Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 211 NL (#72757) 11
6. Montage
6.2 Montage van aandrijving en
geleiderail
• Steek de adapterhuls (A) tot aan de aanslag op de
aandrijvingsas (B).
6.2 / 1
• Lijn de aandrijfrail (C) parallel uit ten opzichte van
het oppervlak van de aandrijving (F).
• Zet de aandrijfrail (C) in de juiste positie op de
adapterhuls (A).
• Laat de aandrijfrail (C) met lichte druk op de
aandrijving (F) zakken.
Attentie!
De aandrijfrail (C) moet voorzichtig
op de aandrijving (F) worden
gemonteerd.
Er mag geen geweld worden gebruikt,
aangezien de vertanding dan kan
beschadigen!
A
B
A
F
C
D
EE
6.2 / 2
4,0 x 10
Tip:
Wanneer de aandrijfrail (C) correct
uitgelijnd is, volstaat een korte trek
aan het trekelement (rollenketting,
tandriem of kogelkabel), om de
aandrijfrail (C) te laten zakken.
• Steek de railklemmen (D) op de aandrijfrail (C).
• Schroef de railklemmen (D) en de aandrijving (F) vast
met de vier schroeven (E).