510550
2
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/80
Next page
Gebruiksaanwijzing
voor afwasautomaten
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwas-
automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
M.-Nr. 09 433 460
nl-NL
Beschrijving van het apparaat .......................................5
Het apparaat in één oogopslag........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen.............................7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ......................17
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................17
Het afdanken van het apparaat .......................................17
Economisch afwassen ..............................................18
Ingebruikneming van het apparaat ..................................19
Het openen van de deur ............................................19
Het sluiten van de deur .............................................19
Kinderbeveiliging..................................................19
Werking van het display ............................................20
Basisinstellingen ..................................................21
Taal ..........................................................21
Waterhardheid .................................................21
Voor het eerste gebruik hebt u nodig ..................................22
Het doseren van regenereerzout......................................22
Melding voor het bijvullen van zout ....................................24
Naspoelmiddel....................................................25
Het doseren van naspoelmiddel ......................................25
Melding voor het bijvullen van naspoelmiddel ...........................26
Het inruimen van serviesgoed en bestek .............................27
Serviesgoed en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat .........28
Bovenrek ........................................................29
Omklapbare spijlen..............................................29
Kopjesrek .....................................................29
Jumbo-kopjesrek (afhankelijk van het model): ........................30
Glazenbeugel ..................................................30
Het verstellen van het bovenrek ....................................31
Onderrek ........................................................32
MultiComfort-gedeelte ...........................................33
Omklapbare spijlen (afhankelijk van het model) .......................33
Bestek ..........................................................34
3D-besteklade (afhankelijk van het model) ...........................34
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................35
Inhoud
2
Bediening .......................................................36
Reinigingsmiddelen ................................................36
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................37
Het inschakelen van de afwasautomaat ................................39
Het kiezen van een programma ......................................39
Het starten van het programma.......................................39
Display ..........................................................40
Standby .........................................................40
Einde van het programma ...........................................41
Het uitschakelen van de afwasautomaat................................41
Het uitruimen van de afwasautomaat ..................................41
Het onderbreken van een programma .................................42
Het wisselen van programma ........................................42
Extra functies ....................................................43
Onderrek Intensief .................................................43
Turbo ...........................................................43
Voorprogrammering................................................44
DosControl .......................................................45
Reiniging en onderhoud ...........................................46
Het reinigen van de spoelruimte ......................................46
Het reinigen van de deurdichting en de deur ............................46
Het reinigen van het front ...........................................47
Het controleren van de zeefcombinatie in de spoelruimte ..................48
Het reinigen van de zeefcombinatie ...................................48
Het reinigen van de sproeiarmen .....................................50
Nuttige tips ......................................................51
Technische storingen ..............................................51
Storingen in de watertoevoer / waterafvoer ..............................53
Algemene problemen met de afwasautomaat............................55
Vreemde geluiden .................................................56
Een tegenvallend afwasresultaat......................................57
Het verhelpen van storingen........................................60
Het reinigen van het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer ......60
Het reinigen van de afvoerpomp en de terugslagklep .....................61
Afdeling Klantcontacten ...........................................63
Voor testinstituten .................................................63
Inhoud
3
Programma-overzicht .............................................64
Na te bestellen accessoires ........................................68
Elektrische aansluiting ............................................69
Wateraansluiting .................................................70
Het waterbeveiligingssysteem van Miele ...............................70
Watertoevoer .....................................................70
Waterafvoer ......................................................71
Beluchting van de waterafvoer .....................................71
Technische gegevens .............................................72
Menu Instellingen
! ...............................................73
Het openen van het menu "Instellingen" ................................73
Taal
! ...........................................................73
Waterhardheid ....................................................74
Naspoelmiddel....................................................75
Automatic........................................................75
Memory .........................................................75
AutoOpen........................................................75
Optimalisering standby .............................................76
Bijvulcontrole .....................................................76
Inweken .........................................................77
Voorspoelen......................................................77
Verlenging droogtijd ...............................................77
Lichtsterkte ......................................................77
Contrast .........................................................77
Controle zeefcombinatie ............................................78
Demonstratie voor de vakhandel......................................78
Fabrieksinstellingen ................................................78
Het sluiten van het menu "Instellingen" .................................78
Inhoud
4
Het apparaat in één oogopslag
a Bovenste sproeiarm
(niet zichtbaar)
b Besteklade
(afhankelijk van het model)
c Bovenrek
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Zeefcombinatie
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
-
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
Beschrijving van het apparaat
5
Bedieningspaneel
a Programma’s met controlelampjes
b Display
c Start/Stop – toets met controlelampje
d Voorprogrammeringstoets
met controlelampje
e Turbo – toets met controlelampje
f Onderrek Intensief – toets
met controlelampje
g Programmatoets
h K - toets (Aan/Uit – toets)
In deze gebruiksaanwijzing worden verschillende modellen afwasautomaat be
-
schreven.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5cm (inbouwapparaat)
resp. een hoogte van 84,5 cm (vrijstaand apparaat)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm
Beschrijving van het apparaat
6
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
-
bepalingen.
Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel en schade aan
het apparaat veroorzaken.
Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door
voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt daarmee schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een
eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Efficiënt gebruik
~
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of
daarmee vergelijkbaar gebruik.
~
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik bin-
nenshuis.
~
Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen
van huishoudservies.
Het gebruik voor andere doeleinden is ontoelaatbaar en kan gevaar
-
lijk zijn.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door gebruik voor andere doeleinden dan hier aangege
-
ven of door een foutieve bediening.
~
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteld
-
heid, hun onervarenheid of gebrek aan kennis van dit apparaat niet
in staat zijn om het veilig te bedienen, mogen het alleen gebruiken
als ze onder toezicht staan van of worden geïnstrueerd door een
verantwoordelijk persoon.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
7
Wanneer er kinderen in huis zijn
~
Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af
-
wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan.
~
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan
zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad.
Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat
niet goed bedienen.
~
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
of onderhouden.
~
Wanneer er kinderen in de buurt van de afwasautomaat zijn,
houd ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor dat ze niet met het ap-
paraat gaan spelen.
Doen zij dat wel, bestaat het gevaar dat ze zich in de automaat op-
sluiten.
~
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
king kunnen komen.
Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroor-
zaken of tot verstikking leiden.
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend
is. Er zouden nog resten reinigingsmiddelen in de automaat aanwe
-
zig kunnen zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen
-
gekregen heeft.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
8
Technische veiligheid
~
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen geval in gebruik. Een be
-
schadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar brengen.
~
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met rand
-
aarde op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
De stekker mag niet worden afgeknipt en niet vast aangesloten.
U moet na plaatsing van het apparaat zonder problemen bij het
stopcontact kunnen komen, zodat u ieder moment de stekker uit de
automaat kunt trekken.
~
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
apparaat bevindt, let er dan op dat de stekker van dit apparaat niet
schuilgaat achter de afwasautomaat.
Daar de inbouwkast niet altijd diep genoeg is kan er druk op de
stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op
brand verhoogt.
~
De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn-
stalleerd.
Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor
de automaat beschadigd zou kunnen raken.
Om dezelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warm
-
teproducerende apparaten worden geplaatst die niet standaard tot
de keukenuitrusting behoren.
~
Dit apparaat mag pas dan op het elektriciteitsnet worden aange
-
sloten, nadat het is geplaatst en gemonteerd (inclusief deurveerin
-
stelling).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
9
~
Controleer of de elektrische waarden van uw huisinstallatie (span
-
ning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op
het typeplaatje.
~
De elektrische veiligheid van dit apparaat is alleen dan gewaar
-
borgd als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol
-
gens de geldende veiligheidsvoorschriften is geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman / vakvrouw contro
-
leren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die
is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv.
een elektrische schok).
~
Deze afwasautomaat mag niet op het elektriciteitsnet worden
aangesloten via meervoudige stopcontacten of via verlengsnoeren
die daarvoor niet geschikt zijn.
Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
~
Deze afwasautomaat mag niet op een niet-stationaire locatie (bijv.
op een schip) worden gebruikt.
~
Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaar-
heid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder
het vriespunt afnemen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
10
~
De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een
elektrisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
~
In de watertoevoerslang bevinden zich spanningsvoerende de
-
len.
De slang mag daarom niet worden doorgeknipt.
~
Het ingebouwde Waterproof-systeem biedt optimale bescher
-
ming tegen waterschade als aan de volgende voorwaarden is vol
-
daan:
De afwasautomaat moet volgens de voorschriften geïnstalleerd
zijn.
Wanneer er duidelijk sprake is van schade moet het apparaat
worden gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden ver-
vangen.
De kraan moet bij langere afwezigheid (bijv. vakantie) worden
dichtgedraaid.
Het Waterproofsysteem functioneert ook wanneer de afwasautomaat
is uitgeschakeld. Het apparaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
zijn aangesloten.
~
Een beschadigde afwasautomaat kan uw veiligheid in gevaar
brengen.
Stel het apparaat meteen buiten werking wanneer het beschadigd is
en neem contact op met uw leverancier of met de afdeling Klantcon
-
tacten van Miele Nederland.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
11
~
Reparaties aan de afwasautomaat mogen uitsluitend door vak
-
mensen worden uitgevoerd.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico's
voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprake
-
lijk kan worden gesteld.
~
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderde
-
len worden vervangen.
Alleen van deze Miele-onderdelen kunnen wij garanderen, dat zij
volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze ap
-
paraten en onderdelen daarvan.
~
Bij onderhoudswerkzaamheden dient u altijd de spanning van de
afwasautomaat te halen.
Schakel daartoe het apparaat uit en trek daarna de stekker uit het
stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huis-
installatie uit.
~
Een beschadigde aansluitkabel mag alleen door een aansluitka-
bel van hetzelfde type worden vervangen. Deze is verkrijgbaar bij
de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Om veiligheidsredenen mag de kabel alleen door een erkend vak-
man / vakvrouw of door de afdeling Klantcontacten van Miele Ne-
derland B.V. worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
12
Correcte plaatsing
~
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de in
-
structies in het montageschema in acht.
~
De afwasautomaat heeft een aantal metalen onderdelen
waaraan u zich kunt snijden of anderszins verwonden.
Wees daarom vòòr en tijdens het monteren van het appa
-
raat heel voorzichtig. Draag handschoenen ter bescher
-
ming.
~
De afwasautomaat moet waterpas worden geplaatst.
~
Onder of in te bouwen afwasautomaten mogen omwille van de
stabiliteit uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werk-
blad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
~
Wanneer u een vrijstaande afwasautomaat wilt onderbouwen,
moet u daartoe de vrijstaande sokkel verwijderen en deze ver-
vangen door een sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat.
Dit paneel zit in de daarvoor bestemde onderbouwset.
Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar zich aan uitstekende metalen
delen te bezeren.
~
De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge
-
steld.
Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en
daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zo
-
maar naar beneden klappen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
13
Verdere tips voor het gebruik
~
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met
explosiegevaar.
~
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
-
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in
neus, mond en keel veroorzaken.
Ga direct naar de dokter wanneer u reinigingsmiddelen hebt ingea
-
demd of ingeslikt.
~
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan.
U zou zich daaraan kunnen stoten.
~
Het serviesgoed kan na afloop van een programma zeer heet
zijn!
Laat het serviesgoed daarom na het uitschakelen van de automaat
zo lang in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vast-
pakken.
~
Wanneer de deur van de afwasautomaat open staat, ga daar dan
niet op zitten of staan.
Doet u dat wel, dan kan het apparaat kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan het apparaat beschadigd raken.
~
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen en naspoelmiddelen voor
huishoudafwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor de handafwas!
~
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfsafwasautoma
-
ten of industriereinigers bestemd zijn om te voorkomen dat er mate
-
riële schade ontstaat en er hevige chemische reacties optreden
(bijv. een knalgasreactie).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
14
~
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir ka
-
pot gaat.
~
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor het regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder
kapot gaat.
~
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of
andere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of
strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes
die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ont-
harder.
~
Heeft u een afwasautomaat met een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met de grepen beneden en met
de scherpe kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en
droog.
Loopt u daardoor echter kans om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te verwonden, dan kunt u het
bestek het beste met de grepen boven en met de scherpe kant be-
neden plaatsen.
