694314
11
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/52
Next page
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK NL
PELLETKACHEL
CUTE/THEMA AIR
Instructies in de oorspronkelijke taal
II
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................II
INLEIDING ..................................................................................................................1
1WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN ....................................................2
2BRANDSTOF ............................................................................................................6
3INSTALLATIE ............................................................................................................7
4ROOKKANAAL ..........................................................................................................8
5SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN..................................................................15
6INSTALLATIE EN MONTAGE .....................................................................................18
7AFSTANDBEDIENING MAX ......................................................................................24
8NOODPANEEL ........................................................................................................30
9WERKING ..............................................................................................................31
10BEVEILIGINGEN ...................................................................................................33
11ALARMEN ............................................................................................................34
12REINIGINGEN ......................................................................................................37
13DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN....................................................................43
14ELEKTRONISCHE KAART........................................................................................46
1
INLEIDING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Geachte Klant,
onze producten zijn ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Europese refrentienormen voor bouwproducten (EN13240
houtkachels, EN14785 pellet toestellen, EN13229 haarden/inbouwelementen om met hout te verwarmen, EN 12815 keukens die
met hout verwarmen), met materialen van hoogstaande kwaliteit en een gedegen ervaring inzake transformatieprocessen. Verder
beantwoorden de producten aan de essentiële voorschriften van de richtlijn 2006/95/EG (laagspanning) en van de richtlijn 2004/108/EG
(elektromagnetische compatibiliteit).
Wij raden u aan om de instructies in deze handleiding aandachtig te lezen zodat u de beste prestaties van het toestel verkrijgt.
Deze handleiding voor installatie en gebruik maakt integraal deel uit van het product: zorg ervoor dat het altijd bij het toestel blijft, ook
wanneer het toestel aan een andere eigenaar wordt overgemaakt. In geval van verlies kunt u bij de plaatselijke technische dienst een
kopie aanvragen, of die rechtstreeks van de website van het bedrijf downloaden.
Alle plaatselijke reglementeringen, ook deze die betrekking hebben op de nationele en Europese normen, moeten op het moment van
installatie van het toestel worden nageleefd.
Voor installaties van systemen op biobrandstof kleiner dan 35 kW, wordt in Italië naar het Min.D. 37/08 verwezen; iedere installateur die
de vereiste kwalicaties heeft, moet het gelijkvormigheidsattest van het geïnstalleerde systeem na installatie aan de klant bezorgen. (Met
installatie wordt bedoeld: kachel + schoorsteen + luchtinlaat).
HERZIENINGEN VAN DE UITGAVE
De inhoud van deze handleiding is van strikt technische aard en het eigendom van MCZ Group Spa.
Geen enkel deel van deze handleiding mag in een andere taal vertaald worden en/of geheel of gedeeltelijk aangepast en/of
gereproduceerd worden in een andere vorm, en/of mechanisch, elektronisch middel, door fotokopieën, opnames of op een andere wijze,
zonder voorgaande schriftelijke autorisatie van MCZ Group Spa daarvoor ontvangen te hebben.
Het bedrijf behoudt zich het recht voor om op ieder gewenst moment en zonder voorgaande kennisgeving eventuele wijzigingen op het
product aan het brengen. Het bedrijf dat eigenaar is beschermt haar rechten volgens de wettelijke voorschriften.
ZORG VOOR DE HANDLEIDING EN RAADPLEGING
• Bewaar deze handleiding op een plek die snel en makkelijk kan bereikt worden.
• Mocht deze handleiding verloren gaan of vernietigd worden, vraag uw verkoper of de geautoriseerde technische assistentiedienst
dan om een kopie. Het is ook mogelijk om die van de website van het bedrijf te downloaden.
• Vetjes gedrukte tekst vraagt om bijzondere aandacht van de lezer.
• Cursieve tekst wordt gebruikt om uw aandacht te vestigen op andere paragrafen die aanwezig zijn in deze handleiding of om
eventuele extra verduidelijkingen te geven.
• De "Opmerking" verstrekt de lezer extra informatie over het onderwerp.
IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN
LET OP:
lees en begrijp het betreende bericht met aandacht omdat de veronachtzaming ervan het product
ernstige schade kan berokkenen en de persoonlijke veiligheid van de gebruiker in gevaar kan
brengen.
INFORMATIE:
de veronachtzaming ervan zal het gebruik van het product benadelen.
OPERATIONELE SEQUENTIES:
sequentie van knoppen die ingedrukt moeten worden om het menu te bereiken of om instellingen uit te voeren.
HANDLEIDING
raadpleeg deze handleiding of de bijbehorende instructies met aandacht.
2
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID
• De installatie, de elektrische aansluiting, de controle van de werking en het onderhoud mogen uitsluitend door
gekwaliceerd, bevoegd personeel uitgevoerd worden.
• Installeer het product volgens de plaatselijke en nationale wetten en de normen die plaatselijk, regionaal of
nationaal van kracht zijn.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant wordt aangeraden. Het product mag niet als verbrander gebruikt worden. Het
gebruik van vloeibare brandstof is absoluut verboden.
• Plaats geen andere brandstof dan houten pellets in de voorraadbak.
• Voor een correct gebruik van het product en van de elektronische apparatuur die hierop is aangesloten, en om ongevallen te
vermijden, moeten de aanwijzingen in deze handleiding steeds gerespecteerd worden.
• Voordat ongeacht welke handeling uitgevoerd wordt, moet de gebruiker of een ieder die met het product gaat werken de volledige
inhoud van deze handleiding voor installatie en gebruik gelezen en begrepen hebben. Fouten of slechte instellingen kunnen
gevaarlijke situaties en/of een onregelmatige werking veroorzaken.
• Gebruik het product niet als trap of steunstructuur.
• Laat geen wasgoed op het product drogen. Eventuele droogrekken of dergelijke moeten op voldoende afstand van het product
geplaatst worden. Brandgevaar.
•  Alle verantwoording voor oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten laste van de gebruiker. De producent kan hiervoor niet civiel
of strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
• Het op ongeacht welke wijze onklaar maken van het product, of de niet geautoriseerde vervanging met niet-originele onderdelen
van het product, kan gevaarlijk zijn voor de veiligheid van de gebruiker. Het bedrijf kan hiervoor niet civiel of strafrechtelijk
aansprakelijk gesteld worden.
• Het merendeel van de oppervlakken van het toestel wordt zeer heet (deur, handgreep, ruit, afvoerleidingen voor rookgassen, enz.).
Raak deze delen dus niet aan zonder gepaste beschermende kledij of beschermingsmiddelen, zoals thermische
handschoenen of systemen type “cold hand”.
• Het is verboden om het product in werking te stellen als de deur open staat of het glas stuk is.
• Het product moet elektrisch aangesloten worden op een installatie die voorzien is van een doeltreend aardsysteem.
• Schakel het product uit in geval van een defect of een slechte werking.
• De opeenhoping van onverbrande pellets in de brander moet na elke melding “geen ontsteking” verwijderd worden voordat een
nieuwe inschakeling wordt uitgevoerd. Controleer of de brander schoon is en goed is aangebracht vooraleer opnieuw aan te zetten.
• Reinig het product niet met water. Het water zou de unit kunnen binnendringen en de elektrische isolaties kunnen beschadigen,
zodat elektrische schokken kunnen veroorzaakt worden.
• Blijf niet lange tijd voor het in werking zijnde product staan. Verwarm het vertrek waar u verblijft en waar het product gemonteerd
is niet te intensief. Dit kan uw fysieke conditie aantasten en gezondheidsproblemen veroorzaken.
• Installeer het product in vertrekken waar geen brandgevaar bestaat en die met alle nutsvoorzieningen, zoals lucht- en stroomtoevoer,
zijn uitgerust en voorzien zijn van rookafvoersystemen.
• In geval van schoorsteenbrand schakel het apparaat dan uit, sluit het af van het net en open nooit het deurtje. Bel vervolgens de
bevoegde instanties.
• De opslag van het product en van de bekleding moet plaatsvinden in een ruimte zonder vochtigheid die bescherming tegen de
weersomstandigheden biedt.
• Het wordt aangeraden om de steunpootjes op de vloer, waarop de romp van het product rust, niet te verwijderen om een gepaste
isolatie te garanderen, vooral wanneer de vloer uit brandbaar materiaal bestaat.
• In geval van een defect van het aanmaaksysteem dient u het aansteken niet te forceren met gebruik van ontvlambaar materiaal.
• Het buitengewone onderhoud mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd en geautoriseerd personeel.
• Beoordeel de statische situatie van de vloer waarop het gewicht van het product komt te rusten en zorg voor passende isolatie als de
vloer van ontvlambaar materiaal is (bijv. hout, vloerbedekking, plastic).
3
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
INFORMATIE:
Wend u voor ongeacht welk probleem tot de verkoper of tot door het bedrijf geautoriseerd en gekwaliceerd personeel.
• Gebruik uitsluitend de brandstof die door de fabrikant is aangegeven.
• Bij de eerste inschakeling is het normaal dat het product rook afgeeft te wijten aan de eerste verhitting van de lak. Zorg er dus voor
dat het lokaal waarin het toestel is geïnstalleerd goed verlucht is.
• Controleer en reinig regelmatig de rookafvoerleidingen (aansluiting op de schoorsteen).
• Het product is geen kookfornuis.
• Houd het deksel van de voorraadbak van de brandstof altijd gesloten.
• Bewaar deze handleiding voor installatie en gebruik zorgvuldig tijdens de volledige levensduur van het product. In geval van
verkoop of overdracht aan een andere gebruiker moet deze handleiding altijd bij het toestel blijven.
GEBRUIKSBESTEMMING
Het product werkt uitsluitend op houten pellets en moet binnenshuis geïnstalleerd worden.
GARANTIEVOORWAARDEN
Het bedrijf geeft garantie op het product, met uitzondering van de elementen onderhevig aan normale slijtage zoals hierna
vermeld, gedurende 2 (twee) jaar vanaf de datum van aankoop, wat wordt aangetoond door:
• een bewijsdocument (factuur en/of scaal bewijs) dat de naam van de verkoper en de datum vermeldt waarop de verkoop
plaatsvond;
• de verzending van het garantiecerticaat, ingevuld binnen 8 dagen na de aankoop.
Opdat de garantie verder zou geldig worden en eectief zijn, mag de installatie volgens de regels van de kunst en de inwerkingstelling
van het toestel uitsluitend door gekwaliceerd personeel worden uitgevoerd, dat in de voorziene gevallen aan de gebruiker een
gelijkvormigheidsattest van de installatie en verklaring van goede werking van het toestel moet overhandigen.
Wij raden aan om de werkingstest van het toestel uit te voeren vooraleer de voltooiing met de desbetreende afwerkingen (bekledingen,
kleurafwerking van de wanden, enz.) te doen.
Installaties die niet overeenkomen met de geldende normen doen de garantie van het product vervallen, evenals oneigenlijk gebruik en
het niet uitvoeren van het onderhoud zoals door de fabrikant voorzien.
De garantie is van kracht op voorwaarde dat de aanwijzingen en waarschuwingen worden nageleefd in de handleiding voor gebruik en
onderhoud dat bij het toestel zit, zodat een zo correct mogelijk gebruik mogelijk is.
De vervanging van het hele toestel of de reparatie van een van zijn onderdelen zorgen niet voor verlenging van de garantie, die
ongewijzigd blijft.
Met garantie wordt de gratis vervanging of reparatie bedoeld van delen die als defect worden erkend als gevolg van
fabricatiefouten.
Om zich op de garantie te kunnen beroepen wanneer er zich een defect voordoet, moet de eigenaar het garantiecerticaat bewaren en dit
samen met het aankoopbewijs aan de technische dienst voor assistentie voorleggen.
