694151
5
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/40
Next page
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK NL
HERMETISCH GESLOTEN PELLETKACHEL
EGO Air - 2016
EGO Comfort Air - 2016
STAR Air - 2016
STAR Comfort Air - 2016
DEEL 2 - WERKING EN SCHOONMAAK
Instructies in de oorspronkelijke taal
II
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE ......................................................................................................II
13EERSTE INSCHAKELING ...........................................................................................3
14AFSTANDSBEDIENING MAX .....................................................................................4
15NOODPANEEL ......................................................................................................11
16WERKING ............................................................................................................13
17BEVEILIGINGEN ...................................................................................................17
18ALARMEN ............................................................................................................18
19AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK ......................................................... 24
20REINIGING...........................................................................................................25
21DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN....................................................................33
22ELEKTRONISCHE KAART KACHELS AIR ...................................................................36
23ELEKTRONISCHE KAART KACHELS COMFORT AIR MET TWEE VENTILATOREN .............37
3
13-EERSTE INSCHAKELING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
AANBEVELINGEN VÓÓR DE INSCHAKELING
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle voorwerpen die vlam kunnen vatten uit de vuurhaard en van het glas (handleiding, diverse stickers en eventueel
piepschuim).
Controleer of de vuurpot correct geplaatst is en goed op de basis steunt.
De eerste inschakeling kan mislukken omdat de transportschroef leeg is en er niet altijd in slaagt de vuurpot tijdig
met de benodigde hoeveelheid pellets te vullen die voor de normale ontsteking van de vlam noodzakelijk is.
ANNULEER DE ALARMCONDITIE GEEN ONTSTEKING DOOR DE KEUZESCHAKELAAR “D” VAN HET NOODPANEEL ONGEVEER
20 SECONDEN OP OFF TE ZETTEN EN DE KEUZESCHAKELAAR “D” DAARNA OPNIEUW OP REMOTE TE STELLEN. VERWIJDER
DE OVERGEBLEVEN PELLETS UIT DE VUURPOT EN HERHAAL DE INSCHAKELING. (ZIE PARAGRAAF “BEVEILIGINGEN/
ALARMEN”)
Als er na herhaalde pogingen om in te schakelen geen vlam verschijnt, ook al is er een regelmatige toevoer van pellets aanwezig, dan
moet men controleren of de vuurpot correct geplaatst is. Deze moet perfect in zijn zitting aansluiten. Als tijdens deze controle
geen onregelmatigheden worden opgemerkt, betekent dit dat er een probleem met de onderdelen van het product kan zijn, of werd de
installatie niet correct uitgevoerd.
VERWIJDER DE PELLETS UIT DE VUURPOT EN VRAAG DE INTERVENTIE VAN EEN ERKEND TECHNICUS.
Raak het product niet aan tijdens de eerste inschakeling omdat de lak tijdens deze fase hard wordt. Door de verf aan
te raken, kan het stalen oppervlak opnieuw te voorschijn komen.
Herstel de lak indien nodig met behulp van een spuitbuis lak met de gewenste kleur. (Zie Accessoires voor pelletkachels”)
Men doet er goed aan om te zorgen voor een eciënte ventilatie in de ruimte tijdens de eerste inschakeling, omdat
de ketel een beetje rook en wat verfgeur zal afgeven.
Blijf niet in de nabijheid van de kachel en verlucht het vertrek, zoals eerder aangestipt. De rook en de verfgeur verdwijnen nadat het
product ongeveer een uur in werking is; wij herinneren eraan dat deze niet schadelijk zijn voor de gezondheid.
Tijdens de inschakeling en afkoeling kan de kachel gaan uitzetten of krimpen en kan er bijgevolg een licht gekraak te horen zijn.
Dit verschijnsel is absoluut normaal omdat de structuur van staallaminaat is. Het gaat dus niet om een defect.
Het is zeer belangrijk dat de kachel niet onmiddellijk oververhit wordt, maar geleidelijk op temperatuur gebracht wordt door aanvankelijk
lage vermogens te gebruiken.
Op deze manier wordt schade aan de tegels in keramiek of serpentijn, de lasnaden en de stalen structuur vermeden.
PROBEER DE VERWARMINGSPRESTATIES NIET ONMIDDELLIJK UIT!!!
A
B
E
C
D
4
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
ALGEMENE KENMERKEN VAN DE LCD-AFSTANDSBEDIENING
De afstandsbediening werkt op een zendfrequentie van 434,5MHz. Voed het product als volgt met 3 AAA-batterijen (accu’s NIET
inbegrepen):
Verwijder het deksel van het batterijvak door die naar beneden te laten schijven (ter hoogte van de pijl).
Plaats de batterijen met inachtneming van de correcte polariteit (+) en (-).
Sluit het deksel van het batterijvak opnieuw.
Wanneer de afstandsbediening wordt gevoed, wordt het scherm van de tijdsinstelling automatisch getoond.
De afstandsbediening informeert de gebruiker via een speciale icoon op het display dat de batterijen bijna leeg zijn. Als het icoon van
de lege batterij verschijnt, betekent dit dat de batterijen bijna leeg zijn en dat de afstandsbediening op het punt staat uitgeschakeld te
worden.
Batterijen bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu, daarom moeten ze apart worden verwijderd, in speciale
recipiënten.
GRAFISCH ASPECT
In de instructies verwijzen we vaak naar de aanwijzingen van de toetsen vermeld in de afbeelding. Voor het gemak kunt u de afbeelding
het best altijd binnen handbereik houden.
MAN
12:02
31
MAX
°C
TU
12:03
31
°C
TU
35
°C
AUTO
5
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
WERKING VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Algemene regels
Als toets A1” ingedrukt wordt, wordt het product in- en uitgeschakeld. Met de toets C worden alle wijzigingen uitgevoerd. Toets E dient
om deze wijzigingen te bevestigen. Met toets B selecteert men de werkwijze van het toestel. Met de toets D navigeert u in de instelling
van de VENTILATIE en van de SLEEP. Door vanuit een willekeurige status kort op toets A te drukken (of door het toetsenbord gedurende 7”
inactief te laten) keert u opnieuw naar de basisweergave terug.
BEGININSTELLINGEN
Tijdsinstelling
Door met in- of uitgeschakelde afstandsbediening gedurende 3” gelijktijdig op de toetsen B+E te drukken, gaat u naar de instelling
van het uur/de dag. De cijfers van het uur beginnen te knipperen; u kunt die met de toets C gaan wijzigen. Druk op de toets E om de
wijzigingen te bevestigen. Nu beginnen de cijfers van de minuten te knipperen.
Door dezelfde procedure van wijziging/bevestiging te volgen, gaat u vervolgens over naar de instelling van de weergavemodus van de tijd
(12u of 24u) en ten slotte begint de dag te knipperen. Door ook dit gegeven te bevestigen, verlaat u de instellingen.
OPMERKING: telkens de afstandsbediening opnieuw gevoed wordt, wordt de tijd gereset en zal de weergave automatisch naar de
tijdsinstelling gaan.
Instelling °C – °F
Alleen wanneer de kachel uit staat, kan men door gedurende 5” op de toets B te drukken de meeteenheid van de temperatuur van Celsius
naar Fahrenheit wijzigen en omgekeerd.
INSTELLING WERKWIJZEN
Wanneer de afstandsbediening aan staat, kan men met de toets B een van de volgende 4 werkwijzen van het product instellen. In
afbeelding 1-2-3-4 worden de 4 basisweergaven aangetoond, met name: Werkwijze Handmatig, Automatisch, Timer en Eco.
HANDMATIGE werkwijze (tekst MAN)
In deze werkwijze kan men handmatig het vermogen van de vlam instellen (5 niveaus – bedien rechtstreeks toets C om te wijzigen).
Afbeelding 1
AUTOMATISCHE werkwijze (tekst AUTO)
In deze werkwijze is het mogelijk de gewenste omgevingstemperatuur in te stellen, waarna de kachel het vermogen van de vlam
automatisch zal moduleren om deze temperatuur te bereiken. Afbeelding 2
In geval van AUTO-instellingen van een ventilator, hangt de snelheid af van het vermogen waarop de kachel aan het werk is:
In geval van vermogensniveau 1: V=1
In geval van vermogensniveau 2: V=2
In geval van vermogensniveau 3: V=3
In geval van vermogensniveau 4: V=3
In geval van vermogensniveau 5: V=3
FIG.1 FIG.2
MAN
12:02
31
MAX
°C
TU
6
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
FUNCTIE MANUEEL VERMOGEN
met deze functie kunt u het vlamvermogen instellen, van minimum 1 tot maximum 5. De vermogensniveaus komen overeen met een
andere waarde voor brandstofverbruik: wanneer u 5 instelt, wordt de omgeving zo snel mogelijk verwarmd, wanneer u 1 instelt, kunt u
de omgevingstemperatuur langer constant houden. De set vlam wordt automatisch op minimum ingesteld wanneer de waarde van de
ingestelde temperatuur is voldaan.
als alle balkjes vol zijn, is de kachel op vlam vermogen 5/
als slechts één balkje vol is, is de kachel op vlamvermogen 1
In geval van MANUELE instelling van de ventilatie is de functie actief die het maximale vermogen van de kachel beperkt in functie van
de ventilatie.
COMFORT AIR (2 VENTILATOREN): niveau maximaal vermogen = som van de ventilatieniveaus
AIR: niveau maximaal vermogen = 2 maal de som van de ventilatieniveaus
Ook als de beperking van het vermogen actief is, houdt de weergave op de afstandsbediening geen rekening met de beperking van het
vermogen wegens het eect van de ventilatie.