~
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
-
tebestendig is zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
~
Wanneer u de extra functie "Voorprogrammering" gebruikt (afhan
-
kelijk van het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje
voor het reinigingsmiddel droog is.
Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseerbakje klonteren en
wordt misschien niet volledig weggespoeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
15
Gebruik van toebehoren
~
Alleen originele Miele-toebehoren mogen worden aan- of inge
-
bouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden aan- of ingebouwd, kan
Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer
worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en pro
-
ductaansprakelijkheid.
Bij het afdanken van de afwasautomaat
~
Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de
sluithaak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruik-
baar te maken.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd, kan de
fabrikant niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die
daar eventueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
16
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
-
last en kan worden hergebruikt.
Het gaat om het volgende materiaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 % recyclingmate
-
riaal,
alternatief: wikkelstretchfolie van po
-
lyethyleen (PE)
Kunststof transportriemen van poly-
propyleen (PP)
Binnenverpakking:
Expandeerbaar polystyrol (EPS) zon-
der chloor- of fluortoevoegingen
Bodem, dekselframe en steunlijsten
van onbehandeld natuurhout afkom-
stig uit beschermde bossen
Beschermfolie van polyethyleen (PE)
Hergebruik van het verpakkingsmateri
-
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. De vakhan
-
delaar neemt de verpakking terug of
wijst u de dichtst bijgelegen plaats
waar u de verpakking kwijt kunt.
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische ap
-
paraten bevatten meestal nog waarde
-
volle materialen.
Ze bevatten echter ook schadelijke
stoffen die nodig zijn geweest om de
apparaten goed en veilig te laten functi
-
oneren.
Wanneer u uw oude apparaat bij het
gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de ge
-
zondheid en het milieu.
Verwijder uw oude apparaat dan ook
nooit samen met het gewone afval,
maar lever het in bij het gemeentelijke
inzameldepot voor elektrische en elek
-
tronische apparatuur.
Vraag uw handelaar indien nodig om
inlichtingen.
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
-
den opgeslagen.
Alle kunststof onderdelen van het appa
-
raat zijn met internationale tekens ge
-
markeerd.
Daardoor is het bij het afdanken van
het apparaat mogelijk om de verschil
-
lende soorten kunststof gescheiden te
verwerken en te recyclen.
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
17
Het openen van de deur
Bij programma’s met een droogfase
gaat de deur na afloop van een pro-
gramma automatisch op een kier open.
Dat bevordert het droogproces.
Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht".
U kunt deze functie ook uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen", pa-
ragraaf: "AutoOpen".
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
,
Zorg ervoor dat de deur onge
-
hinderd open kan.
Het sluiten van de deur
^
Schuif de rekken naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
,
Zorg ervoor dat u niet met uw
handen in het gedeelte komt waar
de deur sluit.
Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging kunt u voor
-
komen dat kinderen de deur van de af
-
wasautomaat opendoen.
^
Schuif het schuifje onder de deur
-
greep naar rechts om de deur te ver
-
grendelen.
^
Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
Ingebruikneming van het apparaat
19
Werking van het display
Algemeen
Via het display kunt u het volgende in
-
stellen:
de programma’s;
de extra functies;
het starttijdstip van het door u geko
-
zen programma;
de varianten van de instellingen van
het menu "Instellingen".
Tijdens het programmaverloop geeft
het display het volgende aan:
de verschillende fases van het pro-
grammaverloop;
de vermoedelijke duur van het geko-
zen programma;
eventuele controle- en foutmeldingen
en aanwijzingen.
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets hebt bediend, gaat de
afwasautomaat over op de standby-
modus om energie te besparen.
Zie hoofdstuk: "Bediening", paragraaf:
"Standby".
Druk op de K - toets om de standby uit
te schakelen.
Menu "Instellingen"
In het menu "Instellingen" kunt u de
elektronica van uw afwasautomaat aan
uw wensen aanpassen.
U kunt via een bepaalde toetsencombi
-
natie in dit menu komen.
In het instellingenmenu wordt de eigen-
lijke functie van de toetsen onder het
display uitgeschakeld.
Met behulp van deze toetsen kunt u
dan varianten kiezen en uw keuzes be-
vestigen.
Meer informatie in het hoofdstuk: "Menu
instellingen" aan het einde van deze
gebruiksaanwijzing.
De pijlen links en rechts in het display
geven aan dat er meer keuzemogelijk
-
heden volgen. Met de linker en rechter
toets onder het display kunt u de ver
-
schillende varianten kiezen.
Met de middelste toets onder het dis
-
play kunt u keuzes of mededelingen
bevestigen en naar een ander menu of
submenu gaan.
(
Welke variant is ingesteld, wordt met
een vinkje aangegeven.
Ingebruikneming van het apparaat
20
Voor het eerste gebruik hebt u
nodig
ca. 2 l water;
ca. 2 kg regenereerzout;
reinigingsmiddel voor huishoudaf
-
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas
-
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa
-
briek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er wa
-
ter in het apparaat achter. Dit bete-
kent niet dat het apparaat eerder
door een andere consument is ge-
bruikt.
Het doseren van regenereer-
zout
Om goede reinigingsresultaten te berei-
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
-
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4 °dH (0,7 mmol/l) moet daarom wor
-
den onthard. Daar wordt in de inge
-
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd.
De waterontharder is geschikt voor een
waterhardheid tot 70 °dH (12,6 mmol/l).
De waterontharder heeft daarvoor wel
regenereerzout nodig.
Echter: bij gebruik van combi-tabs
hoeft u al naar gelang de waterhard
-
heid (ß 21 °dH) geen regenereerzout te
doseren.
Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) ligt,
hoeft u geen zout te doseren.
De melding F
Vul zout bij. ver
-
schijnt niet meer in het display.
Wanneer u het zoutreservoir voor de
eerste keer met regenereerzout wilt
vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in ge
-
bruik hebt genomen zit er altijd ge
-
noeg water in het reservoir.
,
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het re-
servoir voor het regenereerzout,
want dan gaat de ontharder kapot.
,
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an-
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soor
-
ten zout, bijv. keukenzout of strooi
-
zout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deel
-
tjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ont
-
harder.