4
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
UITSLUITINGEN
Alle slechte werkingen en/of schade aan het toestel die aan de volgende oorzaken te wijten zijn, zijn van deze garantie uitgesloten:
• Schade veroorzaakt door transport en/of verplaatsing
• alle delen die defect blijken door verwaarlozing of onachtzaamheid tijdens het gebruik, door foutief onderhoud, door een installatie
die niet conform is met wat door de fabrikant is aangegeven (raadpleeg altijd de handleiding voor installatie en gebruik die bij het
toestel zit)
• foutieve dimensionering in verhouding tot het gebruik of defecten tijdens de installatie of het niet toepassen van de nodige
maatregelen om een uitvoering volgens de regels van de kunst te verzekeren.
• onjuiste oververhitting van het toestel, namelijk door gebruik van brandstoen die niet conform zijn met het type en met de
hoeveelheden aangegeven in de meegeleverde instructies
• andere schade veroorzaakt door foutieve interventies van de gebruiker wanneer die probeert om het oorspronkelijke defect zelf op
te lossen
• verergering van de schade veroorzaakt door het toestel verder te gebruiken nadat het defect zich voordeed
• eventuele corrosie, aanslag of breuken veroorzaakt door zwerfstroom, condens, agressiviteit of zuurheid van het water, onjuist
uitgevoerde aanslagwerende behandelingen, watertekort, bezinksel van modder of kalkaanslag
• ineciëntie van de schoorstenen, rookgaskanalen of delen van de installatie waarvan het toestel afhangt
• schade toegebracht door het openbreken van het toestel, weersinvloeden, natuurrampen, vandalisme, elektrische schokken, brand,
defecten aan de elektrische en/of hydraulische installatie.
Bovendien is het volgende van deze garantie uitgesloten:
• onderdelen onderhevig aan normale slijtage, zoals pakkingen, ruiten, bekledingen en roosters in gietijzer, gelakten verchroomde of
vergulde onderdelen, de handgrepen en elektrische kabels, lampen, verlichte controlelampjes, draaiknoppen en alle delen van de
vuurhaard die weggenomen kunnen worden.
• De kleurwijzigingen van de gelakte delen en de delen van keramiek/serpentijn, alsook barstjes in de keramiek, omdat dit natuurlijke
kenmerken van het materiaal en van het gebruik van het product zijn.
• metselwerk
• onderdelen van de installatie (indien aanwezig) die niet door de fabrikant zijn geleverd
Eventuele technische interventies op het toestel om voornoemde defecten en daaruit voortvloeiende schade weg te nemen, moeten
bijgevolg met de technische dienst voor assistentie worden overeengekomen. Deze dienst behoudt zich het recht voor om de betreende
opdracht al of niet te aanvaarden en de opdracht wordt in ieder geval niet in garantie uitgevoerd, maar wel als technische assistentie
geleverd onder eventuele speciek overeengekomen voorwaarden en volgens de tarieven die van kracht zijn voor de uit te voeren werken.
Bovendien worden de kosten nodig om foutieve technische interventies uitgevoerd door de gebruiker te corrigeren, om forceringen te
herstellen of alle andere schadelijke factoren die niet te herleiden zijn tot oorspronkelijke defecten, ten laste van de gebruiker zijn.
Met uitzondering van de beperkingen die door de wetten of reglementeringen worden opgelegd, blijft verder iedere garantie uitgesloten
voor atmosferische en akoestische vervuiling.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die, rechtstreeks of onrechtstreeks, te wijten is aan
personen, dieren of voorwerpen als gevolg van het niet respecteren van alle voorschriften die aangeduid worden in deze
handleiding, en vooral diegene betreende de installatie, het gebruik en het onderhoud van het toestel.
5
1-WAARSCHUWINGEN EN GARANTIEVOORWAARDEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
RESERVEONDERDELEN
In geval het toestel niet goed werkt, moet men zich tot de verkoper wenden, die de technische dienst voor assistentie zal contacteren.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. De verkoper of het assistentiecentrum kan u alle nuttige informatie over de
reserveonderdelen verstrekken.
Er wordt geadviseerd niet te wachten tot de componenten door het gebruik versleten geraakt zijn, alvorens ze te vervangen. Het is nuttig
om periodieke onderhoudscontroles uit te voeren.
Het bedrijf kan niet aansprakelijk gesteld worden voor oneigenlijk gebruik of niet-toegestane wijzigingen van het
product of van een accessoire.
Voor iedere vervanging dienen uitsluitend originele reserveonderdelen gebruikt te worden.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE CORRECTE VUILVERWERKING VAN HET PRODUCT IN OVEREENSTEMMING MET
DE EUROPESE RICHTLIJN 2002/96/EG EN LATERE WIJZIGING 2003/108/EG.
Aan het einde van de nuttige levensduur mag het product niet samen met het gewone huishoudafval worden verwerkt.
Het moet naar een speciaal centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente worden gebracht, of naar een verkooppunt dat
deze service verschaft.
Het apart verwerken van het product voorkomt mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid die door een ongeschikte
verwerking ontstaan en zorgt ervoor dat de materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden om een
aanmerkelijke besparing van energie en grondstoen te verkrijgen.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van de apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van een doorgekruiste
vuilnisbak aangebracht.
6
2-BRANDSTOF
De aanwijzingen in dit hoofdstuk verwijzen expliciet naar de Italiaanse installatienorm UNI 10683. Men moet in ieder geval altijd de
geldende normen respecteren die in het land van installatie van kracht zijn.
DE PELLETS
De pellets worden verkregen uit het vezeltrekproces van zaagsel tijdens de bewerking van natuurlijk gedroogd hout (zonder verf). De
compactheid van het materiaal wordt gegarandeerd door lignine dat zich in het hout zelf bevindt, waardoor de productie van pellets
zonder lijm of bindmiddelen kan verkregen worden.
Op de markt zijn verschillende types pellets verkrijgbaar, met kenmerken die variëren op basis van de gebruikte houtmengsels. De
diameter varieert van 6 tot 8 mm, met een standaardlengte tussen 5 en 30 mm. Pellets zijn van goede kwaliteit als ze een densiteit van
600 tot meer dan 750 kg/m³ hebben, met een watergehalte tussen 5% en 8% van hun gewicht.
Pellets zijn een ecologische brandstof omdat ze de houtresten maximaal benutten, zodat een schonere brandstof wordt verkregen dan
die, die geproduceerd wordt met fossiele brandstoen. Pellets hebben eveneens technische voordelen.
Een goede houtsoort heeft een warmtevermogen van 4,4 kW/kg (15% vochtigheid, na een droogperiode van 18 maanden) terwijl pellets
een warmtevermogen rond 4,9 kW/kg hebben. Om een goede verbranding te garanderen, moeten de pellets bewaard worden in een
vochtvrije plaats en moeten ze beschermd worden tegen vuil. Pellets worden gewoonlijk geleverd in zakken van 15 kg, dus is de opslag
zeer praktisch.
Pellets van goede kwaliteit garanderen een correcte verbranding en beperken de schadelijke emissie in de atmosfeer.
Als de brandstof van slechte kwaliteit is, zullen de vuurpot en de verbrandingskamer eerder gereinigd moeten
worden.
De belangrijkste kwaliteitscerticaties voor pellets die op de Europese markt bestaan, garanderen dat de brandstof binnen klasse A1/A2
valt volgens EN14961-2. Enkele voorbeelden van deze certicaties zijn: ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135, deze garanderen dat meer
bepaald de volgende eigenschappen verzekerd zijn:
• warmtevermogen: 4,6 ÷ 5,3 kWh/kg.
• Watergehalte: max 10% van het gewicht.
• Percentage assen: max 1,5% van het gewicht.
• Diameter: 5 ÷ 6 mm.
• Lengte: max 40 mm.
• Inhoud: 100% onbehandeld hout, zonder toevoeging van bindmiddelen (schorspercentage max. 5%).
• Verpakking: in zakken bestaande uit ecologisch compatibel of biologisch afbreekbaar materiaal.
Het bedrijf raadt aan om voor haar producten gecerticeerde brandstof (ENPlus, DINplus, Ö-Norm M7135) te
gebruiken.
Het gebruik van slechte of niet-conforme pellets, volgens de eerder aangeduide informatie, schaadt de werking van
uw product en kan de garantie doen vervallen, evenals de aansprakelijkheid van het bedrijf.
ZAK BRANDSTOF VAN 15 KG
7
3-INSTALLATIE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
VOORWOORD
De montagepositie moet worden gekozen in functie van de omgeving, van de uitlaat en van het rookkanaal. Controleer bij de plaatselijke
overheden of er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het
rookkanaal en de schoorsteenpot. De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af in geval van een installatie die niet conform is met de
geldende wetten, bij een onjuiste luchtverversing van de lokalen, bij een elektrische aansluiting die niet conform is met de normen en bij
oneigenlijk gebruik van het toestel. De installatie moet door een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd, hij moet aan de eigenaar
een verklaring van conformiteit van de installatie overhandigen en neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de denitieve
installatie en daaruit volgend voor de goede werking van het product.
Meer bepaald dient men te controleren of:
• er een geschikte inlaat is voor de verbrandingslucht en een afvoer voor de rookgassen conform met het type geïnstalleerd product
• andere kachels of geïnstalleerde systemen de kamer waar het toestel is geïnstalleerd niet in onderdruk brengen (voor hermetische
toestellen afzonderlijk is maximaal 15 Pa onderdruk in de ruimte toegestaan)
• er geen terugkeer van rookgassen in het lokaal is wanneer het toestel aan staat
• de evacuatie van de rookgassen volledig veilig is uitgevoerd (afmetingen, hermetische afvoer van rookgassen, afstand tot brandbare
materialen ...).
Het is aanbevolen om in de gegevens op het label van het rookkanaal de veilige afstanden te controleren: deze moeten
worden nageleefd wanneer er brandbare materialen aanwezig zijn, evenals voor het te gebruiken type isolatiemateriaal.
Deze voorschriften moeten altijd strikt worden nageleefd om ernstige schade voor de gezondheid van de personen en
aantasting van de integriteit van de woning te vermijden. De installatie van het toestel moet een gemakkelijke toegang verzekeren
voor de schoonmaak van het toestel, van de leidingen voor afvoer van de rookgassen en van het rookkanaal. Het is verboden de kachel
te installeren in lokalen waar er brandgevaar heerst. De installatie in monolokalen, slaapkamers en badkamers is alleen
toegelaten voor hermetische of gesloten toestelllen voorzien van een geschikte kanalisering van de verbrandingslicht
rechtstreeks naar buiten. Behoud altijd een geschikte afstand en bescherming omp te vermijden dat het product met
water in contact komt.
Wanneer er meerdere toestellen geïnstalleerd zijn, moet men voor een aangepaste, voldoende luchtinlaat van buitenaf zorgen.
MINIMUMAFSTANDEN
Het is aanbevolen om de kachel los van eventuele muren en/of meubels te installeren, met een minimale luchtcirculatie om een eciënte
verluchting van het toestel en een goede verdeling van de warmte in de ruimte toe te laten. Respecteer de afstanden tot brandbare
of hittegevoelige voorwerpen (sofa's, meubels, houten bekledingen, enz.) zoals in de specicaties aangegeven. De frontale afstand tot
brandbare materialen moet minstens 1 meter bedragen.
Wanneer er bijzonder delicate voorwerpen aanwezig zijn, zoals meubelen, gordijnen of sofas, moet de afstand tot de kachel op op
passende wijze worden vergroot.
Bij een houten vloer is het raadzaam een vloerbescherming te monteren in overeenstemming met de normen die
van kracht zijn in het land.
