12 van 73
2.8. Kabels
• Leg de kabels zo neer dat niemand erop kan trappen of erover kan struikelen.
• Zet geen voorwerpen op de kabels om te voorkomen dat die beschadigd raken.
• Sluit randapparatuur zoals toetsenbord, muis en monitor alleen aan wanneer
het notebook is uitgeschakeld om schade aan het notebook of de andere ap-
paratuur te voorkomen. Sommige apparaten kunnen ook worden aangesloten
wanneer het notebook is ingeschakeld. Dit is meestal het geval bij apparatu-
ur met een USB-aansluiting. Volg in elk geval de instructies in de bijbehorende
handleiding.
• Houd minimaal een meter afstand aan van bronnen van hoge frequentie en/of
magnetische interferentie (TV, luidsprekers, mobiele telefoon, DECT-telefoons
etc.) om storingen en gegevensverlies te voorkomen.
• Let erop dat u voor verbindingen tussen dit notebook en externe interfaces uits-
luitend gebruik mag maken van afgeschermde kabels met een lengte van maxi-
maal 3 meter. Voor het aansluiten van printers moet u gebruik maken van dub-
bel afgeschermde kabels.
• Vervang de meegeleverde kabels niet door andere kabels. Maak uitsluitend ge-
bruik van de meegeleverde kabels omdat deze in onze laboratoria uitgebreid
zijn getest.
• Maak voor het aansluiten van uw randapparatuur ook uitsluitend gebruik van
de kabels die met de apparatuur worden meegeleverd.
• Zorg dat alle verbindingskabels zijn aangesloten op de bijbehorende randappa-
ratuur om interferentie te voorkomen. Verwijder kabels die niet in gebruik zijn.
• Op het notebook mag alleen apparatuur worden aangesloten, die voldoet
aan de norm EN 60950 „Veiligheid van informatietechnologie“ of de standaard
EN60065 „Veiligheidseisen - audio-, video -en soortgelijke elektronische appara-
tuur“.
2.9. Opmerkingen over het touchpad
Het touchpad wordt bediend met de duim of een andere vinger en reageert op de
energie die via de huid wordt afgegeven. Maak voor het bedienen van de touch-
pad geen gebruik van een balpen of andere voorwerpen omdat het touchpad hier-
door beschadigd kan worden.