48
Draai de olievuldop eraf en vul olie bij tot aan de
onderrand van de vulnek.
Draai de olievuldop stevig terug op zijn plaats.
Veeg eventueel gemorste olie zorgvuldig weg.
Als de kettingzaag voor het eerst wordt gebruikt, kan het
maximaal twee minuten duren voordat de zaagkettingolie
het zaagmechanisme begint te smeren. Laat gedurende
deze tijd de kettingzaag onbelast draaien (zie
“CONTROLES”).
De inhoud van de olietank (200 ml) is voldoende voor
ongeveer 30 minuten gebruik.
CONTROLES
Alvorens met het werk te beginnen, voert u de volgende
controles uit:
De kettingspanning controleren (zie afb. 18)
WAARSCHUWING:
• Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de
kettingspanning controleert en draag daarbij een
veiligheidsbril.
De zaagketting staat op de juiste spanning wanneer deze
strak langs de onderkant van het zaagblad loopt en aan
de bovenkant van het zaagblad met geringe kracht
ongeveer 2 tot 4 mm kan worden opgetild.
Controleer de kettingspanning veelvuldig omdat een
nieuwe ketting door gebruik langer wordt. Een te slappe
ketting kan van het zaagblad af lopen en verhoogt
daarmee de kans op een ongeval.
Als de ketting te slap staat, raadpleegt u het tekstdeel
getiteld “De kettingspanning instellen” en stelt u de
kettingspanning opnieuw in.
De werking van de aan/uit-schakelaar controleren
LET OP:
Trek altijd de stekker uit het stopcontact voordat u de aan/
uit-schakelaar controleert. Het is verboden de aan/uit-
schakelaar in de aan-stand te vergrendelen. Het mag niet
mogelijk zijn de aan/uit-schakelaar in te drukken zonder
eerst de uit-vergrendelknop in te drukken.
De aan/uit-schakelaar mag niet klem komen te zitten in de
ingedrukte aan-stand. Nadat de aan/uit-schakelaar is
losgelaten, moet deze automatisch terugkeren naar de
uit-stand, en moet de uit-vergrendelknop terugkeren naar
de oorspronkelijke stand (zie afb. 19).
De kettingrem controleren
OPMERKING:
• Als de kettingzaag niet kan worden gestart, moet u de
kettingrem loszetten. Trek de beschermkap van de
voorhandgreep naar achteren tot u voelt dat deze
aangrijpt.
Houd de kettingzaag met beide handen vast bij het
inschakelen. Houd de achterhandgreep met uw
rechterhand vast en de voorhandgreep met uw
linkerhand. Het zaagblad en de ketting mogen geen enkel
voorwerp aanraken.
Druk eerst de uit-vergrendelknop in en knijp daarna de
aan/uit-schakelaar in. De zaagketting begint onmiddellijk
te draaien.
Duw de beschermkap van de voorhandgreep naar voren
met de rug van uw hand. De zaagketting moet
onmiddellijk tot stilstand komen (zie afb. 20).
LET OP:
• Als de zaagketting niet onmiddellijk tot stilstand komt
wanneer deze controle wordt uitgevoerd, mag de
kettingzaag onder geen beding worden gebruikt. Neem
contact op met een in MAKITA gespecialiseerde
reparatiedienst.
De uitlooprem controleren
Schakel de kettingzaag in.
Laat de aan/uit-schakelaar helemaal los. De zaagketting
moet binnen een seconde tot stilstand komen.
LET OP:
• Als de zaagketting niet binnen een seconde tot
stilstand komt wanneer deze controle wordt uitgevoerd,
mag de kettingzaag niet worden gebruikt. Neem
contact op met een in MAKITA gespecialiseerde
reparatiedienst.
De kettingsmeerinrichting controleren (zie afb. 21)
Alvorens met het werk te beginnen, controleert u het
oliepeil in de olietank en de olietoevoer.
Het oliepeil kan worden gecontroleerd door het peilglas
aangegeven inde afbeelding.
Controleer de olietoevoer op de volgende manier:
Start de kettingzaag.
Terwijl de ketting draait, houdt u de zaagketting ongeveer
15 cm boven een boomstam of de grond. Als de smering
voldoende is, zullen de oliespetters een dunne oliestreep
vormen. Let op de windrichting en stel uzelf niet onnodig
bloot aan de oliespetters.
LET OP:
• Als geen oliestreep wordt gevormd, mag u de
kettingzaag niet gebruiken. De levensduur van de
zaagketting zal dan worden verkort. Controleer het
oliepeil. Maak de olietoevoergroef en het
olietoevoergat in het zaagblad schoon (raadpleeg
“ONDERHOUD”).
WERKEN MET DE KETTINGZAAG
Afzagen
Plaats bij het afzagen de getande kam op het hout waarin
u wilt zagen, zoals aangegeven in de afbeelding
(zie afb. 22).
Zaag met draaiende zaagketting in het hout en til de
achterhandgreep op terwijl u met de voorhandgreep het
zagen geleidt. Gebruik op deze manier de getande kam
als scharnierpunt.
Vervolg de zaagsnede door licht op de voorhandgreep te
drukken en de kettingzaag iets terug te trekken. Plaats de
getande kam lager tegen het hout en til de voorhandgreep
weer op.