder toe
-
zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be
-
dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van
een foutieve bediening.
~
Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen of on
-
derhouden
~
Houd kinderen in de gaten, wanneer zij zich in de buurt van het
apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
~
Verstikkingsgevaar! Kinderen kunnen zich tijdens het spelen in
verpakkingsmateriaal wikkelen (bijvoorbeeld in folie) of het materiaal
over hun hoofd trekken en stikken. Houd verpakkingsmaterialen bij
kinderen vandaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
~
Verbrandingsgevaar!
De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de
huid van volwassenen. Het apparaat wordt heet bij het deurglas, het
bedieningspaneel en bij de openingen waar de ovenlucht vrijkomt.
Zorg dat kinderen uit de buurt van het apparaat blijven als het in ge
-
bruik is.
~
Verwondingsgevaar!
De deur mag met maximaal 15 kg worden belast. Kinderen kunnen
zich aan de geopende deur verwonden.
Voorkom dat kinderen op de geopende deur gaan staan of zitten of
eraan gaan hangen.
~
Verbrandingsgevaar!
De huid van kinderen is gevoeliger voor hoge temperaturen dan de
huid van volwassenen. Tijdens de pyrolyse wordt het apparaat war-
mer dan bij normale ovenfuncties. Houd kinderen op een afstand als
de pyrolysefunctie actief is!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
Technische veiligheid
~
Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repa
-
ratiewerkzaamheden kunnen grote risico’s voor de gebruiker ont
-
staan. Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn
geautoriseerd.
~
Een beschadigd apparaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
Controleer het voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een be
-
schadigd apparaat nooit in gebruik.
~
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol-
gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Aan deze funda-
mentele veiligheidsvoorwaarde moet worden voldaan. Laat de elek-
trische installatie bij twijfel door een vakman inspecteren.
~
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
moeten beslist met de waarden van het elektriciteitsnet overeen-
komen, om beschadiging van het apparaat te voorkomen. Vergelijk
deze gegevens voor de aansluiting. Raadpleeg bij twijfel een elektri-
cien.
~
Met een stekkerdoos of verlengsnoer kan een veilig gebruik van
het apparaat niet worden gewaarborgd (brandgevaar). Sluit het ap
-
paraat hiermee niet op het elektriciteitsnet aan.
~
Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd, zodat de veilig
-
heid is gewaarborgd.
~
Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een
boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~
Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning
staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden
veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe
leiden dat het apparaat niet meer goed functioneert.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
~
De garantie vervalt als het apparaat niet wordt gerepareerd door
een technicus die door Miele is geautoriseerd.
~
Alleen van originele onderdelen garandeert Miele dat deze aan
de veiligheidseisen voldoen. Defecte onderdelen mogen alleen door
originele onderdelen worden vervangen.
~
Als het apparaat zonder aansluitkabel wordt uitgeleverd of als
een beschadigde kabel moet worden vervangen, moet voor de aan-
sluiting een speciale kabel worden gebruikt. Alleen een vakman die
door Miele is geautoriseerd, mag de kabel aansluiten (zie "Elek-
trische aansluiting").
~
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dient het
apparaat spanningsvrij te worden gemaakt, bijvoorbeeld als de ver-
lichting defect is (zie ook het hoofdstuk "Nuttige tips").
Ga hiervoor als volgt te werk:
schakel de zekeringen van de huisinstallatie uit of
draai de zekeringen van de huisinstallatie er geheel uit of
trek de stekker (indien aanwezig) uit de contactdoos.
Trek daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
~
Voor een correcte werking van het apparaat moet voldoende
koellucht worden aangevoerd. De aanvoer van koellucht mag niet
worden belemmerd (bijvoorbeeld door inbouw van warmtewerende
lijsten in de keukenkast). Andere warmtebronnen (zoals een open
haard) mogen de benodigde koellucht niet te veel verwarmen.
~
Als het apparaat achter een meubeldeur is ingebouwd, mag de
deur niet worden gesloten als u het apparaat gebruikt. Achter een
gesloten deur worden warmte en vocht opgehoopt. Hierdoor kunnen
het apparaat, de kast en de vloer beschadigd raken. Sluit de deur
pas als het apparaat volledig is afgekoeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Veilig gebruik
,
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt bij gebruik heet.
U kunt zich branden aan de verwarmingselementen, de oven
-
wanden, het voedingsmiddel en de accessoires.
Draag altijd ovenwanten als u hete gerechten in het apparaat zet
of eruit haalt of als u in het apparaat bezig bent.
~
Voorwerpen in de buurt van het ingeschakelde apparaat kunnen
door de hoge temperaturen vlam vatten. Gebruik het apparaat nooit
om er een ruimte mee te verwarmen.
~
Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het appa-
raat goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt.
Blus een brand met olie of vet nooit met water. U dooft vlammen in
het apparaat door de deur gesloten te houden.
~
Bij te lange bereidingstijden drogen de voedingsmiddelen uit en
kunnen zelfs ontbranden.
Houdt u zich aan de aanbevolen bereidingstijden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
~
Sommige voedingsmiddelen drogen snel uit en kunnen door
hoge grilleertemperaturen vlam vatten. Gebruik ovenfuncties met
grill daarom niet voor het afbakken van broodjes of brood en voor
het drogen van bloemen of kruiden. Gebruik hiervoor de ovenfunctie
"Hetelucht plus U" of "Boven-Onderwarmte V".
~
Als u bij de bereiding van voedingsmiddelen alcoholhoudende
dranken gebruikt, moet u er rekening mee houden dat alcohol bij
hoge temperaturen verdampt en op hete oppervlakken kan ontste
-
ken.
~
Als u de restwarmte voor het warmhouden van gerechten wilt ge
-
bruiken, kan door hoge luchtvochtigheid en condenswater corrosie
in het apparaat ontstaan. Ook het bedieningspaneel, het werkblad
en de keukenkast kunnen beschadigd raken.
Schakel het apparaat in geen geval uit, maar stel de laagste tempe-
ratuur van de gekozen ovenfunctie in. De ventilator blijft dan inge-
schakeld.
~
Gerechten die in de ovenruimte worden warmgehouden of be-
waard, kunnen uitdrogen. Het vrijkomende vocht kan in het apparaat
corrosie veroorzaken. Dek gerechten daarom af.
~
Door warmteophoping kan email barsten of loslaten.
Leg dan ook nooit aluminiumfolie of een andere beschermfolie op
de bodem van het apparaat. Zet ook geen pannen, schalen of bak
-
platen op de bodem.
~
Het email van de bodem kan door het verschuiven van voor
-
werpen beschadigd raken.
Als u pannen in de ovenruimte bewaart, schuif deze dan niet over
de bodem heen en weer.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
~
Wanneer een koude vloeistof op een heet oppervlak wordt gego
-
ten, ontstaat damp die verbrandingen kan veroorzaken. Daarnaast
kunnen hete geëmailleerde oppervlakken door het plotselinge tem
-
peratuurverschil beschadigd raken.
Giet nooit koude vloeistoffen rechtstreeks op de hete geëmailleerde
oppervlakken.
~
Het is belangrijk dat de temperatuur in het gerecht gelijkmatig
wordt verdeeld en hoog genoeg is. Roer het gerecht daarom regel
-
matig door of keer het.
~
Kunststof serviesgoed dat niet ovenbestendig is, smelt bij hoge
temperaturen, kan het apparaat beschadigen en vlam vatten.
Gebruik alleen kunststof serviesgoed dat ovenbestendig is. Neem
de aanwijzingen van de betreffende fabrikant in acht.
~
In afgesloten blikken en dergelijke ontstaat tijdens het inmaken of
verwarmen overdruk. Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voedingsmiddelen in afgesloten blik-
ken en dergelijke in te maken of te verwarmen.
~
U kunt zich aan de open ovendeur verwonden of erover
struikelen.
Laat de deur daarom niet onnodig open staan.
~
De deur mag met maximaal 15 kg worden belast.
Ga nooit op de geopende deur staan of zitten. Plaats er ook geen
zware voorwerpen op. Er mag ook niets tussen de deur en de oven
-
ruimte vastgeklemd raken. De oven kan anders beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Reiniging en onderhoud
~
De stoom van een stoomreiniger kan in aanraking komen met de
-
len die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Gebruik voor de reiniging nooit een stoomreiniger.
~
Door krassen kunnen de glasplaten van de deur beschadigd ra
-
ken.
Gebruik voor de reiniging van de glasplaten dan ook geen schuur
-
middelen, geen harde sponzen of borstels en geen metalen
schrapers.
~
De geleiderails kunnen voor reinigingsdoeleinden worden verwij-
derd (zie "Reiniging en onderhoud").
Plaats de geleiderails na afloop correct terug en gebruik het appa-
raat nooit zonder ingebouwde geleiderails.
~
Grove verontreinigingen kunnen een grote rookontwikkeling tot
gevolg hebben. Ook kan de pyrolysefunctie hierdoor worden afge-
broken.
Verwijder alle grove verontreinigingen uit de ovenruimte, voordat u
de pyrolyse start.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Accessoires
~
Gebruik uitsluitend originele Miele-onderdelen. Als andere onder
-
delen worden aan- of ingebouwd, kan geen beroep worden gedaan
op bepalingen met betrekking tot de garantie en de productaan
-
sprakelijkheid.
~
De Miele-braadpannen HUB 5000-M/HUB 5001-M/ HUB 5000-XL
(indien aanwezig) mogen niet op niveau 1 worden ingeschoven.
De bodem van de ovenruimte raakt anders beschadigd. Door de
geringe afstand vindt er warmteophoping plaats en kan het email
barsten of loslaten.
Plaats de braadpannen ook niet op de bovenste spijl van niveau 1,
omdat de uittrekbeveiliging dan niet werkt.
Gebruik bij voorkeur niveau 2.
~
Door de hoge temperaturen die tijdens de pyrolyse ontstaan, kun-
nen de accessoires beschadigd raken.
Haal alle accessoires uit de ovenruimte, voordat u de pyrolyse start.
Dit geldt ook voor de geleiderails en andere bijbestelde accessoi-
res.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
17
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade. Het verpak
-
kingsmateriaal is uitgekozen met het
oog op een zo gering mogelijke belas
-
ting van het milieu en de mogelijkheden
voor recycling.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal remt de afvalproductie en het ge
-
bruik van grondstoffen.
Vaak neemt de leverancier de verpak
-
king terug. Als u de verpakking zelf
wegdoet, informeer dan bij de reini
-
gingsdienst van uw gemeente waar u
die kunt afgeven.
Het afdanken van een apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen. Ze bevatten echter
ook schadelijke stoffen die nodig zijn
geweest om de apparaten goed en vei
-
lig te laten functioneren. Wanneer u uw
oude apparaat bij het gewone afval
doet of er op een andere manier niet
goed mee omgaat, kunnen deze stoffen
schadelijk zijn voor de gezondheid en
het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij een gemeentelijk
inzameldepot voor elektrische en elek-
tronische apparatuur. Vraag uw hande
-
laar indien nodig om inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet buiten
het bereik van kinderen worden opge
-
slagen.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
18
a Bedieningselementen oven*
b Deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie
c Verwarmingselement voor "Bovenwarmte"/"Grilleren"
d Aanzuigopening voor de ventilator met erachter het ringvormige verwarmings
-
element
e Geleiderails met 5 niveaus
f Bodem ovenruimte met eronder het verwarmingselement voor "Onderwarmte"
g Frontgedeelte met typeplaatje
h Deur
* Afhankelijk van het model
Overzicht oven
19
a Functieschakelaar
b Klok
c Temperatuurschakelaar
d Controlelampje temperatuur
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de
ovenfuncties en schakelt u de ovenver-
lichting apart in.
U kunt de schakelaar links- en rechts-
om draaien.
In de stand 0 kunt u de schakelaar
verzinken door erop te drukken.
Ovenfuncties
T Verlichting
V Boven-Onderwarmte
X Onderwarmte
Y Grill
^ Pyrolyse
S Snelopwarmen
U Hetelucht plus
O Intensief bakken
\ Circulatiegrill
K Gratineren
Bedieningselementen
20
Klok
Voor de bediening van de klok gebruikt
u het display en de toetsen V,OKen
W.
Display
In het display verschijnt de dagtijd of
worden uw instellingen weergegeven.
De lichtsterkte neemt iets af als u geen
instellingen uitvoert.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
"Klok".
Toetsen
Het model H266xBP heeft sensor-
toetsen die op aanraking reageren. Tel-
kens als u een toets aanraakt, hoort u
een akoestisch signaal.
Dit signaal kunt u ook uitzetten, door bij
programmapunt P4status Site kie-
zen (zie "Klok – Instellingen wijzigen").
Alle andere modellen hebben druk-
toetsen.
Temperatuurschakelaar
Met de temperatuurschakelaar stelt u
de temperaturen voor de bereidingen
in.
U kunt de schakelaar tot de aanslag
naar rechts draaien en weer terug.
In de stand ß kunt u de schakelaar
verzinken door erop te drukken.
Het temperatuurbereik vindt u bij de
temperatuurschakelaar en op het dis
-
play.
Controlelampje temperatuur 6
Het controlelampje 6 brandt als de
ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be-
reikt,
wordt de ovenverwarming uitgescha-
keld.
dooft het controlelampje voor de
temperatuur.
De temperatuurregeling van het appa
-
raat zorgt ervoor dat de ovenverwar
-
ming en het controlelampje weer wor
-
den ingeschakeld, zodra de tempera
-
tuur onder de ingestelde waarde daalt.
Bedieningselementen
21
Type-aanduiding
Een overzicht van de ovens H2x6xBP
die in deze handleiding worden be
-
schreven, vindt u op de achterkant van
het boekje.
Typeplaatje
Het typeplaatje bevindt zich achter de
deur, op het frontgedeelte.
Hier vindt u de type-aanduiding van uw
oven, het fabricagenummer en de aan
-
sluitgegevens (spanning/frequentie/
maximale aansluitwaarde).
