58
Ingebruikneming
Neem het apparaat alleen dan in gebruik, als u de gebruiksaanwijzing heeft doorgele-
zen en de functies van het apparaat heeft begrepen. Controleer nogmaals of alle aan-
sluitingen juist zijn.
Mengpaneel in- en uitschakelen
Door het niet in acht nemen van de hierna beschreven volgorde bij het in- en uitscha-
kelen van het mengpaneel kunnen de luidsprekers of de versterker beschadigd raken.
Inschakelen:
• Zorg ervoor dat alle kanaalfaders (12) op minimaal volume zijn ingesteld (kanaalfaders helemaal
naar beneden geschoven).
• Schakel eerst de op het mengpaneel aangesloten weergaveapparaten in.
• Schakel het mengpaneel met de schakelaar POWER (16) in.
• Schakel de aangesloten versterker en het opnameapparaat (aangesloten op de aansluiting REC
(20)) in. Het mengpaneel is nu gebruiksklaar.
Uitschakelen:
• Draai voor het uitschakelen van het mengpaneel eerst het volume op het mengpaneel en dan op
de versterker terug naar het minimum.
• Schakel de versterker uit.
• Schakel vervolgens het mengpaneel met de schakelaar POWER (16) en daarna de weergaveap-
paraten (platenspeler, cd-speler etc.) uit.
• Als u het mengpaneel gedurende langere tijd niet gebruikt, moet u de netadapter uit de contac-
tdoos verwijderen.
Ingang selecteren
Minimaliseer het volume met de overeenkomstige kanaalfader (12) voordat een keu-
zeschakelaar voor de ingang (1) wordt bediend. Vanwege de verschillende niveaus van
de desbetreffende weergavebronnen kan het volume bij het omschakelen tussen de
ingangen anders plotseling zeer hoog zijn.
Selecteer met de keuzeschakelaars voor de ingang (1) de gewenste ingangen.
Volume-indicators
De volume-indicator (2) geeft informatie over het uitgangsniveau.
Het niveau dient zo min mogelijk permanent de „0“db-waarde op de volume-indicator te
overschrijden, omdat er anders vervormingen van het muzieksignaal kunnen ontstaan.
Een kort oplichten resp. een korte uitslag tot boven de „0“dB-waarde bij signaalpieken is
echter geen probleem.
Volumeregeling
• Draai het volume op de aangesloten versterker naar het minimum.
• Draai de regelaars MASTER (9) en GAIN (3) naar het minimum.
• Schuif ook de kanaalfaders (12) naar het minimum.
• Selecteer met de keuzeschakelaar voor de ingang (1) de desbetreffende kanaalingang.
• Start het aangesloten weergaveapparaat, bijv. een cd-speler. Als op dit apparaat een volumere-
geling aanwezig is, stelt u hier ca. 75% van het maximale volume in.
• Schuif de desbetreffende kanaalfader (12) helemaal naar boven.
• Draai de regelaar MASTER (9) naar het maximum.
• Met de regelaar GAIN (3) kunt u het signaalniveau instellen. Het signaalniveau kan worden afge-
lezen op de volume-indicatoren. Overschrijden van de „0“dB-waarde dient te worden vermeden.
11
Anschluss
Trennen Sie vor dem Anschluss das Mischpult und alle anderen Geräte, die mit dem
Mischpult verbunden werden sollen von der Netzspannung (Netzteil bzw. Netzstecker
aus der Steckdose ziehen).
Benutzen Sie zum Anschluss der Cinchein- und -ausgänge nur hierfür geeignete abge-
schirmte Cinchleitungen. Für den Anschluss des Mikrofoneingangs benutzen Sie bitte
nur ein geeignetes Mikrofonkabel. Bei Verwendung falscher Kabel können Störungen
auftreten.
Um Verzerrungen oder Fehlanpassungen zu vermeiden, die zur Beschädigung des
Mischpults führen können, dürfen an die Cincheingänge des Mischpultes nur Wieder-
gabegeräte mit einem Cinchausgang angeschlossen werden. An die Cinchausgänge des
Mischpultes dürfen nur Geräte mit ebensolchen Eingängen angeschlossen werden.
Beachten Sie hierzu auch die Anschlusswerte im Kapitel „Technischen Daten“.
Für alle Cinchanschlüsse gilt:
• Die weiße Cinchbuchse des Mischpults ist der Anschluss für den linken Kanal.
• Die rote Cinchbuchse des Mischpults ist der Anschluss für den rechten Kanal.
Anschluss der Eingänge
Eingänge LN-2 und LN-4:
Es stehen Ihnen zwei Stereo-Cincheingänge zur Verfügung, an denen Sie Ihre Wiedergabegeräte,
wie z.B. Tuner, CD-Player, MP3 Player etc. anschließen können. Diese Eingänge sind für den
Anschluss von Wiedergabegeräten mit Line-Pegel geeignet.
Diese Eingänge sind nicht für Plattenspieler geeignet.
Eingänge LN-1/PH-1 und LN-3/PH-2:
Bei diesen Eingängen handelt es sich um variable Eingänge, sie können durch die entsprechen-
den Wahlschalter (21 bzw. 23) beeinflusst werden. Je nach Schalterstellung sind diese Eingän-
ge für den Anschluss an einen Plattenspieler oder an einen CD-Spieler (oder ähnliches Line-
Gerät) geeignet.
Überprüfen Sie vor einem Anschluss die Stellung des jeweiligen Wahlschalters
(21 bzw. 23). Stellen Sie den Schalter auf die richtige Position. Schalten Sie vor dem
Umschalten das Mischpult immer mit dem Schalter POWER (16) aus.
Schalterstellung LN An den jeweiligen Eingang kann ein Gerät mit LINE-Pegel angeschlossen
werden, z.B. CD-Spieler, MP3-Player, Tuner etc.
Schalterstellung PH An den jeweiligen Eingang kann ein Plattenspieler mit Magnetsystem
(dieses System wird bei fast allen DJ- Plattenspielern benutzt) angeschlos-
sen werden.
Mikrofoneingang MIC (19):
An diesen Eingang können Sie Ihr Mikrofon anschließen.
Anschluss der Ausgänge
Ausgang MAIN (20)
Schließen Sie an den Ausgang MAIN einen freien Cincheingang Ihres Haupt-Verstärkers (z.B. AUX) an.
Ausgang REC (20)
Wenn Sie das Ausgangssignal des Mischpults mit einem Aufnahmegerät aufzeichnen wollen,
schließen Sie den Aufnahmeeingang des Gerätes an die Buchsen REC (20) des Mischpults an.
