Montage- en bedieningshandleiding, Comfort 211 accu, solar NL (#76813) 5
Aanwijzingen voor de montage van het aandrijfsysteem
• Verzeker u ervan dat de deur zich mechanisch in een goede toestand bevindt.
• Verzeker u ervan dat de deur in iedere positie blijft staan.
• Verzeker u ervan dat de deur met de hand gemakkelijk in de richting OPEN en DICHT kan worden bewogen.
• Verzeker u ervan dat de deur correct opent en sluit.
• Verwijder alle niet-benodigde componenten van de deur (bijv. kabels, kettingen, hoekstukken enz.).
• Stel alle inrichtingen buiten werking, die na de montage van het aandrijfsysteem niet nodig zijn.
• Voor het installeren van de bekabeling koppelt u het aandrijfsysteem steeds los van de netspanning
(accueenheid).
Verzeker u ervan dat tijdens het installeren van de bekabeling de netspanning onderbroken blijft.
• Neem de plaatselijke veiligheidsbepalingen in acht.
• Installeer de net- en besturingskabels geschreiden. De stuurspanning bedraagt 24 V DC.
• Installeer de acculeiding (24 V DC) steeds apart van andere voedingsleidingen (230 V).
• Monteer het aandrijfsysteem enkel bij gesloten deur.
• Monteer alle impulsgevers en besturingsinrichtingen (bijv. radiografische codeschakelaar) op zichtafstand van de deur
en op een veilige afstand van bewegende onderdelen van de deur. Een minimale montagehoogte van 1,5 meter moet
worden aangehouden.
• Plaats waarschuwingsborden/-stickers op plaatsen waar klemgevaar kan optreden.
• Verzeker u ervan dat na de montage geen onderdelen van de deur in het bereik van openbare voetpaden of straten
uitsteken.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling van het aandrijfsysteem
De gebruikers van de deurinstallatie of hun vertegenwoordigers moeten na de inbedrijfstelling van de installatie worden
geïnstrueerd in de bediening.
• Verzeker u ervan dat kinderen niet met de deurbesturing kunnen spelen.
• Alvorens de deur te bewegen, dient u zich ervan te verzekeren dat er zich geen personen of voorwerpen in de
gevarenzone van de deur bevinden.
• Controleer alle aanwezige veiligheidsinrichtingen.
• Grijp nooit in een lopende deur of bewegende onderdelen.
Aanwijzingen voor het onderhoud van het aandrijfsysteem
Om een storingsvrije werking te garanderen, moeten de volgende punten regelmatig worden gecontroleerd en
eventueel worden hersteld. Voor werkzaamheden aan de deurinstallatie moet het aandrijfsysteem altijd spanningsvrij
worden geschakeld.
• Controleer iedere maand of het aandrijfsysteem omkeert wanneer de deur een hindernis raakt. Zet daarvoor,
overeenkomstig de looprichting van de deur, een 50 mm hoge/brede hindernis in de dagopening.
• Controleer de instelling van het uitschakelmechanisme OPEN en DICHT.
• Controleer alle bewegende onderdelen van het deur- en aandrijfsysteem.
• Controleer de deurinstallatie op slijtage of beschadiging.
• Controleer of de deur soepel met de hand te bedienen is.
Aanwijzingen voor de reiniging van het aandrijfsysteem
Voor reiniging mag in geen geval worden gebruikt:
Een directe waterstraal, hogedrukreiniger, zuren en logen.
Lees het onderstaande grondig!
3. Algemene veiligheidsinstructies