Zorg dat u deze informatie bij de hand
heeft, als u vragen of problemen heeft.
Miele kan u dan gericht verder helpen.
Bijgeleverd
Het volgende wordt bijgeleverd:
De gebruiks- en montagehandleiding
van de oven.
Schroeven voor de bevestiging van
de oven in de keukenkast.
Diverse accessoires.
Bijgeleverde en bij te bestellen
accessoires
De uitvoering is afhankelijk van het
model!
Een oven beschikt altijd over geleide
-
rails, een universele bakplaat en een
rooster.
Afhankelijk van het model kan de
oven ook van de hierna genoemde
accessoires zijn voorzien.
Alle genoemde accessoires, reinigings-
en onderhoudsmiddelen zijn op het
Miele-apparaat afgestemd.
U kunt deze producten via internet
(www. miele-shop.com), bij Miele of bij
uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Vermeld bij uw bestelling altijd de type-
aanduiding van uw apparaat en de
aanduiding van de gewenste accessoi-
res.
Uitvoering
22
Geleiderails
In de ovenruimte bevinden zich rechts
en links de geleiderails met de niveaus
voor het inschuiven van de acces
-
soires.
De aanduiding van de niveaus vindt u
op het frontgedeelte van de ovenruim
-
te.
Elk niveau bestaat (rechts en links) uit
twee spijlen:
De accessoires (zoals het rooster)
schuift u tussen de spijlen in de
ovenruimte.
De FlexiClip-geleiders (indien aan-
wezig) plaatst u op de onderste spij-
len.
U kunt de geleiderails voor reinigings-
doeleinden verwijderen (zie "Reiniging
en onderhoud").
Bakplaat, universele bakplaat en
rooster met uittrekbeveiliging
Bakplaat HBB71:
Universele bakplaat HUBB71:
Rooster HBBR71:
Schuif deze onderdelen altijd tussen de
spijlen van een niveau in de oven.
Schuif het rooster altijd met het
opzetgedeelte naar beneden in de
oven.
Aan de korte kanten van deze onderde-
len bevindt zich in het midden de uit
-
trekbeveiliging.
Deze beveiliging voorkomt dat u de
accessoires helemaal uit de geleide
-
rails trekt, terwijl u ze slechts gedeelte
-
lijk wilde uittrekken.
Als u het rooster op de universele bak
-
plaat legt, schuift u de bakplaat tussen
de spijlen van een niveau. Het rooster
komt er dan automatisch boven.
De geëmailleerde delen zijn
PerfectClean-veredeld.
Uitvoering
23
FlexiClip-geleiders HFC70
U kunt de FlexiClip-geleiders op elk ni
-
veau aanbrengen.
Schuif de FlexiClip-geleiders eerst
helemaal in de ovenruimte, voordat
u er accessoires op zet. De acces
-
soires worden dan automatisch tus
-
sen de opstaande lipjes aan de
voor- en achterkant geplaatst. De
onderdelen kunnen nu niet meer val-
len.
De geleiders mogen met maximaal
15 kg worden belast.
FlexiClip-geleiders plaatsen en
verwijderen
,
Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
De geleiders moeten tussen de spijlen
van een niveau worden geplaatst.
Bevestig de geleider met de merknaam
"Miele" aan de rechter kant.
Trek de geleiders niet uit tijdens het
plaatsen of verwijderen.
^ Haak de FlexiClip-geleider aan de
voorkant van de onderste spijl van
een niveau in (1.) en schuif de gelei
-
der langs de spijl in de ovenruimte
(2.).
Uitvoering
24
^
Klik de geleider op de onderste spijl
van het niveau vast (3.).
Als de geleiders na de plaatsing
blokkeren, moet u ze een keer
krachtig uittrekken.
Om de FlexiClip-geleiders te verwijde-
ren, gaat u als volgt te werk:
^ Schuif de FlexiClip-geleider helemaal
naar binnen.
^
Til de geleider aan de voorkant op
(1.) en trek deze langs de spijlen van
het niveau naar buiten (2.).
Gourmet-bakplaat, geperforeerd
HBBL71
De geperforeerde gourmet-bakplaat is
speciaal ontwikkeld voor het bereiden
van bakwaren van vers gist- of kwark-
olie-deeg, brood en broodjes.
De perforatie zorgt voor een perfecte
bruinering van de onderkant.
De plaat is ook geschikt voor het dro
-
gen van voedingsmiddelen.
Het geëmailleerde oppervlak is
PerfectClean-veredeld.
Grill- en braadplaat HGBB71
Deze plaat wordt in de universele bak
-
plaat gelegd.
Tijdens grilleren en braden beschermt
de plaat het vleessap in de bakplaat te
-
gen verbranden. U kunt het vleessap
dan nog voor andere doeleinden ge
-
bruiken.
Het geëmailleerde oppervlak is
PerfectClean-veredeld.
Uitvoering
25
Ronde bakvorm HBF27-1
Deze ronde vorm is ideaal voor pizza's,
plat gebak van gist- of roerdeeg, zoete
en hartige taarten, gegratineerde des
-
serts, plat brood en dergelijke, alsmede
voor het afbakken van diepvriesgebak
en -pizza's.
Het geëmailleerde oppervlak is
PerfectClean-veredeld.
Gourmetsteen HBS60
Met de gourmetsteen bereikt u een op-
timaal bakresultaat bij gerechten die
een krokante bodem moeten hebben,
zoals pizza, quiche, brood, broodjes en
hartig gebak.
De gourmetsteen is van vuurvaste kera
-
miek en heeft een glazuurlaag.
De steen wordt op het rooster gelegd.
Bij de gourmetsteen hoort een spatel
van onbehandeld hout, waarmee u de
gerechten op de steen legt en na af
-
loop weer verwijdert.
Braadpan HUB en deksel HBD
Miele-braadpannen kunt u in tegenstel
-
ling tot andere braadpannen zo in de
geleiderails van de oven schuiven. De
pannen hebben (net als het rooster)
een uittrekbeveiliging.
Het oppervlak van de braadpannen
heeft een anti-aanbaklaag.
De pannen zijn verkrijgbaar in de
dieptematen 22 cm en 35 cm. De
breedte en de hoogte zijn gelijk.
Voor de braadpannen zijn deksels ver
-
krijgbaar.
Vermeld bij aanschaf de type-aan-
duiding.
Diepte: 22 cm Diepte: 35 cm
HUB5000-M
HUB5001-M*
HUB5000-XL
HBD 60-22 HBD 60-35
* Geschikt voor inductiekookplaten
Uitvoering
26
Warmhoudplaat WHP
Met de warmhoudplaat kunt u ge
-
rechten gewoon op tafel warm houden.
U verhit de warmhoudplaat in de oven
en haalt de plaat met de twee bijgele
-
verde handgrepen veilig uit het appa
-
raat.
Koudhandgreep HEG
Voor het uitnemen en plaatsen van de
universele bakplaat, de bakplaat en het
rooster.
Miele-microvezeldoek
Met een microvezeldoekje kunt u lichte
verontreinigingen en vingerafdrukken
eenvoudig verwijderen.
Miele-ovenreiniger
Met de ovenreiniger kunt u ook hard
-
nekkige verontreinigingen verwijderen.
De ovenruimte hoeft hiervoor niet te
worden verwarmd.
Uitvoering
27
Ovenelektronica
(afhankelijk van het model)
Door de elektronica van het apparaat is
het mogelijk de verschillende ovenfunc
-
ties te gebruiken voor bakken, braden
en grilleren.
Bij modellen met een (schakel-) klok
kunt u de elektronica ook gebruiken
voor de dagtijdweergave.
als kookwekker.
voor het automatisch in- en uitscha
-
kelen van het apparaat.
voor het invoeren van individuele in-
stellingen.
Beveiligingen
Vergrendeling 0 van het apparaat
De vergrendeling voorkomt dat de oven
door anderen wordt gebruikt of onbe-
doeld wordt ingeschakeld (zie "Klok –
Instellingen wijzigen – P3").
Als de vergrendeling is ingeschakeld,
verschijnt het symbool 0.
Koelventilator
De ventilator wordt bij elke bereiding
automatisch ingeschakeld. De ventila
-
tor mengt de hete ovenlucht met de
lucht uit de keuken. Zo wordt de oven
-
lucht afgekoeld, voordat deze tussen
de deur en het bedieningspaneel vrij
-
komt.
De ventilator blijft na een bereiding nog
enige tijd ingeschakeld, om te voor
-
komen dat er vocht in de ovenruimte,
op het bedieningspaneel of in de in
-
bouwkast neerslaat.
De ventilator wordt automatisch uitge-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
Luchtgekoelde deur
De deur is uit glasplaten opgebouwd
die deels voorzien zijn van een warmte-
reflecterende coating.
Als de oven in gebruik is, wordt extra
lucht door de deur geleid, zodat de bui-
tenste glasplaat koel blijft.
U kunt de deur voor reinigingsdoelein
-
den verwijderen en verder uit elkaar ha
-
len (zie "Reiniging en onderhoud").
Deurvergrendeling voor de
pyrolysefunctie
Bij het begin van de pyrolyse wordt de
deur om veiligheidsredenen vergren
-
deld. De vergrendeling wordt pas weer
opgeheven als na de pyrolyse de tem
-
peratuur in de ovenruimte onder 280 °C
is gekomen.
Uitvoering
28
PerfectClean-veredelde
oppervlakken
PerfectClean-veredelde oppervlakken
hebben zeer goede anti-
aanbakeigenschappen en zijn heel een
-
voudig te reinigen.
Na het bakken of braden laat het ge
-
recht gemakkelijk los en verontreini
-
gingen kunt u eenvoudig verwijderen.
Op PerfectClean kunt u uw gerechten
in stukken snijden en verdelen.
Gebruik geen keramische messen
op PerfectClean-veredelde opper-
vlakken, omdat deze krassen kun-
nen veroorzaken.
PerfectClean-veredelde oppervlakken
zijn, wat de reiniging betreft, vergelijk-
baar met glas.
Volg de aanwijzingen in het hoofdstuk
"Reiniging en onderhoud", zodat de
voordelen van de anti-aanbaklaag en
de eenvoudige reiniging behouden blij
-
ven.
PerfectClean-veredeld zijn:
de universele bakplaat,
de bakplaat,
de grill- en braadplaat,
de geperforeerde gourmet-bakplaat,
de ronde bakvorm.
Uitvoering
29
Vóór het eerste gebruik
,
U mag het apparaat alleen ge
-
bruiken als het is ingebouwd.
^
Druk op de functie- en de tempera
-
tuurschakelaar, zodat deze naar bui
-
ten komen (als de schakelaars nog
verzonken zijn).
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als
de functieschakelaar op 0 staat.
^
Stel bij ovens met klok de dagtijd in.
Het voor het eerst instellen van
de dagtijd
De dagtijd wordt in het 24-uurs-formaat
weergegeven.
i2
:
00
Na de aansluiting op de netspanning
knippert de waarde i2:00 in het display.
U stelt de dagtijd bloksgewijs in. Eerst
de uren, dan de minuten.
^ Druk op OK.
i2:00 licht op en + knippert.
^ Druk op OK, zolang + knippert.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^ Stel met V of W de uren in.
^ Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
De dagtijd wordt opgeslagen.
U kunt de dagtijd ook in een 12-uurs-
formaat laten weergeven. Kies hiervoor
bij de instelling P2de status i2 (zie
"Klok – Instellingen wijzigen").
Eerste ingebruikneming
30
Oven voor het eerst opwarmen
Als u de oven voor het eerst opwarmt,
kunnen er onaangename geurtjes ont
-
staan. Als u de lege oven gedurende
minimaal één uur verhit, verdwijnen
deze geurtjes snel.
Zorg daarbij voor een goede ventila
-
tie van de keuken. U voorkomt zo
dat de geurtjes in andere vertrekken
te ruiken zijn.
^
Verwijder eventueel aanwezige stic
-
kers en beschermfolie uit de oven en
van de accessoires.
^ Haal de accessoires uit het apparaat
en reinig deze grondig (zie "Reiniging
en onderhoud").
^ Reinig de ovenruimte voor het opwar-
men met een vochtige doek. U ver-
wijdert zo stof en eventuele
verpakkingsresten.
^ Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U".
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
^
Stel de maximale temperatuur in
(250 °C).
^
Verhit de ovenruimte gedurende mi
-
nimaal een uur.
^
Zet na het opwarmen de functiescha
-
kelaar op 0 en de temperatuurscha
-
kelaar op ß.
,
Verbrandingsgevaar!
Laat de ovenruimte voor de hand
-
matige reiniging eerst afkoelen.
^
Reinig de ovenruimte met warm wa
-
ter, afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
^
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Sluit de deur pas als de ovenruimte
droog is.
Eerste ingebruikneming
31
Voor de bereiding van gerechten kunt u
uit diverse functies kiezen.
Afhankelijk van de ovenfunctie worden
de verwarmingselementen en de venti
-
lator op een bepaalde manier gecombi
-
neerd (zie de gegevens tussen haak
-
jes).
Boven-Onderwarmte V
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren" + "Onderwarmte")
Voor het bakken en braden van traditio
-
nele recepten, voor het bereiden van
soufflés en voor koken op lage tempe
-
raturen.
Kies voor het bereiden van recepten uit
oude kookboeken een temperatuur die
10 °C lager is dan in het recept staat
aangegeven. De bereidingstijd veran
-
dert niet.
Onderwarmte X
(verwarmingselement "Onderwarmte")
Kies deze functie tegen het einde van
de bereidingstijd, als het voedingsmid-
del aan de onderkant bruiner moet wor-
den.
Grill Y
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren")
Voor het grilleren van plat vlees (bij
-
voorbeeld steaks) en voor bruineren.
Overzicht ovenfuncties
32
Snelopwarmen S
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren" + ringvormig verwarmings
-
element + ventilator)
Voor het snel opwarmen van de oven
-
ruimte.