CUTE/THEMA
Onbrandbare muren Brandbare muren
A = 5 cm
B = 5 cm
A = 5 cm
B = 5 cm
Als de vloer uit brandbaar materiaal bestaat, is het aanbevolen om een bescherming in onbrandbaar materiaal (staal, glas ...) te gebruiken;
zorg ervoor dat die ook het frontale gedeelte beschermt tegen eventueel vallende brandstofresten tijdens de schoonmaakwerkzaamheden.
Het toestel moet op een vloer met geschikt draagvermogen worden geïnstalleerd.
Als de bestaande constructie niet aan deze vereiste voldoet, moet men passende maatregelen treen (bijvoorbeeld een plaat leggen om
de belasting van het gewicht te verdelen).
min.3,5 metri
AT
(A)
AP
(B)
8
4-ROOKKANAAL
VOORWOORD
Dit hoofdstuk Rookkanaal werd opgesteld volgens de voorschriften van de Europese normen (EN13384 - EN1443 - EN1856 - EN1457).
Het biedt enkele aanwijzingen over de goede, correcte uitvoering van het rookkanaal, maar mag in geen geval worden beschouwd als
vervanging voor de geldende normen, die de gekwaliceerde fabrikant in zijn bezit moet hebben. Controleer bij de plaatselijke overheden
op er beperkende normen zijn wat betreft de inlaat voor verbrandingslucht, het systeem voor afvoer van rookgassen, het rookkanaal en
de schoorsteenpot.
Het bedrijf wijst iedere verantwoordelijkheid af voor de slechte werking van de ketel indien dit te wijten is aan het gebruik van een
rookkanaal met onjuiste afmetingen dat niet aan de geldende normen voldoet.
ROOKKANAAL
Het rookkanaal of de schoorsteen speelt een grote rol voor de goede werking van een verwarmingstoestel op vaste brandstof met
geforceerde trek. Gezien de moderne verwarmingstoestellen een hoog rendement hebben met koudere rookgassen en bijgevolg minder
trek, is het van wezenlijk belang dat het rookkanaal volgens de regels van de kunst is gebouwd en altijd in perfect eciënte staat wordt
gehouden. Een rookkanaal dat dient voor een toestel op pellets/hout moet minstens categorie T400 zijn (of hoger als het toestel dit
vereist) en bestand tegen schoorsteenbrand wanneer het roet in het kanaal vuur vat. De afvoer van rookgassen dient te gebeuren via een
afzonderlijk rookkanaal met geïsoleerde metalen buizen (A) of in een bestaand rookkanaal dat conform is met het voorziene gebruik (B).
Een eenvoudige afbakening in cement moet voldoende omsloten worden. Voorzie voor beide oplossingen een inspectiedop (AT) en/of
inspectiedeurtje (AP) - FIG.1.
Het is verboden om meerdere toestellen op hout/pellet of van een ander type aan te sluiten (ontluchtingskappen ... ) op hetzelfde
rookkanaal.
AFBEELDING 1 - ROOKKANAAL
A
B
C
D
E
A
B
C
D
15°
E
F
A
B
C
D
E
30°
F
9
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TECHNISCHE KENMERKEN
Laat de eciëntie van het rookkanaal door een erkende technicus controleren.
Het rookkanaal moet hermetisch zijn om de rookgassen te bevatten, met een verticaal verloop zonder vernauwingen, het moet
vervaardigd zijn in materiaal dat geen rookgassen of condens doorlaat, thermisch geïsoleerd en geschikt om na verloop van tijd tegen
normale mechanische belastingen bestand te blijven (het is aanbevolen om schoorstenen te gebruiken in A/316 of hittebestendig
materiaal met geïsoleerde dubbele wand en met een ronde doorsnede). Hij moet extern geïsoleerd zijn om condensfenomenen en het
eect van de afkoeling van de rookgassen te vermijden. Het moet op afstand blijven van brandbare of licht ontvlambare materialen,
met een luchttussenruimte of isolerende materialen omgeven: controleer de afstand aangegeven door de fabrikant van de schoorsteen
volgens de norm EN1443. De opening van de schoorsteen moet in hetzelfde lokaal zijn als het lokaal waar het toestel is geïnstalleerd of
hoogstens in het aangrenzende lokaal, onder de opening moet een ruimte zijn voor opvang van het roet en van condens, toegankelijk via
een hermetisch gesloten deurtje.
PLAT DAK
HELLEND DAK 15°
HELLEND DAK 30°
A = 0,50 meter
B = AFSTAND > 2 meter
C = AFSTAND < 2 meter
D = O,50 meter
E = TECHNISCH VOLUME
A = MIN. 1,00 meter
B = AFSTAND > 1,85 meter
C = AFSTAND < 1,85 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,50 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 1,30 meter
B = AFSTAND > 1,50 meter
C = AFSTAND < 1,50 meter
D = O,50 meter BOVEN DE
DAKNOK
E = O,80 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 2
AFBEELDING 3
AFBEELDING 4
A
B
D
60°
E
C
F
A
B
C
D
E
45°
F
10
4-ROOKKANAAL
DAK OP 60° DAK OP 45°
DIMENSIONERING
De onderdruk (trek) van een rookkanaal hangt ook af van zijn hoogte. Controleer de onderdruk met de aangegeven waarden in de
technische kenmerken. De minimale hoogte van de schoorsteen bedraagt 3,5 meter.
De binnendoorsnede van het rookkanaal mag rond zijn (dat is het beste), vierkant of rechthoekig (de verhouding tussen de binnenzijden
moet ≤1,5 zijn), met de verbonden zijden met een minimale straal van 20 mm. De afmeting van de doorsnede moet minimum
Ø100mm bedragen.
De doorsneden/lengtes van de schoorstenen vermeld in de tabel met technische gegevens zijn aanwijzingen voor een correcte installatie.
Eventuele alternatieve opstellingen moeten de juiste afmetingen hebben, volgens de algemene berekeningsmethode van de norm UNI
EN13384-1 of andere methoden met bewezen eciëntie.
Hierna volgen enkele voorbeelden van rookkanalen die op de markt verkrijgbaar zijn:
Schoorsteen in roestvrij staal
AISI 316 met dubbele kamer,
geïsoleerd met keramiekvezel
of soortgelijk product dat
bestand is tegen 400°C.
Schoorsteen in vuurvast
materiaal met dubbele
geïsoleerde kamer en
buitenvoering van
cementbeton, verlicht met
poreus materiaal zoals klei.
Traditionele schoorsteen
van klei met vierkante
doorsnede en lege isolerende
inzetstukken.
Vermijd schoorstenen met een
rechthoekige binnendoorsnede
waarvan de verhouding tussen
de lange zijde en de korte zijde
groter is dan 1,5 (bijvoorbeeld
20x40 of 15x30)
UITSTEKEND GOED MIDDELMATIG SLECHT
A = MIN. 2,60 meter
B = AFSTAND > 1,20 meter
C = AFSTAND < 1,20 meter
D = O,50 meter BOVEN DE DAKNOK
E = 2,10 meter
F = REFLUXZONE
A = MIN. 2,00 meter
B = AFSTAND > 1,30 meter
C = AFSTAND < 1,30 meter
D = O,50 meter BOVEN DE DAKNOK
E = 1,50 meter
F = REFLUXZONE
AFBEELDING 5 AFBEELDING 6
1
9
9
2
3
4
5
6
7
8
9
11
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ONDERHOUD
Het rookkanaal moet altijd schoon zijn, omdat aanslag van roet of onverbrande oliën de doorsnede ervan verminderen, waardoor de trek
wordt geblokkeerd. Dit beïnvloedt de goede werking van de kachel en kan bij grote hoeveelheden zelfs voor brand zorgen. Het is verplicht
om het rookkanaal en de schoorsteenpot minstens één keer per jaar door een gekwaliceerde schoorsteenveger te laten reinigen en
controleren; na de controle/het onderhoud dient men een schriftelijke verklaring ontvangen waarop staat dat de installatie veilig is.
De reiniging niet uitvoeren beïnvloedt de veiligheid.
SCHOORSTEENPOT
De schoorsteenpot is een bepalend element voor de goede werking van het verwarmingstoestel: een schoorsteenpot van het
windwerende ttpe (A) is aanbevolen, zie afbeelding 7.
De zone van de openingen voor de evacuatie van de rook moet minstens het dubbele zijn dan de doorsnede van het rookkanaal/
ingekapselde systeem en afgestemd
zodat de afvoer van rookgassen is
verzekerd wanneer er wind is. Hij
moet beletten dat er regen, sneeuw
en eventuele dieren naar binnen
kunnen. De hoogte waarop de rook
in de lucht vrijkomt moet buiten de
reuxzone zijn die wordt veroorzaakt
door de vorm van het dak of door
eventuele obstakels die zich in de
buurt bevinden (zie afbeelding 2-3-
4-5-6).
SCHOORSTEENCOMPONENTEN
LEGENDE:
(1) SCHOORSTEENPOT
(2) UITSTROOMWEG
(3) ROOKGASSENBUIS
(4) THERMISCHE ISOLATIE
(5) EXTERNE WAND
(6) KOPPELING VAN DE SCHOORSTEEN
(7) ROOKKANAAL
(8) WARMTEGENERATOR
(9) INSPECTIEDEURTJE
AFBEELDING 7
AFBEELDING 8
A
B B
A
C
MIN.1,5 m MIN.1,5 m
MIN.1,5 m
MIN.0,3 m
12
4-ROOKKANAAL
EXTERNE LUCHTINLAAT
Het is verplicht om een geschikte externe luchtinlaat te voorzien, zodat de nodige verbrandingslucht kan worden aangevoerd voor de
correcte werking van het toestel. De luchttoevoer van buiten naar het lokaal van de installatie kan rechtstreeks gebeuren, via een opening
op een buitenmuur van het lokaal (deze oplossing geniet de voorkeur, zie afbeelding 9 a), of onrechtstreeks, door afname van lucht
uit aangrenzende lokalen die permanent met het lokaal van de installatie in verbinding staan (zie afbeelding 9 b). Het aangrenzende
lokaal mag echter in geen geval een slaapkamer, autostalling, garage of in het algemeen een lokaal zijn waar er brandgevaar bestaat.
Tijdens de fase van de installatie moet men de minimale afstanden controleren die nodig zijn om lucht van buitenaf aan te voeren.
Houd rekening met de aanwezigheid van deuren en ramen, die een invloed kunnen hebben op de correcte aanvoer van lucht naar de
kachel (zie onderstaand schema). De luchtinlaat moet een minimale totale netto oppervlakte van 80 cm2 hebben: deze oppervlakte moet
proportioneel worden vergroot als er in het lokaal andere actieve generatoren zijn (bijvoorbeeld: elektrische ventilator voor extractie
van de vervuilde lucht, keukendampkap, andere kachels, enz.), die voor onderdruk in de omgeving kunnen zorgen. Het is noodzakelijk
om te laten controleren of de drukval tussen de kamer en de buitenlucht niet meer dan 4 Pa bedraagt wanneer alle toestellen aan staan.
Vergroot indien nodig de doorsnede van de ingang van de luchtinlaat, die uitgevoerd moet worden op een hoogte nabij de vloer en altijd
afgeschermd met een extern beschermrooster om vliegende dieren te weren, en zodanig dat er geen voorwerpen de opening kunnen
verstoppen.
Het is mogelijk om de lucht die nodig is voor de
verbranding rechtstreeks aan te sluiten op de
externe luchtinlaat, met een buis van minstens
Ø50mm die maximaal 3 meter lang in rechte lijn is;
ieder bocht van de buis moet worden beschouwd
als het equivalent van een rechtlijnige meter. Zie de
achterkant van de kachel voor de koppeling van de
buis.