Ingebruikneming van het apparaat
22
^
Haal het onderrek uit de spoelruimte
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Iedere keer wanneer u de dop van
het zoutreservoir opendraait loopt er
water of zout over de rand van het
reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
^
Vul het zoutreservoir voordat u het
apparaat voor de eerste keer ge
-
bruikt met ca. 2 l water.
^
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zo
-
veel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer stevig op het
zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Snel" zonder vaatwerk en zonder
Turbo – functie, zodat eventueel ge
-
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Ingebruikneming van het apparaat
23
Melding voor het bijvullen van
zout
Wanneer de melding: F Vul zout bij. in
het display verschijnt,
^
vul dan na afloop van een program
-
ma zout bij.
^
Bevestig de melding met de middel
-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Wanneer er zich nog geen zoutconcen
-
tratie heeft gevormd die hoog genoeg
is, is het mogelijk dat bovenstaande
melding blijft verschijnen nadat u zout
heeft bijgevuld.
Bevestig de melding in dit geval nog
een keer met de middelste toets.
Bovengenoemde melding verschijnt
niet, wanneer er een waterhardheid on-
der de 4 °dH (= 0,7 mmol/l) is gepro-
grammeerd.
,
Start direct na het doseren van
regenereerzout het programma
"Snel" zonder vaatwerk en zonder
Turbo - functie, zodat eventueel ge
-
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt kunt u de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid
-
del tegelijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Bijvulcontrole".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Ingebruikneming van het apparaat
24
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
-
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
-
veelheid automatisch toegevoegd.
,
Doseer alleen naspoelmiddel
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval reinigingsmid-
delen voor afwasautomaten of reini-
gingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
Gebruikt u uitsluitend combi-tabs,
dan hoeft u geen naspoelmiddel te
doseren.
Het doseren van naspoelmid
-
del
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl.
Ingebruikneming van het apparaat
25
^
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca.
110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
-
del goed weg om bij de volgende af
-
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Voor een optimaal reinigingsresultaat
kunt u de dosering aanpassen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Naspoelmiddel".
Melding voor het bijvullen van
naspoelmiddel
Wanneer de melding: ( Vul naspoel
-
mid. bij.
in het display verschijnt, zit er
nog een reserve in voor2-3afwas
-
beurten.
^
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Bevestig de melding met de middel
-
ste toets.
De melding verdwijnt.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt kunt u de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoelmid-
del tegelijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen",
paragraaf: "Bijvulcontrole".
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout
en naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Ingebruikneming van het apparaat
26
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
^
Verwijder de ergste etensresten van
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
,
Was vaatwerk met as, zand,
was, smeervet of verf niet in de af
-
wasautomaat.
Deze stoffen beschadigen de afwas
-
automaat.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
^ Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
^ Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
^
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
^
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
-
gen naar beneden in de rekken.
^
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
^
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
-
dat het water eraf kan lopen.
^
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
-
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
^
Let erop dat kleine stukken servies
-
goed niet door de spijlen van de rek
-
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals deksel-
tjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to
-
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in rui-
me mate met het vaatwerk in de au-
tomaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunst-
stof vaatwerk.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
27
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
-
maal óf voor een deel uit hout be
-
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
-
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet be
-
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
kunststof kunnen vervormen.
Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor-
den.
Wij raden u aan:
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat
te worden afgewassen en bestek met
de aanduiding: "Geschikt voor de
afwasmachine".
Gebruik voor teer glaswerk program
-
ma's met lage temperaturen of, af
-
hankelijk van het model, program
-
ma's met # Care.
Zie hoofdstuk: "Programma-over
-
zicht".
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
,
Aluminium serviesgoed zoals
vetfilters mag niet worden afgewas-
sen met bijtende alkalische reini-
gingsmiddelen die in bedrijfsafwas-
automaten of industriereinigers wor-
den gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materië-
le schade ontstaan. In het ergste ge-
val bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
Het inruimen van serviesgoed en bestek
28
Bovenrek
,
Gebruik de afwasautomaat om
veiligheidsredenen niet zonder
boven- en onderrek.
Dit geldt niet voor het programma
Zonder bovenrek 65 °C, indien
aanwezig.
^ Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kop-
jes, schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat pannetje in
plaatsen.
^
Leg erg lang bestek zoals soeple
-
pels, pollepels en lange messen
dwars aan de voorkant van het bo
-
venrek.
Omklapbare spijlen
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor grotere stukken
serviesgoed, bijv. een plat pannetje.
^ Druk de gele hendel naar beneden
a en klap de spijlen om b.
Kopjesrek
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
^
klap het kopjesrek dan omhoog.
U kunt glazen tegen het kopjesrek aan
-
zetten. Dan staan ze steviger.
^
Klap het kopjesrek omlaag en zet de
glazen ertegenaan.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
29
Jumbo-kopjesrek (afhankelijk van het
model):
U kunt de breedte van dit kopjesrek in
twee verschillende standen instellen om
er ook grotere kopjes op te kunnen leg
-
gen.
^ Trek het kopjesrek naar boven en laat
het in de gewenste breedte vastklik-
ken.
Glazenbeugel
Glazen staan steviger wanneer u ze te
-
gen de glazenbeugel aan zet.
^
Klap de glazenbeugel omlaag en zet
de glazen daartegen aan.
^
Schuif indien nodig èèn van de inzet
-
ten aan de zijkant van de besteklade
opzij om meer ruimte te krijgen voor
hogere glazen.
Het verstellen van de glazenbeugel
U kunt de hoogte van de glazenbeugel
in twee verschillende standen instellen.
^
Trek de glazenbeugel naar boven en
laat de beugel in de gewenste hoog
-
te vastklikken.
In de lage stand kunt u er kleine glazen
en bekers tegenaan zetten.
In de hoge stand kunt u er hoge glazen
en glazen met een lange steel tegen
-
aan zetten.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
30
Het verstellen van het bovenrek
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
-
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
-
den met een verschil van telkens ca.
2 cm.
Wanneer water in holle gedeelten blijft
liggen, kunt u het bovenrek beter
schuin plaatsen, nl. met één kant hoog
en met één kant laag. Het water stroomt
dan gemakkelijker weg.
