68
Opstelling
Let bij de opstelling op voldoende ventilatie.
Zet het apparaat niet op een zachte ondergrond, zoals een vloerkleed of op een bed.
Bovendien mag de luchtcirculatie niet worden gehinderd door voorwerpen als tijdschriften,
tafelkleden, gordijnen, etc. Dit belemmert de warmteafvoer van het apparaat en kan leiden
tot oververhitting (brandgevaar).
Boor geen gaten in de behuizing van het mengpaneel en draai er geen schroeven in; hier-
door kan het apparaat beschadigd raken en de veiligheid ervan nadelig worden beïnvloed.
Plaats het apparaat altijd op een stabiele en veilige ondergrond.
Als het mengpaneel valt, kunnen mensen gewond raken.
Zorg er bij het opstellen van het apparaat voor, dat de aansluitkabels niet worden afgekneld
of door scherpe randen worden beschadigd.
Leg kabels altijd zodanig dat er niemand over kan struikelen of er achter kan blijven haken.
Er bestaat gevaar voor verwondingen!
Let er bij het kiezen van de opstellingsplaats op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillin-
gen, stof, hitte, koude en vocht wordt voorkomen.
Apparaten met sterke elektrische of magnetische velden, zoals transformatoren, moto-
ren, draadloze telefoons, zendontvangapparaten enz., mogen niet in de directe nabijheid
van het mengpaneel staan, omdat deze de werking van het mengpaneel nadelig kunnen
beïnvloeden.
Plaats het apparaat niet zonder bescherming op waardevolle of gevoelige meubelopper-
vlakken.
Het mengpaneel is geschikt voor tafelgebruik en voor inbouw in een console. De vier bevestigingsgaten in de
bovenste afdekplaat zijn bestemd voor montage in een paneel.
Aansluiten
Schakel voor het aansluiten het mengpaneel en alle andere apparaten die met het mengpaneel
verbonden moeten worden uit (neem de stekkers uit het stopcontact).
Gebruik voor het aansluiten van de in- en uitgangen alleen hiervoor geschikte afgescherm-
de leidingen met voor de aansluitingen geschikte connectoren. Bij gebruik van de verkeer-
de kabels kunnen storingen optreden.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen te voorkomen die tot beschadiging van het
mengpaneel kunnen leiden, mogen op de in- en uitgangen van het mengpaneel uitsluitend
apparaten met eenzelfde soort in- en uitgangen worden aangesloten.
Let hierbij ook op de aansluitwaarden in het hoofdstuk „Technische gegevens“.
Voor alle cinchaansluitingen geldt:
• De witte cinch-bus van het mengpaneel is de aansluiting voor het linker kanaal.
• De rode cinch-bus van het mengpaneel is de aansluiting voor het rechter kanaal.