Voor kachels geïnstalleerd in monolokalen,
slaapkamers en badkamers (waar dit is toegestaan), is
de aansluiting van de verbrandingslucht naar buiten
verplicht. Meer bepaald is het bij hermetische kachels
noodzakelijk dat deze aansluiting hermetische wordt
uitgevoerd om het hermetische karakter van het hele
systeem niet te beïnvloeden.
AFBEELDING 9 A - RECHTSTREEKS VAN BUITEN
AFBEELDING 10
AFBEELDING 9 B - ONRECHTSTREEKS VIA AANPALEND LOKAAL
A=LUCHTINLAAT
B=TE VENTILEREN LOKAAL
C=VERGROTING VAN DE SPLEET ONDER DE DEUR
13
4-ROOKKANAAL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AFSTAND (meter) De luchtinlaat moet op de volgende afstand zitten:
1,5 m ONDER Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m HORIZONTAAL Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
0,3 m BOVEN Deuren, ramen, rookgasuitlaten, spouwmuren, ...
1,5 m VER VAN van de uitgang van de rookgassen
AANSLUITING OP HET ROOKKANAAL
De verbinding tussen het toestel en de rookafvoer moet worden uitgevoerd met een rookkanaal dat conform is met de norm EN 1856-2.
Het verbindingsstuk mag maximum 4 m in horizontale richting lang zijn, met een minimale helling van 3% en met maximaal 3 bochten
van 90°C (inspecteerbaar - de T-koppeling op de uitgang van het toestel mag niet worden meegerekend).
De diameter van het rookkanaal moet gelijk zijn of groter zijn dan de diameter van de uitgang van het toestel (Ø 80 mm).
TYPE INSTALLATIE ROOKKANAAL
Minimale verticale lengte 1,5 meter
Maximale lengte
(met 1 inspecteerbare bocht van 90°)
6,5 meter
Maximale lengte
(met 3 inspecteerbare bochten van 90°)
4,5 meter
Maximum aantal inspecteerbare bochten van 90° 3
Horizontale stukken
(minimale helling 3%)
4 meter
Gebruik kanalen met een diameter van 80mm of 100mm naargellang het type systeem, met silicone pakkingen of analoge
dichtingssystemen die bestand zijn tegen de bedrijfstemperatuur van het toestel (min. T200 klasse P1). Het is verboden om exibele
metalen leidingen, buizen in vezelcement of aluminium te gebruiken. Wij raden aan om altijd een T-koppeling te
gebruiken met een inspectiedop, zodat de buizen op regelmatige tijdstippen gemakkelijk kunnen worden gereinigd. Controleer altijd of
de inspectiedoppen na de reiniging met de bijhorende intacte pakking opnieuw hermetisch worden gesloten.
Het is verboden om op hetzelfde rookkanaal meerdere toestellen of de afvoer afkomstig van dampkappen aan te sluiten. De rechtstreekse
afvoer van de verbrandingsproducten via de muur naar zowel gesloten ruimten als in openlucht is verboden.
Het rookkanaal moet op minstens 400 mm afstand zitten van ontvlambare bouwelementen of van elementen die gevoelig zijn voor
warmte.
T
I
S
I
U
B
A
P
U
I
I
C
4
3
D
2
I
E
V
U
1
F
14
4-ROOKKANAAL
VOORBEELDEN VAN EEN CORRECTE INSTALLATIE
1. Installatie rookkanaal Ø120mm met gat voor de
doorgang van de buis plus:
minimum 100mm rond de buis indien in contact met
niet-ontvlambare delen zoals cement, bakstenen, enz.;
of
minimum 300mm rond de buis (of zoals beschreven
volgens de gegevens van het label) indien in contact met
ontvlambare delen zoals hout enz.
In beide gevallen moet men tussen het rookkanaal en de
vloer een geschikt isolerend materiaal aanbrengen.
Het is aanbevolen om de gegevens van het label van
het rookkanaal te controleren en te respecteren, in het
bijzonder de veilige afstanden tot brandbare materialen.
De vorige regels gelden ook voor gaten die in de muur
worden gemaakt.
2. Oud rookkanaal, ingekapseld, minimum Ø100mm met
uitvoering van een extern deurtje om de schoorsteen te
kunnen reinigen.
3. Extern rookkanaal uitsluitend uitgevoerd met
geïsoleerde inox buizen, dit betekent dubbelwandig,
minimum Ø100mm: de buis moet goed aan de muur
verankerd zijn. Met windwerende schoorsteenpot. Zie
g.7 type A.
4. Systeem voor kanalisatie via T-koppelingen die een
gemakkelijke reiniging mogelijk maken zonder de
buizen te demonteren
AFBEELDING 11
U = ISOLERING
V = EVENTUELE REDUCTIE VAN 100 TOT 80 MM
I = INSPECTIEDOP
S = INSPECTIEDEURTJE
P = LUCHTINLAAT
T = T-KOPPELING MET INSPECTIEDOP
A = MINIMUM 40 MM
B = MAXIMUM 4 M
C = MINIMUM
D = MINIMUM 400 MM
E = DIAMETER OPENING
F = ZIE FIG.2-3-4-5-6
122
189
Ø 50
560
69
Ø100
600
800
720
15
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TEKENINGEN EN KENMERKEN
AFMETINGEN KACHEL CUTE AIR
178
Ø50
190
600
80111
626
Ø100
69
557
16
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
AFMETINGEN KACHEL THEMA AIR
17
5-SCHETSEN EN TECHNISCHE KENMERKEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TECHNISCHE KENMERKEN CUTE/THEMA Model AIR
Nuttig nominaal vermogen 8 kW (6880 kcal/u)
Nuttig minimumvermogen 2,4 kW (2064 kcal/u)
Rendement bij Max. 90,5%
Rendement bij Min. 90,0%
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Max. 170 °C
Temperatuur rookgassen in uitgang bij Min. 100 °C
Roetdeeltjes / OGC/ Nox (13%O
2
) <13 mg/Nm3 - 5 mg/Nm3 - 107 mg/Nm3
CO bij 13% O
2
op Min en op Max 0,060 – 0,018%
CO
2
bij Min. en bij Max. 4,5% - 9,0%
Aanbevolen trek bij Max. vermogen 0,10 mbar - 10 Pa
Aanbevolen trek bij Min. vermogen 0,05 mbar - 5 Pa
Massa rookgassen 6,2 g/sec
Capaciteit voorraadbak 20 liter
Type pelletbrandstof Pellet diameter 6-8 mm met stukken van 5/30 mm
Uurverbruik pellets Min ~ 0,7 kg/h* - Max ~ 1,8 kg/h*
Autonomie Bij min. ~ 20 h* - Bij max. ~ 7 h*
Verwarmbaar volume m
3
172/40 – 197/35 – 229/30 **
Luchtaanvoer voor verbranding Ø 50 mm
Rookgasuitgang Ø 80/100*** mm
Luchtinlaat 80 cm2
Nominaal elektrisch vermogen (EN 60335-1) 55 W (Max 400 W)
Voedingsspanning en -frequentie 230 Volt / 50 Hz
Nettogewicht 130 kg
Gewicht met verpakking 140 kg
Afstand t/ brandbaar materiaal (achterzijde\zijkant\bodem) 50/50/0 mm
Afstand t/ brandbaar materiaal (plafond\voorzijde) 800/800 mm
* Gegevens die afhankelijk van het type gebruikte pellets kunnen veranderen
** Verwarmbaar volume naargelang het gevraagde vermogen per m
3
(respectievelijk 40-35-30 Kcal/u per m
3
)
***Bij gebruik van de adapter die bij het product is meegeleverd
Getest volgens EN 14785 in overeenstemming met de Europese reglementering inzake Bouwproducten (EU 305/2011).
t
t
v
v
s
18
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
VOORBEREIDING EN UITPAKKEN
De verpakking bestaat uit een doos in recycleerbaar karton volgens de RESY-normen, recycleerbare inzetstukken in EPS piepschuim
en een houten pallet. Alle verpakkingsmaterialen kunnen opnieuw worden gebruikt voor gelijkaardige toepassingen of eventueel als
afvalstoen worden verwijderd, assimileerbaar met vast huishoudelijk afval, in naleving van de geldende normen.
Na het verwijderen van de verpakking moet men controleren of het product intact is.
Het is aanbevolen om iedere verplaatsing met geschikte middelen uit te voeren, zorg hierbij dat de geldende normen inzake
veiligheid worden nageleefd. De verpakking niet omkantelen, wees zeer voorzichtig bij de onderdelen in majolica.
De kachel CUTE/THEMA wordt in één enkele verpakking verzonden. Open de verpakking en verwijder de twee schroeven v die de
beugels van de kachel op de pallet bevestigen. Haal vervolgens de beugel S weg van het voetje van de kachel.
Plaats de ketel op de vooraf gekozen plek, let er daarbij op dat deze plek beantwoordt aan de voorziene vereisten.
De behuizing van de kachel of het monoblok moet steeds verticaal verplaatst worden, en uitsluitend met behulp van een wagentje. Let
vooral op dat de deur en de ruit goed beschermd worden tegen mechanische stoten die de intacte staat ervan zouden kunnen beïnvloeden.
De verplaatsing van de producten moet alleszins zeer voorzichtig uitgevoerd worden. Pak de kachel indien mogelijk uit nabij de zone
waar ze zal geïnstalleerd worden.
De verpakkingsmaterialen zijn niet giftig en niet schadelijk, bijgevolg vereisen ze geen speciale vuilverwerkingsprocessen.
J
J
19
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
De opslag, de vuilverwerking of eventuele recycling moeten uitgevoerd worden door de eindgebruiker conform de wetten die op dat
gebied van kracht zijn. Het monoblok en de bekledingen mogen niet zonder de bijhorende verpakking opgeslagen worden.
Plaats de kachel en sluit aan op het rookkanaal.
Als de kachel moet aangesloten worden op een afvoerleiding die de achterwand passeert (om het rookkanaal te bereiken), moet men
goed opletten dat de opening niet wordt geforceerd.
Als de rookafvoer van de kachel wordt geforceerd of oneigenlijk wordt gebruikt om ze op te tillen of om te
positioneren, zal de werking onherstelbaar beschadigd zijn.
VERPAKKING KERAMIEK/SPEKSTEEN KACHEL THEMA
Het frontpaneel in keramiek of in speksteen heeft een afzonderlijke verpakking en moet nadien op de kachel worden geïnstalleerd
1. DRAAI DE POOTJES IN WIJZERZIN OM DE KACHEL LAGER TE PLAATSEN
2. DRAAI DE POOTJES IN TEGENWIJZERZIN OM DE KACHEL HOGER TE PLAATSEN
v
S
t
v
t
S
P
20
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
DEMONTAGE ZIJBEKLEDING
Wanneer het nodig is om de zijank weg te nemen, gaat men als volgt te werk:
• Open de deur P
• Verwijder de twee schroeven v aan de voorkant van de kachel
• Verwijder de twee schroeven t aan de achterkant van de kachel
• Neem het paneel S” weg
Ga op dezelfde manier te werk voor het andere paneel.
G
G
P
O
21
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
MONTAGE KERAMIEK/SPEKSTEEN VOORAAN OP DE KACHEL THEMA
Neem het frontpaneel (keramiek of speksteen) G en laat de haakjes P, die zich aan de achterkant van het paneel bevinden, op de
schroeven “O aan de voorkant van de kachel schuiven. Blokkeer vervolgens het paneel op de kachel door de twee schroeven O te sluiten
via de gaten van het paneel G”.
22
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
PELLET LADEN
De vulling met brandstof gebeurt aan de bovenzijde van de kachel door het luikje op te tillen.