Wissel vervolgens naar de ovenfunctie
die u voor de bereiding wilt gebruiken.
Hetelucht plus U
(ringvormig verwarmingselement + ven
-
tilator)
Voor bakken en braden. U kunt meer
-
dere niveaus tegelijk gebruiken.
U kunt met lagere temperaturen werken
dan bij "Boven-Onderwarmte V", om-
dat de ventilator de warmte meteen
over het voedingsmiddel verdeelt.
Intensief bakken O
(ringvormig verwarmingselement + ven-
tilator + verwarmingselement "Onder-
warmte")
Voor het bakken van taarten met een
vochtige bovenlaag.
Gebruik deze ovenfunctie niet voor het
bakken van plat gebak en niet voor bra
-
den (de fond wordt anders te donker).
Circulatiegrill \
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren" + ventilator)
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een rollade of
een kip. U kunt met lagere temperatu
-
ren werken dan bij "Grill Y", omdat de
ventilator de warmte meteen over het
voedingsmiddel verdeelt.
Gratineren K
(verwarmingselement "Bovenwarmte"/
"Grilleren" + ringvormig verwarmings
-
element + ventilator)
Voor het bereiden van ovenschotels en
gratins die een krokant laagje moeten
krijgen.
Overzicht ovenfuncties
33
Tips om energie te besparen
^
Haal alle accessoires uit de oven die
niet voor een bereiding nodig zijn.
^
Verwarm de oven alleen voor als dat
in het recept of de bereidingstabel
staat.
^
Open de deur niet onnodig tijdens
een bereiding.
^
Kies in het algemeen de laagste tem
-
peratuur uit het recept of de
bereidingstabel en controleer het
product na de kortste tijd.
^ Gebruik de ovenfunctie "Hetelucht
plus U". U werkt dan met 10–30 °C
lagere temperaturen dan bij andere
ovenfuncties.
^ Voor veel grillgerechten kunt u de
ovenfunctie "Circulatiegrill \"ge-
bruiken. U grilleert dan met lagere
temperaturen dan bij andere
grilleerfuncties op maximale tempe-
ratuur.
Benutting restwarmte
Bij bereidingen met temperaturen bo
-
ven 140 °C en bereidingstijden van
meer dan 30 minuten kunt u de tempe
-
ratuurschakelaar ca. 5 minuten voor af
-
loop van de bereiding op ß zetten. De
ovenverwarming wordt nu uitgescha
-
keld, maar de restwarmte is nog vol
-
doende om de bereiding af te ronden.
Eenvoudig gebruik
^
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^
Kies met de functieschakelaar de ge
-
wenste ovenfunctie.
De ovenverlichting en de ventilator wor
-
den ingeschakeld.
^
Stel met de temperatuurschakelaar
de temperatuur in.
De ovenverwarming wordt ingescha
-
keld.
Na het bereiding:
^ Zet de functieschakelaar op 0 en de
temperatuurschakelaar op ß.
^ Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Koelventilator
Om te voorkomen dat er vocht in de
ovenruimte, op het bedieningspaneel of
in de keukenkast neerslaat, blijft de
ventilator na een bereiding nog enige
tijd ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitge
-
schakeld als de ovenruimte onder een
bepaalde temperatuur komt.
Bediening
34
Voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig
bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de kou
-
de oven zetten. Zo benut u ook de
warmte van de opwarmfase.
Bij de volgende bereidingen en oven
-
functies moet u de oven wel voorver
-
warmen:
Hetelucht plus U
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
Boven-Onderwarmte V
Gebak met een korte baktijd (tot ca.
30 minuten).
Fijne deegsoorten, bijvoorbeeld bis-
cuit.
Donker brooddeeg.
Rosbief en filet.
Snelopwarmen
Gebruik voor pizza en gevoelige
deegsoorten (zoals biscuit en koek
-
jes) niet de ovenfunctie
"Snelopwarmen S" om de oven
voor te verwarmen, anders wordt de
bovenkant van deze producten te
snel bruin.
^
Kies de ovenfunctie
"Snelopwarmen S".
^
Stel de temperatuur in.
^
Wissel naar de gewenste ovenfunc
-
tie, zodra het controlelampje voor de
temperatuur 6 de eerste keer dooft.
^ Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Bediening
35
(afhankelijk van het model)
De klok kan
de dagtijd aangeven.
als kookwekker worden gebruikt.
de oven automatisch in- of uitscha
-
kelen.
voor het wijzigen van diverse instel
-
lingen P worden gebruikt.
Voor de bediening van de klok gebruikt
u het display en de toetsen V,OKen
W.
Aan de beschikbare functies zijn sym
-
bolen toegewezen.
Display
0
:
00
NTS + 0
Symbolen in het display
Afhankelijk van de stand van de func
-
tieschakelaar V en/of het indrukken
van een toets verschijnen de volgende
symbolen:
Symbool/functie V
N Kookwekker Willekeu
-
rig
T Bereidingstijd
Oven
-
functie
S Einde bereidingstijd
+ Dagtijd
0
P Instelling
S Status van een instel
-
ling
0 Vergrendeling
U kunt een functie alleen instellen of
wijzigen als de functieschakelaar op de
betreffende stand staat.
Toetsen
Toets Functie
V
Functies markeren
Tijden verkorten
Instellingen P oproepen
Status S van een instelling P
wijzigen
W
Functies markeren
Tijden verlengen
Status S van een instelling P
wijzigen
OK Functies oproepen
Ingestelde tijden en gewij-
zigde instellingen opslaan
Ingestelde tijden oproepen
De uren, minuten en seconden stelt u
met de toets V of W in (in stappen van
1).
Als u de toetsen ingedrukt houdt, ver
-
springt de tijd versneld.
Klok
36
Principe
U stelt de tijden bloksgewijs in:
bij de dagtijd en bij bereidingstijden
eerst de uren en dan de minuten.
bij een kookwekkertijd eerst de minu
-
ten en dan de seconden.
^
Druk op OK.
De functies verschijnen die bij de stand
van de functieschakelaar horen (N, T,
S en +).
^
Markeer met V of W de gewenste
functie.
Het betreffende symbool knippert ge-
durende ca. 15 seconden.
^ Druk op OK, terwijl het symbool nog
knippert.
De functie wordt opgeroepen en het lin-
ker cijferblok begint te knipperen.
U kunt een tijd invoeren, zolang het
cijferblok knippert. Als de tijd verstre-
ken is, moet u eerst de functie weer
oproepen.
^
Stel met V of W de gewenste waarde
in.
^
Druk op OK.
Het rechtse cijferblok begint te knippe
-
ren.
^
Stel met V of W de gewenste waarde
in.
^
Druk op OK.
De ingestelde tijd wordt opgeslagen.
Weergave van de tijden
Als u tijden heeft ingesteld, ziet u dat
aan de symbolen N, T of S.
Als u tegelijk de functies
kookwekker N, bereidingstijd T en
einde bereidingstijd S gebruikt, wordt
de tijd weergegeven die u het laatst
heeft ingesteld.
Als u een bereidingstijd heeft ingesteld,
kan de dagtijd niet worden weergege
-
ven.
Na afloop van de tijden
knippert het betreffende symbool.
hoort u een signaal als deze functie
is ingeschakeld (zie "Klok – Instel-
lingen wijzigen").
^ Druk op OK.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
Klok
37
Kookwekker N gebruiken
De kookwekker kunt u onder meer ge
-
bruiken als u iets buiten de oven be
-
reidt, bijvoorbeeld als u eieren kookt.
U kunt de kookwekkertijd ook ge
-
bruiken als u al tijden voor het automa
-
tisch in- of uitschakelen van de oven
heeft ingesteld (bijvoorbeeld om u er
-
aan te herinneren dat u na een be
-
paalde tijd kruiden wilt toevoegen of
vlees wilt besprenkelen).
U kunt een kookwekkertijd van maxi
-
maal 99 minuten en 59 seconden instel
-
len.
Kookwekkertijd instellen
Voorbeeld:
U wilt eieren koken en stelt een tijd in
van 6 minuten en 20 seconden.
0
:
00
N
^
Druk zo vaak op de toets V totdat het
symbool N gaat knipperen.
^
Druk op OK.
00
:
00
N
De waarde 00:00 verschijnt en het
cijferblok voor de minuten knippert.
Als u eerst één keer op V drukt, ver
-
schijnen er twee streepjes. Als u op
-
nieuw drukt, verschijnt de maximale
waarde voor het cijferblok: 99.
06
:
00
N
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
De minuten worden opgeslagen en het
cijferblok voor de seconden knippert.
06
:
20
N
^ Stel met V of W de seconden in.
^ Druk op OK.
6
:
20
N
De kookwekkertijd wordt opgeslagen
en loopt in seconden af.
Het symbool N geeft aan dat u een
kookwekkertijd heeft ingesteld.
Klok
38
Na afloop van de kookwekkertijd
knippert N.
begint de tijd op te lopen.
hoort u ca. 7 minuten een signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie
"Klok – Instellingen wijzigen").
^
Druk op OK.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
Als u geen bereidingstijden heeft inge
-
steld, verschijnt de dagtijd.
Kookwekkertijd wijzigen
^ Druk zo vaak op de toets V totdat het
symbool N gaat knipperen.
De ingestelde kookwekkertijd ver-
schijnt.
^ Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de seconden knip
-
pert.
^
Stel met V of W de seconden in.
^
Druk op OK.
De gewijzigde kookwekkertijd wordt op
-
geslagen en loopt in seconden af.
Kookwekkertijd wissen
^
Druk zo vaak op de toets V totdat het
symbool N gaat knipperen.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^
Verlaag het aantal minuten met de
toets V tot 00 of verhoog het aantal
met de toets W tot 99.
Als u opnieuw op de betreffende toets
drukt, verschijnen in plaats van het
cijferblok voor de minuten twee streep
-
jes:
-.-
:
00
N
^ Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes:
-.-
:
-.-
N
^
Druk op OK.
De kookwekkertijd wordt gewist.
Als u geen bereidingstijden heeft inge
-
steld, verschijnt de dagtijd.
Klok
39
Bereidingsproces automatisch
in- en uitschakelen
U kunt het apparaat automatisch laten
uitschakelen of in- en uitschakelen.
Stel hiervoor na het kiezen van de
ovenfunctie en de temperatuur een be
-
reidingstijd in of een bereidingstijd en
een eindtijd (einde van de bereiding).
De maximale bereidingstijd die u voor
een bereidingsproces kunt instellen,
bedraagt 11 uur en 59 minuten.
Automatisch in- en uitschakelen is ide
-
aal voor het braden van vlees.
Als u een taart of brood wilt bakken,
kunt u de bereiding beter niet te lang
van tevoren programmeren. Het deeg
kan uitdrogen en de werking van het
rijsmiddel kan afnemen.
Bereidingstijd instellen
Voorbeeld:
Het bakken van een taart duurt 1 uur en
5 minuten.
^
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
-
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
^
Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool T gaat knipperen.
0
:
00
NTS
De waarde 0:00 verschijnt.
^ Druk op OK.
00
:
00
T
De waarde 00:00 verschijnt en het
cijferblok voor de uren knippert.
Als u eerst één keer op V drukt, ver
-
schijnen er twee streepjes. Als u op
-
nieuw drukt, verschijnt de maximale
waarde voor het cijferblok: ii.
Klok
40
0i
:
00
T
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
0i
:
05
T
^ Stel met V of W de minuten in.
^ Druk op OK.
i
:
05
T
De bereidingstijd wordt opgeslagen en
loopt in minuten af, de laatste minuut in
seconden.
Het symbool T geeft aan dat u een tijd
heeft ingesteld.
Na afloop van de bereidingstijd
verschijnt de waarde 0:00.
knippert T.
wordt de ovenverwarming automa
-
tisch uitgeschakeld.
blijft de ventilator ingeschakeld.
hoort u ca. 7 minuten een signaal als
deze functie is ingeschakeld (zie
"Klok – Instellingen wijzigen").
^
Druk op OK.
Als u op OK drukt,
worden de akoestische en optische
signalen uitgezet.
verschijnt de dagtijd.
wordt de ovenverwarming weer inge-
schakeld.
^ Zet de functieschakelaar op 0 en de
temperatuurschakelaar op ß.
^ Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Klok
41
Bereidingstijd en einde bereidingstijd
instellen
U kunt een bereidingstijd en een eind
-
tijd instellen om een bereidingsproces
automatisch te laten in- en uitschake
-
len.
Een voorbeeld:
Het is 11:15 uur.
Een stuk vlees kan in 90 minuten wor
-
den bereid. Het vlees moet om
13:30 uur klaar zijn.
^
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
^ Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Stel eerst de bereidingstijd in:
^ Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool T gaat knipperen.
^ Druk op OK.
De waarde 00:00 verschijnt en het
cijferblok voor de uren knippert.
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
De bereidingstijd wordt opgeslagen.
i
:
30
T
Het symbool T geeft aan dat u een tijd
heeft ingesteld.
Stel vervolgens het einde van de be
-
reidingstijd in:
^
Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool S gaat knipperen.
i2
:
45
S
In het display verschijnt i2:45 (= actuele
dagtijd + bereidingstijd = ii:i5 + i:30).
^ Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
i3
:
45
S
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
Klok
42
i3
:
30
S
^
Stel met V of W de minuten in.
^
Druk op OK.
Het einde van de bereidingstijd S
wordt opgeslagen.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden uitgeschakeld.
De ingestelde eindtijd verschijnt in het
display.
Als de starttijd (i3:30 - i:30 = i2:00)is
bereikt, worden de ovenverwarming, de
verlichting en de ventilator ingescha-
keld.
De ingestelde bereidingstijd T ver-
schijnt en loopt in minuten af, de laatste
minuut in seconden.
Bereidingstijd wijzigen
^
Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool T gaat knipperen.
De resterende bereidingstijd verschijnt.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^
Stel met V of W de minuten in.
^ Druk op OK.