Let er echter op dat u het rek zonder pro
-
blemen in de spoelruimte kan schuiven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
Om het bovenrek naar boven te verstel
-
len, moet u:
^
het rek naar boven trekken, totdat het
vastklikt.
Om het bovenrek naar beneden te ver
-
stellen, moet u:
^
de hendels aan de zijkanten van het
bovenrek naar boven trekken,
^
het bovenrek in de gewenste positie
zetten en de hendels weer vast laten
klikken.
Afhankelijk van de stand van het bo
-
venrek kunt u bijv. borden met de vol
-
gende doorsneden in de rekken plaat
-
sen.
Afwasautomaat met besteklade
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
Bord-C in cm
Bovenrek Onderrek
Normaal XXL
Boven 15 19 31
Midden 17 21 29
Onder 19 23 27
Afwasautomaat met bestekkorf
(Model zie typeplaatje)
Stand
van het
bovenrek
Bord-C in cm
Bovenrek Onderrek
Normaal XXL
Boven 20 24 31
Midden 22 26 29
Onder 24 28 27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
31
Onderrek
^
Plaats in het onderrek groot en zwaar
serviesgoed zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen.
U kunt ook glazen, kopjes, schotel
-
tjes, ontbijt- en dessertbordjes in het
onderrek zetten.
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
Zeer vuil serviesgoed
^
Zet grote borden in het midden van
het onderrek.
U kunt er ook borden met een doorsne
-
de van 35 cm in plaatsen, wanneer u ze
iets schuin zet.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
32
MultiComfort-gedeelte
In het achterste gedeelte van het on
-
derrek kunt u glazen, kopjes, borden en
pannen plaatsen.
Wilt u hoog serviesgoed inruimen,
^
klap de glazenhouder dan omhoog.
^
Plaats wijn- en bierglazen in de uit
-
sparingen van de glazenhouder.
U kunt de hoogte van de glazenhouder
instellen.
^
Schuif de glazenhouder in de ge
-
wenste hoogte, totdat de bevesti
-
gingen aan de bovenkant vastklikken
of aan de onderkant op de spijlen lig
-
gen.
Omklapbare spijlen (afhankelijk van
het model)
In de spijlen aan de voorkant kunt u
schoteltjes, borden, soepborden, platte
schotels en schalen plaatsen.
U kunt de spijlen omklappen om meer
ruimte te krijgen voor grote stukken ser
-
viesgoed, bijv. grote potten, pannen en
schalen.
^ Druk de gele hendel naar beneden
a en klap de spijlen om b.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
33
Bestek
3D-besteklade (afhankelijk van het
model)
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels
als aparte groepen in de besteklade
legt, kunt u ze er na het afwasprogram-
ma makkelijker uithalen en opbergen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatste waterdruppel er zonder pro
-
blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
U kunt de inzetten aan de zijkant van
de besteklade naar het midden ver
-
schuiven om hogere stukken servies
-
goed in het bovenrek te kunnen plaat
-
sen.
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan-
de kammen.
Het middelste gedeelte van de bestek
-
lade kunt u met behulp van de gele
schuiver in hoogte verstellen om meer
ruimte te krijgen voor grotere stukken
bestek.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
34
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
U kunt de bestekkorf in het onderrek
plaatsen en wel op een willekeurige plek
op de rijen spijlen aan de voorkant.
^ Wilt u het bestek snel schoon en
droog hebben, plaats het dan zo in
de bestekkorf dat de grepen bene-
den en de snijkanten van de messen
en de tanden van de vorken boven
zitten.
Wanneer u daardoor echter kans
loopt om zich daaraan te verwonden,
dan kunt u het bestek beter zo plaat
-
sen dat de grepen boven en de
scherpe kanten beneden zitten.
^
Plaats kleine lepels in de speciale le
-
pelsegmenten aan 3 zijkanten van de
bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be
-
stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u
lepels plaatsen die erg vuil zijn.
De lepels liggen niet op elkaar maar
worden in deze houder naast elkaar op
-
gehangen. Daardoor kan het water er
beter bij.
^
Plaats de bestekhouder als dat nodig
is op de bestekkorf.
^
Plaats de lepels in de bestekhouder
met de grepen beneden.
Verdeel het bestek gelijkmatig over
de houder.
Het inruimen van serviesgoed en bestek
35
Reinigingsmiddelen
,
Gebruik uitsluitend reinigings
-
middelen voor huishoudafwasauto
-
maten.
Verschillende werkstoffen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten
vele werkstoffen. De belangrijkste:
Fosfaat. Dit onthardt het water en
voorkomt daarmee kalkaanslag.
Alkalische stoffen. Deze zijn nodig
voor het weken van aangekoekt vuil.
Enzymen. Deze verminderen zetmeel
en lossen eiwit op.
Bleekmiddel op zuurstofbasis. Dit
verwijdert kleurige vlekken zoals
thee-, koffie- en ketchupvlekken.
Het zijn voornamelijk fosfaathoudende,
mild alkalische reinigingsmiddelen met
enzymen en zuurstofbleekmiddel die
worden aangeboden; zelden fosfaat-
vrije producten.
Verschillende vormen reinigingsmid
-
delen
Poedervormige en gelvormige reini
-
gingsmiddelen
Deze kunnen gevarieerd worden ge
-
doseerd, afhankelijk van de belading
en de vuilgraad van het vaatwerk.
Tabs
Deze bevatten een hoeveelheid reini
-
gingsmiddel die voor de meeste toe
-
passingen voldoende is.
Gewone reinigingsmiddelen en
combi-tabs
Naast de gewone reinigingsmiddelen
zijn er ook producten met verschillende
extra functies, te weten de combi-tabs.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen", pa
-
ragraaf: "Bijvulcontrole".
Er zijn combi-tabs die behalve een
reinigingsfunctie ook een naspoel- en
waterontharderfunctie hebben.
Deze vindt u in de handel onder de
naam "3 in 1".
Verder zijn er combi-tabs die daarnaast
ook nog andere componenten hebben
zoals een glasbeschermend middel,
een middel voor roestvrij staal of een
reinigingsversterkend middel.
Deze vindt u in de handel onder de
naam "5 in 1", "7 in 1", "All in 1" enz.
Gebruik deze middelen alleen bij de
door de fabrikant op de verpakking ge-
adviseerde waterhardheid.