Giet de pellets langzaam erin zodat ze helemaal naar de bodem van het reservoir zakken.
Nooit het beschermrooster wegnemen dat in het reservoir zit. Tijdens het vullen moet vermeden worden dat de zak
pellets in aanraking komt met hete oppervlakken.
Vul het reservoir uitsluitend met pellets als brandstof, die conform zijn met de eerder vermelde specicaties.
Sla de reservebrandstof op een voldoende veilige afstand op.
Giet de pellets niet rechtstreeks in de vuurpot, maar alleen in het reservoir.
Een groot deel van de oppervlakken van de kachel zijn zeer heet (deur, handgreep, ruit, buizen voor afvoer van
rookgassen, luikje van het reservoir enz.); het is bijgevolg aanbevolen om te vermijden met deze onderdelen in
contact te komen zonder geschikte beschermende kledij.
PELLET LADEN
23
6-INSTALLATIE EN MONTAGE
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AANBEVELINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle voorwerpen die vlam kunnen vatten uit de vuurhaard van het product en van het glas (handleiding, diverse stickers en
eventueel piepschuim).
Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
De eerste inschakeling kan mislukken omdat de transportschroef leeg is en er niet altijd in slaagt de vuurpot tijdig
met de benodigde hoeveelheid pellets te vullen die voor de normale ontsteking van de vlam noodzakelijk is.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE GEEN INSCHAKELING DOOR DE TOETS ON/OFF ENKELE OGENBLIKKEN INGEDRUKT TE
HOUDEN. VERWIJDER DE OVERGEBLEVEN PELLETS UIT DE VUURPOT EN HERHAAL DE INSCHAKELING. (ZIE PARAGRAAF
“BEVEILIGINGEN/ALARMEN”)
Als er na herhaalde pogingen om in te schakelen geen vlam verschijnt, ook al is er een regelmatige toevoer van pellets aanwezig, dan
moet men controleren of de vuurpot correct geplaatst is. Deze moet perfect in zijn zitting aansluiten en mag geen aanslag van
asresten bevatten. Als tijdens deze controle geen onregelmatigheden worden opgemerkt, betekent dit dat er een probleem met de
onderdelen van het product kan zijn, of werd de installatie niet correct uitgevoerd.
VERWIJDER DE PELLETS UIT DE VUURPOT EN VRAAG DE INTERVENTIE VAN EEN ERKEND TECHNICUS.
Raak het product niet aan tijdens de eerste inschakeling omdat de lak tijdens deze fase hard wordt. Door de verf aan
te raken, kan het stalen oppervlak opnieuw te voorschijn komen.
Herstel de lak indien nodig met behulp van een spuitbuis lak met de gewenste kleur. (Zie Accessoires voor pelletkachels”)
Men doet er goed aan om te zorgen voor een eciënte ventilatie in de ruimte tijdens de eerste inschakeling, omdat
de ketel een beetje rook en wat verfgeur zal afgeven.
Blijf niet in de nabijheid van de kachel en verlucht het vertrek, zoals eerder aangestipt. De rook en de verfgeur verdwijnen nadat het
product ongeveer een uur in werking is; wij herinneren eraan dat deze niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
Tijdens de inschakeling en afkoeling kan de kachel gaan uitzetten of krimpen en kan er bijgevolg een licht gekraak te horen zijn.
Dit verschijnsel is absoluut normaal omdat de structuur van staallaminaat is. Het gaat dus niet om een defect.
Het is zeer belangrijk dat de kachel niet onmiddellijk oververhit wordt, maar geleidelijk op temperatuur gebracht wordt door aanvankelijk
lage vermogens te gebruiken.
Op deze manier wordt schade aan de tegels in keramiek of serpentijn, de lasnaden en de stalen structuur vermeden.
PROBEER DE VERWARMINGSPRESTATIES NIET ONMIDDELLIJK UIT!!!
A
B
E
C
D
24
7-AFSTANDBEDIENING MAX
ALGEMENE KENMERKEN VAN DE LCD-AFSTANDSBEDIENING
De afstandsbediening werkt op een zendfrequentie van 434,5MHz. Voed het product als volgt met 3 AAA-batterijen:
Verwijder het deksel van het batterijvak door ter hoogte van de pijl erop te drukken en op te tillen.
Plaats de batterijen met inachtneming van de correcte polariteit (+) en (-)
Sluit het deksel van het batterijvak opnieuw. Wanneer de afstandsbediening wordt gevoed, wordt het scherm van de tijdsinstelling
automatisch getoond.
De afstandsbediening informeert de gebruiker via een speciale icoon op het display dat de batterijen bijna leeg zijn. Als het icoon van
de lege batterij verschijnt, betekent dit dat de batterijen bijna leeg zijn en dat de afstandsbediening op het punt staat uitgeschakeld te
worden.
Batterijen bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu, daarom moeten ze apart worden verwijderd, in
speciale recipiënten.
GRAFISCH ASPECT
In de instructies verwijzen we vaak naar de aanwijzingen van de toetsen vermeld in de afbeelding. Voor het gemak kunt u de afbeelding
het best altijd binnen handbereik houden.
MAN
12:02
31
MAX
°C
TU
12:03
31
°C
TU
35
°C
AUTO
25
7-AFSTANDBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
WERKING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Algemene regels
Als toets A1” ingedrukt wordt, wordt het product in- en uitgeschakeld. Met de toets C worden alle wijzigingen uitgevoerd. Toets E dient
om deze wijzigingen te bevestigen. Met toets B selecteert men de werkwijze van het toestel. Met toets D navigeert men door de instelling
van de VENTILATIE en van de SLEEP.
Door vanuit een willekeurige status kort op toets A te drukken (of door het toetsenbord gedurende 7” inactief te laten) keert u opnieuw
terug naar de basisweergave.
BEGININSTELLINGEN
Tijdsinstelling
Door met in- of uitgeschakelde afstandsbediening gedurende 3” gelijktijdig op de toetsen B+E te drukken, gaat u naar de instelling van
de tijd/dag.
De cijfers van het uur beginnen te knipperen. Die kan men wijzigen met de toets C. Met de toets E worden de wijzigingen bevestigd. Nu
beginnen de cijfers van de minuten te knipperen.
Door dezelfde procedure van wijziging/bevestiging te volgen, gaat u vervolgens over naar de instelling van de weergavemodus van de
tijd (12u of 24u) en
ten slotte begint de dag te knipperen. Door ook dit gegeven te bevestigen, verlaat u de instellingen.
OPMERKING: telkens de afstandsbediening opnieuw gevoed wordt, wordt de tijd gereset en zal de weergave automatisch naar de
tijdsinstelling gaan.
Instelling °C – °F
Alleen wanneer de kachel uit staat, kan men door gedurende 5” op de toets B te drukken de meeteenheid van de temperatuur wijzigen
van Celsius in Fahrenheit en omgekeerd.
INSTELLING WERKWIJZEN
Wanneer de afstandsbediening aan staat, kan men met de toets B een van de volgende 4 werkwijzen van het product instellen. In
afbeelding 1-2-3-4
worden de 4 basisweergaven aangetoond, met name:
Werkwijze Handmatig, Automatisch, Timer en Eco.
HANDMATIGE werkwijze (tekst MAN)
In deze werkwijze kan men handmatig het vermogen van de vlam instellen (5 niveaus – bedien rechtstreeks toets C om te wijzigen) en
van de
ventilatie op 5 niveaus + auto. Afbeelding 1
AUTOMATISCHE werkwijze (tekst AUTO)
In deze werkwijze is het mogelijk de gewenste omgevingstemperatuur in te stellen, waarnade kachel het vermogen van de vlam
automatisch zal moduleren om deze temperatuur te bereiken. De ventilatie kan worden geregeld op 5 niveaus + auto. Afbeelding 2
FIG.1 FIG.2
8:20
26
FR
20
°C
TIMER
°C
P1
12:06
31
°C
TU
23
°C
ECO
12:07
31
°C
TU
23
°C
TIMER
ECO
26
7-AFSTANDBEDIENING MAX
TIMER werkwijze (tekst TIMER):
Door deze werkwijze te selecteren, is het mogelijk het product automatisch in en uit te schakelen volgens 6 personaliseerbare tijdzones
(P1 – P6). In iedere tijdzone kan men het volgende instellen:
• Tijd van inschakeling
• Tijd van uitschakeling
• Gewenste omgevingstemperatuur in die tijdzone
• Dagen van de week waarop de tijdzone actief is
Wanneer de kachel wordt aangezet (handmatig via de knop A of automatisch via een tijdzone), werkt het product volgens de
hierboven beschreven automatische werkwijze. Wanneer een tijdzone actief is, verschijnt deze automatisch (P1 in afbeelding 3) en
wordt de gewenste temperatuur veranderd in de waarde die voor de tijdzone ingesteld is. Deze waarde kan hoe dan ook altijd naar
goeddunken en in realtime door de gebruiker veranderd worden.
Raadpleeg de betreende paragraaf om de tijdzones te leren instellen.
ECO werkwijze (tekst ECO):
Deze werkwijze wordt met ingeschakelde afstandsbediening geactiveerd/gedeactiveerd door 5” op toets B te drukken.
De ECO-werkwijze is een automatische werkwijze met als enig verschil dat als de ingestelde temperatuur bereikt wordt en gedurende de
20 daaropvolgende minuten gehandhaafd blijft (ondanks de modulatie van de vlam), het product uitgeschakeld wordt en op stand-by
blijft tot de omgevingstemperatuur 2 graden onder de gewenste temperatuur daalt (en hoe dan ook niet eerder dan 5 minuten na de
laatste uitschakeling). Nu wordt het product opnieuw ingeschakeld. Afbeelding 4
Als de omgeving niet voldoende geïsoleerd is, kan de vlammodulatie de ingestelde temperatuur niet gedurende 20 opeenvolgende
minuten behouden, waardoor het product niet wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: Er wordt hoe dan ook aangeraden om de ECO-werkwijze alleen in goed geïsoleerde ruimtes te gebruiken om
te vermijden dat de cycli van inschakeling en uitschakeling elkaar te snel opvolgen.
De afstandsbediening blijft ook tijdens de fase waarin het product door ECO uitgeschakeld is hoe dan ook ingeschakeld om aan te geven
dat de uitschakeling slechts
van tijdelijke aard is. Door het product met toets A uit te schakelen wordt de ECO-werkwijze natuurlijk verlaten en blijft het product
uitgeschakeld.
Ook in de ECO-werkwijze is het mogelijk om tot 6 tijdzones voor automatische in-/uitschakeling te activeren (E1 - E6) die onafhankelijk
van de TIMER-werkwijze (P1 - P6) werken. Als beide geactiveerd zijn, verschijnt de tekst TIMER-ECO (afbeelding 5), die permanent
aanblijft, ook wanneer de afstandsbediening uitgeschakeld wordt.
Raadpleeg de betreende paragraaf om de tijdzones te leren instellen.
OPMERKING: Als de afstandsbediening wegens TIMER uitgeschakeld wordt, kan de ECO-werkwijze pas opnieuw
ingeschakeld worden na moedwillige interventie van de gebruiker (toets A) of door inschakeling van de volgende geldige
tijdzone. Het gebruik van de TIMER in combinatie met ECO vereist een goede kennis van de werklogica van het product.
FIG.3 FIG.5FIG.4
26
°C
MAN
21:11
FR
OFF
27
23:00
MAX
°C
27
7-AFSTANDBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DIVERSE INSTELLINGEN
Omgevingsventilatie
In alle 4 eerder beschreven werkwijzen is het mogelijk de ventilatie van het vertrek naar goeddunken in te stellen. Het volstaat om deze
eenvoudige handeling te volgen: vanuit de basisweergave drukt men op de toets D om naar de afstelling te gaan van de VENTILATIE
(afbeelding 6). Nu kunt u met toets C de voorkeurventilatie instellen door een van de 5 beschikbare niveaus te kiezen, onafhankelijk van
het niveau van de vlam. Het is ook mogelijk om de optie “auto” te kiezen, die de snelheid van de ventilatie van het vertrek automatisch
aan het vlamniveau koppelt.