De gewijzigde bereidingstijd wordt op-
geslagen.
Klok
43
Bereidingstijd wissen
^
Druk zo vaak op de toets V of W tot
-
dat het symbool T gaat knipperen.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^
Druk zo vaak op de toets V of W tot
-
dat twee streepjes verschijnen:
-.-
:
45
T
^ Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes:
-.-
:
-.-
T
^ Druk op OK.
De bereidingstijd en de eventueel inge-
stelde eindtijd worden gewist.
Als u geen kookwekkertijd heeft inge
-
steld, verschijnt de dagtijd.
De ovenverwarming, de verlichting en
de ventilator worden ingeschakeld.
Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat
u als volgt te werk:
^
Zet de functieschakelaar op 0 en de
temperatuurschakelaar op ß.
^
Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Einde bereidingstijd wissen
^
Druk zo vaak op de toets V of W tot
-
dat het symbool S gaat knipperen.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^
Druk zo vaak op de toets V of W tot
-
dat twee streepjes verschijnen.
^
Druk op OK.
Er verschijnen vier streepjes.
^
Druk op OK.
Het symbool T verschijnt en de inge
-
stelde bereidingstijd loopt in minuten
af, de laatste minuut in seconden.
Als u de bereiding wilt beëindigen, gaat
u als volgt te werk:
^ Zet de functieschakelaar op 0 en de
temperatuurschakelaar op ß.
^ Haal het voedingsmiddel uit de oven.
Als u de functieschakelaar op 0 zet,
worden de instellingen voor de berei
-
dingstijd en de eindtijd gewist.
Klok
44
Dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als
de functieschakelaar op 0 staat.
^
Zet de functieschakelaar op 0.
^
Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool + gaat knipperen.
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^
Stel met V of W de uren in.
^
Druk op OK.
De uren worden opgeslagen en het
cijferblok voor de minuten knippert.
^ Stel met V of W de minuten in.
^ Druk op OK.
De dagtijd wordt opgeslagen.
Na een stroomstoring moet de dag-
tijd opnieuw worden ingesteld.
Klok
45
Instellingen wijzigen
Af fabriek heeft de elektronica van uw
apparaat bepaalde standaardinstel
-
lingen (zie "Overzicht instellingen").
U wijzigt een instelling P door de status
s te wijzigen.
^
Zet de functieschakelaar op 0.
^
Druk zo lang op V totdat PIver
-
schijnt.
Pi
^ Als u een andere instelling wilt wij-
zigen, drukt u zo vaak op V of W tot-
dat het betreffende cijfer verschijnt.
^ Druk op OK.
S0
De instelling wordt opgeroepen en de
actuele status S verschijnt, bijvoorbeeld
0.
Ga als volgt te werk om de status te wij
-
zigen:
^
Druk zo vaak op V of W totdat de ge
-
wenste status wordt weergegeven.
^
Druk op OK.
De gekozen status wordt opgeslagen
en de instelling P verschijnt weer.
Als u nog meer instellingen wilt wij
-
zigen, gaat u op dezelfde manier te
werk.
Als u geen instellingen meer wilt wij
-
zigen, gaat u als volgt te werk:
^ Wacht ca. 15 seconden, totdat de
dagtijd verschijnt.
Na een stroomstoring blijven de in-
stellingen behouden.
Klok
46
Overzicht instellingen
Instelling Status
PI
Volume akoes
-
tisch signaal
S0
SItot
S30*
Het signaal is uitgeschakeld.
Het signaal is ingeschakeld.
U kunt het volume wijzigen. Als u een status kiest,
hoort u meteen het signaal dat bij deze combina
-
tie hoort.
P2
Tijdformaat van
de dagtijd
24* De dagtijd verschijnt in het 24-uurs-formaat.
I2 De dagtijd verschijnt in het 12-uurs-formaat.
Als u na 13:00 uur van het 12-uurs-formaat naar
het 24-uurs-formaat wisselt, moet u het cijferblok
voor de uren aanpassen.
P3
Vergrendeling ap-
paraat
S0* De vergrendeling is uitgeschakeld.
SI De vergrendeling is ingeschakeld en in het dis-
play verschijnt 0.
De vergrendeling voorkomt dat de oven door an-
deren wordt gebruikt of onbedoeld wordt inge-
schakeld.
De vergrendeling blijft ook na een stroomstoring
actief.
P4**
Toetssignaal S0 Het toetssignaal is uitgeschakeld.
SI* Het toetssignaal is ingeschakeld.
* Fabrieksinstelling
** Alleen bij H266xBP
Klok
47
Voor een gezonde voeding dienen
de voedingsmiddelen behoedzaam
te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge
-
lijke dan ook goudgeel en niet don
-
kerbruin.
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties "Hetelucht plus U", "In
-
tensief bakken O" en "Boven-
Onderwarmte V" gebruiken.
Bakvormen
Welke bakvorm u moet gebruiken, is af-
hankelijk van de ovenfunctie en de be-
reiding.
Hetelucht plus U,
Intensief bakken O:
Gebruik een bakplaat, de universele
bakplaat en bakvormen van elk ma-
teriaal dat geschikt is voor
ovengebruik.
Boven-Onderwarmte V:
Gebruik matte en donkere bak
-
vormen van donker blik, met donker
email, van mat aluminium, hittebe
-
stendig glas of vormen met een anti-
aanbaklaag.
Gebruik geen lichte vormen van
blank materiaal. Bij dergelijke materi
-
alen wordt het product in de vorm
ongelijkmatig of nauwelijks bruin. On
-
der ongunstige omstandigheden
wordt het ook niet gaar.
Zet bakvormen altijd op het rooster.
Plaats langwerpige vormen bij voor
-
keur dwars op het rooster. Op die
manier is de warmteverdeling in de
vorm optimaal en bereikt u een ge
-
lijkmatig bakresultaat.
Bak vruchtentaart en hoge plaatkoek
op de universele bakplaat.
Bakpapier, invetten
Alle Miele-accessoires, zoals de bak
-
plaat, de universele bakplaat, de
geperforeerde gourmetplaat en de ron
-
de bakvorm, zijn PerfectClean-
veredeld.
In de meeste gevallen hoeft u
PerfectClean-veredelde oppervlakken
niet in te vetten of met bakpapier te be-
dekken.
Gebruik alleen bakpapier voor
gebak waarbij tijdens de deegberei-
ding natronloog is toegepast (harde
krakelingen en dergelijke). Natron-
loog kan het PerfectClean-veredelde
oppervlak aantasten.
deegsoorten die vanwege hun hoge
eiwitgehalte gemakkelijk vastkleven,
zoals deeg voor biscuit,
schuimgebak of makronen.
de bereiding van diepvriesproducten
op het rooster.
Bakken
48
Opmerkingen bij de "Tabel
bakken"
Temperatuur 6
Houd in principe de laagste tempera
-
tuur aan.
Een hoge temperatuur verkort welis
-
waar de baktijd, maar het gebak wordt
vaak niet gelijkmatig bruin en onder on
-
gunstige omstandigheden ook niet
gaar.
Baktijd +
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het gebak gaar is.
Prik daartoe met een houten stokje (bij-
voorbeeld een satéstokje) in het deeg.
Als niets aan het stokje blijft kleven, is
het gebak gaar.
Niveau
Welk niveau u moet gebruiken, is af
-
hankelijk van de ovenfunctie en het
aantal bakplaten.
Bij "Hetelucht plus U"
1 bakplaat: niveau 2
2 bakplaten: niveaus 1+3
3 bakplaten: niveaus 1+3+5
Plaats de universele bakplaat onder
de gewone bakplaten als u tijdens
het bakken zowel de universele bak
-
plaat als gewone bakplaten op meer
-
dere niveaus gebruikt.
Gebruik maximaal twee niveaus te-
gelijk als u vochtig gebak of taart
bakt.
Bij "Intensief bakken O"
1 bakplaat: niveau 1
Bij "Boven-Onderwarmte V"
1 bakplaat: niveau 1 of 2
Bakken
49
Tabel bakken
Taart / cake / gebak
U
6
[°C]
+
[min]
Roerdeeg
Zandtaart 150–170 2 60–70
Tulband 150–170 2 65–80
Muffins (1 plaat, [2] platen) 150–170 2 [1+3
4)
] 30–50
Small cakes (1 plaat)
1) 2)
150 2 26–40
Small cakes (2 platen)
1) 2)
150
3)
2+4 28–40
Plaatcake 150–170 2 25–40
Marmer-, notencake (vorm) 150–170 2 60–80
Vruchtentaart met schuim-/bovenlaag (bakplaat) 150–170 2 45–50
Vruchtentaart (bakplaat) 150–170 2 35–55
Vruchtentaart (vorm) 150–170 2 55–65
Taartbodem
1)
150–170 2 25–35
Koeken/koekjes
1)
(1 plaat, [2] platen) 150–170 2 [1+3
4)
] 20–25
Kneeddeeg
Taartbodem 150–170 2 20–25
Kruimelkoek 150–170 2 45–55
Koeken/koekjes
1)
(1 plaat, [2] platen) 150–170 2 [1+3
4)
] 15–25
Spritsen
1) 2)
(1 plaat, [2] platen) 140 2 [1+3
4)
] 30–45
Kwarktaart 150–170 2 70–95
Apple pie (vorm C 20 cm)
1) 2)
160 2 80–105
Appeltaart, afgedekt
1)
160–180 2 50–70
Abrikozentaart met bovenlaag (vorm) 150–170 2 55–75
Hartige/zoete taart
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorver
-
warmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort
-
ste tijd.
Bakken
50
VO
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
150–170 2 60–70
150–170 2 65–80
160–180 2 25–45
160
3)
3 23–35 –––
––––––
170–190 2 25–40
150–170 2 60–80
170–190 2 45–50
170–190 1 35–55
160–180 2 55–65
170–190 2 20–25
160–180
3)
3 15–25
170–190
3)
2 15–20
170–190 2 45–55
160–180
3)
3 15–25
160
3)
2 15–33 –––
160–180 2 85–95 150–170 2 75–90
180 1 80–95 –––
170–190 1 45–65 160–180 1 50–70
170–190 2 55–75 150–170 2 50–60
220–240
3)
1 35–50 190–210
3)
1 25–40
U Hetelucht plus / V Boven-Onderwarmte / O Intensief bakken
6 Temperatuur / Niveau / + Bereidingstijd
1) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
2) De instellingen gelden ook voor onderzoek volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het product voldoende bruin is, ook als de berei
-
dingstijd nog niet is verstreken.
Bakken
51
Tabel bakken
Taart / cake / gebak
U
6
[°C]
+
[min]
Biscuitdeeg
1)
Taartbodem (2 eieren)
1)
170–190 2 15–20
Biscuitaart (4 tot 6 eieren)
1)
175–195 2 22–30
Zacht biscuitdeeg
1) 2)
170 2 25–33
Biscuitrol
1)
160–180 2 15–25
Gistdeeg / kwark-olie-deeg
Deeg laten rijzen 50
5)
15–30
Guglhupf (tulband) 150–170 2 50–60
Stol 150–170 2 55–65
Kruimelkoek 150–170 2 35–45
Vruchtentaart (bakplaat) 160–180 2 40–60
Witbrood 160–180 2 50–60
Volkorenbrood 170–190
3)
2 50–60
Pizza (bakplaat)
1)
170–190 2 35–45
Uienbrood 170–190 2 35–45
Appelflappen (1 plaat, [2] platen) 150–170 2 [1+3
4)
] 25–30
Soezendeeg
1)
, roomsoezen (1 plaat, [2] platen) 160–180 2 [1+3
4)
] 30–45
Bladerdeeg (1 plaat, [2] platen) 170–190 2 [1+3
4)
] 20–25
Eiwitgebak, makronen (1 plaat, [2] platen) 120–140 2 [1+3
4)
] 25–50
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Deze tijden gelden, tenzij anders aangegeven, voor een oven die niet is voorver
-
warmd. Bij een voorverwarmde oven zijn de baktijden ca. 10 minuten korter.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort
-
ste tijd.
Bakken
52
VO
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
170–190
3)
2 10–20 –––
170–190
3)
2 20–40 –––
150–180
3)
2 20–45 –––
180–200
3)
2 12–16 –––
50
5)
15–30
160–180 1 50–60
150–170 2 55–65
170–190 2 35–45
160–180
1)
3 40–55 170–190 2 40–55
160–180 2 50–60
190–210
3)
2 50–60
190–210 2 30–45 170–190 2 40–50
180–200 2 25–35 170–190 2 25–35
160–180 2 25–30
180–200
3)
3 30–40
190–210
3)
2 20–25
120–140
3)
2 25–50
U Hetelucht plus / V Boven-Onderwarmte / O Intensief bakken
6 Temperatuur / Niveau / + Bereidingstijd
1) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
2) De instellingen gelden ook voor onderzoek volgens EN 60350.
3) Verwarm de ovenruimte voor.
4) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het product voldoende bruin is, ook als de berei
-
dingstijd nog niet is verstreken.
5) Leg het rooster op de bodem van de ovenruimte en zet de schaal daarop.
Bakken
53
Ovenfuncties
Afhankelijk van de bereiding kunt u de
ovenfuncties "Hetelucht plus U"en
"Boven-Onderwarmte V" gebruiken.
Kookgerei
U kunt elk kookgerei gebruiken dat ge
-
schikt is voor ovens:
Braadpannen, hittebestendige glazen
schalen, braadfolie/braadzakken, een
Römertopf, een universele bakplaat, het
rooster en/of de grill- en braadplaat
(indien aanwezig) op de universele
bakplaat.
Wij adviseren het gebruik van een
braadpan. Daarin blijft genoeg fond
over voor het bereiden van een saus.
Bovendien blijft de oven schoner dan
bij braden op het rooster.
Opmerkingen bij de "Tabel
braden"
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe
-
ratuur.
Bij hogere temperaturen wordt het
vlees weliswaar bruin, maar niet altijd
gaar.