VLAMVERMOGEN
8:20
26
FR
20
°C
TIMER
°C
P1
12:06
31
°C
TU
23
°C
ECO
12:07
31
°C
TU
23
°C
TIMER
ECO
7
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
TIMER werkwijze (tekst TIMER):
Door deze werkwijze te selecteren, is het mogelijk het product automatisch in en uit te schakelen volgens 6 personaliseerbare tijdzones
(P1 – P6). In iedere tijdzone kan men het volgende instellen:
• Tijd van inschakeling
• Tijd van uitschakeling
• Gewenste omgevingstemperatuur in die tijdzone
• Dagen van de week waarop de tijdzone actief is
Wanneer de kachel wordt aangezet (handmatig via de knop A of automatisch via een tijdzone), werkt het product volgens de
hierboven beschreven automatische werkwijze. Wanneer een tijdzone actief is, verschijnt deze automatisch (P1 in afbeelding 3) en
wordt de gewenste temperatuur veranderd in de waarde die voor de tijdzone ingesteld is. Deze waarde kan hoe dan ook altijd naar
goeddunken en in realtime door de gebruiker veranderd worden.
Raadpleeg de betreende paragraaf om de tijdzones te leren instellen.
ECO werkwijze (tekst ECO):
Deze werkwijze wordt met ingeschakelde afstandsbediening geactiveerd/gedeactiveerd door 5” op toets B te drukken.
De ECO-werkwijze is een automatische werkwijze met als enig verschil dat als de ingestelde temperatuur bereikt wordt en gedurende
de 20 daaropvolgende minuten gehandhaafd blijft (ondanks de modulatie van de vlam), het product uitgeschakeld wordt en op
stand-by blijft tot de omgevingstemperatuur 2 graden onder de gewenste temperatuur daalt (en hoe dan ook niet eerder dan 5 minuten
na de laatste uitschakeling). Nu wordt het product opnieuw ingeschakeld. Afbeelding 4
Als de omgeving niet voldoende geïsoleerd is, kan de vlammodulatie de ingestelde temperatuur niet gedurende 20 opeenvolgende
minuten behouden, waardoor het product niet wordt uitgeschakeld.
OPMERKING: Er wordt hoe dan ook aangeraden om de ECO-werkwijze alleen in goed geïsoleerde ruimtes te gebruiken om
te vermijden dat de cycli van inschakeling en uitschakeling elkaar te snel opvolgen.
De afstandsbediening blijft ook tijdens de fase waarin het product door ECO uitgeschakeld is hoe dan ook ingeschakeld om aan te geven
dat de uitschakeling slechts
van tijdelijke aard is. Door het product met toets A uit te schakelen wordt de ECO-werkwijze natuurlijk verlaten en blijft het product
uitgeschakeld.
Ook in de ECO-werkwijze is het mogelijk om tot 6 tijdzones voor automatische in-/uitschakeling te activeren (E1 - E6) die onafhankelijk
van de TIMER-werkwijze (P1 - P6) werken. Als beide geactiveerd zijn, verschijnt de tekst TIMER-ECO (afbeelding 5), die permanent
aanblijft, ook wanneer de afstandsbediening uitgeschakeld wordt.
Raadpleeg de betreende paragraaf om de tijdzones te leren instellen.
OPMERKING: Als de afstandsbediening wegens TIMER uitgeschakeld wordt, kan de ECO-werkwijze pas opnieuw
ingeschakeld worden na moedwillige interventie van de gebruiker (toets A) of door inschakeling van de volgende geldige
tijdzone. Het gebruik van de TIMER in combinatie met ECO vereist een goede kennis van de werkingslogica van het
product.
FIG.3 FIG.5FIG.4
26
°C
8
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
Omgevingsventilatie
In alle 4 hiervoor beschreven werkwijzen (manueel, automatisch, timer, eco) is het mogelijk de ventilatie van het vertrek naar goeddunken
in te stellen. Het volstaat om deze eenvoudige handeling te volgen: vanuit de basisweergave drukt u op de toets D om naar de afstelling
van de VENTILATIE te gaan (afb.6). Nu kunt u met toets C (pijltjes) de voorkeurventilatie instellen door een van de 5 beschikbare
niveaus te kiezen, onafhankelijk van het niveau van de vlam.
Het is ook mogelijk om de optie auto” te kiezen, die de snelheid van de ventilatie van het vertrek automatisch aan het vlamniveau koppelt.
In het kort:
vlam op 1 > ventilatie op 1; vlam op 3 > ventilatie op 3; vlam op 5 > ventilatie altijd op 3 (om voor een geruislozer werking te zorgen
aangezien de werking automatisch is).
In de producten met 2 ventilatoren voor het vertrek (modellen comfort air) kan men met toets D de snelheid van de afzonderlijke
ventilatoren langslopen (die met 1 of 2 boven de niveaubalken aangeduid worden).
OPMERKING: Wanneer men eventueel een afstandsbediening ter vervanging aankoopt en het nodig is om de default
instelling te wijzigen, gaat men als volgt te werk: terwijl de afstandsbediening aan staat, drukt men gedurende 10
seconden tegelijk op de knoppen D + E (tot het getal knipperend verschijnt). Druk op toets C en selecteer 1 of 2, naargelang
de voor het product vereiste instelling waaraan u de afstandsbediening wilt toekennen en verlaat de instelling door te
bevestigen met toets E.
BELANGRIJK! De correcte keuze van het aantal ventilatoren kan bepalend zijn voor de goede werking van de kachel; het is
bijgevolg aanbevolen om de instellingen door een erkende technicus te laten uitvoeren.
In de tabel staat de lijst met aanwezige ventilatoren:
KACHELMODEL Aant. VENTILATOREN
EGO/STAR AIR 1
EGO/STAR COMFORT AIR 2
FIG.6
MAN
21:11
FR
OFF
27
23:00
MAX
°C
MAN
21:11
FR
19
SF
°C
MAN
21:11
FR
19
SF
°C
9
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Sleep-functie
Met Sleep kunt u snel een tijdstip instellen waarop het product uitgeschakeld moet worden. Deze functie is alleen beschikbaar in
werkwijze MAN en AUTO. Instellen gebeurt op de volgende manier: vanuit de afstelling van het VERMOGEN (druk op de toets D - zie vorige
paragraaf), drukt men opnieuw op de toets D om naar de afstelling van de SLEEP te gaan.
Met toets C regelt u het tijdstip van uitschakeling met stappen van 10 minuten.
Door te bevestigen met D of E keert men terug naar de basisweergave, waar in ieder geval het uur van uitschakeling via de sleep zichtbaar
blijft (afbeelding 7).
Om SLEEP uit te schakelen, volstaat het naar de instelling te gaan, het tijdstip te verminderen tot de streepjes verschijnen en te bevestigen.
FUNCTIE NO AIR (SF)
Met de functie NO AIR kan de kachel de hele nacht op minimumvermogen werken, waardoor de ventilatie van de omgeving kan worden
uitgeschakeld. Deze functie is alleen beschikbaar in werkwijze AUTO en MAN (niet in werkwijze TIMER). Dit wordt op de volgende manier
ingesteld:
vanuit de afstelling van de VENTILATIE (druk op de toets D), drukt men opnieuw op de toets D om naar de afstelling van de SLEEP te
gaan.
Vanuit de weergave van de streepjes “--“, drukt men op de toets C onderaan en gaat men de functie NO AIR activeren (de melding SF
verschijnt); bevestig met D of E om terug te keren naar de basisweergave waarin de melding SF en het symbool van de maan zichtbaar
blijven.
Wanneer de functie geactiveerd is, gaat het vermogen van de vlam naar 1 en gaat de ventilator binnen 10 minuten uit.
Wanneer deze functie actief is, zal de bediening van de toetsen C geen enkel eect hebben. Om de NO AIR-functie weer uit te schakelen,
moet u naar de afstelling SLEEP gaan; druk op de toets C bovenaan om de streepjes “--“ te doen verschijnen en bevestig met de toetsen
D of E.
FIG.7
TIMER
6:30
8:00
MO
TU
WE
TH
FR
SA
SU
ON
OFF
20
P1
°C
TIMER
ECO
OFF ON
10
14-AFSTANDSBEDIENING MAX
TIMER-instellingen
Weergave tijdzones van de TIMER
Om in werkwijze TIMER naar de weergave van de tijdzones te gaan, volstaat het om 2” op de toets D te drukken. Met de toets C kan men
vrij de 6 tijdzones doorlopen, om snel de opgeslagen instellingen te controleren (afbeelding 8). Wanneer men op de toets D of A drukt,
keert men naar de basisweergave terug.
Wijziging tijdzones van de TIMER
Om een wijziging van een tijdzone aan te brengen, dient u de tijdzone weer te geven zoals in de vorige paragraaf beschreven werd. Druk
vervolgens kort op toets E. De eerste instelbare parameter begint te knipperen, of wel de omgevingstemperatuur. Druk op de toets C om
de waarde te wijzigen en op de toets E om te bevestigen en over te gaan naar de instelling van de volgende parameter. De instelbare
parameters voor een tijdzone zijn in volgorde:
• Omgevingstemperatuur. Wijzigbaar tussen 5° en 35°C. Onder 5°C of boven 35°C verschijnen 2 streepjes “--“ die, indien bevestigd, het
programma deactiveren (die het product dus niet zal inschakelen).
• Tijd van inschakeling. De instelling vindt plaats met stappen van 10 min (van 00:00 tot 23:50).
• Tijd van uitschakeling. De instelling vindt plaats met stappen van 10 min (van 00:10 tot 24.00).
• Dagen van de week waarop het programma actief is. Maandag (MO) begint te knipperen gevolgd door de andere dagen van de week.
Gebruik toets C om de dag te activeren/deactiveren. De geactiveerde dagen worden weergegeven op een donkere achtergrond.