In het kort:
vlam op 1 > ventilatie op 1; vlam op 3 > ventilatie op 3; vlam op 5 > ventilatie altijd op 3 (om voor een
geruislozer werking te zorgen aangezien de werking automatisch is).
Bij porducten met 2 omgevingsventilatoren (comfort air modellen) kan men via de toets D de snelheid van de afzonderlijke ventilatoren
doorlopen en instellen
(geïdenticeerd met 1 of 2 boven de niveaubalken).
OPMERKING: Wanneer men eventueel een afstandsbediening ter vervanging aankoopt en het nodig is om de default
instelling te wijzigen, gaat men als volgt te werk: terwijl de afstandsbediening aan staat, drukt men gedurende 10
seconden tegelijk op de knoppen D + E (no tot het getal knipperend verschijnt). Druk op toets C en selecteer 1 of 2,
naargelang de voor het product vereiste instelling waaraan u de afstandsbediening wilt toekennen en verlaat de
instelling door te bevestigen met toets E.
Sleep functie
Met Sleep kunt u snel een tijdstip instellen waarop het product uitgeschakeld moet worden. Deze functie is alleen beschikbaar in
werkwijze MAN en AUTO. Instellen gebeurt op de volgende manier: vanuit de afstelling van de VENTILATIE (druk op de toets D - zie vorige
paragraaf), drukt men opnieuw op de toets D om naar de afstelling van de SLEEP te gaan.
Met toets C regelt u het tijdstip van uitschakeling met stappen van 10 minuten.
Door te bevestigen met D of E keert men terug naar de basisweergave, waar in ieder geval het uur van uitschakeling via de sleep zichtbaar
blijft (afbeelding 7).
Om SLEEP uit te schakelen, volstaat het naar de instelling te gaan, het tijdstip te verminderen tot de streepjes verschijnen en te bevestigen.
FIG.6
FIG.7
MAN
21:11
FR
19
SF
°C
MAN
21:11
FR
19
SF
°C
28
7-AFSTANDBEDIENING MAX
SILENT FUNCTIE (SF)
Met de functie SILENT kan de kachel de hele nacht op minimumvermogen werken, waardoor de ventilatie van de omgeving kan worden
uitgeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar in werkwijze AUTO en MAN (niet in werkwijze TIMER). Dit wordt op de volgende
manier ingesteld:
bij de afstelling van de VENTILATIE (druk op de toets D), drukt men opnieuw op de toets D en gaat men naar de afstelling van de SLEEP.
Bij de weergave van de streepjes --“ drukt men op de toets C onderaan om de SILENT-functie te activeren (de melding SF verschijnt);
bevestig met D of E om terug te keren naar de basisweergave waarin de melding SF en het symbool van de maan zichtbaar blijven.
Wanneer de functie geactiveerd is, gaat het vermogen van de vlam naar 1 en gaat de ventilator na ongeveer 5 minuten uit om de
overtollige warmte te kunnen afvoeren.
Wanneer deze functie actief is, zal de bediening van de toetsen C geen enkel eect hebben. Om de SILENT-functie weer uit te schakelen,
moet men naar de afstelling SLEEP gaan; druk op de toets C bovenaan om de streepjes --“ te doen verschijnen en bevestig met de
toetsen D of E.
TIMER
6:30
8:00
MO
TU
WE
TH
FR
SA
SU
ON
OFF
20
P1
°C
TIMER
ECO
OFF ON
29
7-AFSTANDBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
FIG.9FIG.8
TIMER-instellingen
Weergave tijdzones van de TIMER
Om in werkwijze TIMER naar de weergave van de tijdzones te gaan, volstaat het om 2” op de toets D te drukken. Met de toets C kan men
vrij de 6 tijdzones doorlopen, om snel de opgeslagen instellingen te controleren (afbeelding 8). Wanneer men op de toets D of A drukt,
keert men naar de basisweergave terug.
Wijziging tijdzones van de TIMER
Om naar het wijzigen van een tijdzone te gaan, moet men die weergeven zoals beschreven in de vorige paragraaf, daarna kort op de toets
E drukken. De eerste parameter die kan ingesteld worden begint te knipperen, namelijk de omgevingstemperatuur. Druk op de toets C
om de waarde te wijzigen en op de toets E om te bevestigen en over te gaan naar de instelling van de volgende parameter. De instelbare
parameters voor een tijdzone zijn in volgorde:
• Omgevingstemperatuur. Wijzigbaar tussen 5° en 35°C. Onder 5°C of boven 35°C verschijnen 2 streepjes “--“ die, indien bevestigd, het
programma deactiveren (die het product dus niet zal inschakelen).
• Tijd van inschakeling. De instelling vindt plaats met stappen van 10 min (van 00:00 tot 23:50).
• Tijd van uitschakeling. De instelling vindt plaats met stappen van 10 min (van 00:10 tot 24.00).
• Dagen van de week waarop het programma actief is. Maandag (MO) begint te knipperen gevolgd door de andere dagen van de week.
Gebruik toets C om de dag te activeren/deactiveren. De geactiveerde dagen worden weergegeven op een donkere achtergrond.
Wanneer de instelling van zondag (SU) is bereikt en op toets E wordt gedrukt, verlaat men de wijziging en keert men terug naar de
weergave van de tijdzones.
Door op een willekeurig ogenblik op toets D te drukken, wordt de wijziging van de tijdzone verlaten met bewaring van alle veranderingen
die tot dat moment bevestigd zijn met toets E en keert men terug naar de weergavestatus van de tijdzones.
Door echter op toets A te drukken (of door het toetsenbord gedurende 30” inactief te laten) keert u terug naar de basisweergave met
bewaring van alle veranderingen die tot dat moment bevestigd zijn met toets E.
Activering van de tijdzones van TIMER-ECO
In werkwijze ECO kan men 6 personaliseerbare tijdzones voor inschakeling en uitschakeling activeren (E1 – E6): wanneer men 2” op de
toets D drukt, verschijnt de functie voor activering/deactivering van de TIMER (afbeelding 9). Wanneer de optie ON wordt bevestigd,
gaat men naar de weergave/wijziging van de 6 tijdzones van de TIMER-ECO met dezelfde mogelijkheden zoals hiervoor beschreven voor
de TIMER. Wanneer men met de optie OFF bevestigt, wordt de TIMER gedeactiveerd en gaat het toestel opnieuw werken in werkwijze
ECO zonder actieve tijdzones.
SYNCHRONISATIE AFSTANDSBEDIENING
Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt gestart, kan het nodig zijn om de kachel de nieuwe afstandsbediening te laten herkennen.
Hiervoor voert men de volgende eenvoudige handelingen uit:
sluit de stekker op de kachel aan en zet de voedingsschakelaar aan
controleer of de keuzeschakelaar D van het noodbedieningspaneel op de stand REMOTE staat
wanneer de eerste melding op het display van het noodbedieningspaneel verschijnt, drukt men op de onderstreepte knop G met behulp
van een puntig voorwerp (tandenstokertje ...)
op het display van het bedieningspaneel verschijnen 3 knipperende lijnen “---“. Druk op de knop on/o van de afstandsbediening om het
aanleren uit te voeren.
De drie knipperende lijnen zullen van het display verdwijnen en de kachel leert het nieuwe communicatieadres van de afstandsbediening
aan. Als het aanleren is gebeurd, wordt dit ook bevestigd door 4 geluidsignalen die weerklinken.
A
B
C
G
D
E
F
30
8-NOODPANEEL
Op de zijkant-links achteraan van de kachel bevindt zich het noodbedieningspaneel, dat ontwikkeld is voor het uitvoeren van een
diagnose van een eventueel afwijkende werking en nodig voor de controle van de kachel wanneer de afstandsbediening niet werkt.
LEGENDE
A - DISPLAY; geeft informatie over de kachel, naast de
identicatiecode van een eventuele afwijkende werking.
B - GROEN led dat aangeeft:
• UIT = Kachel uit
• KNIPPEREND AAN = Kachel in fase inschakeling
• VAST AAN = Kachel aan
C - ROOD led dat aangeeft:
• UIT = Kachel aan
• LANGZAAM KNIPPEREND AAN = Kachel wordt
uitgeschakeld
• SNEL KNIPPEREND AAN = Kachel op alarm (gedurende
de eerste 10 minuten in combinatie met een pieptoon)
• VAST AAN = Kachel uit
D - Keuzeschakelaar met drie standen voor de werking
• OFF = Kachel handmatig uitgeschakeld bij afwezigheid
van de afstandsbediening
• REMOTE = Kachel uitsluitend met de afstandsbediening
bestuurbaar
• ON = Kachel handmatig ingeschakeld bij afwezigheid
van de afstandsbediening
E - Keuzeschakelaar met drie standen voor de keuze van het
vermogen
• MIN = Keuzeschakelaar om de kachel op het MINIMUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
• MED = Keuzeschakelaar om de kachel op het MEDIUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
• MAX = Keuzeschakelaar om de kachel op het MAXIMUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
F - Drukknop voor diagnostische functies over de werkingsstatus van
de kachel
G - Drukknop om de kachel met een nieuwe afstandsbediening
in communicatie te stellen (via de procedure die hierna wordt
toegelicht)
OM DE KACHEL MET DE AFSTANDSBEDIENING TE
LATEN WERKEN, MOET KEUZESCHAKELAAR "D" OP
"REMOTE" STAAN.
31
9-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst aan de achterkant van de kachel aan, en daarna op een stopcontact in de muur. De hoofdschakelaar op de
zijkant moet alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen; zo niet is het aanbevolen de schakelaar uit te laten.
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, is het aanbevolen om de voedingskabel van de kachel los te koppelen.
STROOMVOORZIENING VAN DE KACHEL
Wanneer de voedingskabel aan de achterkant van het product is aangesloten, moet men de schakelaar aan de achterkant op de stand
(I) zetten.
De verlichte knop van de schakelaar zal oplichten.
De schakelaar achteraan de kachel dient om de spanning naar het systeem in te schakelen.
Aan de achterkant van de kachel is een zekeringhouder voorzien die zich nabij het stopcontact bevindt. Open de afdekking van de
zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren door een erkende,
gekwaliceerde technicus.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
VOEDING KACHEL
SCHAKELAAR KACHEL
ON
OFF
D
E
32
9-WERKING
Inschakeing/uitschakelingn via het noodbedieningispaneel
Als de afstandsbediening stuk is of de batterijen leeg zijn, kan men de kachel voorlopig in werking stellen via het noodbedieningspaneel
op de achterkant.
In deze conguratie kan de kachel alleen in de handmatige werkwijze werken, met de mogelijkheid uit 3 vermogenniveaus te kiezen.
• INSCHAKELING KACHEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Zet de keuzeschakelaar “D” op ON om de kachel in te schakelen. Op het moment van inschakeling gaat de RODE led uit terwijl de GROENE
led begint te knipperen tot de startfase doorlopen is; wanneer het toestel in gewoon bedrijf is, blijft de GROENE led continu aan.
• KEUZE VAN HET VERMOGEN ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Men kan uit drie verwarmingsvermogens kiezen:
MIN-MED-MAX (keuzeschakelaar “E”)
Het MINIMUM vermogen komt overeen met het 1
e
vermogen;
het MEDIUM vermogen komt overeen met het 3
e
vermogen;
het MAXIMUM vermogen komt overeen met het 5
e
vermogen;
• UITSCHAKELING VAN DE KACHEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Zet de keuzeschakelaar “D” op “OFF” om de kachel uit te schakelen.
