10
Gebruik
Bedieningspaneel
Beschrijving van de bedienings-
elementen
1 Programmakaart
De programmakaart bevindt zich op het front van de
wasmiddelhouder.
2 Controlelampje “lichtnet”
Het lampje gaat branden bij het starten van het
programma (AAN/UIT-toets ingedrukt) en gaat uit
door nogmaals indrukken van deze toets.
3 Toets “AAN/UIT”
Door het indrukken van deze toets schakelt u de
machine AAN en UIT.
4 Toets “verlaagd
centrifugeertoerental”
Door deze toets in te drukken verlaagt u het
centrifugeertoerental als volgt:
■
voor katoen en linnen:
- van 1000/min tot 550/min (CMF 2000)
- van 1200/min tot 600/min (CMF 2200)
■
voor synthetica en wol:
- van 850/min tot 500/min.
■
voor fijne was:
- van 650/min tot 400/min.
5 Toets “Kort”
Voor weinig vuil wasgoed kunt u, bij de programma’s
voor witte of bonte was en voor synthetica voor een
verkorte wastijd kiezen. U drukt dan voortijds deze
toets in.
Kiest u een temperatuur van 30° tot 60°C.
6 Toets “intensief spoelen”
(allen voor CMF 2200)
Deze functie kunt u alleen instellen voor katoen en
linnen (programma’s A en B): de machine voert 4
spoelgangen in plaats van 3.
Intensief spoelen kan gewenst zijn in gebieden met
heel zacht water of bij allergie voor wasmiddelen.
7 Toets “spoelstop”
Wilt u dat de was in het laatste spoelwater blijft
staan, dan drukt u van te voren deze toets in. Aan
het einde van het programma hebt u twee
mogelijkheden: uitsluitend afpompen, dit programma
dus, of kort centrifugeren door de toets terug te
laten komen.
8 Draaiknop voor temperatuur-
keuze
Met de knop voor de temperatuurregeling kiest u
de gewenste wastemperatuur.
Knop links- of rechtsom instellen.
U kunt ook met de temperatuur van het ingekomen
leidingwater wassen, door de knop op in te
stellen.
9 Programmakiezer
Met de programmakiezer stelt u rechtsom
draaiend, het gewenste programma in.