6
TOETSENBEDIENING
De volgende functies worden geactiveerd door de (4) [FUNCTIE] of (11) [GM TIMBRE] knop te combineren met de hieronder
genummerde toets uit het toetsenbord.
13. KEY TONE
De "toetstoon" of "click" functie is standaard ingeschakeld. Druk op de toets [FUNCTION+] + de aangewezen "13" toets op
het toetsenbord om de functie in of uit te schakelen. Er zal een snelle kliktoon worden afgegeven.
14. RECORD
Druk op de toets [FUNCTION+] + de opnametoets (14) om de opnamemodus in te schakelen. Druk op de toets
[FUNCTION+] + de opnametoets (14) om de opnamemodus uit te schakelen. Met behulp van de opnamemodus wordt de
metronoom automatisch ingeschakeld en kunt u op een willekeurige toets drukken om de opname te starten. Druk op de
toets [FUNCTION+] + de toets [TEMPO] om het tempo aan te passen. Deze piano kan maximaal 700 tonen opnemen. Als
het geheugen vol is, wordt de opnamemodus uitgeschakeld en wordt de metronoom automatisch uitgeschakeld.
15. TOUCH
Druk op de toets [FUNCTION+] + [TOUCH] OFF of een van de 1-3 toetsen om de drukkracht uit te schakelen of te
verschuiven tussen 3 gradaties.
16. SUSTAIN EN 17. VIBRATO
Sustain: verleng de duur van een toonhoogte.
Druk op de toets [FUNCTION+] + de toets [SUSTAIN - ON] om het sustain effect in te schakelen.
Druk op de toets [FUNCTION+] + de toets [SUSTAIN - OFF] om het sustain effect uit te schakelen.
Vibrato: voeg een pulserende variatie toe aan de toonhoogte.
Druk op de toets [FUNCTION+] + de toets [VIBRATO - ON] om het vibrato-effect in te schakelen.
Druk op de toets [FUNCTION+] + de toets [VIBRATO - OFF] om het vibrato-effect uit te schakelen.