Wanneer de werking van de afstandsbediening weer is hervat, moet men eraan denken om keuzeschakelaar "D"
weer op "REMOTE" te zetten, anders zal de kachel alle inputs van de afstandsbediening negeren.
33
10-BEVEILIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het toestel is met de volgende veiligheidsvoorzieningen uitgerust:
TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft signaal om het product te starten of te stoppen wanneer de temperatuur van de
rookgassen onder de vooraf ingestelde waarde daalt.
TEMPERATUURSONDE PELLETRESERVOIR
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van het toestel onmiddellijk gestopt; om opnieuw te
starten moet men wachten tot het toestel is afgekoeld.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
Het product wordt door een hoofdzekering beveiligd tegen sterke stroomschommelingen. Deze zekering bevindt zich in het
voedingspaneeltje aan de achterkant. Er bevinden zich bovendien andere zekeringen voor de beveiliging van de elektronische kaarten
op deze kaarten.
BREUK VAN DE ROOKVENTILATOR
Als de ventilator stopt met werken, blokkeert de elektronische kaart zo snel mogelijk de toevoer van pellets en wordt het alarm
weergegeven.
BREUK VAN DE REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stilvalt, gaat het toestel uit en wordt het betreende alarm gesignaleerd.
TIJDELIJKE STROOMONDERBREKING
Als tijdens de werking is er een stroomstoring, de stroom weer terugkeert, het product zal gaan in koeling en dan blijft uit.
GEEN ONTSTEKING
Als tijdens de inschakeling geen vlam ontstaat, gaat het toestel in alarm.
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer ingeschakeld worden zodat
de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing zich voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd
worden; voor ieder alarmbericht dat door het toestel wordt weergegeven, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem
te verhelpen.
34
11-ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel over naar uitschakeling wegens alarm en informeert de gebruiker over de
aard van het
defect dat zich heeft voorgedaan via een code met 3 cijfers, die op het noodpaneel aan de achterkant weergegeven blijft.
Het alarm wordt permanent gemeld door de betreende driecijferige code, door een rood knipperend controlelampje dat altijd op het
noodbedieningspaneel verschijnt en, gedurende de eerste 10 minuten, door een periodieke geluidssignalering. Om de kachel uit de
alarmstatus te laten komen en de gewone werkstatus van de kachel te herstellen, dient u de aanwijzingen te lezen die in de volgende 2
paragrafen staan. De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke
codes toegekend zijn die op het noodpaneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY AARD VAN HET PROBLEEM OPLOSSING
A01
Het vuur wordt niet ontstoken Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst
en of ER geen duidelijke onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
Controleer of de ontstekingsbougie warm wordt.
A02
Abnormaal uitdoven van het vuur Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst
en of ER geen duidelijke onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
A03
De temperatuur van het pelletreservoir
overschrijdt de voorziene
veiligheidslimiet.
Oververhitting van de structuur door
onvoldoende warmte-afvoer.
De structuur is te heet omdat het product te lang op
het maximumvermogen gewerkt heeft of omdat de
ventilatie gering is of omdat de luchtventilatoren defect
zijn. Wanneer het product voldoende koud is, druk dan
op knop B van het bedieningspaneel of op OFF op de
afstandsbediening om alarm A03 te annuleren. Als het
alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer normaal
inschakelen.
A04
De temperatuur van de afgevoerde
rookgassen heeft bepaalde vooraif
ingestelde veiligheidslimieten
overschreden.
De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel enkele
minuten afkoelen en schakel daarna weer in. Controleer
de afvoer van de rook en controleer het type pellets dat
gebruikt wordt.
A05
Verstopping van het rookkanaal - wind -
deur open.
Controleer het rookkanaal en de sluiting van de deur.
De rookextractor slaagt er niet in de
primaire lucht te garanderen die nodig is
voor een correcte verbranding.
Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en
reinig de pot zonodig.
Controleer en reinig eventueel de rookleiding en de
luchtinlaat.
A08
Slechte werking van de rookgasventilator Controleer de reine staat van de ventilatorruimte en kijk
of er vuil is dat de ventilator blokkeert. Volstaat dit niet
dan is de ventilator voor de rookafvoer defect. Neem
contact op met een erkend assistentiecentrum om de
vervanging uit te voeren.
A09
De rooksonde is defect en detecteert niet
correct de temperatuur van de afgevoerde
rookgassen.
Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de vervanging van dit component uit te voeren.
35
11-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
A11
Defecte pellettoevoer Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de vervanging van dit component uit te voeren.
A12
De afstandsbediening is langer dan 3 uur
buiten het ontvangstbereik van de kachel
(of heeft lege batterijen).
OPMERKING: alleen in dit geval zal de
kachel niet wegens alarm uitgeschakeld
worden maar gaat door met werken in de
werkwijze die door de afstandsbediening
met het laatst verzonden commando
ingesteld was.
Breng de afstandsbediening opnieuw in het
ontvangstbereik van de kachel (of vervang de batterijen
in de afstandsbediening als deze leeg zijn). Zodra de
kachel een nieuw signaal van de afstandsbediening
ontvangt, zullen de alarmaanduidingen verdwijnen.
Een eenvoudige manier om de zending naar de kachel
te forceren is door op knop B te drukken (die de
werkwijze van handmatig in automatisch omschakelt,
en omgekeerd).
A13
Oververhitting van de elektronische
besturingseenheid
De structuur is te heet omdat het product te lang op
het maximumvermogen gewerkt heeft of omdat de
ventilatie gering is of omdat de luchtventilatoren defect
zijn. Wanneer het product voldoende koud is, druk dan
op knop B van het bedieningspaneel of op OFF op de
afstandsbediening om alarm A13 te annuleren. Als het
alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer normaal
inschakelen..
A14
Defect van de sensor van het luchtdebiet Dit alarm is niet van blokkerende aard, er verschijnt
alleen een waarschuwingsscherm. Neem contact op met
een erkende assistentiedienst om de vervanging van dit
component uit te voeren.
SER
Waarschuwing periodiek onderhoud Wanneer deze tekst op het moment van inschakeling
knipperend verschijnt, betekent dit dat het van tevoren
vastgestelde aantal werkuren voorafgaand aan het
onderhoud verstreken zijn. Zorg ervoor dat nieuw
onderhoud uitgevoerd wordt door contact op te nemen
met een gespecialiseerd technicus van MCZ.
Alarmconditie verlaten
Als er zich een alarm voordoet dient u de hierna beschreven procedure te volgen om de normale werking van de kachel te hervatten:
• Zet keuzeschakelaar D van het noodpaneel aaan de achterkant enkele seconden op OFF tot de code met 3 cijfers verschijnt
waarmee het type alarm geïdenticeerd wordt. Met de volgende handeling verdwijnt ook het knipperen van de rode led en de
geluidssignalering van het alarm.
• Zet keuzeschakelaar D opnieuw op REMOTE om de werking van de kachel opnieuw via de afstandsbediening te kunnen regelen.
• Schakel de afstandsbediening uit en eventueel weer in als u wilt dat de kachel opnieuw start.
Alleen als defect A12 optreedt (geen communicatie tussen afstandsbediening en kachel) blijft het product gewoon
ingeschakeld volgens de laatst ingestelde werkwijze en wordt de alarmmodus automatisch verlaten zodra een
signaal van de afstandsbediening ontvangen wordt.
36
11-ALARMEN
Mechanische blokkering van de kachel
De oorzaken van de mechanische blokkering van de kachel kunnen de volgende zijn:
• Oververhitting van de structuur (“A03”)
• Oververhitting van de rookgassen (“A04”)
• Tijdens de werking van de kachel is er een ongecontroleerde ingang van lucht in de verbrandingskamer opgetreden of een
verstopping
in het rookkanaal (“A05”)
De blokkering wordt op het display gesignaleerd en vergezeld van een pieptoon. In deze situatie wordt de fase van uitschakeling
automatisch geactiveerd. Wanneer deze procedure is gestart, zal iedere poging om het systeem te doen herstarten geen eect hebben.
Op het display wordt de oorzaak van de blokkering gesignaleerd.
HOE TE HANDELEN:
Als het opschrift A03 verschijnt: de structuur is te heet omdat het toestel te lang op het maximumvermogen gewerkt heeft of omdat de
ventilatie gering is of omdat de ventilatoren van de lucht defect zijn.
Wanneer de kachel voldoende is afgekoeld, drukt men op knop B van het bedieningspaneel of op OFF op de afstandsbediening om alarm
A03 te annuleren. Als het alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer normaal inschakelen.
Als het opschrift A04 verschijnt: De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel enkele minuten afkoelen en schakel daarna weer in.
Controleer de afvoer van de rook en controleer het type pellets dat gebruikt wordt.
Als het opschrift A05 verschijnt: veroorzaakt door de langdurige opening van de vuurdeur of door een aanzienlijke luchtinltratie (vb.
de inspectiedop van de rookventilator ontbreekt). Als het niet aan deze factoren te wijten is, controleer dan de rookgasleiding en het
rookkanaal en reinig deze zonodig. (het is aanbevolen dat deze interventie door een gespecialiseerde technicus van MCZ wordt uitgevoerd).
Alleen na het permanent wegnemen van de oorzaak van de blokkering, kan het toestel opnieuw worden ingeschakeld.
37
12-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
OPGEPAST!
Alle schoonmaakwerkzaamheden van alle delen moeten uitgevoerd worden wanneer het toestel volledig is
afgekoeld en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
Het product vereist weinig onderhoud als kwaliteitsvolle, gecerticeerde pellets worden gebruikt.
DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING OP LAST VAN DE GEBRUIKER
Vóór elke inschakeling
Reinig de vuurpot door as en eventuele afzettingen weg te nemen die de gaten waar lucht doorstroomt kunnen belemmeren.
Als er geen pellets meer in het reservoir zijn, kunnen onverbrande pellets een opeenhoping in de vuurpot vormen. Maak de vuurpot
steeds leeg vooraleer opnieuw in te schakelen.
ALLEEN EEN CORRECT GEPLAATSTE EN GEREINIGDE VUURPOT KAN EEN OPTIMALE INSCHAKELING EN WERKING VAN UW
PELLETPRODUCT GARANDEREN.
Voor een doeltreende reiniging van de vuurpot moet die volledig uit de zitting worden gehaald en moeten alle openingen en het rooster
op de bodem goed worden gereinigd. Bij het gebruik van pellets van goede kwaliteit is een kwast doorgaans voldoende om de werking
van het onderdeel weer in optimale staat te brengen.
Na een lange periode van inactiviteit moet men (met behulp van een stofzuiger met een lange buis) eventuele pelletresten
verwijderen die er al lange tijd zitten. Deze resten kunnen immers vocht hebben opgenomen, waardoor hun oorspronkelijke kenmerken
zijn veranderd en ze niet langer geschikt zijn voor verbranding.
REINIGING VAN DE RUIT
Voor de reiniging van het keramisch glas wordt aanbevolen om een droge kwast te gebruiken of, in geval van hardnekkig vuil, een
specieke reinigingsspray door een kleine hoeveelheid op het glas te spuiten en dit vervolgens met een doek te reinigen.
OPGEPAST!
Gebruik geen schurende producten en sproei het product voor de reiniging van het glas niet op de gelakte delen en
op de pakkingen van de deur (koordje in keramische vezel).
VOORBEELD VAN EEN SCHONE VUURPOT VOORBEELD VAN EEN VUILE VUURPOT
38
12-REINIGINGEN
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER
Aan de achterkant van de kachel moet op het moment van installatie van de kachel de luchtlter in metaalgaas worden aangebracht,
deze dient om te vermijden dat er vuil in het motorhuis en in de interne sensor terecht komt.
