6. Flitssynchronisatie
77
Afhankelijk van het type camera zijn verschillende
soorten flitssynchronisatie mogelijk. Hoe de verschil-
lende soorten flitssynchronisatie op de camera
moeten worden ingesteld, vind u in de gebruiksaan-
wijzing van de camera.
6.1 Normale synchronisatie
Deze functie wordt door alle TTL-camera’s onder-
steund en hij is geschikt voor de meeste flitsopna-
men. Bij de normale flitssynchronisatie wordt
automatisch naar de flitssynchronisatietijd van de
camera omgeschakeld. Afhankelijk van het type
camera zijn daarbij tijden van tussen 1/30 s en
1/250 s gebruikelijk. Details vindt u in de gebruiksa-
anwijzing van de camera.
6.2 Synchronisatie bij lange belichtingstijden
Sommige camera’s beschikken over bepaalde
belichtingsprogramma’s voor flitssynchronisatie bij
lange belichtingstijden.
Flitsopnamen bij zwakke verlichting leiden met korte
belichtingstijden ( normale flitssynchronisatieijd )
vaak tot te fel verlichte onderwerpen tegen een te
donkere achtergrond. Bij synchronisatie met lange
belichtingstijd staat het hele bereik tot 30 s ter
beschikking, waarmee u de achtergrond beter kunt
laten uitkomen, omdat bij langere belichtingstijden
de basishelderheid van het onderwerp door het
omgevingslicht duidelijk wordt verhoogd. Gebruik
een statief, om cameratrilling te vermijden. Details
vindt u in de gebruiksaanwijzing van de camera.
ń