NEDERLANDSnl
18
de pomp weer in bedrijf te kunnen nem en: Stekker
uit het stopcontact halen en er weer insteken.
Veiligheidsvoorz iening bij een geringe
doorstroomhoeveelheid:
Bij een gering debiet (mi nder dan ca. 60 l/h, bijv. bij
lekkage) schake lt de pomp herha aldelijk in en uit.
Hierdoor kan hij ove rverhit of beschadi gd raken, of
door heet geworden wate r gevaar van verbranding
veroorzaken. Wanneer hij in 100 seconden meer
dan 6 keer in- /uitschakelt, wordt de po mp uit
veiligheidsoverw egingen uitgeschakeld en gaat
LED (2) rood br anden. Hef de oor zaak op! Om
opnieuw in be drijf te nemen: Stekker uit het stop-
contact halen en er weer insteken.
7.2 Apparaat gebruiken
Pomp
(apparaataanduiding P...)
Functionerin gsprincipe: He t apparaat loopt zo lang
het is ingeschakeld.
Gevaar! P 4500 Inox: Bij gesloten drukleiding
de pomp maximaal 5 minuten laten lopen,
anders kan er door oververhitting van het water in
de pomp schade ontstaan.
1. Stekker in het st opcontact steken.
2. Evt. pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen - zi e hoofdstuk 7.1.
4. Drukleiding openen (water kraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt!
6. Na beëindiging van het w erk het apparaat
uitschakelen - zie hoofdstuk 7.1.
Alleen bij P 6000 Inox
: Dient de pomp door een
voorzetapparaat (bijv. hydromaat (best.nr.
0903063238), tijdschakelklok) te worden geacti-
veerd, dan moet word en omgeschakeld op “Mode
A". Hiervoor de stekker in het stopcontact s teken
en toets (4) langer dan 3 seconden indrukken. LED
(3) wisselt van groen naar blauw . De pomp kan nu
worden omgezet en het voorzetapparaat aange-
sloten.
Om terug te keren naar „normaal bedrijf“, de
stekker in het stopcon tact steken en toets (4)
langer dan 3 seconden indrukken. LED (3) wisselt
van blauw naar groen.
In “Mode A“ kan de pomp ook worden in-/uitge-
schakeld met toets (4). Ook de dro ogloopbeveili-
ging functioneert weer zoals bij normaal bedrijf.
Huiswaterautomaat
(apparaataanduiding HWA...)
Functionerings principe: Het apparaat schak elt in
wanneer de waterdruk door wateronttrekking
onder de inschakeldruk zakt, en weer uit wanneer
de uitschakeldruk bereikt is.
1. Netstekker in het stopcontact steken.
2. Evt. pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen - zi e hoofdstuk 7.1.
4. Drukleiding openen (water kraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt! Het appa-
raat is nu klaar voor gebruik.
Huishoudwaterinstallatie
(apparaataanduiding HWW...)
Functionerings principe: Het apparaat schak elt in
wanneer de waterdruk door wateronttrekking
onder de inschakeldruk zakt, en weer uit wanneer
de uitschakeldruk bereikt is. De ketel bevat een
rubberbalg die standaard onder luchtdruk („voor-
vuldruk“) staat; dit maakt het aftappen van kleine
hoeveelheden water mogelijk, zonder dat de pomp
aanloopt.
1. Netstekker in het stopcontact steken.
2. Evt. pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen - zi e hoofdstuk 7.1.
4. Drukleiding openen (water kraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt! Het appa-
raat is nu klaar voor gebruik.
Gevaar! Alvorens u me t werkzaamheden aan
het apparaat begint:
- Stekker uit het stopcontact hal en.
- Controleren of het apparaat en de aangeslo ten
accessoires druk loos zijn.
- Andere dan de hier beschreven onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitsluitend door
geschoold personeel laten uitvoeren.
8.1 Regelmatig onderhoud
- Apparaat en accessoires, met name elektrische
en onder druk staande onderdelen , controleren
op bescha diging en z o nodig la ten reparer en.
- Zuig- en drukleidingen cont roleren op lekkage.
- Wanneer het pompvermo gen afneemt, aanzuig-
filter en filterinzet (indien aanwezig) reinigen en
indien nodig vernieuwen.
- Voorvuldruk van de ketel (7) (afha nkelijk van de
uitvoering) c ontroleren en zo nodig verhogen (zie
hoofdstuk 9.4 Voorvuldruk verh ogen).
8.2 Aanzuigfilter reinigen (afhankelijk van
de uitvoering)
1. Deksel (16) afschroeven (evt. met behul p van
sleutel (15)).
2. Filtereenheid (17) l oodrecht naar boven
uittrekken.
3. Filtereenheid demonteren: Beker (18) vast-
houden, het filter (19) met de klok mee draaien
en van de beker aftrekken (bajonet sluiting).
4. Beker (18) onder stromend water en filter ( 19)
met zachte borstel reinigen.
5. Het apparaat in omgekeerde volgorde weer
monteren. Let hierbij op dat de filtereenh eid
(17) tot aan de aanslag wordt ingestok en.
8.3 Bij vorstgevaar
Attentie! Vorst (< 4 °C) brengt onherstelbare
schade aan het apparaat en de toebehoren
aan, omdat deze altijd water bevatten!
