6
35. FINGERED CHORD
In deze modus speel je de individuele noten van het akkoord met je linker hand. Druk, tijdens het spelen in “rhythm”
modus op [FINGERED CHORD]. NU kunt u fingered akkoorden op de toetsen in de akkoordtoetszone (de 1ste-19de toets,
van links) van het keyboard spelen. Druk nogmaals op [FINGERED CHORD] om de modus te beëindigen.
36. PROGRAM
Druk op [PROG] om de ritmeprogrammeerfunctie in te schakelen, "PROG" verschijnt op het display en de keyboard-
percussiefunctie wordt geactiveerd. Er kunnen maximaal 32 slagwerken geprogrammeerd worden. Druk op [PLAY] om het
geprogrammeerde ritme af te spelen. Druk op [START/STOP] of druk nogmaals op [PROG] om de programmeerfunctie uit
te schakelen. Alle opgenomen ritmes zullen worden verwijderd.
37. NULL PLAY
Druk op om het geprogrammeerde ritme herhaaldelijk af te spelen. U kunt dan een begeleidingsakkoord aan het ritme
toevoegen. Druk nogmaals om het afspelen te stoppen.
38. PANEL PERCUSSION
Het instrument beschikt over 8 voorgeprogrammeerde paneelslagwerken. Druk op de knoppen volgens de illustraties op
het keyboard om de gewenste slagwerkeffecten toe te voegen tijdens het reguliere keyboardspel.
39. PITCH BEND
Wiel om de pitch bend te bepalen. Draai het wiel naar voren om de diepte van het effect te vergroten, draai het wiel naar
achteren om de diepte van het effect te verkleinen.
40. AKKOORDZONE
Akkoord zone (1e t/m 19e toets van links).
AANSLUITINGEN
41. MIDI UITGANG JACK
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een gestandaardiseerde
specificatie voor muziek synthesizers die reageren op MIDI berichten.
U kunt het instrument via de [MIDI OUT]-aansluiting op een computer
aansluiten en uw uitvoering naar de computer uploaden voor verdere
opname, compositie of bewerking.
42. AUDIO UITGANG
U kunt de ingebouwde luidsprekers gebruiken of het keyboard
aansluiten op externe versterkers of stereo-installaties. Bij het aansluiten zet u de stroomschakelaars aan beide kanten uit
en steekt u het rechter uiteinde van de audiokabel in een van de [OUT L / R] aansluitingen op het achterpaneel en het
andere uiteinde in een extern apparaat.
43. HOOFDTELEFOON/UITGANG
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES/OUTPUT poort, zal de luidspreker automatisch uitgeschakeld
worden. U kunt optreden zonder anderen te storen en zonder dat anderen u storen.
44. DC 12V INGANG
Ingang voor het aansluiten van de meegeleverde adapter.
AUTO RITME
Ritme selectie
U kunt bij dit keyboard tussen 128 (“000” to “127”) verschillende voorgeprogrammeerde ritmes kiezen. Het ritme is standaard
"000". Druk op [RHYTHM], druk hierna op de numerieke toetsen of de "+"/"-" toetsen om andere ritmes te selecteren.
Ritme controle
1. Ritme inschakelen
Druk op [START/STOP] om het ondersteunende ritme te starten. Druk op [SYNC], "SYN" en speel een willekeurige toets in de
akkoordtoetszone af (1e t/m 19e toets van links). Het ondersteunende ritme wordt geactiveerd.
2. Tussenspel
Nadat het ritme is geactiveerd, drukt u op [FILL-IN] om een tijdelijk ritme te laten spelen.
3. Ritme stoppen
Druk op [START/STOP] om het ritme te stoppen.
Tempo aanpassen
Druk op [TEMPO▲] of [TEMPO▼] om het tempo te verhogen of te verlagen. Door de twee toetsen tegelijkertijd in te drukken
kan het tempo naar de standaardwaarde worden teruggezet.