In de bovenstaande situatie zal de gebruiker gedurende een korte tijd luisteren naar een verkeerd programma of
naar een gedempte klank.
EON TA LOCAL modus
Als de veldsterkte van het EON signaal zwakker is dan het drempelniveau, zal de radio niet op dat station
afstemmen en de gebruiker zal nauwelijks deze storingen opmerken.
Als de EON TA LOCAL modus geselecteerd wordt, zal “EON TA LO” gedurende enkele seconden aangeduid
worden op de display.
EON TA DISTANCE modus Bij EON TA schakelen wordt er getracht de informatie van het actuele station te
implementeren. Als de EON TA DISTANCE modus geselecteerd wordt, zal “EON TA DX” gedurende enkele
seconden aangeduid worden op de display.
De gebruikte RDS gegevens zijn PI, PS, AF, TP, TA, EON en PTY
gegevens.
PI: Program Identification Code
Code om het programma te identificeren
PS: Program Service Name
De naamgegevens van het zendstation uitgedrukt in alfanumerieke karakters
AF: Alternative Frequencies
Frequentielijst van de zendstations die een zelfde programma geven
TP: Traffic Program Identification
Identificatiegegevens voor de verkeersinformatie van een zender
TA: Traffic Announcement
Identification Identificatiegegevens die aanduiden of verkeersinformatie al dan niet wordt uitgezonden
CASSETTE SPELER
Plaats een cassette in de speler in de lengterichting met de tapezijde naar rechts.
De cassette zal vervolgens automatisch afspelen, en u kunt vervolgens met de FF en REW toetsen
Muziekstukken opzoeken.
Druk op de EJECT toets (4) om de cassette uit te werpen.
CD WISSELAAR / SPELER
Nadat u de CD wisselaar kabel heeft aangesloten kunt u gebruikmaken van de wisselaar.
Druk op de MOD toets (9) om over te schakelen naar de CD wisselaar modus.
Vervolgens drukt u op de CD + toets (28) of CD -(27) om een specifieke CD te zoeken.
• SELECTEER TRACKS
Druk tijdens de CD modus de TUNE/SKIP/TRACK / – toets (20) in of de TUNE/SKIP/TRACK + / toets (21) om van
de voorgaande CD track naar de volgende over te schakelen. De track nummers worden dan aangegeven op de
display. Houd tijdens de CD modus de TUNE/SKIP/TRACK / – toets of de TUNE/SKIP/TRACK + / toets
ingedrukt om snel terug te spoelen of om vooruit te gaan. De CD speler zal opnieuw beginnen te spelen zodra
de toetsen worden losgelaten.
• STOP MET SPELEN
Druk op de PAU toets (23) om de CD speler te doen pauzeren.
Druk opnieuw op de toets om het spelen verder te zetten.
• HERHAAL DEZELFDE TRACK
Druk in de CD modus op de RPT toets (25) om dezelfde track voortdurend te herhalen. Druk opnieuw op de toets
om het herhalen te beëindigen.
• OVERHOOR ALLE TRACKS
Druk in de CD modus op de SCN toets (24) om de eerste seconden van elke track van de CD te beluisteren.
Druk opnieuw op de toets om de intro’s te doen ophouden en om naar de volledige track te luisteren.
• SPEEL ALLE TRACKS
Druk gedurende de CD modus op de SHF toets (26) om alle tracks op de CD in een willekeurige volgorde te
doen afspelen. Druk opnieuw op deze toets om deze functie uit te schakelen.