61
7. Fout berichten/gebreken
Indien tijdens de meting een fout gebeurt, zal de meting worden
onderbroken en zal een overeenkomstige foutcode worden getoond.
(Voorbeeld fout nr. 1)
* Neem a.u.b. contact op met uw arts wanneer dit of enig ander probleem vaker optreedt.
Andere mogelijke gebreken en mogelijke oplossingen:
Indien er tijdens het gebruik van het toestel problemen ontstaan, dienen de volgende punten te worden
gecontroleerd en indien nodig dienen gepaste maatregelen te worden genomen:
Foutnr. Mogelijke oorza(a)k(en)
ERR 1 De systolische druk werd bepaald maar daarna viel de manchetdruk onder 20 mmHg. De
slang kon zijn losgekomen nadat de systolische bloeddruk werd gemeten. Aanvullende
mogelijke oorzaken: er kon geen hartslag worden vastgesteld
ERR 2 Onnatuurlijke drukimpulsen beïnvloeden het meetresultaat. Mogelijke oorzaak: de arm werd
tijdens de meting bewogen (artefact).
ERR 3 Opblazing van de manchet duurt te lang. De manchet zit niet juist of de slangverbinding is
niet verzegeld.
ERR 5 De meetresultaten geven een onaanvaardbaar verschil aan systolische en diastolische
bloeddruk. Voer zorgvuldig nog een meting uit met nachtneming van de volgende richtlijnen.
Raadpleeg een arts als u ongebruikelijke metingen blijft krijgen.
ERR 6 De individuele gegevens verschillen te veel tijdens de Modus voor Gemiddelden, zelfs na 4
cycli. Er kan geen gemiddelde worden weergegeven.
HI De druk in de manchet is te hoog ( boven 300 mmHg) OF de polsslag is te hoog (boven
200slagen per minuut). Ontspan gedurende 5 minuten en herhaal de meting.*
LO De polsslag is te laag (lager dan 40 slagen per minuut). Herhaal de meting.*
Defect Remedie
Het display blijft leeg terwijl het toestel Is
ingeschakeld. De batterijen werden geplaatst.
1. Controleer de polariteit van de batterijen (+/-)
2. Indien het display ongeregeld of ongewoon lijkt,
dient u de batterijen te verwijderen en nieuwe te
plaatsen.
De druk stijgt niet, hoewel de pomp loopt. • Controleer de aansluiting van de manchetslang en
sluit deze, indien nodig, juist aan.
Het toestel kan de bloeddruk niet meten of de
gemeten waarden zijn te laag (te hoog)
1. Zorg ervoor dat de manchet juist aansluit.
2. Zorg ervoor dat de manchet niet te nauw aansluit.
Zorg ervoor dat nauw aansluitende kleding zoals
een opgestroopte mouw geen invloed uitoefent op
de arm en dit op de plaats boven de meting. Trek
desnoods de kleding uit.
3. Meet opnieuw de bloeddruk in alle rust.