Stel bij "Hetelucht plus U" een ca.
20 °C lagere temperatuur in dan bij
"Boven-Onderwarmte V".
Hoe groter het stuk vlees, hoe lager de
temperatuur. Stel de temperatuur vanaf
3 kg ca. 10 °C lager in dan in de tabel
is aangegeven.
Het braden duurt dan iets langer, maar
het vlees wordt gelijkmatig gaar en de
korst wordt niet te dik.
Stel bij braden op het rooster een tem-
peratuur in die ca. 10 °C lager is dan bij
braden in een braadpan.
Voorverwarmen
Voorverwarmen is meestal niet nodig,
alleen bij rosbief en filet.
Braden
54
Bereidingstijd +
U kunt de bereidingstijd bepalen door
de dikte van de betreffende vleessoort
[cm] te vermenigvuldigen met de tijd
per cm [min/cm]:
Rund/wild: ........15–18 minuten/cm
Varken/kalf/lam: ....12–15 minuten/cm
Rosbief/filet: ........8–10 minuten/cm
Bij diepgevroren vlees neemt de berei
-
dingstijd met ca. 20 minuten per kilo
toe. Diepgevroren vlees met een ge
-
wicht tot ca. 1,5 kg kunt u braden zon
-
der het eerst te ontdooien.
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Niveau
U kunt in de meeste gevallen niveau 2
gebruiken.
Tips
Bruinering
Het vlees wordt pas aan het einde van
de bereidingstijd bruin. Het wordt extra
bruin als u halverwege de tijd het dek
-
sel van de pan haalt.
Rusten
Haal het vlees na de bereiding uit de
oven, wikkel het in aluminiumfolie en
laat het ca. 10 minuten staan ("rusten").
Het vlees verliest dan minder vocht als
u het snijdt.
Gevogelte braden
Het vel wordt extra knapperig als u het
gevogelte 10 minuten voor het einde
van de bereiding met licht gezouten
water bestrijkt.
Braden
55
Tabel braden
Vlees/vis
Rundvlees (ca. 1 kg)
1)
Runderfilet/rosbief, ca. 1 kg
2)
Wild (ca. 1 kg)
3)
Varkensvlees/rollade, ca. 1 kg
3)
Varkensvlees met zwoerd, ca. 2 kg
3)
Casselerrib, ca. 1 kg
3)
Gehakt, ca. 1 kg
3)
Kalfsvlees, ca. 1,5 kg
3)
Lamsbout, ca. 1,5 kg
2)
Lamsrug, ca. 1,5 kg
Gevogelte, 0,8–1 kg
Gevogelte, ca. 2 kg
Gevogelte, gevuld, ca. 2 kg
Gevogelte, ca. 4 kg
Moot vis, ca. 1,5 kg
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
De tijden gelden voor een oven die niet is voorverwarmd.
Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kort
-
ste tijd.
De aangegeven temperatuur heeft betrekking op een bereiding in een open pan.
Als u het vlees op de universele bakplaat of het rooster braadt, moet u de tempe
-
ratuur 10 °C lager instellen.
Braden
56
UV
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
170–190 2 100–130 190–210 2 110–140
200–220 2 45–55 200–220 2 45–55
140–160 2 100–120 150–170 2 100–120
160–180 2 100–120 180–200 2 100–120
160–180 2 130–160 190–210 2 140–180
150–170 2 60–80 170–190 2 80–100
160–180 2 60–70 190–210 2 60–70
180–200 2 80–100 190–210 2 100–120
170–190 2 90–120 200–220 2 90–120
170–190 2 50–60 190–210 2 50–60
180–200 2 60–70 190–210 3 60–75
170–190 2 90–110 190–210 3 90–110
170–190 2 110–130 190–210 3 110–130
160–180 2 150–180 180–200 2 150–180
160–180 2 35–55 190–210 2 35–55
U Hetelucht plus / V Boven-Onderwarmte
6 Temperatuur / Niveau / + Bereidingstijd
1) Bereid het vlees eerst met deksel. Verwijder het deksel na de helft van de tijd en voeg
ca. 0,5 l vocht toe.
2) Verwarm de ovenruimte voor. Gebruik daarvoor niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
3) Voeg na de helft van de tijd ca. 0,5 l vocht toe.
Braden
57
Koken op lage temperaturen is ideaal
voor vleessoorten van rund, varken, kalf
en lam die zeer behoedzaam moeten
worden bereid.
Braad het vlees eerst in korte tijd op
hoge temperatuur rondom en gelijkma
-
tig aan (op de kookplaat).
In de voorverwarmde oven wordt het
vlees vervolgens op een lage tempera
-
tuur en met een lange bereidingstijd
rustig bereid.
Hierbij ontspant zich het vlees. Het sap
begint te circuleren en wordt gelijkma
-
tig verdeeld tot in de buitenste lagen.
Het vlees blijft zo heel mals en sappig.
Tips
Gebruik goed bestorven, mager
vlees zonder pezen en vetrandjes.
Verwijder vooraf eventuele botten.
Gebruik voor het aanbraden zeer hit-
tebestendig vet, bijvoorbeeld
boterolie of spijsolie.
Dek het vlees tijdens de bereiding
niet af.
De bereidingstijd bedraagt ca. 2–4 uur
en is afhankelijk van het gewicht en de
grootte van het vlees, alsmede van de
gewenste gaarheid en bruinering.
Handelingen
Gebruik de universele bakplaat met
het rooster erop.
Gebruik voor het voorverwarmen niet
de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
^
Schuif de universele bakplaat met het
rooster op niveau 2 in de oven.
^
Kies de ovenfunctie "Boven-
Onderwarmte V" en een tempera
-
tuur van 130 °C.
^
Verwarm de oven, de universele bak
-
plaat en het rooster ca. 15 minuten
voor.
^ Braad alle kanten van het vlees op
een hoge stand op de kookplaat aan
(tijdens het voorverwarmen van de
oven).
,
Verbrandingsgevaar!
Draag altijd ovenwanten als u voe-
dingsmiddelen in de oven zet of er-
uit haalt, of als u in de oven bezig
bent.
^
Leg het aangebraden vlees op het
rooster.
^
Verlaag de temperatuur tot 100 °C.
^
Laat het vlees gaar worden.
Bij apparaten met een klok kunt u de
bereiding ook automatisch laten uit
-
schakelen (zie "Klok – Bereidingstijd in
-
stellen").
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
58
Na de bereiding
Omdat de bereidings- en
kerntemperaturen zeer laag zijn,
kunt u het vlees meteen aansnijden.
U hoeft voor het vlees geen rusttijd
aan te houden.
kunt u het vlees zonder moeite warm
-
houden. U laat het na de bereidings
-
tijd gewoon in de oven, totdat het
wordt opgediend. Het bereidingsre
-
sultaat wordt hierdoor niet beïnvloed.
heeft het vlees de juiste
eettemperatuur. Dien het vlees op
voorverwarmde borden op en
serveer het met zeer hete saus, zo-
dat het vlees niet zo snel afkoelt.
Bereidingstijden/
kerntemperaturen
Vlees Berei
-
dingstijd
[min]
Kern
-
tempe
-
ra
-
tuur**
[°C]
Rosbief
Rood: 60–90 48
Medium: 120–150 57
Doorbakken: 180–240 69
Varkensfilet 120–150 63
Casselerrib* 150–210 68
Kalfsrug* 180–210 63
Lamsrug* 90–120 60
* Zonder bot.
** Om de stijging van de kerntempera-
tuur te kunnen volgen, kunt u een
kerntemperatuurvoeler gebruiken.
Lage temperatuur (koken op lage temperatuur)
59
,
Verbrandingsgevaar!
Als u de deur niet sluit, wordt de
uitstromende hete lucht niet langs
de koelventilator geleid en dus niet
afgekoeld. De bedieningselementen
worden dan heet.
Sluit de ovendeur tijdens het grille
-
ren.
Ovenfuncties
Grill Y
Voor het grilleren van platte stukken
vlees en voor bruineren.
Het gehele verwarmingselement (voor
de bovenwarmte/grill) wordt roodgloei-
end en levert de warmtestraling die
voor het grilleren nodig is.
Circulatiegrill \
Voor het grilleren van gerechten met
een grote diameter, zoals een kip.
Het verwarmingselement voor de bo
-
venwarmte/grill en de ventilator worden
afwisselend ingeschakeld.
Kookgerei
Gebruik de universele bakplaat met het
rooster of de grill- en braadplaat erop
(indien aanwezig).
De grill- en braadplaat vangt het vlees
-
sap in de bakplaat op en voorkomt dat
het verbrandt. Zo kan het voor verdere
bereiding worden gebruikt.
Gebruik niet de gewone bakplaat.
Grilleren
60
Opmerkingen bij de "Tabel
grilleren"
Temperatuur 6
Kies in het algemeen de laagste tempe
-
ratuur.
Bij hogere temperaturen wordt het
vlees (voedingsmiddel) weliswaar
bruin, maar niet altijd gaar.
Voor platte stukken vlees adviseren wij
de instelling Y. Kies voor dik vlees
(grote diameter) een temperatuur van
maximaal 240 °C.
Voorverwarmen
Voor grilleren moet u de oven voorver-
warmen.
Verwarm het bovenwarmte-/grillelement
ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur
gesloten.
Niveau
Houd bij het niveau rekening met de
dikte van het voedingsmiddel.
Platte voedingsmiddelen: niveau 4/5.
Dikke voedingsmiddelen: niveau 2/3.
Bereidingstijd +
Grilleer platte stukken vlees/vis per
kant ca. 6-8 minuten.
Voor dikkere stukken is iets meer tijd
nodig.
Zorg dat de stukken ongeveer even
dik zijn, zodat de bereidingstijden
niet teveel verschillen.
Keer het product halverwege de tijd
om, indien dat mogelijk is.
Is het vlees gaar?
Als u wilt controleren of het vlees vol
-
doende gaar is, drukt u met een lepel
op het vlees.
Rood: Als het vlees heel veer
-
krachtig aanvoelt, is het
van binnen nog rood
("rare").
Medium: Als het vlees een beetje
meegeeft, is het van bin
-
nen roze.
Doorbak
-
ken:
Als het vlees nauwelijks
nog meegeeft, is het door
-
bakken ("well done").
Controleer na afloop van de kortste be-
reidingstijd of het voedingsmiddel gaar
is.
Tip
Als een groot stuk vlees van buiten al
behoorlijk bruin wordt, terwijl het van
binnen nog niet gaar is, kunt u het vlees
op een lager niveau in de oven plaat
-
sen of op een lagere temperatuur ver
-
der grilleren.
Grilleren
61
Vlees voorbereiden
Spoel het vlees snel onder koud, stro
-
mend water af. Droog het goed af. Zout
het vlees niet vóór het grilleren, omdat
het anders te veel vocht verliest.
Bestrijk mager vlees alleen met olie.
Gebruik geen andere vetsoorten. Deze
worden snel te donker of leiden tot
rookontwikkeling.
Maak platte vissen en stukken vis zoals
gewoonlijk schoon. Daarna zouten en
met citroensap besprenkelen.
Grilleren
^
Leg het rooster of de grill- en
braadplaat (indien aanwezig) op de
universele bakplaat.
^
Leg het te bereiden product erop.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
-
tuur.
^
Verwarm het bovenwarmte-/grill
-
element ca. 5 minuten voor. Houd de
ovendeur gesloten.
,
Verbrandingsgevaar!
Draag altijd ovenwanten als u voe
-
dingsmiddelen in de oven zet of er-
uit haalt, of als u in de oven bezig
bent.
^ Schuif het voedingsmiddel op het
juiste niveau in de oven (zie "Tabel
grilleren").
^ Sluit de deur.
^ Keer het product halverwege de tijd
om, indien dat mogelijk is.
Grilleren
62
Tabel grilleren
De gegevens voor de aanbevolen ovenfunctie zijn vet gedrukt.
Verwarm het bovenwarmte-/grillelement ca. 5 minuten voor. Houd de ovendeur
gesloten (tenzij anders aangegeven).
Keer het product halverwege de tijd om.
Controleer het product na afloop van de kortste tijd.
Te grilleren product
Y\
6
[°C]
+
[min]
6
[°C]
+
[min]
Platte voedingsmiddelen
Runderbiefstuk 4 Y 15–22 220 15–20
Biefburger
1)
5
3)
Y 17–35 ––
Schaschlik 3 Y 25–30 220 25–30
Spies met gevogelte 4 Y 20–25 220 12–16
Nekstuk 5 Y 18–22 220 17–23
Lever 4 Y 8–12 220 12–15
Gehaktballen 4 Y 20–25 220 18–22
Braadworst 4 Y 12–18 220 13–19
Visfilet 4 Y 20–25 220 13–18
Forel 4 Y 16–20 220 20–25
Toast
1) 2)
3 Y 5–9 220 7–10
Toast Hawaii 3 Y 10–15 220 10–15
Tomaten 4 Y 6–10 220 8–10
Perziken 4 Y 6–10 220 15–20
Dikke voedingsmiddelen
Kip, ca. 1,2 kg 1
4)
240 50–60 200 60–65
Varkensschenkel, ca. 1 kg 1 200 95–100
Rosbief, runderfilet, ca. 1 kg 2 250 35–45
Y Grill / \ Circulatiegrill / Niveau / 6 Temperatuur / + Bereidingstijd
1) De instellingen gelden bij gebruik van de ovenfunctie "Grill Y" ook voor onderzoek vol
-
gens EN 60350.
2) Verwarm het bovenwarmte-/grillelement niet voor.
3) Plaats alleen het rooster op niveau 5 en de universele bakplaat op niveau 2.
4) Gebruik niveau 2 voor de ovenfunctie "Circulatiegrill \".
Grilleren
63
Gebruik voor het behoedzaam ontdooi
-
en van diepvriesproducten de oven
-
functie "Hetelucht plus U". Stel geen
temperatuur in.
