6
Bediening
Bedieningspaneel
1 Programmakaart
Op deze kaart vindt u richtlijnen voor de in te stellen
droogtijden.
2 Toets “deur openen”
Door deze toets in te drukken opent u de deur.
3 Toets “lage temperatuur”
Druk deze toets voortijds in als u kreukherstellend
katoen gaat drogen.
4 Toets “start”
Na instelling van het programma drukt u op deze
toets om het programma te starten.
Als de deur tijdens het in bedrijf zijn geopend wordt,
moet na het weer sluiten van de deur deze toets
nogmaals ingedrukt worden om het programma te
vervolgen.
De start-toets moet ook ingedrukt worden als een
stroomonderbreking geweest is.
5 Signaallampje “waterhouder”
Het lampje brandt als de waterhouder vol of niet
goed geplaatst is. Het programma is dan
onderbroken.
De waterhouder moet na iedere droogbeurt geleegd
worden.
Belangrijk: Als tijdens de droogcyclus de
waterhouder gevuld raakt, gaat het
overeenkomstige lampje branden en laat u zo weten
dat de houder geleegd dient te worden. De
droogtijdenknop blijft doordraaien totdat hij op “O”
komt te staan maar de machine droogt niet. In dit
geval dient u, nadat u de houder geleegd heeft,
opnieuw de benodigde droogtijd in te stellen om de
gewenste droogtegraad te bereiken.
Opgelet: Na deze handeling kan het gebeuren dat
de machine enkele seconden stil blijft staan terwijl
het lampje brandt voordat hij opnieuw begint te
draaien.
6 Droogtijdenknop
De tijdklok is in twee sectoren opgedeeld:
Een sector met een normale (hoge)
droogtemperatuur, instelbaar tot 120 minuten. De
normale temperatuur gebruikt u voor katoen en
linnen.
Een sector met verlaagde droogtemperatuur,
instelbaar tot 80 minuten. De verlaagde temperatuur
gebruikt u voor synthetica en fijne was.
U mag de knop uitsluitend rechtsom draaien.
Heeft u in de verkeerde sector ingesteld, dan niet
terugdraaien maar weer rechtsom.
De droogtijd hangt af van verschillende factoren:
– centrifugeertoerental
– gewenste droogtegraad
– soort wasgoed
– vulgewicht
Afkoelfase
Bij het instellen van korte droogtijden moet u er
rekening mee houden dat de machine de laatste 8
minuten met koude lucht werkt. Daarmee worden
zowel wasgoed als machine afgekoeld.
De programmastand kan voor het luchten van
kledingstukken die u anders enige tijd buiten
gehangen zou hebben, gebruikt worden.
7 Controlelampje
Het lampje gaat branden wanneer de machine in
bedrijf is en gaat uit aan het einde van het
programma of als de deur geopend wordt.