Wanneer de instelling van zondag (SU) is bereikt en op toets E wordt gedrukt, verlaat men de wijziging en keert men terug naar de
weergave van de tijdzones.
Door op een willekeurig ogenblik op toets D te drukken, wordt de wijziging van de tijdzone verlaten met bewaring van alle veranderingen
die tot dat moment bevestigd zijn met toets E en keert men terug naar de weergavestatus van de tijdzones.
Door echter op toets A te drukken (of door het toetsenbord gedurende 30” inactief te laten) keert u terug naar de basisweergave met
bewaring van alle veranderingen die tot dat moment bevestigd zijn met toets E.
Activering van de tijdzones van TIMER-ECO
In werkwijze ECO kan men 6 personaliseerbare tijdzones voor inschakeling en uitschakeling activeren (E1 – E6): wanneer men 2” op de
toets D drukt, verschijnt de functie voor activering/deactivering van de TIMER (afbeelding 9). Wanneer de optie ON wordt bevestigd,
gaat men naar de weergave/wijziging van de 6 tijdzones van de TIMER-ECO met dezelfde mogelijkheden zoals hiervoor beschreven voor
de TIMER. Wanneer men met de optie OFF bevestigt, wordt de TIMER gedeactiveerd en gaat het toestel opnieuw werken in werkwijze ECO
zonder actieve tijdzones.
SYNCHRONISATIE AFSTANDSBEDIENING
Wanneer het toestel voor de eerste keer wordt gestart, kan het nodig zijn om de kachel de nieuwe afstandsbediening te laten herkennen.
Hiervoor voert men de volgende eenvoudige handelingen uit:
• sluit de stekker op de kachel aan en zet de voedingsschakelaar aan
• controleer of de keuzeschakelaar D van het noodbedieningspaneel op de stand REMOTE staat
• wanneer de eerste melding op het display van het noodbedieningspaneel verschijnt, drukt men op de onderstreepte knop G met
behulp van een puntig voorwerp (tandenstokertje ...)
• op het display van het bedieningspaneel verschijnen 3 knipperende lijnen “---“. Druk op de knop on/o van de afstandsbediening
om het aanleren uit te voeren.
De drie knipperende lijnen zullen van het display verdwijnen en de kachel leert het nieuwe communicatieadres van de afstandsbediening
aan. Als het aanleren is gebeurd, wordt dit ook bevestigd door een geluidsignaal.
FIG.9
FIG.8
A
B
C
G
D
E
F
H
11
15-NOODPANEEL
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Aan de achterkant van de kachel bevindt zich het noodpaneel. Dit paneel is noodzakelijk om de diagnose van eventuele werkingsproblemen
uit te voeren en om de kachel te bedienen indien de afstandsbediening niet werkt.
LEGENDE
A - DISPLAY; geeft informatie over de kachel, naast de
identicatiecode van een eventuele afwijkende werking.
B - GROEN led dat aangeeft:
• UIT = Kachel uit
• KNIPPEREND AAN = Kachel in fase inschakeling
• VAST AAN = Kachel aan
C - ROOD led dat aangeeft:
• UIT = Kachel aan
• LANGZAAM KNIPPEREND AAN = Kachel wordt uitgeschakeld
• SNEL KNIPPEREND AAN = Kachel op alarm (gedurende de
eerste 10 minuten in combinatie met een pieptoon)
• VAST AAN = Kachel uit
D - Keuzeschakelaar met drie standen voor de werking
• OFF = Kachel handmatig uitgeschakeld bij afwezigheid van
de afstandsbediening
• REMOTE = Kachel uitsluitend met de afstandsbediening
bestuurbaar
• ON = Kachel handmatig ingeschakeld bij afwezigheid van de
afstandsbediening
E - Keuzeschakelaar met drie standen voor de keuze van het
vermogen
• MIN = Keuzeschakelaar om de kachel op het MINIMUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
• MED = Keuzeschakelaar om de kachel op het MEDIUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
• MAX = Keuzeschakelaar om de kachel op het MAXIMUM-
vermogen te laten werken bij afwezigheid van
afstandsbediening en met keuzeschakelaar 4 op ON
F - Drukknop voor diagnostische functies over de werkingsstatus
van de kachel
G - Drukknop om de kachel met een nieuwe afstandsbediening
in communicatie te stellen (via de procedure uitgelegd in de
paragraaf “Synchronisatie afstandsbediening”)
H - Ontvangstantenne
OM DE KACHEL MET DE AFSTANDSBEDIENING TE
LATEN WERKEN, MOET KEUZESCHAKELAAR "D" OP
"REMOTE" STAAN.
V
A
12
15-NOODPANEEL
MONTAGE ANTENNE BEDIENINGSPANEEL
• Haal de antenne A uit het zakje waarin de instructies zitten
• Schroef de antenne A rechtsom vast op de schroef “V” nabij het bedieningspaneel tot het mobiele deel naar boven toe gericht is
geplaatst.
Opgepast! Schroef de antenne helemaal aan zonder te forceren, om ontvangstschade te vermijden.
I/ON
13
16-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Sluit de voedingskabel eerst aan de achterkant van de kachel aan, en daarna op een stopcontact in de muur. De hoofdschakelaar op de
zijkant moet alleen geactiveerd worden om de kachel in te schakelen; zo niet is het aanbevolen de schakelaar uit te laten.
Wanneer de kachel niet wordt gebruikt, is het aanbevolen om de voedingskabel van de kachel los te koppelen.
De kabel mag nooit met het rookafvoerkanaal of met een ander onderdeel van de kachel in contact zijn.
STROOMVOORZIENING VAN DE KACHEL
Wanneer de voedingskabel aan de achterkant van de kachel is aangesloten, moet u de schakelaar op de stand (I) of ON zetten.
Nu is de kachel gevoed.
Op de blok van de schakelaar, in de buurt van de voedingsaansluiting, is er ook een compartiment met zekeringen. Om dit compartiment te
openen, brengt u de afdekking omhoog met een schroevendraaier aan de binnenkant van het compartiment van de voedingsaansluiting.
Hierin zitten twee zekeringen (3,15 A vertraagd) die eventueel moeten worden vervangen als de kabel niet gevoed wordt (vb: de
drukknop ON/OFF gaat niet aan of het display van het controlepaneel gaat niet oplichten) - dit moet door een erkende, gekwaliceerde
technicus worden uitgevoerd.
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN DE KACHEL
VOEDING KACHEL
SCHAKELAAR KACHEL
COMPARTIMENT
ZEKERINGEN
ON
OFF
D
E
14
16-WERKING
Inschakeling/uitschakeling via het noodbedieningspaneel
Als de afstandsbediening stuk is of de batterijen leeg zijn, kan men de kachel voorlopig in werking stellen via het noodbedieningspaneel
op de achterkant.
In deze conguratie kan de kachel alleen in de handmatige werkwijze werken, met de mogelijkheid uit 3 vermogensniveaus te kiezen.
• INSCHAKELING KACHEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Zet de keuzeschakelaar “D” op ON om de kachel in te schakelen. Op het moment van inschakeling gaat de RODE led uit terwijl de GROENE
led begint te knipperen tot de startfase doorlopen is; wanneer het toestel in gewoon bedrijf is, blijft de GROENE led continu aan.
• KEUZE VAN HET VERMOGEN ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Men kan uit drie verwarmingsvermogens kiezen:
MIN-MED-MAX (keuzeschakelaar “E”)
Het MINIMUM vermogen komt overeen met het 1
e
vermogen;
het MEDIUM vermogen komt overeen met het 3
e
vermogen;
het MAXIMUM vermogen komt overeen met het 5
e
vermogen;
• UITSCHAKELING VAN DE KACHEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
Zet de keuzeschakelaar “D” op “OFF” om de kachel uit te schakelen.
Wanneer de werking van de afstandsbediening weer is hervat, moet men eraan denken om keuzeschakelaar “D”
weer op “REMOTE” te zetten, anders zal de kachel alle inputs van de afstandsbediening negeren.
15
16-WERKING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Functie toevoerschroef laden
Met deze functie, die alleen kan worden geactiveerd als de kachel uit staat, kunt u de pellets in het laadsysteem (toevoerschroef) laden;
deze functie kan worden gebruikt telkens de toevoerschroef leeg raakt omdat de pellets in de voorraadbak op raken (zie alarm A02). Deze
functie is nuttig om mislukte inschakelingen (alarm A01) te vermijden die het gevolg zijn van de lege voorraadbak.
Ga als volgt te werk om de functie te activeren:
• Zet de eerste keuzeschakelaar op OFF
• Zet de tweede keuzeschakelaar op MED
• Controleer of op het display OFF verschijnt, omdat deze functie alleen kan worden geactiveerd als de kachel volledig koud (uit) is en
de keuzeschakelaar op OFF staat.
• Druk binnen 2 seconden 3 keer na elkaar op de toets TEST
• Op het display verschijnt “OnPlt” in twee intervallen na elkaar.
• Wanneer de pellet in de vuurpot begint te dalen, drukt u opnieuw op de toets TEST om de functie TOEVOERSCHROEF LADEN te
beëindigen of wacht tot de functie vanzelf eindigt (circa 3 minuten).
• Ga verder met de inschakeling van de kachel.
16
16-WERKING
Wijziging van het pelletrecept
Deze functie dient om de kachel aan te passen aan de gebruikte pellet. Op de markt zijn namelijk verschillende soorten pellets verkrijgbaar.
De werking van de kachel varieert sterk naargelang de betere of mindere kwaliteit van de brandstof.