Alleen de ventilator wordt ingescha
-
keld. De ventilator laat de lucht in de
oven bij kamertemperatuur circuleren.
,
Let bij het ontdooien van gevo
-
gelte extra op de hygiëne. Gebruik
het vocht niet dat bij het ontdooien
vrijkomt. De kans op bacteriën is
groot (bijvoorbeeld salmonella).
Tips
Haal het diepvriesproduct uit de ver-
pakking en leg het op de universele
bakplaat of in een schaal.
Gebruik voor het ontdooien van ge-
vogelte de universele bakplaat met
het rooster erop. Zo komt het gevo-
gelte niet in het vocht te liggen.
Vlees, gevogelte en vis hoeven voor
de bereiding niet volledig ontdooid te
zijn.
Het is voldoende als de buitenlaag
zo zacht is dat de kruiden goed wor
-
den opgenomen.
Tijden voor het ontdooien
De tijden zijn afhankelijk van het ge
-
wicht en het soort voedsel dat u ont
-
dooit.
Product Gewicht
[g]
Tijd
[min]
Haantje / kip 800 90–120
Vlees 500 60–90
1 000 90–120
Braadworst 500 30–50
Vis 1 000 60–90
Aardbeien 300 30–40
Boterkoek 500 20–30
Brood 500 30–50
Ontdooien
64
Geschikte potten/glazen
,
Verwondingsgevaar!
In afgesloten blikken en dergelijke
ontstaat bij verwarming overdruk.
Hierdoor kunnen deze voorwerpen
openbarsten.
Gebruik het apparaat niet om voe
-
dingsmiddelen in afgesloten blikken
en dergelijke in te maken of te ver
-
warmen.
Gebruik alleen speciale glazen/potten
die in de vakhandel verkrijgbaar zijn:
Weckpotten.
Inmaakglazen met schroefdeksel.
Fruit en groente inmaken
Hiervoor adviseren wij de ovenfunctie
"Hetelucht plus U".
De gegevens gelden voor 6 glazen met
een inhoud van 1 l.
^ Schuif de universele bakplaat op ni-
veau 2 in de oven en zet de glazen
daarop.
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U" en een temperatuur van
150–170 °C.
^
Wacht tot het water in de glazen gaat
borrelen (het gelijkmatig opstijgen
van luchtbelletjes).
Verlaag de temperatuur tijdig om
overkoken te voorkomen.
Fruit/komkommer
^
Zet de functieschakelaar op "Verlich
-
ting T", zodra het borrelen in de
glazen te zien is. Laat de glazen
daarna nog 25–30 minuten in de hete
oven staan.
Groente
^
Verlaag de temperatuur tot 100 °C,
zodra het borrelen in de glazen te
zien is.
Inmaaktijd
[min]
Asperges, wortels 60–90
Erwten, bonen 90–120
^ Zet na de inmaaktijd de functiescha-
kelaar op "Verlichting T" en laat de
glazen daarna nog 25–30 minuten in
de hete oven staan.
Na het inmaken
,
Verbrandingsgevaar!
Gebruik ovenhandschoenen als u
de glazen uit de oven haalt.
^
Haal de glazen uit de oven.
^
Dek de glazen met een doek af en
laat ze nog ca. 24 uur op een tocht
-
vrije plek staan.
^
Controleer aansluitend of alle glazen
goed dicht zijn.
Inmaken
65
Drogen is een traditionele wijze om
vruchten, sommige groentesoorten en
kruiden te conserveren.
Het fruit en de groente moeten vers en
rijp zijn en mogen geen lelijke plekken
hebben.
^
Bereid het te drogen product voor.
Appels kunt u eventueel schillen.
Verwijder het klokhuis en snijd de ap
-
pel in ca. 0,5 cm dikke schijfjes.
Pruimen kunt u eventueel ontpitten.
Schil peren, verwijder de pitten en
snijd de peren in schijfjes.
Pel bananen en snijd de bananen in
plakjes.
Maak paddenstoelen schoon, hal-
veer ze en snijd de paddestoelen in
schijfjes.
Verwijder bij peterselie en dille de
dikke stengels.
^ Verdeel het product gelijkmatig over
de universele bakplaat.
U kunt ook de geperforeerde
gourmetplaat gebruiken (indien aanwe
-
zig).
^
Kies de ovenfunctie "Hetelucht
plus U" of "Boven-Onderwarmte
V".
^
Kies een temperatuur tussen
80–100 °C.
^
Schuif de universele bakplaat op ni
-
veau 2 in de oven.
Bij "Hetelucht plus U" kunt u tegelijk
op de niveaus 1+3 drogen.
Product Droogtijd
Fruit 2–8 uur
Groente 3–8 uur
Kruiden* 50–60 minuten
* Kies voor kruiden de ovenfunctie
"Boven-Onderwarmte V".
^
Verlaag de temperatuur als zich in de
ovenruimte waterdruppels vormen.
,
Verbrandingsgevaar!
Gebruik ovenhandschoenen als u
het gedroogde product uit de oven
haalt.
^ Laat het gedroogde fruit (de ge-
droogde groente) afkoelen.
Gedroogd fruit moet helemaal droog
zijn, maar wel zacht en elastisch. Als
u een schijfje doormidden snijdt of
breekt, mag geen sap meer vrijko-
men.
^
Bewaar het product in een afgesloten
pot of blik.
Drogen
66
Tips
Diepvriestaarten, -pizza's, -
stokbroden
Bak dergelijke diepvriesproducten
op het rooster, waarop u bakpapier
heeft gelegd.
Bij bereiding op de bakplaat of de
universele bakplaat kunnen deze
platen zodanig vervormen dat u deze
niet meer uit de oven kunt halen als
ze heet zijn. Bij elk volgend gebruik
worden de platen weer vervormd.
Kies de laagste temperatuur die op
de verpakking vermeld staat.
Patat, kroketten en dergelijke
Dergelijke diepvriesproducten kunt u
wel op de bakplaat of de universele
bakplaat bereiden.
Leg onder het diepvriesproduct bak-
papier.
Kies de laagste temperatuur die op
de verpakking vermeld staat.
Keer de producten regelmatig om.
Bereiding
Voor een gezonde voeding dienen
de voedingsmiddelen behoedzaam
te worden bereid.
Bak taarten, pizza's, patat en derge
-
lijke dan ook goudgeel en niet don
-
kerbruin.
^
Kies de ovenfunctie en de tempera
-
tuur die op de verpakking vermeld
staat.
^
Verwarm de ovenruimte voor.
^ Plaats het voedingsmiddel in de
voorverwarmde oven op het niveau
dat op de verpakking staat aangege-
ven.
^ Controleer het voedingsmiddel na de
kortste bereidingstijd.
Diepvriesproducten/kant-en-klaargerechten
67
De ovenfunctie "Gratineren K" is zeer geschikt voor ovenschotels en andere ge
-
rechten die een krokant bovenlaagje moeten krijgen.
Gerecht 6
[°C]
+
[min]
Lasagne 190 2 45–60
Aardappelgratin 180 2 55–65
Ovenschotel van groente 180 2 55–65
Pastaschotel 180 2 40–50
6 Temperatuur / Niveau / + Bereidingstijd
In de tabel staan slechts enkele voorbeelden.
Voor de bereiding van andere recepten kunt u uitgaan van de temperaturen en tij
-
den voor "Hetelucht plus U".
Gratineren
68
Testgerechten volgens EN 60350
Testgerecht Bakplaat/vorm Ovenfunc
-
tie
6
[°C]
+
[min]
Voorver
-
warmen
Spritsen
(8.4.1)
1 bakplaat U 140
2)
2 40–50 Nee
2 bakplaten
1)
U 140
2)
1+3 40–50 Nee
1 bakplaat V 160
2)
3 15–33 Ja
Small cakes
(8.4.2)
1 bakplaat U 150
2)
2 28–40 Nee
2 bakplaten U 150
2)
2+4 27–40 Ja
1 bakplaat V 160
2)
3 23–35 Ja
Taart van bis
-
cuitdeeg (8.5.1)
Springvorm C 26 cm
3)
U 170
2)
2 30–38 Nee
Springvorm C 26 cm
3)4)
V 150–180
2)
2 20–45 Ja
Apple pie
(8.5.2)
Springvorm C 20 cm
3)
U 160
2)
2 80–105 Nee
Springvorm C 20 cm
3)
V 180
2)
1 80–95 Nee
Toast (9.1) Rooster YY3 5–9 Nee
Biefburger
grilleren
(9.2)
Rooster op universele
bakplaat
YY5
5)
Kant 1:
10–20
Kant 2:
7–18
Ja,5mi
-
nuten
U Hetelucht plus / V Boven-Onderwarmte / Y Grill
6 Temperatuur / Niveau / + Bereidingstijd
1) Haal een bakplaat uit de oven, zodra het product voldoende bruin is, ook als de berei-
dingstijd nog niet is verstreken.
2) Gebruik tijdens de opwarmfase niet de ovenfunctie "Snelopwarmen S".
3) Zet de bakvorm op het rooster.
4) Kies in het algemeen de laagste temperatuur en controleer het product na de kortste
tijd.
5) Plaats alleen het rooster op niveau 5 en de universele bakplaat op niveau 2.
Energie-efficiëntieklasse
De energie-efficiëntieklasse is vastgesteld volgens EN 50304.
Energie-efficiëntieklasse: A
Gebruikte ovenfunctie: Hetelucht plus U
Aanwijzing voor het uitvoeren van de tests: Zonder ingebouwde FlexiClip-geleiders
Aanwijzingen voor keuringsinstituten
69
,
Verbrandingsgevaar! De verwar
-
mingselementen moeten zijn uitge
-
schakeld. De ovenruimte moet zijn
afgekoeld.
,
Verwondingsgevaar! De stoom
van een stoomreiniger kan in aanra
-
king komen met delen die onder
spanning staan en zo kortsluiting
veroorzaken. Gebruik voor de reini
-
ging nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleu-
ren of aangetast worden als ze met
ongeschikte reinigingsmiddelen in
aanraking komen.
Met name het front van de oven kan
door ovenreinigers en ontkalkings-
middelen beschadigd raken.
Verwijder resten van reinigingsmid-
delen dan ook meteen.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Bij glazen oppervlakken kunnen
krassen onder bepaalde omstandig
-
heden glasbreuk tot gevolg hebben.
Ongeschikte reinigingsmidde
-
len
Om beschadigingen aan de oppervlak
-
ken te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
soda-, ammoniak-, zuur- en chloride
-
houdende reinigingsmiddelen.
kalkoplossende reinigingsmiddelen
op het front.
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schuurpoeder, vloeibaar schuurmid
-
del en reinigingssteen.
oplosmiddelhoudende reinigingsmid-
delen.
reinigingsmiddelen voor roestvrij staal.
reinigingsmiddelen voor afwasauto-
maten.
glasreinigers.
reinigingsmiddelen voor keramische
kookplaten.
schurende harde borstels en spons
-
jes (zoals pannensponsjes en ge
-
bruikte sponsjes die nog resten
schuurmiddel bevatten).
vlekkensponsjes.
scherpe metalen schrapers.
staalwol.
puntreiniging met mechanische reini
-
gingsmiddelen.
ovenreinigers*.
speciale spiraalsponsjes*.
* bij hardnekkige verontreinigingen
toegestaan op PerfectClean-
veredeld email
Reiniging en onderhoud
70
Als verontreinigingen lang inwerken,
kunt u ze soms niet meer verwijde
-
ren.
Bij herhaaldelijk gebruik zonder tus
-
sentijdse reiniging wordt het moei
-
lijker om verontreinigingen te verwij
-
deren.
Verwijder verontreinigingen bij voor
-
keur meteen.
De accessoires zijn niet geschikt
voor reiniging in de afwasautomaat.
Tips
Verontreinigingen door vruchtensap
of deeg, dat bijvoorbeeld uit een
slecht sluitende bakvorm is gelopen,
kunt u gemakkelijker verwijderen als
de ovenruimte nog enigszins warm
is.
Om de ovenruimte nog gemakkelijker
te kunnen reinigen, kunt u de deur
verwijderen en eventueel verder de
-
monteren. Daarnaast kunt u de gelei
-
derails en de FlexiClip-geleiders
(indien aanwezig) verwijderen. Het
bovenwarmte-/grillelement kunt u
omlaagklappen.
Normale verontreinigingen
Rondom de ovenruimte bevindt zich
een afdichting van glaszijde die op
de glasplaat van de deur aansluit.
Reinig deze afdichting niet als dat
niet noodzakelijk is. Het materiaal is
erg kwetsbaar. Door wrijven en
schuren kan de afdichting bescha
-
digd raken.
^
Verwijder normale verontreinigingen
bij voorkeur meteen met warm water,
gewoon afwasmiddel en een schoon
sponsdoekje of met een schoon,
vochtig microvezeldoekje.
^ Verwijder alle resten van reinigings-
middelen met schoon water. Dit is
vooral belangrijk bij PerfectClean-
veredelde delen. Resten reinigings-
middel hebben een ongunstig effect
op de anti-aanbakwerking.
^ Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Reiniging en onderhoud
71
Hardnekkige verontreinigingen
(behalve bij de FlexiClip-
geleiders)
Door overgelopen vruchtensap of
braadresten kunnen geëmailleerde
oppervlakken blijvend verkleuren en
doffe plekken krijgen. Dit heeft ech
-
ter geen effect op de eigenschap
-
pen van deze oppervlakken. Pro
-
beer dergelijke vlekken niet met ge
-
weld te verwijderen. Gebruik alleen
de beschreven hulpmiddelen.
^ Verwijder vastzittende verontreini-
gingen met een glasschraper of een
spiraalsponsje (bijvoorbeeld Spontex
Spirinett).
^ Gebruik voor zeer hardnekkige ver-
ontreinigingen op PerfectClean-
veredeld email de Miele-
ovenreiniger. De oppervlakken moe-
ten koud zijn. Laat de reiniger inwer-
ken, zoals op de verpakking is aan-
gegeven.