De reinigings- en droogresultaten van
deze producten met extra functies zijn
zeer verschillend.
Optimale reinigings- en droogresulta
-
ten krijgt u wanneer u een gewoon
reinigingsmiddel, regenereerzout en
een naspoelmiddel apart, maar wel in
combinatie met elkaar doseert.
Bediening
36
Het doseren van reinigings
-
middel
^
Neem bij het doseren de aanwij
-
zingen op de verpakking in acht.
^
Wanneer er niet iets anders op de
verpakking staat, doseer dan één tab
of - afhankelijk van de vuilgraad - 20
tot 30 ml in vakje II.
Is het vaatwerk sterk vervuild, doseer
dan ook nog eens een geringe hoe
-
veelheid reinigingsmiddel in vakje I.
Zie hoofdstuk "Programma-overzicht".
^
Gebruik bij het programma
Snel geen
tabletten.
De tabletten lossen bij dit programma
niet helemaal op.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
,
Adem geen poedervormig reini
-
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
-
middel in!
Reinigingsmiddelen kunnen brand
-
wonden in neus, mond en keel ver
-
oorzaken. Ga direct naar de dokter
wanneer u een reinigingsmiddel
hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen.
Laat kinderen daarom niet bij de af
-
wasautomaat komen als deze geo
-
pend is. Er zouden nog resten reini
-
gingsmiddel in de afwasautomaat
aanwezig kunnen zijn.
Bovendien kunt u het reinigingsmid-
del beter pas dán toevoegen vlak
voordat u het programma start.
Vergrendel de deur bovendien met
de kinderbeveiliging, wanneer uw
automaat daarover beschikt.
Bediening
37
^
Open het reinigingsmiddeldoseer
-
bakje door op de toets te drukken.
Na afloop van een afwasprogramma is
het reinigingsmiddelbakje altijd geo-
pend.
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do
-
seerbakje.
^
Sluit ook het pak reinigingsmiddel om
te voorkomen dat het middel aan rei
-
nigingskracht verliest.
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje II kan maximaal 50 ml reini
-
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
-
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 30. Wanneer de deur 90°
geopend is geven deze streepjes in ml
aan hoeveel reinigingsmiddel er onge
-
veer in zit.
Bediening
38
Display
Voordat er een programma start geeft
het display in uren en minuten de tijd
aan die het gekozen programma gaat
duren, de zgn. resttijd.
Deze tijd wordt tijdens het afwaspro
-
gramma in het display afgeteld.
De programmafase waarin het afwas
-
programma zich bevindt wordt met een
symbool aangegeven:
1 Voorspoelen / Inweken
8 Reinigen
% Tussenspoelen
( Naspoelen
G Drogen
O Einde
Het is mogelijk dat het display voor één
en hetzelfde programma de ene keer
een andere tijd aangeeft dan de andere
keer.
Dat is o.a. afhankelijk van de tempera-
tuur van het instromende water, de
regenereercyclus, het soort reinigings-
middel, de hoeveelheid vaatwerk en de
mate waarin dit is vervuild.
Wanneer u een programma voor het
eerst kiest, wordt er een tijd aangege
-
ven die overeenkomt met een gemid
-
delde programmaduur met koud water.
De tijden in het programma-overzicht
zijn de tijden die de programma's du
-
ren wanneer de belading en de tempe
-
ratuur voldoen aan de norm.
Iedere keer dat er een programma
loopt wordt de programmaduur door de
elektronica berekend op grond van de
temperatuur van het instromende water
en de hoeveelheid vaatwerk.
Standby
Een paar minuten nadat u voor het
laatst een toets hebt bediend / nadat
het programma is afgelopen, gaat de
afwasautomaat over op de standby-
modus om energie te besparen.
Dat houdt in dat het display en de con
-
trolelampjes uitgaan en alleen het con
-
trolelampje van de Start/Stop – toets
langzaam begint te knipperen.
Wilt u de standby uitschakelen,
^
druk dan op een willekeurige toets.
Wanneer u de afwasautomaat na afloop
van een programma niet uitschakelt,
wordt het apparaat na een paar minu-
ten in de standby-modus helemaal uit-
geschakeld.
Zie ook hoofdstuk: "Instellingen", para-
graaf: "Optimalisering standby".
Wanneer er een programma loopt,
zout of naspoelmiddel moet worden
bijgevuld of er sprake is van een
storing, gaat het apparaat niet over
op de standby-modus.
Wanneer u alleen maar combi-tabs
gebruikt, kunt u de bijvulcontrole uit
-
schakelen.
Dan wordt de standby wel ingescha
-
keld.
Storingsmeldingen kunt u niet uit
-
schakelen.
Bediening
40
Einde van het programma
Wanneer de deur op een kier opengaat
en in het display de melding:
O Einde
of AutoOpen verschijnt, is het program
-
ma beëindigd.
^
Doe de deur nu helemaal open.
Bij het programma "Snel" loopt de
droogventilator na afloop van het
programma nog een paar minuten
door.
Daarna kunt u het vaatwerk uit het ap
-
paraat halen.
,
Heeft u de functie of instelling:
"AutoOpen" uitgeschakeld, maar wilt
u de deur na afloop van een pro-
gramma toch opendoen, doe de
deur dan helemaal open.
Doet u dat niet, kunnen de randen
van werkbladen door waterdamp
beschadigd raken, doordat de venti-
lator niet meer loopt.
Het uitschakelen van de afwas
-
automaat
^
Schakel de afwasautomaat na afloop
van het programma met de K - toets
uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met behulp van
de K - toets hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht,
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bij voorbeeld in de
vakantietijd.
Het uitruimen van de afwasau-
tomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
Laat het serviesgoed daarom na het uit-
schakelen van de automaat zo lang in
de afwasautomaat afkoelen, totdat u
het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
van de automaat helemaal opent, koelt
het vaatwerk sneller af.
^
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
-
venrek en tenslotte de besteklade
(indien aanwezig) uit.
Zo voorkomt u dat er druppels van het
bovenrek of van de besteklade op het
vaatwerk in het onderrek vallen.