Het is mogelijk de aanbreng van pellets in de vuurpot te verhogen of het verminderen:
• Wanneer de pellets in de vuurpot dreigen op te hopen door een te grote aanvoer van brandstof
• Wanneer de vlam altijd hoog staat, ook bij lage vermogens
• Wanneer de vlam altijd laag staat
Handel als volgt om het recept te wijzigen:
• Zet de twee schakelaars op OFF (de kachel mag niet in alarm zijn)
• Druk op de knop TEST gedurende 5/9 seconden (de kachel geeft 5/9 pieptonen af)
• Laat de toets TEST los
• Op het display verschijnt PLt
• Druk op de underscore-knop om de gewenste hoeveelheid pellets te verhogen of te verminderen
De beschikbare waarden zijn:
- 3 = Pellets in alle vermogens met 20% verminderen
- 2 = Pellets in alle vermogens met 13% verminderen
- 1 = Pellets in alle vermogens met 6% verminderen
0 = geen verandering
1 = Pellets in alle vermogens met 10% verhogen
2 = Pellets in alle vermogens met 6% verhogen
3 = Pellets in alle vermogens met 3% verhogen
• Bevestig door eenmaal op de toets TEST te drukken
Opgepast! De fabrieksset die op het product ingesteld is, is bestudeerd om de gecerticeerde technische gegevens te
verkrijgen. Als de gegevens van de lading anders zijn, door de kwaliteit en het type pellets dat gebruikt wordt, dan is
het mogelijk de instellingen van het pelletrecept te wijzigen zoals hiervoor vermeld wordt.
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwaliceerd personeel, onder
diens verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is. de fabrikant wijst iedere
verantwoording af voor letsel aan voorwerpen en personen in geval van wijzigingen van de beveiligingen.
17
17-BEVEILIGINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Het toestel is met de volgende veiligheidsvoorzieningen uitgerust:
TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
Meet de temperatuur van de rookgassen en geeft signaal om het product te starten of te stoppen wanneer de temperatuur van de
rookgassen onder de vooraf ingestelde waarde daalt.
TEMPERATUURSONDE PELLETRESERVOIR
Als de temperatuur de ingestelde veiligheidswaarde overschrijdt, wordt de werking van het toestel onmiddellijk gestopt; om opnieuw te
starten moet men wachten tot het toestel is afgekoeld.
ELEKTRISCHE BEVEILIGING
Het product wordt door een hoofdzekering beveiligd tegen sterke stroomschommelingen. Deze zekering bevindt zich in het
voedingspaneeltje aan de achterkant. Er bevinden zich bovendien andere zekeringen voor de beveiliging van de elektronische kaarten
op deze kaarten.
BREUK VAN DE ROOKVENTILATOR
Als de ventilator stopt met werken, blokkeert de elektronische kaart zo snel mogelijk de toevoer van pellets en wordt het alarm
weergegeven.
BREUK VAN DE REDUCTIEMOTOR
Als de reductiemotor stilvalt, gaat het toestel uit en wordt het betreende alarm gesignaleerd.
TIJDELIJKE STROOMONDERBREKING
Als zich tijdens de werking een stroomonderbreking voordoet, zal het toestel wanneer de stroom weer wordt ingeschakeld eerst over naar
afkoeling en wordt daarna automatisch opnieuw ingeschakeld.
GEEN ONTSTEKING
Als tijdens de inschakeling geen vlam ontstaat, gaat het toestel in alarm.
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer ingeschakeld worden zodat
de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing zich voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd
worden; voor ieder alarmbericht dat door het toestel wordt weergegeven, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem
te verhelpen.
18
18-ALARMEN
SIGNALERING VAN ALARMEN
Wanneer er zich een werkingsstoring voordoet, gaat de kachel over naar uitschakeling wegens alarm en informeert de gebruiker over de
aard van het
defect dat zich heeft voorgedaan via een code met 3 cijfers, die op het noodpaneel aan de achterkant weergegeven blijft.
Het alarm wordt permanent gemeld door de betreende driecijferige code, door een rood knipperend controlelampje dat altijd op het
noodbedieningspaneel verschijnt en, gedurende de eerste 10 minuten, door een periodieke geluidssignalering. Om de kachel uit de
alarmstatus te laten komen en de gewone werkstatus van de kachel te herstellen, dient u de aanwijzingen te lezen die in de volgende 2
paragrafen staan.
De volgende tabel beschrijft de mogelijke alarmen die door de kachel worden gemeld en die aan de respectievelijke codes toegekend zijn
die op het noodpaneel verschijnen, alsook handige tips om het probleem op te lossen.
TEKST OP HET DISPLAY AARD VAN HET PROBLEEM OPLOSSING
A01
De vlam gaat niet aan Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in zijn zitting is geplaatst
en of er geen aangekoekte resten of onverbrande pellets
zijn.
Controleer of de bougie warm wordt.
Maak de vuurpot eerst leeg en zorgvuldig rein vooraleer
opnieuw in te schakelen.
A02
Abnormaal uitdoven van het vuur Controleer de hoeveelheid pellets in de voorraadbak.
Controleer of de vuurpot correct in de zitting is geplaatst
en of ER geen duidelijke onverbrande afzettingen
aanwezig zijn.
A03
De temperatuur van het pelletreservoir
overschrijdt de voorziene veiligheidslimiet.
Oververhitting van de structuur door
onvoldoende warmte-afvoer.
De structuur is te heet omdat het product te lang op het
maximumvermogen gewerkt heeft of omdat er weinig
ventilatie is. Wanneer het product voldoende koud is,
druk dan op knop B van het bedieningspaneel of op OFF
op de afstandsbediening om alarm A03 te annuleren.
Als het alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer
normaal inschakelen.
A04
De temperatuur van de afgevoerde
rookgassen heeft bepaalde vooraf
ingestelde veiligheidslimieten
overschreden.
De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel enkele
minuten afkoelen en schakel daarna weer in. Controleer
de evacuatie van de rookgassen en controleer het
gebruikte type pellets op basis van de aanwijzingen in
hfdst. 2 van deze handleiding.
A05
Verstopping van het rookkanaal - wind -
deur open.
Controleer het rookkanaal en de sluiting van de deur.
De rookextractor slaagt er niet in de
primaire lucht te garanderen die nodig is
voor een correcte verbranding.
Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en
reinig de pot zo nodig.
Controleer en reinig eventueel de rookleiding en de
luchtinlaat.
A08
Slechte werking van de rookgasventilator Controleer de reine staat van de ventilatorruimte en kijk
of er vuil is dat de ventilator blokkeert. Volstaat dit niet
dan is de ventilator voor de rookafvoer defect. Neem
contact op met een erkend assistentiecentrum om de
vervanging uit te voeren.
19
18-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
A09
De rooksonde is defect en detecteert niet
correct de temperatuur van de afgevoerde
rookgassen.
Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de vervanging van dit component uit te voeren.
A11
Defecte pellettoevoer Neem contact op met een erkende assistentiedienst om
de vervanging van dit component uit te voeren.
A13
Te hoge temperatuur elektronische
besturingseenheid
De structuur is te heet omdat het product te lang op het
maximumvermogen gewerkt heeft of omdat er weinig
ventilatie is. Wanneer de kachel voldoende is afgekoeld,
druk dan op knop B van het bedieningspaneel of op OFF
op de afstandsbediening om alarm A13 te annuleren.
Als het alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer
normaal inschakelen.
A14
Defect van de sensor van het luchtdebiet Dit alarm is niet van blokkerende aard, er verschijnt
alleen een waarschuwingsscherm. Neem contact op met
een erkende assistentiedienst om de vervanging van dit
component uit te voeren.
A18
INTERVENTIE
BEVEILIGINGEN
Deur kachel open Sluit de deur
Luikje op brandstof te vullen staat open Sluit het luikje.
Verleg het brandstofniveau in het reservoir.
Luchtdrukregelaar Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en
reinig de pot zo nodig.
Controleer en reinig eventueel de rookleiding en de
luchtinlaat.
SER
Waarschuwing periodiek onderhoud Wanneer deze tekst op het moment van inschakeling
knipperend verschijnt, betekent dit dat het vooraf
ingestelde aantal werkuren voor het onderhoud
verstreken zijn. Zorg ervoor dat nieuw onderhoud
uitgevoerd wordt door contact op te nemen met een
gespecialiseerde technicus van MCZ.
Alarmconditie verlaten
Als er zich een alarm voordoet dient u de hierna beschreven procedure te volgen om de normale werking van de kachel te hervatten:
• Zet keuzeschakelaar D van het noodpaneel aan de achterkant enkele seconden (circa 20 seconden) op OFF tot de code met 3 cijfers
verschijnt waarmee het type alarm geïdenticeerd wordt. Met de volgende handeling verdwijnt ook het knipperen van de rode led
en de geluidssignalering van het alarm.
• Zet keuzeschakelaar D opnieuw op REMOTE om de werking van de kachel opnieuw via de afstandsbediening te kunnen regelen.
• Schakel de afstandsbediening uit en eventueel weer in als u wilt dat de kachel opnieuw start.
20
18-ALARMEN
Mechanische blokkering van de kachel
De oorzaken van de mechanische blokkering van de kachel kunnen de volgende zijn:
• Oververhitting van de structuur (“A03”)
• Oververhitting van de rookgassen (“A04”)
• Tijdens de werking van de kachel is er een ongecontroleerde ingang van lucht in de verbrandingskamer opgetreden of een
verstopping in het rookkanaal (“A05”)
De blokkering wordt op het display gesignaleerd en vergezeld van een pieptoon. In deze situatie wordt de fase van uitschakeling
automatisch geactiveerd. Wanneer deze procedure is gestart, zal iedere poging om het systeem te doen herstarten geen eect hebben.
Op het display wordt de oorzaak van de blokkering gesignaleerd.
HOE TE HANDELEN:
Als het opschrift A03 verschijnt: de structuur is te heet omdat het toestel te lang op het maximumvermogen gewerkt heeft of omdat
er weinig ventilatie is.