Ovenreinigers van andere fabri
-
kanten mogen alleen worden aange
-
bracht als de betreffende oppervlak
-
ken koud zijn. De middelen mogen
maximaal 10 minuten inwerken.
^
Indien nodig kunt u na de inwerktijd
ook nog de harde kant van een keu
-
kensponsje gebruiken.
^
Verwijder de resten van de
ovenreiniger met schoon water en
wrijf de delen weer droog.
Hardnekkige verontreinigingen
op de FlexiClip-geleiders
De FlexiClip-geleiders zijn voorzien
van speciaal vet. Bij reiniging in de
afwasautomaat wordt dit vet verwij
-
derd. De geleiders zullen dan min
-
der goed glijden. Reinig de gelei
-
ders daarom nooit in de afwasauto
-
maat.
Bij hardnekkige verontreinigingen aan
de oppervlakken of als de kogellagers
vastkleven (bijvoorbeeld door overgelo
-
pen vruchtensap), gaat u als volgt te
werk:
^ Week de FlexiClip-geleiders kort (ca.
10 minuten) in een heet sopje van af-
wasmiddel in. Indien nodig kunt u
ook de harde kant van een keu-
kensponsje gebruiken. De
kogellagers kunt u met een zachte
borstel reinigen.
Na de reiniging kunnen
kleurveranderingen en lichte vlekken
ontstaan. Het functioneren van de
geleiders wordt hierdoor niet beïn
-
vloed.
Reiniging en onderhoud
72
Ovenruimte reinigen met de
ovenfunctie "Pyrolyse ^"
In plaats van handmatig kunt u de
ovenruimte ook met de ovenfunctie "Py
-
rolyse ^" reinigen.
Tijdens de pyrolyse wordt de ovenruim
-
te tot meer dan 430 °C verhit.
Aanwezige verontreinigingen verbran
-
den bij deze hoge temperaturen. Er
blijft alleen as over.
U kunt uit drie pyrolysestanden kiezen.
Elke stand heeft een eigen duur.
Kies:
Stand 1 bij lichte verontreinigingen.
Stand 2 bij meer verontreinigingen.
Stand 3 bij ernstige verontreini-
gingen.
Na de start van de pyrolyse wordt de
deur automatisch vergrendeld.
Pas na afloop van de pyrolysetijd kunt u
de deur weer openen.
U kunt de pyrolyse ook op een later tijd
-
stip laten starten, bijvoorbeeld om ge
-
bruik te maken van een lager tarief voor
nachtstroom.
Na de pyrolyse kunt u de
pyrolyseresten (zoals as) eenvoudig
verwijderen.
Voor de start van de pyrolyse
Door de hoge temperaturen die tij
-
dens de pyrolyse ontstaan, kunnen
de accessoires beschadigd raken.
Haal alle accessoires uit de oven
-
ruimte, voordat u de pyrolyse start.
Dit geldt ook voor de geleiderails en
andere bijbestelde accessoires.
^
Verwijder de geleiderails (zie "Reini
-
ging en onderhoud – Geleiderails
met FlexiClip-geleiders demonteren")
en de overige accessoires.
Grove verontreinigingen kunnen een
grote rookontwikkeling tot gevolg
hebben. Ook kan de pyrolysefunctie
hierdoor worden afgebroken.
^ Verwijder alle grove verontreini-
gingen uit de ovenruimte, voordat u
de pyrolyse start.
Reiniging en onderhoud
73
Pyrolyse starten
,
Verbrandingsgevaar!
Tijdens de pyrolyse wordt het front
van het apparaat warmer dan bij
normale ovenfuncties.
Houd kinderen op een afstand als
de pyrolysefunctie actief is!
^
Kies de ovenfunctie "Pyrolyse ^".
Py i
In het display verschijnt PY I. Het cijfer
knippert.
Met de toets V of W kunt u kiezen uit
PY I, PY 2 en PY 3.
^ Kies de gewenste stand.
^ Druk op OK.
De pyrolyse start.
In het display verschijnt ook het sym
-
bool 0.
Py i
0
Terwijl het symbool 0 knippert, wordt
de deur automatisch vergrendeld.
Zodra de deur vergrendeld is, brandt
het symbool 0 continu.
Vervolgens worden de ovenverwarming
en het controlelampje 6 automatisch in
-
geschakeld, ook als de temperatuur
-
schakelaar op ß staat.
Als u het verloop van de pyrolyse wilt
volgen, moet u de duur T oproepen.
^ Druk op OK.
^ Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool T gaat knipperen.
De resttijd van de pyrolyse verschijnt. U
kunt deze tijd niet wijzigen.
Als u tussendoor een kookwekkertijd
heeft ingesteld, hoort u na afloop van
de kookwekkertijd een signaal, knippert
l en loopt de tijd op.
Als u op OK drukt, worden de akoes
-
tische en optische signalen uitgezet.
In het display verschijnen weer de aan
-
duiding PY en het cijfer van de gekozen
stand.
Reiniging en onderhoud
74
Pyrolyse op een later tijdstip starten
Start de pyrolysefunctie en verschuif
binnen de eerste vijf minuten de eind
-
tijd.
^
Druk op OK.
^
Druk zo vaak op de toets W totdat het
symbool S gaat knipperen.
In het display verschijnt de eindtijd (de
actuele dagtijd plus de duur die bij de
gekozen pyrolysestand hoort).
^
Druk op OK.
Het cijferblok voor de uren knippert.
^ Stel met W de uren in.
^ Druk op OK.
Het cijferblok voor de minuten knippert.
^ Stel met W de minuten in.
^ Druk op OK.
De ingestelde eindtijd wordt opgesla-
gen.
De ovenverwarming wordt uitgescha
-
keld.
De eindtijd kunt u tot aan het starttijd
-
stip op elk moment wijzigen.
Als de starttijd is bereikt, worden de
ovenverwarming en de ventilator inge
-
schakeld. In het display verschijnt de
duur.
Na afloop van de pyrolyse
0
:
00
T0
In het display verschijnen 0:00, 0 en
T.
Zolang het symbool 0 brandt, is de
deur nog vergrendeld. Als 0 knippert,
wordt de deur ontgrendeld.
0
:
00
T
Zodra de deur ontgrendeld is,
dooft 0,
knippert S,
hoort u korte signalen, als deze func-
tie ingeschakeld is (zie "Klok – Instel-
lingen wijzigen").
^
Zet de functieschakelaar op 0.
De akoestische en optische signalen
worden uitgezet.
,
Verbrandingsgevaar!
Verwijder eventuele pyrolyseresten
pas als de ovenruimte afgekoeld is.
Reiniging en onderhoud
75
^
Verwijder na afloop van de pyrolyse
de eventuele pyrolyseresten (zoals
as).
Rondom de ovenruimte bevindt zich
een afdichting van glaszijde die op
de glasplaat van de deur aansluit.
Reinig deze afdichting niet als dat
niet noodzakelijk is. Het materiaal is
erg kwetsbaar. Door wrijven en
schuren kan de afdichting bescha
-
digd raken.
De meeste pyrolyseresten kunt u met
water, gewoon afwasmiddel en een
schoon sponsdoekje verwijderen. U
kunt ook een schoon, vochtig
microvezeldoekje gebruiken.
Afhankelijk van de mate van veront
-
reiniging kunnen aan de binnenkant
van de ovendeur zichtbare afzettin
-
gen voorkomen. U kunt deze verwij
-
deren met een afwassponsje, een
glasschraper of een spiraalspons
(bijvoorbeeld Spontex Spirinett) en
gewoon afwasmiddel.
Geëmailleerde oppervlakken kun
-
nen door overgelopen vruchtensap
verkleuren. Dit heeft echter geen ef
-
fect op de eigenschappen van het
email. Probeer dergelijke vlekken
niet met geweld te verwijderen.
Reiniging en onderhoud
76
Pyrolyse afgebroken
Als de pyrolysefunctie wordt afgebro
-
ken, blijft de deur vergrendeld, totdat
de temperatuur in de ovenruimte on
-
der 280 °C is gezonken. Het symbool
0 brandt, totdat de temperatuur on
-
der de genoemde waarde is
gezonken.
Als 0 knippert, wordt de deur ont
-
grendeld.
De pyrolyse wordt afgebroken,
als u de functieschakelaar op een
andere ovenfunctie zet of op de
stand 0.
Zet de functieschakelaar weer op
"Pyrolyse ^", als u de pyrolyse op-
nieuw wilt starten.
als de netspanning wegvalt.
Als de stroomvoorziening weer in
orde is, brandt PY zo lang, totdat de
temperatuur in de ovenruimte onder
280 °C is gezonken. Daarna ver
-
schijnt het cijferblok, knippert 0 en
wordt de deur ontgrendeld.
Vervolgens knippert in het display
PY.
Als u de pyrolysefunctie weer wilt
starten, drukt u op OK.
Daarna kunt u de gewenste stand
kiezen en de functie starten.
Als u de functieschakelaar na een
stroomstoring op 0 zet, blijft PY knip-
peren. Druk op OK om de dagtijd op-
nieuw in te stellen (zie "Eerste inge-
bruikneming").
Reiniging en onderhoud
77
Deur verwijderen
De deur is via speciale houders met de
deurscharnieren verbonden.
Voordat u de deur van deze houders
kunt trekken, moet u eerst de vergren-
delingsbeugels van de beide scharnie-
ren ontgrendelen.
^ Open de deur helemaal.
^
Ontgrendel de beugels door deze tot
aan de aanslag te draaien.
Trek de deur nooit in horizontale
stand van de houders. De houders
klappen dan tegen het apparaat.
Trek de deur nooit aan de hand
-
greep van de houders. De greep
zou kunnen afbreken.
^
Sluit de deur voorzichtig tot aan de
aanslag.
^
Pak de deur bij de zijkanten vast en
trek de deur naar boven toe van de
houders. Pas op dat de deur bij het
verwijderen niet kantelt.
Reiniging en onderhoud
78
Deur uit elkaar halen
De deur bestaat uit een open systeem
met vier glasplaten die deels een
warmtereflecterende coating hebben.
Als de oven in gebruik is, wordt extra
lucht door de deur geleid, zodat de bui
-
tenste glasplaat koel blijft.
Als in de ruimte tussen de glasplaten
verontreinigingen neerslaan, kunt u de
deur uit elkaar halen om de binnen
-
kanten van de platen te reinigen.
Door krassen kunnen de glasplaten
beschadigd raken.
Gebruik voor de reiniging van de
glasplaten dan ook geen schuur
-
middelen, geen harde sponzen of
borstels en geen metalen schrapers.
Houdt u zich bij het reinigen van de
glasplaten ook aan de aanwijzingen
die voor het ovenfront gelden.
De beide kanten van de glasplaten
hebben een verschillende coating.
Aan de kant van de ovenruimte is
een warmtereflecterende laag aan
-
gebracht.
De glasplaten moeten na de reini-
ging op de juiste manier worden te-
ruggezet.
Het oppervlak van de aluminium
profielen raakt door ovenreiniger be-
schadigd. Reinig deze delen alleen
met warm water, gewoon afwasmid-
del en een schoon sponsdoekje of
met een schoon, vochtig
microvezeldoekje.
Bewaar de gedemonteerde glaspla
-
ten op een geschikte plek, zodat ze
niet kunnen breken.
Reiniging en onderhoud
79
,
Verwondingsgevaar!
Verwijder de deur altijd, voordat u
deze uit elkaar haalt.
^
Leg de deur met de buitenste glas
-
plaat op een zachte ondergrond (bij
-
voorbeeld een theedoek). U voor
-
komt zo krassen. Leg de deur zo dat
de greep over de rand van de tafel
ligt. De glasplaat ligt dan plat op de
ondergrond en zal tijdens het reini
-
gen niet breken.
^
Draai de vergrendelingen voor de
glasplaten naar buiten (zie afbeel
-
ding).
Verwijder na elkaar de binnenste glas
-
plaat en de beide middelste glasplaten:
^ Til de binnenste glasplaat iets op en
trek de glasplaat uit de kunststof lijst.
^
Verwijder de dichting.
Reiniging en onderhoud
80
^
Til de bovenste van de beide middel
-
ste glasplaten iets op en verwijder
deze.
^
Til de onderste van de beide middel
-
ste glasplaten iets op en verwijder
deze.
^
Reinig de glasplaten en de andere
delen met warm water, afwasmiddel
en een schoon sponsdoekje of met
een schoon, vochtig
microvezeldoekje.
^
Wrijf alles daarna met een zachte
doek droog.
Zet de deur vervolgens weer in elkaar:
De beide middelste glasplaten zijn
identiek. Om veilig te stellen dat u
de glasplaten correct terugplaatst,
zijn de platen voorzien van een ma
-
teriaalnummer.
^
Plaats de onderste van de beide mid
-
delste glasplaten zo terug dat het
materiaalnummer leesbaar is (dus
niet gespiegeld).
^ Draai de vergrendelingen voor de
glasplaten naar binnen. De vergren
-
delingen moeten over de onderste
van de beide middelste glasplaten
schuiven (zie afbeelding).
^
Plaats de bovenste van de beide
middelste glasplaten zo terug dat het
materiaalnummer leesbaar is (dus
niet gespiegeld).
De plaat moet op de vergrendelingen
liggen.
Reiniging en onderhoud
81
^
Plaats de dichting terug.
^
Schuif de binnenste glasplaat, met
de matte kant naar beneden wijzend,
in de kunststof lijst en leg de plaat
tussen de vergrendelingen.
^
Draai de beide vergrendelingen voor
de glasplaten naar binnen (zie af
-
beelding).
De deur is weer compleet.
Reiniging en onderhoud
82
Deur terugplaatsen
^ Pak de deur bij de zijkanten vast en
plaats de deur op de houders van de
scharnieren.
Pas op dat de deur daarbij niet kan-
telt.
^
Open de deur helemaal.