Bediening
41
Onderrek Intensief
Met het inschakelen van de functie "On
-
derrek Intensief" kunt u bij bepaalde
programma’s de reinigingswerking van
het onderrek verhogen.
Op deze manier kunt u sterk vervuild
serviesgoed in het onderrek afwassen,
terwijl u teer serviesgoed voor hetzelfde
programma in het bovenrek kunt plaat
-
sen.
Wanneer deze functie is ingeschakeld
kan het programma iets langer duren.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets begint te knipperen.
^ Kies met de programmatoets het ge-
wenste programma.
^ Druk op de Onderrek Intensief -
toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden, als deze functie tenminste
voor het gekozen programma van toe
-
passing is.
^
Start nu het gekozen programma met
de Start / Stop - toets.
De gekozen functie blijft voor alle
programma’s geactiveerd, totdat u de
functie weer deactiveert.
Turbo
Met het inschakelen van de functie
"Turbo" kunt u de duur van bepaalde
programma’s bekorten.
Om toch een optimaal reinigingsresul
-
taat te verkrijgen verhoogt het apparaat
de gebruikswaarden.
Een combinatie van deze functie met
het programma "Snel" levert een pro
-
gramma zonder verwarming op, dat ge
-
schikt is voor het afspoelen van vaat
-
werk dat pas op een later tijdstip wordt
afgewassen, bijv. als de afwasautomaat
nog niet vol is.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets begint te knipperen.
^ Kies met de programmatoets het ge-
wenste programma.
^ Druk op de Turbo - toets.
Het controlelampje van deze toets gaat
branden, als deze functie tenminste
voor het gekozen programma van toe
-
passing is.
^
Start nu het gekozen programma met
de Start / Stop - toets.
De gekozen functie blijft voor alle
programma’s geactiveerd, totdat u de
functie weer deactiveert.
Extra functies
43
Voorprogrammering
Met het inschakelen van de functie
"Voorprogrammering" kunt u het tijdstip
dat het door u gekozen afwasprogram
-
ma start van tevoren instellen.
Dit kunt u bij voorbeeld doen om ge
-
bruik te maken van het nachttarief.
U kunt de start minimaal 30 minuten en
maximaal 24 uur van tevoren instellen
en wel in stappen van 30 minuten.
Zorg er bij het inschakelen van de
extra functie "Voorprogrammering"
voor dat het doseerbakje voor het
reinigingsmiddel droog is.
Is dat niet het geval, dan kan het rei-
nigingsmiddel gaan klonteren en
wordt daarna niet volledig wegge-
spoeld.
Gebruik bij de voorprogrammering
geen vloeibaar reinigingsmiddel. Dit
zou te vroeg kunnen wegstromen.
^
Schakel de afwasautomaat met de
K - toets in.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat knipperen.
^
Kies met de programmatoets het ge
-
wenste programma.
^
Druk op de voorprogrammerings
-
toets.
Het display geeft de tijd aan die de vo
-
rige keer is voorgeprogrammeerd.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat branden.
^
Stel met de voorprogrammerings
-
toets de tijd in die u wilt voorpro
-
grammeren.
Wanneer u op de toets blijft drukken,
telt de tijd automatisch door naar
24:00 h.
U kunt daarna weer bij 30 minuten be
-
ginnen, door twee keer op de voorpro
-
grammeringstoets te drukken.
^
Druk op de Start/Stop - toets.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
Wanneer u na het instellen van het
starttijdstip niet binnen een paar secon
-
den op de Start/Stop – toets drukt,
geeft het display weer de duur van het
gekozen programma aan.
U moet het starttijdstip dan opnieuw in-
stellen.
De voorgeprogrammeerde tijd wordt in
minuten in het display afgeteld.
Na afloop van de voorgeprogrammeer-
de tijd start het gekozen afwasprogram-
ma automatisch.
Het display geeft de tijd aan die het ge-
kozen programma gaat duren.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat uit.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
,
Om te voorkomen dat kinderen
met het reinigingsmiddel in aanra
-
king kunnen komen, kunt u het reini
-
gingsmiddel beter pas dán toevoe
-
gen vlak voordat u het programma
start, d.w.z. voordat u op de
Start/Stop - toets drukt.
Vergrendel de deur bovendien met
de kinderbeveiliging.
Extra functies
44
Het starten van het programma voor
afloop van de voorgeprogrammeerde
tijd
U kunt het programma ook starten voor
-
dat de voorgeprogrammeerde tijd is af
-
gelopen.
Ga daarvoor als volgt te werk.
^
Druk minstens 1 seconde lang op de
Start/Stop - toets.
Het controlelampje van de voorpro
-
grammeringstoets gaat uit.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat knipperen.
^ Druk nog een keer op de Start/Stop -
toets.
Het programma start.
Het controlelampje van de Start/Stop -
toets gaat branden.
DosControl
Deze functie kunt u niet zelf kiezen.
De afwasautomaat beschikt over een
doseringcontrole.
Het apparaat controleert of er een nor
-
maal reinigingsmiddel of een combi-tab
is gedoseerd en past het programma
-
verloop daar automatisch aan aan.
Dit verbetert het reinigingsresultaat.
Afhankelijk van het programma heeft de
doseringscontrole wel invloed op het
energieverbruik en de programmaduur.
Neem ook de aanwijzingen van de
reinigingsmiddelfabrikant in acht.
De reinigings- en droogresultaten
van de verschillende reinigingsmid-
delen lopen uiteen.
Wanneer u alleen maar combi-tabs ge-
bruikt kunt u de meldingen voor het bij-
vullen van zout en naspoelmiddel tege-
lijk uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Menu instellingen", pa-
ragraaf: "Bijvulcontrole".
Dit heeft geen invloed op de functie van
de doseringscontrole.
Wanneer u geen combi-tabs meer
gebruikt, denk er dan aan om zout en
naspoelmiddel te doseren en de
bijvulcontrole weer in te schakelen.
Extra functies
45
Controleer 2 tot 3 keer per jaar de
algehele toestand van uw afwas
-
automaat om de kans op storingen
te verminderen.
,
Gebruik om krassen en verkleu
-
ringen op de oppervlakken te voor
-
komen alleen geschikte reinigings
-
middelen.