Wanneer de kachel voldoende is afgekoeld, drukt men op knop B van het bedieningspaneel of op OFF op de afstandsbediening om alarm
A03 te annuleren. Als het alarm geannuleerd is, kan men de kachel weer normaal inschakelen.
Als het opschrift A04 verschijnt: De kachel gaat automatisch uit. Laat de kachel enkele minuten afkoelen en schakel daarna weer in.
Controleer de evacuatie van de rookgassen en controleer het gebruikte type pellets op basis van de aanwijzingen in hfdst. 2 van deze
handleiding.
Als het opschrift A05 verschijnt: veroorzaakt door de langdurige opening van de vuurdeur of door een aanzienlijke luchtinltratie (vb.
de inspectiedop van de rookventilator ontbreekt). Als het niet aan deze factoren te wijten is, controleer dan de rookgasleiding en het
rookkanaal en reinig deze zo nodig (het is aanbevolen dat deze interventie door een gespecialiseerde technicus van MCZ wordt uitgevoerd).
Alleen na het permanent wegnemen van de oorzaak van de blokkering, kan het toestel opnieuw worden ingeschakeld.
21
18-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Bij de frequente inwerkingtreding van het alarm A18:
A18
INTERVENTIE
BEVEILIGIN
GEN
Deur kachel open Sluit de deur
Luikje op brandstof te vullen staat open Sluit het luikje.
Verleg het brandstofniveau in het reservoir.
Luchtdrukregelaar Moeizame trek of verstopping van de vuurpot.
Controleer of de vuurpot verstopt is door afzettingen en reinig de
pot zo nodig.
Controleer en reinig eventueel de rookleiding en de luchtinlaat.
is het nodig enkele punten te controleren om de aard van het probleem te begrijpen en eventueel in te grijpen op enkele afstellingen en/
of beveiligingen om de correcte werking van het product te herstellen.
We herinneren eraan dat iedere afstelling en wijziging die van invloed is op de beveiligingen van de werking, uitsluitend gevoerd mag
worden als het PRODUCT GEÏNSTALLEERD IS CONFORM DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN EN WETTEN EN ALS ER CORRECT ONDERHOUD
OP UITGEVOERD WORDT DOOR GEAUTORISEERD EN GESPECIALISEERD PERSONEEL. Summier uitgevoerde wijzigingen, die dienen om de
werking van het product ook onder niet reglementaire omstandigheden mogelijk te maken, kunnen voorwerpen en mensen ernstig
letsel berokkenen.
Opgepast!
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwaliceerd personeel, onder
diens verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is. de fabrikant wijst iedere
verantwoording af voor letsel aan voorwerpen en personen in geval van wijzigingen van de beveiligingen.
Iedere verantwoordelijkheid voor oneigenlijk gebruik van het product is volledig ten laste van de gebruiker en stelt
de producent vrij van iedere civiele of strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Reeks van kachels voorzien van drukregelaar geïnstalleerd op het reservoir, met opnamepunt gepositioneerd op de bodem, rechts van
de reductiemotor. Dit systeem beschermt het hele systeem en garandeert waterdichtheid gedurende de hele levensduur van de kachel.
Het is belangrijk te begrijpen dat bij elke belangrijke drukval de drukregelaar kan ingrijpen, en dit kan te wijten zijn aan:
• Verstopping van het rookkanaal.
• Aanwezigheid van een vreemd voorwerp in het rookkanaal (vogels, nesten, verstopte roosters, enz.).
• Wind die in het rookkanaal komt omdat die niet beschermd is of omdat een installatie zonder rookkanaal of een muurinstallatie
werd uitgevoerd.
• Daling van koude lucht in het rookkanaal.
• Drukregelaar beschadigd.
• Blokkering van het interne membraan in de drukregelaar omdat er roet of pelletstof is binnengedrongen.
• Deksel van het pelletreservoir open of halfopen gedurende meer dan 60 seconden (60 seconden is de geschatte tijd die nodig is om
het reservoir te vullen).
• Pellets blijven steken tussen het deksel van het reservoir en het reservoir. Hierdoor dicht de pakking niet goed af.
• Pakking van het deksel van het reservoir stuk/versleten.
• Pakking tussen toevoerschroef en ketel beschadigd of slecht gepositioneerd.
• Vuurdeur open of pakking versleten.
• Laterale rookwisselaars verstopt.
• Inspectiedoppen met pakkingen slecht geïnstalleerd na onderhoudsbeurt.
• Toevoerschroef verstopt door samengedrukte pellets bovenaan.
• De installatie conform is en het rookkanaal/de rookaansluiting geen obstructies vertonen die van dien aard zijn dat de rookafvoer
erdoor belemmerd wordt zoals bijvoorbeeld: lange horizontale stukken (langer dan 3 meter), rookgasleidingen die niet geïsoleerd
zijn, afvoer van de rook “tegen de muur” zonder de aanwezigheid van eindelementen (installatie alleen in Frankrijk [ZONE 3]
gereglementeerd en toegestaan)
• Afzuig- of recirculatiesystemen van de interne lucht (bijv. VMC-systemen) die interne onderdrukken genereren die hoger zijn dan de
wettelijke beoogde waarden (niet hoger dan 4 Pa)
• Installatie zonder kanalisatie van de verbrandingslucht, het is van fundamenteel belang te controleren of er een eciënte luchtinlaat
is die voor de kachel bestemd is, volgens de specicaties van hoofdstuk 2 van deze handleiding.
De elektronische kaart is verder voorzien van een automatisme met timer en relais dat het toerental van de rookextractor (RPM) opdrijft,
22
18-ALARMEN
om zo de interne onderdruk in het reservoir en bijgevolg de drukregelaar te herstellen, in het geval het deksel opengemaakt wordt om
bij te vullen of in geval van een onmiddellijke en sporadische drukval, zoals bij rukwinden. Als de drukval langer dan 60 seconden duurt,
schakelt het product over op de alarmstaat (A05 of A18).
In de wetenschap dat de aanbevolen trek voor de correcte werking van de producten 10 Pa bedraagt bij een maximaal vermogen en
5 Pa bij een minimaal vermogen (zoals voorzien op de technische che bevat in de handleiding voor gebruik en onderhoud), kan het
in slechtere trekcondities (ook te wijten aan de positie van de schoorsteen in zones die bijzonder onderhevig zijn aan atmosferische
elementen zoals dominante wind, sneeuw, noordelijke blootstelling, enz.) nodig zijn af te stellen om altijd en in elk geval de voorziene
interne onderdrukwaarden in het reservoir te garanderen.
Om het gebrek aan interne onderdruk te compenseren, volstaat het de snelheid (RPM) van de rookextractor te regelen zodat de minimale
waarden aangegeven in de tabel gegarandeerd zijn.
Bij interne onderdrukwaarden onder de waarden in de tabel, kan dit ook bepaald worden door een slechte hermetische afsluiting van de
interne pakkingen of eenvoudige slijtage van het product met verloop van tijd.
BEDRIJFSINSTRUCTIES OVER DE ONDERDRUKCONTROLES EN EVENTUELE VARIATIES VAN HET TOERENTAL
Sluit een manometer aan op de drukaansluiting van het reservoir:
• Voor producten met een toegewijde drukaansluiting inbegrepen in het reservoir, aansluiten op het afnamepunt en de manometer
aansluiten.
• Voor producten zonder toegewijde drukaansluiting, het slangetje van de drukregelaar afkoppelen van de drukaansluiting aanwezig
op het reservoir, een T“ toevoegen aan het slangetje om het circuit af te sluiten, de manometer aansluiten en het slangetje opnieuw
koppelen aan de drukaansluiting van het reservoir.
De eventuele regeling van de verbranding en bijgevolg de interne onderdruk in het reservoir kunnen op twee manieren plaatsvinden:
A) Wijzig de waarde RPM van de rookextractor in het MENU INSTELLINGEN
• De beschikbare waarden gaan van -3 tot +3 en dit komt percentueel overeen met:
• RPM: -10% +10% voor de producten Active System
• RPM: -30% +50% voor de producten NIET Active System
• Het percentueel verschil bepaalt proportioneel en percentueel alle vermogenswaarden (van 1 tot 5). Het percentueel verschil bepaalt
niet de tussenfasen in de werking zoals de INSCHAKELING, FIRE ON of UITSCHAKELING
• Bij een toename van het toerental neemt de afzuiging en bijgevolg de interne onderdruk toe, om de verschijnselen die het afgaan
van het alarm veroorzaken te compenseren.
B) Door het toerental van de reductiemotor manueel te regelen in het MENU TECHNISCHE PARAMETERS
• De drukregelaar is geijkt op 10/20 Pa. Dit betekent dat die onder de 10 Pa interne onderdruk in het reservoir afslaat en om te
herstellen moet opnieuw meer dan 20 Pa interne onderdruk aanwezig zijn in het reservoir
• De onderdrukwaarde bij het minimaal vermogen moet altijd boven de 10 Pa liggen, bij een discrete marge die met verloop van tijd
kan verdwijnen omwille van de slijtage van de pakkingen of ander (minstens 12/13 Pa)
• De onderdrukwaarde bij het maximaal vermogen moet altijd groter zijn dan 20 zodat de drukregelaar zich kan herstellen wanneer
het automatisme voor de reset van de drukregelaar in werking treedt. De procedure voor de reset van de drukregelaar (zoals na de
opening van het deksel om het reservoir te vullen), voorziet dat de elektronica het toerental van de ventilator van de rookextractor
gedurende enkele ogenblikken tot de drempel van VERMOGEN 5 (P5) brengt. In P5 moet de interne onderdrukwaarde in het reservoir
dus altijd > 20 Pa bedragen (22/23 Pa aanbevolen om de marge te behouden).