Het is aanbevolen om iedere 15/20 dagen te controleren of de lter rein is. Verwijder indien nodig pluisjes of het materiaal dat zich erop
heeft afgezet.
De controle en de eventuele reinging moeten frequenter gebeuren als er in de woning huisdieren verblijven.
Voor de reiniging volstaat het om aan de knop te draaien die de ler op de buis voor het aanzuigen van de lucht blokkeert en de lter weg
te nemen in de richting van de pijl. Gebruik een penseel of een vochtige doek of perslucht om de lter te reinigen.
De lter bestaat uit een metalen net en is zeer soepel en vervormbaar bij aanraking, tijdens de reiniging moet men
daarom opletten om het net niet te pletten of te beschadigen. In geval van breuk moet die worden vervangen.
OPGEPAST!
Laat de kachel nooit werken zonder de lter. MCZ stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele beschadigingen van
interne componenten als niet aan deze voorschriften wordt voldaan.
A
B
C
39
12-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
CONTROLE ELKE 2/3 DAGEN
Reinig en leeg de aslade “C” en let daarbij op de hete as.
De assen mogen enkel verwijderd worden met behulp van een stofzuiger als ze helemaal zijn afgekoeld. In dit geval moet
een gepaste stofzuiger gebruikt worden om ook deeltjes van bepaalde afmetingen te kunnen verwijderen. Uw ervaring en de kwaliteit
van de pellets zullen de frequentie van de reiniging bepalen. Er wordt hoe dan ook aanbevolen om niet langer dan 2-3 dagen te
wachten. Na de reinigig moet men de aslade opnieuw onder de vuurpot aanbrengen en controleren of die goed is ingebracht.
Open de deur van de kachel, neem de vuurpot A weg en reinig rondom. Neem vervolgens de aslade “C” en het rooster “B” weg. Maak alles
schoon met de stofzuiger en hermonteer de stukken.
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
E F
40
12-REINIGINGEN
PERIODIEKE REINIGINGEN OP LAST VAN EEN GESPECIALISEERD TECHNICUS
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
Halverwege het winterseizoen maar vooral op het einde van de winter, moet de ruimte waardoor de rookgassen worden afgevoerd
gereinigd worden.
Deze reiniging moet verplicht worden uitgevoerd om de algemene afvoer van alle verbrandingsresten te vergemakkelijken, voordat de
tijd en de luchtvochtigheid deze samendrukt waarna ze moeilijk te verwijderen zijn.
Verwijder de frontale inspectiedop E middels de drie schroeven F. Zuig eventuele asresten met de stofzuiger op.
REINIGING VAN HET ROOKKANAAL EN ALGEMENE CONTROLES
Reinig de installatie van de rookafvoer vooral nabij de bochten en de eventuele horizontale delen.
Neem contact op met een schoorsteenveger voor meer informatie betreende de reiniging van het rookkanaal.
Na reiniging van het rookkanaal verwijdert men de dop S, aan de achterkant van de kachel, middels de vier schroeven V en zuig
eventuele asresten op. Indien nodig de pakking U vervangen en de dop S opnieuw monteren.
Controleer de dichting van de pakking in keramische vezel op de deur van de kachel. Bestel indien nodig nieuwe pakkingen bij uw
verkoper, of neem contact op met een erkende assistentiedienst om de complete handeling te laten uitvoeren.
LET OP:
De frequentie van de reiniging van de installatie voor afvoer van rookgassen moet bepaald worden op basis van het
gebruik van de kachel en het type installatie.
Het is aanbevolen om een erkende assistentiedienst te contacteren voor het onderhoud en de reiniging op het
einde van het seizoen, omdat het personeel naast de bovenstaande handelingen ook een algemene controle van
de onderdelen zal uitvoeren.
V
U
S
41
12-REINIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
BUITENDIENSTSTELLING (einde seizoen)
Aan het einde van ieder seizoen wordt aanbevolen om vooraleer het toestel uit te schakelen alle pellets uit het reservoir te verwijderen
met behulp van een stofzuiger met lange buis.
Tijdens de periode waarin het toestel niet wordt gebruikt, moet men die van het elektrische net loskoppelen. Voor meer
veiligheid wordt aanbevolen om de voedingskabel te verwijderen, vooral wanneer er kinderen aanwezig zijn.
Wanneer het product weer wordt ingeschakeld, door op de hoofdschakelaar op de zijkant van het product te drukken, en het display van
het bedieningspaneel wordt niet ingeschakeld, kan het zijn dat de servicezekering moet worden vervangen.
Op de zijkant van het product is een zekeringhouder aanwezig, nabij het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact, open de
afdekking van de zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren
door een erkende, gekwaliceerde technicus.
42
12-REINIGINGEN
CONTROLE VAN DE INTERNE ONDERDELEN
OPGEPAST!
De controle van de interne elektromechanische onderdelen mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd
personeel dat over de technische kennis beschikt betreende verbranding en elektriciteit.
Het is aanbevolen om dit periodiek onderhoud jaarlijks uit te voeren (via een geprogrammeerd contract voor assistentie), voor een visuele
controle en de controle van de correcte werking van de interne onderdelen. De controle- en/of onderhoudsinterventies die absoluut
noodzakelijk zijn voor de correcte werking van het product worden hieronder samengevat.
ONDERDELEN/PERIODE 1 DAG 23 DAGEN 15/20 DAGEN 180 DAGEN 1 JAAR
Vuurpot
Aslade
Ruit
Inspectiedop vooraan
Inspectiedop achteraan
(met reiniging rookkanaal)
Rookkanaal
Pakkingen
Luchtlter
Batterij afstandsbediening
43
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
OPGEPAST!
Alle reparaties dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door een gespecialiseerd technicus wanneer het toestel
uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De pellets worden niet in de
verbrandingskamer gevoerd.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De toevoerschroef is geblokkeerd door
zaagsel.
Maak het reservoir leeg en deblokkeer
de toevoerschroef door het zaagsel weg
te nemen.
Reductiemotor defect. Vervang de reductiemotor.
Elektronische kaart defect. Vervang de elektronische kaart.
Het vuur gaat uit of het toestel valt
automatisch stil.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De pellets worden niet aangevoerd. Zie de vorige storing.
Interventie van de veiligheidssonde van
de pellettemperatuur.
Laat het toestel afkoelen, stel de
thermostaat opnieuw in tot de blokkering
opgeheven wordt en schakel de ketel
opnieuw in; als het probleem blijft
aanhouden, neem dan contact op met de
technische assistentie.
Chrono actief. Controleer of de instelling chrono actief is.
De deur is niet perfect gesloten of de
pakkingen zijn versleten.
Sluit de deur en vervang de pakkingen
door originele pakkingen.
Ongeschikte pellets. Vervang het type pellets door een soort
die door de fabrikant wordt aanbevolen.
Geringe toevoer van pellets. Laat de toevoer van brandstof controleren
volgens de instructies in de handleiding.
Verbrandingskamer vuil. Reinig de verbrandingskamer volgens de
instructies in deze handleiding.
Afvoer verstopt. Reinig het rookkanaal.
Motor van de rookafzuiging beschadigd. Controleer en vervang eventueel de
motor.
44
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Het toestel werkt enkele minuten en
wordt dan uitgeschakeld.
De inschakelfase is niet beëindigd. Herhaal de inschakelfase.
Tijdelijke onderbreking van de elektrische
energie.
Wacht tot de automatische herstart
plaatsvindt.
Rookgaskanaal verstopt. Reinig het rookgaskanaal.
Temperatuursondes defect of stuk. Controleer en vervang de sondes.
De pellets hopen zich op in de
vuurpot, de ruit van de deur wordt
vuil en de vlam is zwak.
Onvoldoende verbrandingslucht. Controleer of de luchtinlaat in de kamer
aanwezig is en of die vrij is.
Reinig de vuurpot en controleer of alle
gaten open zijn.
Verricht een algemene reiniging van de
verbrandingskamer en het rookkanaal.
Controleer de staat van de pakkingen van
de deur.
Vochtige of ongeschikte pellets. Gebruik een ander type pellet.
Motor aanzuiging rookgassen defect. Controleer en vervang eventueel de
motor.
De motor van de rookgasafzuiging
werkt niet.
Het toestel krijgt geen elektrische
spanning.
Controleer de netspanning en de zekering.
De motor is beschadigd. Controleer en vervang eventueel de motor
en de condensor.
De moederkaart is defect. Vervang de elektronische kaart.
Het bedieningspaneel is defect. Vervang het bBedieningspaneel.
De convectieluchtventilator werkt
zonder stoppen.
Thermische sonde defect of stuk. Controleer de werking van de sonde en
vervang de sonde eventueel.
Ventilator defect. Wacht enkele minuten en controleer
de werking van de motor, eventueel de
motor vervangen.
Het toestel heeft de temperatuur voor
uitschakelen nog niet bereikt.
Wachten.
45
13-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De luchtventilator gaat niet aan. Het toestel heeft de temperatuur niet
bereikt.
Wachten.
De afstandsbediening werkt niet. Batterij van de afstandsbediening leeg. Vervang de batterij.
Afstandsbediening defect. Vervang de afstandsbediening.
Op de automatische stand
werkt het toestel altijd op het
maximumvermogen.
Omgevingsthermostaat op
maximumstand.
Stel de temperatuur van de thermostaat
opnieuw in.
Sonde voor temperatuurmeting
beschadigd.
Controleer de sonde en vervang hem
eventueel.
Bedieningspaneel defect of werkt niet. Het paneel controleren en eventueel
vervangen.
Het toestel gaat niet aan. Geen elektrische energie. Controleer of de stekker in zit en de
hoofdschakelaar op “I” staat.
Interventie van de zekering ten gevolge
van een defect.
Vervang de zekering door een andere
zekering met dezelfde kenmerken (5x20
mm F 3.15A).
Controleer de vuurpot. Reinig de vuurpot en verwijder eventuele
aanslag of resten van onverbrande pellets.
Controleer de positie van de vuurpot. Plaats de vuurpot weer terug in zijn
zitting.
Controleer of de bougie warm wordt. Controleren en eventueel vervangen.
Rookgasafvoer of rookgaskanaal verstopt. Reinig de rookgasafvoer en/of het
rookgaskanaal.
Bougie beschadigd. Vervang de bougie.
65
4
8
7
9
12
11
10
2
3
1
46
14-ELEKTRONISCHE KAART
LEGENDE BEKABELINGEN MOEDERKAART
1. ENCODER VENTILATOR ROOKGASSEN 8. LUCHTVENTILATOR
2. ENCODER REDUCTIEMOTOR 9. REDUCTIEMOTOR
3. DRUKTRANSDUCTOR 10. ROOKGASVENTILATOR
4. TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN 11. BOUGIE
5. UPDATE SOFTWARE 12. SCHAKELAAR
6. NOODPANEEL
7. THERMOBEVEILIGING RESERVOIR
N.B. De elektrische bedradingen van de afzonderlijke onderdelen zijn voorzien van voorbekabelde connectoren waarvan
de groottes onderling verschillen.
REV 08901300900
Via La Croce 8
33074 Vigonovo di Fontanafredda (PN) – ITALIË
Telefoon: 0434/599599 aut. antw.
Fax: 0434/599598
Internet: www.mcz.it
e-mail: info.red@mcz.it
04/09/13
11


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for MCZ Thema Air - 2013 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of MCZ Thema Air - 2013 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 5,38 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of MCZ Thema Air - 2013

MCZ Thema Air - 2013 Installation Guide - English - 52 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info