De beugels moeten beslist weer
worden vergrendeld. De deur kan
anders losgaan en beschadigd ra
-
ken.
^ Vergrendel de beugels door deze
weer terug te draaien, tot aan de
aanslag. Ze staan dan horizontaal.
Reiniging en onderhoud
83
Geleiderails met FlexiClip-
geleiders demonteren
,
Verwondingsgevaar!
Gebruik de oven nooit zonder gelei
-
derails.
U kunt de geleiderails samen met de
FlexiClip-geleiders (indien aanwezig)
verwijderen.
Als u de FlexiClip-geleiders eerst apart
wilt verwijderen, volg dan de aanwij
-
zingen onder "Uitvoering – FlexiClip-
geleiders plaatsen en verwijderen".
,
Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
^
Trek de geleiderails aan de voorkant
uit de bevestiging (1.) en verwijder
de rails (2.).
Plaats alles in omgekeerde volgorde te-
rug.
^ Plaats de onderdelen zorgvuldig te-
rug.
Reiniging en onderhoud
84
Bovenwarmte-/grillelement
omlaagklappen
,
Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten
zijn uitgeschakeld. De ovenruimte
moet zijn afgekoeld.
^
Verwijder de geleiderails.
^ Draai de vleugelmoer los.
Druk het element nooit met geweld
omlaag.
^
Klap het element voorzichtig omlaag.
U kunt nu de bovenwand van de oven
-
ruimte reinigen.
^
Klap het verwarmingselement weer
omhoog en draai de vleugelmoer
weer vast.
^
Plaats de geleiderails terug.
Reiniging en onderhoud
85
De meeste problemen die in de dagelijkse praktijk kunnen voorkomen, kunt u zelf
verhelpen. Het volgende overzicht helpt u daarbij.
Neem contact op met Miele (zie omslag) als u de oorzaak van een probleem niet
kunt vinden of als u het probleem niet kunt verhelpen.
,
Verwondingsgevaar!
Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamhe
-
den leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hiervoor niet aan
-
sprakelijk worden gesteld.
Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door
vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd.
Open nooit de ommanteling van het apparaat.
Probleem Oorzaak en oplossing
Het display is donke-
r.
De stroomvoorziening is niet in orde.
^ Controleer of de zekering van de elektrische installatie
doorgeslagen is. Waarschuw zo nodig een elektricien of
Miele.
De oven wordt niet
heet.
U heeft alleen een ovenfunctie of alleen een temperatuur
ingesteld.
^ Kies een ovenfunctie en een temperatuur.
De vergrendeling 0 is ingeschakeld.
^
Schakel de vergrendeling uit (zie "Klok – Instellingen wij
-
zigen").
De stroomvoorziening is niet in orde.
^
Controleer of de zekering van de elektrische installatie
doorgeslagen is. Waarschuw zo nodig een elektricien of
Miele.
Nuttige tips
86
Probleem Oorzaak en oplossing
In het display knippert
i2:00.
Er is een stroomstoring geweest.
^
Stel de dagtijd opnieuw in (zie "Eerste ingebruikne
-
ming"). Ook de tijden voor bereidingsprocessen moet
u opnieuw invoeren.
In het display brandt of
knippert PY.
Er is een stroomstoring geweest en de pyrolysefunctie
is daardoor afgebroken.
Zolang de temperatuur in de ovenruimte hoger is
dan 280 °C brandt het symbool 0 en blijft de deur
vergrendeld.
^ Zet de functieschakelaar op 0.
De dagtijd knippert.
^ Stel de dagtijd opnieuw in (zie "Eerste ingebruikne-
ming").
In het display verschijnt
onverwacht 0:00. Tege-
lijk knippert het symbool
T. U hoort eventueel
ook een signaal.
De oven stond langer dan gebruikelijk aan. De
veiligheidsuitschakeling is geactiveerd.
^ Zet de functieschakelaar op 0. U kunt de oven daarna
meteen weer gebruiken.
Na de bereiding is een
geluid te horen.
De ventilator is ingeschakeld.
De ventilator wordt automatisch uitgeschakeld als de
ovenruimte onder een bepaalde temperatuur komt.
Nuttige tips
87
Probleem Oorzaak en oplossing
Het gebak is na de in
de tabel aangegeven
bereidingstijd nog niet
gaar.
De ingestelde temperatuur wijkt af van de temperatuur
uit het recept.
^
Kies de temperatuur die in het recept staat.
De gebruikte hoeveelheden wijken af van de hoeveel
-
heden uit het recept.
^
Controleer of u het recept heeft veranderd. Als u bij
-
voorbeeld vocht of eieren toevoegt, wordt het deeg
vochtiger, waardoor de bereidingstijd toeneemt.
Het gebak is niet overal
even bruin.
De gekozen temperatuur of het niveau was niet goed.
^
Een zeker kleurverschil is normaal. Controleer bij zeer
grote verschillen of u de juiste temperatuur en het
juiste niveau heeft gekozen.
Het materiaal of de kleur van de bakvorm is niet ge-
schikt voor de gekozen ovenfunctie.
^ Voor "Boven-Onderwarmte V" zijn lichte of blanke
bakvormen minder geschikt.
Gebruik matte, donkere vormen.
U kunt de FlexiClip-
geleiders slechts met
moeite in- of
uitschuiven.
Er bevindt zich niet voldoende vet in de kogellagers
van de geleiders.
^ Vet de kogellagers met speciaal vet van Miele in.
Gebruik alleen dit speciale vet, omdat dat geschikt is
voor hoge oventemperaturen. Andere vetsoorten kun
-
nen door de hitte verharsen en de geleiders
vastkleven.
Het speciale vet is verkrijgbaar bij de Miele-vakhan
-
del en bij Miele.
Nuttige tips
88
Probleem Oorzaak en oplossing
De ovenverlichting
wordt niet ingescha
-
keld.
De halogeenlamp is defect.
Verbrandingsgevaar!
De verwarmingselementen moeten zijn uitgescha
-
keld. De ovenruimte moet zijn afgekoeld.
^
Maak het apparaat spanningsvrij. Trek hiervoor de
stekker uit de contactdoos of schakel de zekering van
de elektrische installatie uit.
^ Draai de lampafdekking los (kwartslag naar links
draaien). Trek de afdekking met de afdichtring naar
beneden toe uit de behuizing.
^ Vervang de halogeenlamp
(Osram 66725 AM/A, 230 V, 25 W, G9).
^ Plaats de lampafdekking met de afdichtring terug en
draai de afdekking weer vast (naar rechts draaien).
^
Sluit het apparaat weer op de netspanning aan.
Nuttige tips
89
Probleem Oorzaak en oplossing
De deur kan na de py
-
rolyse niet worden geo
-
pend.
De deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie is niet
gedeactiveerd.
^
Zet de functieschakelaar op 0.
Neem contact op met Miele als de deurvergrendeling
niet wordt uitgeschakeld.
Na de pyrolyse bevin
-
den zich nog verontrei
-
nigingen in de oven
-
ruimte.
Tijdens de pyrolyse worden aanwezige verontreini
-
gingen verbrand, waarna eventueel as achterblijft.
^
Verwijder de as met warm water, afwasmiddel en een
schoon sponsdoekje of met een schoon, vochtig
microvezeldoekje.
^
Als er nog grove verontreinigingen te zien zijn, kunt u
het pyrolyseprogramma herhalen. Kies eventueel een
langere pyrolyseduur.
In het display verschijnt
F32.
De deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie wordt
niet geactiveerd.
^ Zet de functieschakelaar op 0 en stel opnieuw de py-
rolysefunctie in.
Neem contact op met Miele als de foutcode herhaal-
delijk verschijnt.
In het display verschijnt
F33.
De deurvergrendeling voor de pyrolysefunctie is niet
gedeactiveerd.
^
Zet de functieschakelaar op 0.
Neem contact op met Miele als de deurvergrendeling
niet wordt uitgeschakeld.
In het display verschijnt
Fxx.
Een probleem dat u niet zelf kunt verhelpen.
^
Neem contact op met Miele.
Nuttige tips
90
Miele Service
Voor storingen die u niet zelf kunt ver
-
helpen, waarschuwt u
uw Miele-vakhandelaar
of:
Miele.
De gegevens van Miele vindt u op de
achterkant van deze gebruiks- en
montagehandleiding.
Voor een goede en vlotte afhandeling
moet de afdeling Klantcontacten weten
welk type apparaat u heeft en welk
fabricagenummer het heeft.
Deze informatie vindt u op het type-
plaatje dat zich achter de deur, op het
frontgedeelte bevindt.
Miele-Serviceverzekering-Certificaat
Voor informatie over het Miele-
Serviceverzekering-Certificaat kunt u
zich wenden tot uw Miele-vakhandelaar
of de bijgaande folder raadplegen.
Garantie en garantievoorwaar
-
den
De garantietermijn voor dit apparaat
bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie zie de bijge
-
voegde garantievoorwaarden.
Service en garantie
91
,
Verwondingsgevaar!
Dit apparaat mag alleen door een
erkend elektricien op het elektrici
-
teitsnet worden aangesloten. Hierbij
moeten de landelijke voorschriften
en de voorschriften van het energie
-
bedrijf in acht worden genomen.
Ondeskundig uitgevoerde installatie-,
onderhouds- en reparatiewerkzaam
-
heden leveren gevaar op voor de ge
-
bruiker. Miele kan daarvoor niet aan
-
sprakelijk worden gesteld.
De elektrische installatie moet volgens
de daarvoor geldende normen (zoals
NEN 1010) zijn geïnstalleerd.
Aansluiting op een contactdoos is
aan te bevelen, aangezien dit eventuele
werkzaamheden van een technicus ver-
gemakkelijkt.
Als de gebruiker niet meer bij de con-
tactdoos kan komen of als er sprake is
van een vaste aansluiting, moet het
apparaat via een schakelaar met alle
polen van de netspanning kunnen wor
-
den losgekoppeld.
De contactopening in uitgeschakelde
toestand moet minimaal 3 mm bedra
-
gen. Geschikte schakelaars zijn zelf-
uitschakelaars, zekeringen en relais
(EN 60335).
Aansluitgegevens
De benodigde aansluitgegevens vindt
u op het typeplaatje dat zich achter de
deur, op het frontgedeelte bevindt.
De waarden op het typeplaatje en de
waarden van het elektriciteitsnet moe
-
ten overeenkomen.
Vermeld altijd de volgende gegevens
als u contact opneemt met Miele:
Type-aanduiding.
Fabricagenummer.
Aansluitgegevens (netspanning/fre
-
quentie/maximale aansluitwaarde).
Als de aansluiting wordt veranderd
of als de kabel wordt vervangen,
moet dit volgens het aansluitschema
gebeuren. Gebruik een aansluitka-
bel van het type H 05 VV-F. Let op
de juiste draaddoorsnede.
Elektrische aansluiting
92
Oven
De oven is voorzien van een 3-aderige
kabel van ca. 1,7 m, met stekker, en
geschikt voor aansluiting op
wisselstroom 230 V, 50 Hz.
De oven moet met 16 A zijn beveiligd
en worden aangesloten op een ge
-
aarde contactdoos die volgens de
voorschriften is geïnstalleerd.
Maximale aansluitwaarde: zie type
-
plaatje.
Elektrische aansluiting
93
Afmetingen apparaat en kast
De afmetingen zijn in "mm" aangegeven.
Inbouw in een onderkast
* Apparaat met glazen front
** Apparaat met metalen front
Maatschetsen voor de inbouw
94
Inbouw in een hoge kast
* Apparaat met glazen front
** Apparaat met metalen front
Maatschetsen voor de inbouw
95
Gedetailleerde afmetingen front
De afmetingen zijn in "mm" aangegeven.
A H 23xx: 45 mm
H 24xx, H 26xx: 42 mm
B Apparaat met glazen front: 2,2 mm
Apparaat met metalen front: 1,2 mm
Maatschetsen voor de inbouw
96
,
U mag het apparaat alleen ge
-
bruiken als het is ingebouwd.
Voor een correcte werking van het
apparaat moet voldoende koellucht
worden aangevoerd.
Let er bij het inbouwen op dat
in de ombouwkast geen
achterwand wordt geplaatst.
de tussenbodem waarop
het apparaat wordt geplaatst
niet op de wand aansluit.
er geen warmtewerende lijsten
langs de zijwanden van de nis
worden gemonteerd.
Andere warmtebronnen (zoals een
open haard) mogen de benodigde
koellucht niet te veel verwarmen.
Voor het inbouwen
^ Zorg dat de contactdoos spannings-
vrij is.
Oven inbouwen
^
Sluit het apparaat op het net aan.
De deur kan beschadigd raken als u
de deurgreep gebruikt om het appa
-
raat te dragen.
Gebruik voor het dragen de grepen
aan de zijkant van de behuizing.
Voordat u het apparaat inbouwt, is het
verstandig eerst de deur te verwijderen
(zie "Reiniging en onderhoud – Deur
verwijderen") en de accessoires. Het
apparaat is dan lichter en u kunt niet
per ongeluk de handgreep van de deur
gebruiken om het apparaat te tillen.
^ Schuif het apparaat in de inbouwkast
en stel het.
^ Open de deur als u deze niet heeft
verwijderd.
^
Bevestig het apparaat met de bijge
-
leverde schroeven aan de zijwanden
van de kast.
^
Plaats zo nodig de deur weer terug
(zie "Reiniging en onderhoud – Deur
terugplaatsen").
Inbouw oven
97
98
99
M.-Nr. 09 609 940 / 01nl-NL
H2361BP; H2661BP
3


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules
1

Forum

miele-h2663bp
  • I have a user manual in German and don't speak German. How do you proceed for Pyrolise Submitted on 5-4-2017 at 23:00

    Reply Report abuse


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele H2663BP at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele H2663BP in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,5 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Miele H2663BP

Miele H2663BP User Manual - German - 100 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info