Het reinigen van de spoelruim
-
te
Gebruikt u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel, dan houdt u automa-
tisch de spoelruimte schoon.
Is er echter toch sprake van kalk- of
vetaanslag, kunt u deze verwijderen
met een speciaal reinigingsmiddel dat
verkrijgbaar is bij de afdeling Onderde-
len van Miele Nederland.
Lees de tips op de verpakking.
Wordt er regelmatig gebruik gemaakt
van programma’s met lage temperatu
-
ren (< 50 °C), bestaat het gevaar dat
zich in de spoelruimte geurtjes en ziek
-
tekiemen ontwikkelen.
Om dit te voorkomen kunt u het beste
1x per maand het programma "Intensief
75 °C" draaien en bovendien regelma
-
tig de zeefcombinatie in de spoelruimte
reinigen.
Het reinigen van de deurdich
-
ting en de deur
^
Neem de deurdichting regelmatig
met een vochtige doek af en verwij
-
der de etensresten.
^
Veeg gemorste etens- en drankres
-
ten van de zijkanten van de deur van
de afwasautomaat af.
Deze gedeelten horen niet bij de spoel
-
ruimte en de waterstralen kunnen daar
niet bijkomen. Daardoor kan zich daar
schimmel vormen.
Reiniging en onderhoud
46
Het reinigen van het front
,
Verwijder vuil direct.
Hoe langer u wacht, des te moei
-
lijker vuil te verwijderen is en des te
groter de kans is dat de oppervlak
-
ken verkleuren of anderszins veran
-
deren.
^
Reinig het front met een schoon
sponsdoekje, wat reinigingsmiddel
voor de hand en warm water of ge
-
bruik een schoon, vochtig microve
-
zeldoekje zonder reinigingsmiddel.
^ Droog het front daarna met een
zachte doek.
Gebruik om beschadigingen aan de
oppervlakken te vermijden geen:
zuur-, soda-, ammoniak- of chloride
-
houdende reinigingsmiddelen,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid
-
delen,
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
reinigingsmiddelen voor vaatwerk,
ovensprays,
glasreinigingsmiddelen,
schurende artikelen zoals schuur-
sponsjes of borsteltjes,
scherpe, metalen schrapers,
stoomreinigers.
Reiniging en onderhoud
47
Het controleren van de zeef
-
combinatie in de spoelruimte
Op de bodem van de spoelruimte be
-
vindt zich een zeefcombinatie.
Deze houdt het ergste vuil tegen dat in
het afwaswater zit.
Op deze manier wordt voorkomen dat
het vuil in het circulatiesysteem en via
de sproeiarmen weer in de spoelruimte
terechtkomt.
,
Zonder zeefcombinatie mag niet
worden afgewassen!
De combinatie kan in de loop van de
tijd door het vuil verstopt raken.
Hoelang dat duurt hangt natuurlijk af
van uw eigen huishoudelijke situatie.
In het display verschijnt iedere keer na
50 programmabeurten de melding:
Controleer zeefcombinatie..
Dit is vanuit de fabriek ingesteld.
U kunt nu de instelling "Controle zeef-
combinatie" kiezen.
Daarmee kunt u het aantal program
-
mabeurten veranderen, na afloop
waarvan u bovenstaande melding
aangegeven wilt zien. Behalve de 50
vanuit de fabriek zijn ook mogelijk 30,
40 of 60 programmabeurten. Zie
hoofdstuk: "Menu instellingen", para
-
graaf: "Controle zeefcombinatie".
^
Controleer de zeefcombinatie.
^
Reinig de combinatie indien nodig.
^
Bevestig de melding na afloop met
de middelste toets.
In het display verschijnt weer het hoofd
-
menu.
Het reinigen van de zeefcombi
-
natie
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^ Ontgrendel de zeefcombinatie door
de grendel naar achteren te draaien
a.
^ Neem de combinatie uit het apparaat
b.
^ Ontdoe de zeefcombinatie van grove
resten.
^
Spoel de combinatie onder stromend
water goed af.
Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
,
Zorg ervoor dat er geen grove
vuilresten in het circulatiesysteem
terechtkomen en dat het systeem
niet verstopt raakt.
Reiniging en onderhoud
48
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te kun-
nen reinigen moet u het eerst openen.
^ Doe dat door de greepjes van het
klepje naar elkaar toe te drukken (zie
pijlen) a en het klepje open te klap-
pen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
^
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel de combinatie door de
greep zo ver van achter naar voren te
draaien, totdat het pijltje van de
greep en dat van het metalen ge-
deelte naar elkaar wijzen.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld.
Is dat niet het geval, dan is het mo
-
gelijk dat de grove resten in het cir
-
culatiesysteem terechtkomen en dat
het systeem verstopt raakt.
Reiniging en onderhoud
49
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
-
lossen.
Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op onze technici, bespaart u tijd en
kosten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vin
-
den en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet:
,
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen.
Technische storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display blijft donker.
Nadat de afwasautomaat
met de K - toets is inge-
schakeld, gaat het con-
trolelampje van de
Start/Stop - toets niet
knipperen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
Steek de stekker in het
stopcontact.
De zekering is niet geacti-
veerd.
Activeer de zekering.
(min. zekering zie type-
plaatje)
De afwasautomaat stopt
met afwassen.
De zekering is niet geacti-
veerd.
Activeer de zekering
(min. zekering zie type-
plaatje).
Lukt het niet om de ze
-
kering weer te activeren,
neem dan contact op
met de afdeling Klant
-
contacten van de Miele
Nederland B.V.
Nuttige tips
51
Probleem Oorzaak Oplossing
Het display geeft de
volgende storing
aan:
2 Waterafvoer
Schakel, voordat u het pro
-
bleem gaat oplossen, eerst
de afwasautomaat met de
K - toets uit.
Storing in de waterafvoer.
Het is mogelijk dat zich in
de spoelruimte water be
-
vindt.
Reinig de zeefcombinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: "Het ver
-
helpen van storingen".
Reinig de terugslagklap.
Zie hoofdstuk: "Het ver
-
helpen van storingen".
Verwijder eventuele knik-
ken of lussen in de water-
afvoerslang.
Nuttige tips
54
2


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Miele G5600 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Miele G5600 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,62 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info