Nederlands / Blz. 18
6. Weergavefuncties en programmeermogelijkheden
Foutmeldingen
• Als het controlelampje STORING (6)
knippert, wordt na korte bediening
van de toets (10) het bijhorende
foutnummer weergegeven (de LED's
knipperen onregelmatig - voorbeeld.:
Fout 7).
Foutengeheugen
Het foutengeheugen toont de laatste 5
foutmeldingen van de besturing.
• Druk kort op de toets .
Alle LED's gaan na elkaar van 1-8 aan.
• De besturing toont de actuele fout.
• Druk op de toets (12) om oudere
fouten te tonen.
• Druk op de toets 팬 (11) om de actuele
fout te tonen.
• Druk op de toets om de weergave
van het foutgeheugen te beëindigen.
• Alle LED's doven in de volgorde 8 - 1.
Opmerking:
Het foutnummer wordt door optelling van de onregelmatig
knipperende weergegeven LED's bepaald.
Zie ook 8.2 foutnummers.