- Bij het ri sico van vors t apparaat en accessoires
demonteren en vorstvrij op slaan (zie volgende
sectie).
8.4 Apparaat demonteren en opslaan
- Apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcon-
tact halen.
- Drukleiding openen (waterkraan r esp. spuitkop
opendraaien), w ater geheel laten uitstromen.
- Pomp (6) en ketel (7) geheel laten leeglopen,
hiervoor:
- De wateraftapschroef (9) uitdraaien.
- Zuig- en drukleidinge n van het apparaat demon-
teren.
- Apparaat in een vorstvrije ruimte ( min. 5 °C)
opslaan.
f
Gevaar!
-A l v o r e n s u m e t w e r k zaamheden aan het app a-
raat begint:
- Stekker uit het stopcontact halen.
- Controleren of het apparaat en de aang esloten
accessoires druk loos zijn.
9.1 Pomp loopt niet
• Er is geen netspa nning.
- A an-/uitschakelaar, snoer, stekker, stopcon-
tact en zekering c ontroleren.
• De netspanning is te laag.
- Gebruik een verlengsnoer met voldoende
grote aderdiameter.
• Moto r oververhit, motorbev eiliging geactiveerd.
- N a het afkoelen wordt het ap paraat automa-
tisch opnieuw ingeschakeld.
- Voor voldoende ventilatie zorgen , lucht-
spleten vrijhouden.
- M aximale aanvoertemperatuur in a cht
nemen.
• Moto r bromt, start niet.
- B ij uitgeschakelde motor een schroeven-
draaier of iets vergelijkbaars door de ventila-
tiesleuf van de motor steken en het ventilator-
wiel draaien.
• Pomp verstopt of defect.
- P omp demonteren en reinigen. Diffusor
reinigen, eventueel vernieuwen. Loopwiel
reinigen, eventueel vernieuwen. Zie hoofd-
stuk 11.
9.2 Pomp zuigt niet goed of loopt zeer luid:
•W a t e r t e k o r t .
- Controleer of de watervoorraad voldoende
groot is.
• Pom p niet voldoende met water gevuld.
-Z i e h o o f d s t u k 6 . 7 .
•Z u i g l e i d i n g doorlatend.
- Zuigl eiding afdichten, schr oefverbindinge n
aantrekken.
• Zuighoogte te groo t.
- Maximale zuigho ogte in acht nemen.
- Terugslagventiel plaatsen, zuigleidi ng met
water vullen.
• Aanzuig filter (toebehoren) verstopt.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Terugsl agventiel (toebehoren) geb lokkeerd.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Water kom t vrij tussen motor en pomp, gl ijringaf-
dichting ondicht. (Een m inimale uitstroom van
water (max. c a. 30 druppels per dag ) is bij glij-
ringafdichtingen afhank elijk van het gebruik).
- Glijr ingafdichtingen vernieuwen. Zie hoofd-
stuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
9.3 D ruk te laag of pomp blijft lopen:
• Zuigleiding doorlatend of zui ghoogte te groot.
- Zie hoofdstuk 9.2.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
• HWW...: Drukschakelaar anders ingesteld.
- In- en uitschakeldruk van de manomete r (11)
aflezen en de waarde con troleren (zie hoofd-
stuk 13. Tech nische gege vens). Neem in
geval van een noodzakelijke aanpassing
contact op me t de Metabo-klantens ervice. Zie
hoofdstuk 11.
• HWW...: Pomp slaat al na geringe wateronttrek-
king (ca. 0,5 l) aan.
- Controleren of de voor vuldruk in de ketel te
laag is. Eventueel verhogen. Zie hoofdstuk
9.4.
• HWW...: Er loopt water uit het luchtventiel.
- Rubberbalg in de kete l permeabel;
vernieuwen. Zie hoofdstuk 11.
• P 6000 Inox: LED ( 3) brandt blauw.
- “Mode A“ is geactiv eerd. Zie hoofdstuk 7.2
9.4 Voorvuldruk verhogen (alleen HWW...)
Wanneer de pomp op den duur al na een geringe
wateronttrekking (ca. 0,5 l) aanslaat, moet de voor-
vuldruk in de ketel opnieuw wor den opgebouwd.
Tip:
De voorvuldruk kan niet van de manometer
(11) worden afgelezen.
1. Stekker uit het stopcontact halen.
2. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
3. Kunststof kap aan de voorzijde van de ketel
afschroeven; daarachter bevindt zich het lucht-
ventiel.
4. Luchtpomp of compressorslang met een
„bandenventiel“-aansluiting en drukmeter op
het luchtventiel plaatsen.
5. Oppompen tot de voorziene voorvuldruk (zie
hoofdstuk 13. Technische gegevens).
6. Apparaat weer aansluiten en we rking contro-
leren.
f
Gebruik uitsl uitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de catalogus.
Gevaar! Reparaties aan dit apparaat mogen
uitsluitend door een erkende vakman worden
uitgevoerd!
Neem voor gereedschap van Metabo dat gerepa-
reerd dient te worden contact op met uw Metabo-
vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Voor het verzenden: Pomp en ketel geh eel leeg-
maken (zie hoofds tuk 8.4).
Onderdeellijsten kunt u down loaden via
www.metabo.com.
8. Onderhoud
9. Problemen en storingen
10. Toebehoren
11. Reparatie