• N.B. = De menu‘s TECHNISCHE PARAMETERS zijn beschermd met een password om te voorkomen dat de gebruiker er
per ongeluk kan inkomen
Opgepast! De fabrieksset die op het product ingesteld is, is bestudeerd om de gecerticeerde technische gegevens te
verkrijgen. Als de gegevens anders zijn (dan die van het pelletrecept) dan is het mogelijk de parameters te wijzigen
zoals hiervoor vermeld wordt.
De afstellingen mogen uitsluitend uitgevoerd worden door geautoriseerd en gekwaliceerd personeel, onder diens
verantwoording, en na gecontroleerd te hebben of de installatie conform is.
23
18-ALARMEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
INTERNE ONDERDRUK IN RESERVOIR MET FABRIEKSPARAMETERS EN TREK VAN 5 Pa (MINIMAAL AANBEVOLEN
WAARDE)
POWER P1 P2 P3 P4 P5 WAARDEN
6 kW
13,7/14,2 Pa 15,1/15,6 Pa 17,1/17,5 Pa 19,1/19,5 Pa 22,0/22,2 Pa Trek
95°C 110°C 125°C 141°C 165°C Rookgastemperatuur
8 kW
13,8/14,3 Pa 15,6/16,1 Pa 17,8/18,0 Pa 21,7/22,2 Pa 26,1/26,6 Pa Trek
104°C 119°C 145°C 148°C 184°C Rookgastemperatuur
10 kW
15,9/16,3 Pa 20,4/20,9 Pa 25,8/26,3 Pa 31,8/32,3 Pa 36,5/37,0 Pa Trek
108°C °C 150°C °C 230°C Rookgastemperatuur
12 kW
16,5/17,3 Pa 20,4/20,9 Pa 25,8/26,3 Pa 31,8/32,3 Pa 36,5/37,1 Pa Trek
118°C 127°C 155°C 172°C 195°C Rookgastemperatuur
14 kW
17,6/18,0 Pa 19,8/20,4 Pa 23,1/23,7 Pa 28,9/29,6 Pa 37,8/38,2 Pa Trek
118°C 131°C 161°C 187°C 210°C Rookgastemperatuur
N.B. De aangeduide waarden van de onderdruk kunnen ±1Pa verschillen, op basis van de temperatuur van de rookgassen. Op dezelfde
manier kan de temperatuur van de rookgassen ±10°C verschillen, op basis van de kwaliteit van de brandstof of het niveau van reiniging
van het product.
Wijziging van de toeren van de rookgassenventilator
Teneinde de verbranding in kritieke situaties verder te verbeteren, kunt u de parameters van de minimale verbrandingslucht op de ingang
procentueel gaan aanpassen. Deze aanpassingen kunnen uitgevoerd worden naar boven toe in het geval van een moeilijke afvoer van de
rookgassen en/of aanzuiging van de lucht of naar beneden toe in het geval van een overdreven trek van het rookgaskanaal.
• Zet de twee schakelaars op OFF (de kachel mag niet in alarm zijn)
• Druk op de knop TEST en houd deze knop ingedrukt. Het paneel laat een aantal BIEPS weerklinken.
• Laat de toets los tussen 20 en 24 BIEPS.
• Op het display verschijnt rAC
• Druk op de underscore-knop om de waarden te wijzigen
DE BESCHIKBARE WAARDEN ZIJN
-2 -10%
-1 -5%
0 0% (defaultwaarde)
+1 + 5%
+2 +10%
• Bevestig door eenmaal op de toets TEST te drukken
24
19-AANBEVELINGEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
ALLEEN EEN CORRECTE INSTALLATIE EN EEN PASSEND ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET TOESTEL KUNNEN DE
CORRECTE WERKING EN EEN VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL VERZEKEREN.
Wij willen u erop wijzen dat wij op de hoogte zijn van gevallen van werkingsstoringen bij producten voor huishoudelijke verwarming op
pellets die fundamenteel te wijten zijn aan een verkeerde installatie, niet correct uitgevoerd onderhoud en gebruik dat niet conform is.
Wij wensen u te verzekeren dat onze producten uiterst veilig zijn, en gecerticeerd werden volgens de Europese referentienormen.
Het systeem voor inschakeling werd met uiterst grote aandacht getest om de eciëntie van de inschakeling te verhogen en om alle
problemen te vermijden, zelfs in de slechtste gebruiksomstandigheden. Net als ieder ander product op pellets, moeten onze producten
correct geïnstalleerd worden en moeten de normale reinigingen en periodieke onderhoudsinterventies worden uitgevoerd, teneinde
een veilige werking te garanderen. Onze studies hebben uitgewezen dat deze werkingsstoringen fundamenteel te wijten zijn aan een
combinatie van een deel van of van alle volgende factoren:
• Gaten van de vuurpot die verstopt zijn of de vuurpot die vervormd is ten gevolge van gebrekkig onderhoud, condities die vertraagde
ontsteking kunnen veroorzaken, waardoor een abnormale productie van onverbrande gassen optreedt.
• Onvoldoende verbrandingslucht wegens een beperkt of verstopt luchttoevoerkanaal.
• Gebruik van rookkanalen die niet overeenkomen met de voorschriften van de installatienormen, waardoor onvoldoende trek wordt
verzekerd.
• Schoorsteen die gedeeltelijk verstopt is wegens gebrekkig onderhoud, waardoor de trek wordt verminderd en de ontsteking
moeizaam is.
• Schoorsteenpot niet conform met de aanwijzingen in de handleiding met instructies, waardoor die niet geschikt is om potentiële
fenomenen van omgekeerde trek te voorkomen.
• Deze factor wordt doorslaggevend wanneer het product in bijzonder winderige zones is geïnstalleerd, bijvoorbeeld in kustzones.
De combinatie van een of meerdere van deze factoren kan condities doen ontstaan waarin het toestel zeer slecht werkt.
Om dit ongemak te voorkomen, is het van fundamenteel belang om een installatie van het product in overeenstemming met de geldende
normen te garanderen.
Bovendien is het van fundamenteel belang om de volgende eenvoudige regels te respecteren:
• Wanneer de vuurpot werd uitgetrokken om die te reinigen, moet die altijd correct in de werkpositie worden teruggeplaatst
vooraleer het product te gaan gebruiken. Verwijder alle eventueel achtergebleven vuil uit de steunbasis vooraleer de vuurpot terug
op zijn plaats te brengen.
• De pellets mogen nooit handmatig in de vuurpot worden gevuld, niet vóór een ontsteking en ook niet tijdens de werking.
• Opgehoopte, onverbrande pellets wegens eventueel geen ontsteking moeten weggenomen worden vooraleer het product
opnieuw aan te zetten. Controleer ook of die correct in zijn zitting is geplaatst en of de aanvoer van verbrandingslucht en afvoer van
rookgassen normaal verloopt.
• Indien het product er herhaaldelijk niet in slaagt om in te schakelen, raden wij aan om het gebruik van het product onmiddellijk te
staken en met een bevoegde technicus contact op te nemen om de werking van het product te controleren.
Het naleven van deze aanwijzingen is absoluut voldoende om een normale werking te garanderen en om andere ongemakken met het
product te vermijden.
Indien voornoemde voorzorgen niet worden nageleefd en er tijdens de inschakeling teveel pellets in de vuurpot worden geladen,
waardoor er abnormale rook in de verbrandingskamer ontstaat, moet u aandachtig de volgende aanwijzingen naleven:
• Het product om geen enkele reden van het elektriciteitsnet loskoppelen: hierdoor valt de ventilator voor het aanzuigen van de rook
stil, waardoor er rook naar de omgeving ontsnapt.
• Open de vensters voorzichtig om eventueel ontsnapte rook in de omgeving uit de installatiekamer te ventileren (het kan gebeuren
dat de schoorsteen niet naar behoren werkt)
• De vuurdeur niet openen: hierdoor wordt de normale werking van het systeem voor evacuatie van de rook naar de schoorsteen
verstoord.
• Zet de kachel gewoon uit met de knop voor inschakeling en uitschakeling op het bedieningspaneel (niet de knop aan de achterkant
van de voedingsaansluiting!) en ga uit de buurt van het product in afwachting dat de rook volledig is verdwenen.
• Vooraleer te proberen om opnieuw in te schakelen, moet u alle aangekoekte resten en eventuele onverbrande pellets volledig
verwijderen uit de vuurpot en uit de gaten waardoor de lucht passeert; plaats de vuurpot opnieuw in zijn zitting en verwijder
eventuele resten uit de zitting waarop de vuurpot rust. Indien het product er herhaaldelijk niet in slaagt om in te schakelen, raden
wij aan om het gebruik van het product onmiddellijk te staken en met een bevoegde technicus contact op te nemen om de werking
van het product en van de schoorsteen te controleren.
T
25
20-REINIGING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
Alleen correct onderhoud en een passende schoonmaak van het product kan de veiligheid en de correcte werking ervan garanderen.
OPGEPAST!
Alle schoonmaakwerkzaamheden van alle delen moeten uitgevoerd worden wanneer het toestel volledig is
afgekoeld en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
U moet het product van de 230V voeding loskoppelen vooraleer onderhoudswerkzaamheden uit te voeren”
Het product vereist weinig onderhoud als kwaliteitsvolle, gecerticeerde pellets worden gebruikt.
DAGELIJKSE OF WEKELIJKSE REINIGING OP LAST VAN DE GEBRUIKER
Reiniging van de vuurpot
Telkens u het toestel aanzet, moet u eraan denken om altijd eerst de assen en eventuele korsten uit de vuurpot T te halen en die schoon
te maken, eventuele achtergebleven resten kunnen de gaten verstoppen waar de lucht door passeert. Let op voor hete assen. Indien er
geen ontbranding is, of als de brandstof in het reservoir op is, kunnen onverbrande pellets in de vuurpot ophopen. Maak de vuurpot
steeds leeg vooraleer opnieuw in te schakelen. De assen mogen enkel verwijderd worden met behulp van een stofzuiger als ze
helemaal zijn afgekoeld. In dit geval moet een gepaste stofzuiger gebruikt worden om ook deeltjes van kleine afmetingen te kunnen
verwijderen.
