-- 82 --
ONDERHOUD
Bevestigings-
schroeven
CARBURATOR AFSTELLEN
De carburator is zorgvuldig op de fabriek
ingesteld. Bijstelling(en) van de stationaire
snelheid kunnen noodzakelijk zijn, als u een
of meer van de volgende condities
waarneemt:
S De motor loopt niet stationair wanneer de
gasklepbediening wordt losgelaten.
De stationaire loopsnelheid
bijstellen
Laat de motor stationair lopen. Stel de
stationaire loopsnelheid bij, totdat de motor
loopt zonder afslaat (stationair lopen was te
laag).
S Draai de schroef voor stationair lopen
rechtsom om de motorsnelheid te
verhogen als de motor afslaat.
S Draai de schroef voor stationair lopen
linksom om de motorsnelheid te verlagen.
Deksel
Schroe
voor stationaire snelheid
Als u meer hulp nodig hebt of niet zeker weet
hoe u deze procedure uit moet voeren,
contact opnemen met erkende servicedealer.
OPSLAAN
WAARSCHUWING: Maak het
apparaat aan het einde van het seizoen of
wanneer het voor 30 dagen of meer zal worden
gebruikt klaar voor opslag.
S Geef de motor de gelegenheid af te koelenen
maak het apparaat stevig vast alvorens u het
opslaat of vervoert.
S Bewaar het apparaat en de brandstof in een
goedgeventileerde ruimte waar de
brandstofdampen niet in contact kunnen
komen met vonken of open vuur van boilers,
elektrische motoren of schakelaar, ovens,
enz.
S Bewaar het apparaat met alle afscherming op
zijn plaats. Plaats het apparaat zo dat het niet
per ongeluk persoonlijk letsel kan
veroorzaken.
S Bewaar het apparaat en de brandstof buiten
het bereik van kinderen.
BUITENOPPERVLAKKEN
S Indien uw apparaat gedurende enige tijd zal
worden opgeslagen, dient u het eerstgrondig
te reinigen. Bewaar het in een droge
omgeving.
S Breng een klein beetje olie aan op metalen
buitenoppervlakken.
INTERNE MOTOR
S Verwijder de bougie en giet 1 theelepel
tweetaktolie voor (luchtgekoelde)
tweetaktmotoren in de bougie--opening. Trek
langzaam 8tot 10maal aanhet startkoordom
de olie te verdelen.
S Vervang de bougie door een nieuwe van het
aanbevolen type en warmtebereik.
S Reinig het luchtfilter
S Controleer het gehele apparaat op losse
schroeven, moeren en bouten. Vervang alle
beschadigde, gebroken of versleten
onderdelen.
S Start elk seizoen met alleen verse brandstof
die de juiste verhouding van benzine en olie
heeft.
OVERIG
S Bewaar geen benzine gedurende meerdere
seizoenen.
S Vervang uw benzinecontainer indien deze
begint te roesten.