VOORBEELD VAN EEN SCHONE VUURPOT VOORBEELD VAN EEN VUILE VUURPOT
g
F
P
I
F
R
I
P
R
26
20-REINIGING
ALLEEN EEN CORRECT GEPLAATSTE EN GEREINIGDE VUURPOT KAN EEN VEILIGE INSCHAKELING EN OPTIMALE
WERKING VAN UW PELLETPRODUCT GARANDEREN. INDIEN ER GEEN ONTSTEKING IS OF NA IEDERE ANDERE
BLOKKEERSTATUS VAN HET PRODUCT, MOET U ABSOLUUT DE VUURPOT TELKENS LEEGMAKEN VOORALEER HET
TOESTEL OPNIEUW AAN TE ZETTEN.
Voor een doeltreende reiniging van de vuurpot moet die volledig uit de zitting worden gehaald en moeten alle openingen en het rooster
op de bodem goed worden gereinigd. Bij het gebruik van pellets van goede kwaliteit is een kwast doorgaans voldoende om de werking
van het onderdeel weer in optimale staat te brengen.
Reiniging van de asopvangbak
Voor de reiniging van de asopvangbak is het nodig de deur van de vuurhaard F te openen, het rooster g op te tillen door dit eenvoudig
te draaien tot hij op de vuurhaard van de kachel komt te rusten. Reinig het compartiment door de eventuele asresten te verwijderen
alvorens rooster “g weer omlaag te plaatsen. Bovendien is de kachel met een ruime aslade P uitgerust. Om deze leeg te maken, moet
u het sierdeurtje R openen en het sluitdeurtje I naar beneden brengen door aan de handgreep te draaien. Uw ervaring en de kwaliteit
van de pellets zal de frequentie van de reiniging bepalen. Er wordt hoe dan ook aanbevolen om niet langer dan 2-3 dagen te
wachten.
Na de aslade P verwijderd en
geleegd te hebben, reinigt u ook
het onderste deel van de ruimte
(zie pijl hiernaast).
Opgepast! Vergeet na de
reinigingsfase niet om aslade
“P” terug te plaatsen, alle
deurtjes (“I”, “R”, “F”) te sluiten,
de vuurpot te plaatsen en
rooster “g” omlaag te zetten.
27
20-REINIGING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN DE RUIT
Voor de reiniging van het keramisch glas wordt aanbevolen om een droge kwast te gebruiken of, in geval van hardnekkig vuil, een
specieke reinigingsspray door een kleine hoeveelheid op het glas te spuiten en dit vervolgens met een doek te reinigen.
OPGEPAST!
Gebruik geen schurende producten en sproei het product voor de reiniging van het glas niet op de gelakte delen en
op de pakkingen van de deur (koordje in keramische vezel).
REINIGING VAN DE LUCHTFILTER
Aan de achterkant van de kachel (voor de modellen die dat beogen) bevindt zich een luchtlter in metaalgaas, die dient om te vermijden
dat er vuil in het motorhuis en in de interne sensor terecht komt.
Het is aanbevolen om iedere 15/20 dagen te controleren of de lter rein is. Verwijder indien nodig pluisjes of het materiaal dat zich erop
heeft afgezet.
De controle en de eventuele reiniging moeten frequenter gebeuren als er in de woning huisdieren verblijven.
Neem de lter eruit om de reiniging uit te voeren. Gebruik een penseel of een vochtige doek of perslucht om de lter te reinigen. Druk de
lter daarna terug op zijn plaats (kliksysteem).
De lter bestaat uit een metalen net en is zeer soepel en vervormbaar bij aanraking, tijdens de reiniging moet men
daarom opletten om het net niet te pletten of te beschadigen. In geval van breuk moet die worden vervangen.
OPGEPAST!
Laat de kachel nooit werken zonder de lter. MCZ stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele beschadigingen van
interne componenten als niet aan deze voorschriften wordt voldaan.
o
n
y
y
F
R
F
I
H
R
P
28
20-REINIGING
PERIODIEKE REINIGINGEN OP LAST VAN EEN GEKWALIFICEERDE TECHNICUS
DE WARMTEWISSELAAR EN DE KAMER ONDERAAN REINIGEN
Halverwege het winterseizoen maar vooral op het einde van de winter, moet de ruimte waardoor de rookgassen worden afgevoerd
gereinigd worden.
Deze reiniging moet verplicht worden uitgevoerd om de algemene afvoer van alle verbrandingsresten te vergemakkelijken, voordat de tijd
en de luchtvochtigheid deze samendrukt waarna ze moeilijk te verwijderen zijn.
AANDACHT:
Het is verplicht om de periodieke reinigingen op het einde van het seizoen door een erkende, gekwaliceerde
technicus te laten uitvoeren, zodat ook de pakkingen kunnen worden vervangen.
DE ONDERSTE RUIMTE REINIGEN
Om de as uit de onderste ruimte te verwijderen, moeten de deurtjes van de kachel F en “R geopend worden. Open het deurtje I door
aan de handgreep H te draaien en het deurtje te begeleiden tot aan de basis van de structuur van de kachel. Neem aslade P weg.
Verwijder nu de vier schroeven y, verwijder de plaat n en de pakking o”; met de tuit van de stofzuiger verwijdert u de as en het roet
dat zich in de warmtewisselaar onderaan (afvoer rookgassen) heeft opgehoopt, aangegeven door de pijl.
Alvorens de dop n opnieuw te monteren, is het aanbevolen om de pakking o te vervangen.
J
J
29
20-REINIGING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN DE WARMTEWISSELAAR
DE BOVENSTE RUIMTE REINIGEN
Reinig de bovenste warmtewisselaar als de kachel koud is en de bekledingen weggenomen zijn. Na de dop voor de reiniging van de
onderste ruimte “n verwijderd te hebben (zie vorige paragraaf) krabt u met een stang of een essenwisser de wanden van de haard
schoon (zie pijl) op een wijze dat de as in de onderste ruimte valt.
Verwijder vervolgens de bovenste Calorite J. Hiertoe opent u de deur van de vuurhaard, til met de handen de plaat van Calorite J in
opwaartse richting op, kantel hem naar rechts of links zodat hij uit zijn houders komt en verwijder hem.
J
J
30
20-REINIGING
Krab met een stang of een essenborstel de wanden van de vuurhaard af (zie pijl - respectievelijk rechts en links van de vuurhaard) zodat
de as in de ruimte eronder valt.
Zuig met de tuit van de stofzuiger de eventuele as en het stof op dat zich op de warmtewisselaar opeengehoopt heeft (zie pijl).
Reinig vervolgens ook met zorg de onderste warmtewisselaar, verwissel de eventuele pakkingen en hermonteer het geheel.
X
31
20-REINIGING
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
REINIGING VAN HET SYSTEEM VOOR ROOKEVACUATIE EN CONTROLES IN HET ALGEMEEN
Reinig de installatie van de rookafvoer vooral nabij de T”-koppelingen, de bochten en eventuele horizontale stukken
van het rookkanaal.
Neem contact op met een gekwaliceerde schoorsteenveger voor de periodieke reiniging van het rookkanaal.
Controleer de dichting van de pakking in keramische vezel op de deur van de kachel. Bestel indien nodig nieuwe pakkingen bij uw
verkoper, of neem contact op met een erkende assistentiedienst om de complete handeling te laten uitvoeren.
AANDACHT:
De frequentie van de reiniging van de installatie voor afvoer van rookgassen moet bepaald worden op basis van het
gebruik van de kachel en het type installatie.
Het is aanbevolen om een erkende assistentiedienst te contacteren voor het onderhoud en de reiniging op het
einde van het seizoen, omdat het personeel naast de bovenstaande handelingen ook een algemene controle van de
onderdelen zal uitvoeren.
PERIODIEKE CONTROLE WERKING SLUITING VAN DE DEUR
Controleer of de sluiting van de deur een correcte dichting garandeert (via de test met het “blad papier”) en of het sluitblokje (X in
de afbeelding) niet uit de plaat uitsteekt waarop die bevestigd zit wanneer de deur gesloten is. Bij bepaalde producten moet u de
sierbekleding demonteren om het abnormaal uitsteken van het blokje te beoordelen wanneer de deur gesloten is.
32
20-REINIGING
BUITENDIENSTSTELLING (einde seizoen)
Aan het einde van ieder seizoen wordt aanbevolen om vooraleer het toestel uit te schakelen alle pellets uit het reservoir te verwijderen
met behulp van een stofzuiger met lange buis.
Tijdens de periode waarin het toestel niet wordt gebruikt, moet men die van het elektrische net loskoppelen. Voor meer
veiligheid wordt aanbevolen om de voedingskabel te verwijderen, vooral wanneer er kinderen aanwezig zijn.
Wanneer het product weer wordt ingeschakeld, door op de hoofdschakelaar aan de zijkant van het product te drukken, en het display van
het bedieningspaneel wordt niet ingeschakeld, kan het zijn dat de servicezekering moet worden vervangen.
Aan de zijkant van het product is een zekeringhouder aanwezig, nabij het stopcontact. Haal de stekker uit het stopcontact, open de
afdekking van de zekeringenhouder met een schroevendraaier en vervang de zekeringen indien nodig (3,15 A vertraagd) - uit te voeren
door een erkende, gekwaliceerde technicus.
CONTROLE VAN DE INTERNE ONDERDELEN
OPGEPAST!
De controle van de interne elektromechanische onderdelen mag uitsluitend uitgevoerd worden door gekwaliceerd
personeel dat over de technische kennis beschikt betreende verbranding en elektriciteit.
Het is aanbevolen om dit periodiek onderhoud jaarlijks uit te voeren (via een geprogrammeerd contract voor assistentie), voor een visuele
controle en de controle van de correcte werking van de interne onderdelen. De controle- en/of onderhoudsinterventies die absoluut
noodzakelijk zijn voor de correcte werking van het product worden hieronder samengevat.
ONDERDELEN/PERIODE 1 DAG 23 DAGEN 7 DAGEN 15/20 DAGEN 1 JAAR
ONDER DE ZORG VAN DE
GEBRUIKER
Vuurpot
Asopvangbak
Aslade*
Ruit
Luchtlter
ONDER DE ZORG VAN DE
GEKWALIFICEERDE TECHNICUS
Bovenste warmtewisselaar
Onderste warmtewisselaar
Rookkanaal
Pakkingen
Batterij afstandsbediening
Functie sluiting deur
* Het legen van de aslade is afhankelijk van diverse factoren (type pellets, vermogen van de kachel, gebruik van de kachel, type
installatie...). Uw ervaring zal u de exacte tijd voor het legen suggereren.
33
21-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
OPGEPAST!
Alle reparaties dienen uitsluitend uitgevoerd te worden door een gespecialiseerd technicus wanneer het toestel
uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact getrokken is.
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De pellets worden niet in de
verbrandingskamer gevoerd.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De toevoerschroef is geblokkeerd door
zaagsel.
Maak het reservoir leeg en deblokkeer de
toevoerschroef door het zaagsel weg te
nemen.
Reductiemotor defect. Vervang de reductiemotor.
Elektronische kaart defect. Vervang de elektronische kaart.
Het vuur gaat uit of het toestel valt
automatisch stil.
Het pelletreservoir is leeg. Vul het pelletreservoir.
De pellets worden niet aangevoerd. Zie de vorige storing.
Interventie van de veiligheidssonde van de
pellettemperatuur.
Laat het toestel afkoelen, stel de
thermostaat opnieuw in tot de blokkering
opgeheven wordt en schakel de ketel
opnieuw in; als het probleem blijft
aanhouden, neem dan contact op met de
technische assistentie.
Chrono actief. Controleer of de instelling chrono actief is.
De deur is niet perfect gesloten of de
pakkingen zijn versleten.
Sluit de deur en vervang de pakkingen
door originele pakkingen.
Ongeschikte pellets. Vervang het type pellets door een soort die
door de fabrikant wordt aanbevolen.
Geringe toevoer van pellets. Laat de toevoer van brandstof controleren
volgens de instructies in de handleiding.
Verbrandingskamer vuil. Reinig de verbrandingskamer volgens de
instructies in deze handleiding.
Afvoer verstopt. Reinig het rookkanaal.
Motor van de rookafzuiging beschadigd. Controleer en vervang eventueel de motor.
34
21-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Het toestel werkt enkele minuten en
wordt dan uitgeschakeld.
De inschakelfase is niet beëindigd. Herhaal de inschakelfase.
Tijdelijke onderbreking van de elektrische
energie.
Opnieuw aanzetten.
Rookgaskanaal verstopt. Reinig het rookgaskanaal.
Temperatuursondes defect of stuk. Controleer en vervang de sondes.
De pellets hopen zich op in de
vuurpot, de ruit van de deur wordt
vuil en de vlam is zwak.
Onvoldoende verbrandingslucht. Controleer of de luchtinlaat in de kamer
aanwezig is en of die vrij is.
Reinig de vuurpot en controleer of alle
gaten open zijn.
Verricht een algemene reiniging van de
verbrandingskamer en het rookkanaal.
Controleer de staat van de pakkingen van
de deur.
Vochtige of ongeschikte pellets. Gebruik een ander type pellet.
Motor aanzuiging rookgassen defect. Controleer en vervang eventueel de motor.
De motor van de rookgasafzuiging
werkt niet.
Het toestel krijgt geen elektrische
spanning.
Controleer de netspanning en de zekering.
De motor is beschadigd. Controleer en vervang eventueel de motor
en de condensor.
De moederkaart is defect. Vervang de elektronische kaart.
Het bedieningspaneel is defect. Vervang het bedieningspaneel.
De convectieluchtventilator werkt
zonder stoppen.
Thermische sonde defect of stuk. Controleer de werking van de sonde en
vervang de sonde eventueel.
Ventilator defect. Wacht enkele minuten en controleer de
werking van de motor, eventueel de motor
vervangen.
Het toestel heeft de temperatuur voor
uitschakelen nog niet bereikt.
Wachten.
35
21-DEFECTEN/OORZAKEN/OPLOSSINGEN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
STORING MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De luchtventilator gaat niet aan. Het toestel heeft de temperatuur niet
bereikt.
Wachten.
De afstandsbediening werkt niet. Batterij van de afstandsbediening leeg. Vervang de batterij.
Afstandsbediening defect. Vervang de afstandsbediening.
Op de automatische stand
werkt het toestel altijd op het
maximumvermogen.
Omgevingsthermostaat op
maximumstand.
Stel de temperatuur van de thermostaat
opnieuw in.
Sonde voor temperatuurmeting
beschadigd.
Controleer de sonde en vervang hem
eventueel.
Bedieningspaneel defect of werkt niet. Het paneel controleren en eventueel
vervangen.
Het toestel gaat niet aan. Geen elektrische energie. Controleer of de stekker in zit en de
hoofdschakelaar op “I/ON” staat.
Interventie van de zekering ten gevolge
van een defect.
Vervang de zekering door een andere
zekering met dezelfde kenmerken (5x20
mm T 3.15A).
Controleer de vuurpot. Reinig de vuurpot en verwijder eventuele
aanslag of resten van onverbrande pellets.
Controleer de positie van de vuurpot. Plaats de vuurpot weer terug in zijn zitting.
Controleer of de bougie warm wordt. Controleren en eventueel vervangen.
Rookgasafvoer of rookgaskanaal verstopt. Reinig de rookgasafvoer en/of het
rookgaskanaal.
Bougie beschadigd. Vervang de bougie.
75
4
9
8
10
13
12
11
2
3
1
6
+
-
GND
SIGNAL
5V
GND
SIGNAL
5V
GND
SIGNAL
12V
ROSSO
BLU
ALTA TENSIONEBASSA TENSIONE
-
+
GND
12V
36
22-ELEKTRONISCHE KAART KACHELS AIR
LEGENDE BEKABELINGEN AIR-KACHELS
1. ENCODER VENTILATOR ROOKGASSEN
2. ENCODER REDUCTIEMOTOR
3. DRUKTRANSDUCTOR
4. TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
5. SOFTWARE-UPDATE (USB)
6. MODBUS-COMMUNICATIE VOOR MODEM, WI-FI, ......
7. NOODPANEEL
8. THERMOBEVEILIGING RESERVOIR
9. LUCHTVENTILATOR 1
10. REDUCTIEMOTOR
11. ROOKGASVENTILATOR
12. BOUGIE
13. SCHAKELAAR
N.B. De elektrische bedradingen van de afzonderlijke onderdelen zijn voorzien van voorbekabelde connectoren waarvan
de groottes onderling verschillen.
ELEKTRISCHE KABELS ONDER SPANNING
ONTKOPPEL DE VOEDINGSKABEL 230V VOORALEER WERKZAAMHEDEN
OP DE ELEKTRISCHE KAARTEN UIT TE VOEREN
75
4
9
8
10
13
12
11
2
3
1
6
14
+
-
GND
SIGNAL
5V
GND
SIGNAL
5V
GND
SIGNAL
12V
ROSSO
BLU
ALTA TENSIONEBASSA TENSIONE
-
+
GND
12V
37
23-ELEKTRONISCHE KAART KACHELS COMFORT AIR MET TWEE VENTILATOREN
Technische Dienst - Rechten voorbehouden - Reproductie verboden
LEGENDE BEKABELINGEN KACHELS COMFORT AIR MET 2 VENTILATOREN
1. ENCODER VENTILATOR ROOKGASSEN
2. ENCODER REDUCTIEMOTOR
3. DRUKTRANSDUCTOR
4. TEMPERATUURSONDE ROOKGASSEN
5. SOFTWARE-UPDATE (USB)
6. MODBUS-COMMUNICATIE VOOR MODEM, WI-FI, ......
7. NOODPANEEL
8. THERMOBEVEILIGING RESERVOIR
9. LUCHTVENTILATOR 1
10. REDUCTIEMOTOR
11. ROOKGASVENTILATOR
12. BOUGIE
13. SCHAKELAAR
14. LUCHTVENTILATOR 2
N.B. De elektrische bedradingen van de afzonderlijke onderdelen zijn voorzien van voorbekabelde connectoren waarvan
de groottes onderling verschillen.
ELEKTRISCHE KABELS ONDER SPANNING
ONTKOPPEL DE VOEDINGSKABEL 230V VOORALEER WERKZAAMHEDEN
OP DE ELEKTRISCHE KAARTEN UIT TE VOEREN
11/09/17REV.18901710200
MCZ GROUP S.p.A.
Via La Croce n°8
33074 Vigonovo di Fontanafredda (PN) – ITALIË
Telefoon: 0434/599599 r.a.
Fax: 0434/599598
Internet: www.mcz.it
e-mail: mcz@mcz.it
5


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for MCZ EGO Air - 2016 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of MCZ EGO Air - 2016 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,51 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of MCZ EGO Air - 2016

MCZ EGO Air - 2016 Usermanual and installation guide - Dutch - 88 pages

MCZ EGO Air - 2016 Additional guide - French - 40 pages

MCZ EGO Air - 2016 Usermanual and installation guide - French - 48 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info