62
Houders (Fig. 36)
U kunt de houders aan beide zijden van het gereedschap
aanbrengen om de werkstukken goed horizontaal te hou-
den. Steek de houderstangen in de gaten in het voetstuk
en stel hun lengte af in overeenstemming met het werk-
stuk. Zet vervolgens de houders stevig vast met de
schroeven.
LET OP:
• Ondersteun lange werkstukken altijd op gelijke hoogte
met het bovenvlak van het draaibaar voetstuk, om
nauwkeurige zaagsneden te krijgen en gevaarlijk ver-
lies van controle over het gereedschap te voorkomen.
Zaagsnedeblok (los verkrijgbaar accessoire)
(Fig. 37 en 38)
LET OP:
• Zaag altijd met dezelfde verstekhoek wanneer u het
zaagsnedeblok gebruikt.
• Wanneer u de verstekhoek verandert, moet u een
ander zaagsnedeblok gebruiken.
• Gebruik nooit het zaagsnedeblok wanneer u schuine
sneden wilt zagen.
Als u dit verzuimt, zal het blok splitsen zodat de gebruiker
ernstige verwonding kan oplopen.
Wanneer u het zaagsnedeblok gebruikt voor zagen bij
90°, kunt u splintervrije sneden zagen in het werkstuk
aan de zijde van de geleider (de maximale hoogte van
het werkstuk is 35 mm). Monteer het zaagsnedeblok op
de geleider door middel van de twee schroeven. (Stel de
geleider en het zaagsnedeblok zodanig af dat hun vlak-
ken elkaar raken. Draai daarna de schroeven goed vast.)
BEDIENING
LET OP:
• Alvorens het gereedschap wordt ingeschakeld, dient
het handvat uit zijn laagste positie te worden gehaald
door de aanslagpen naar buiten te trekken.
• Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking is met
het werkstuk e.d. voordat u de trekschakelaar indrukt.
• Oefen tijdens het zagen geen overmatige druk op het
handvat uit. Wanneer u te hard drukt, kan de motor
overbelast raken en/of de zaagcapaciteit verminderen.
Druk alleen zo hard als nodig is voor soepel zagen zon-
der dat de draaisnelheid van de zaag aanzienlijk ver-
mindert.
• Druk het handvat zachtjes naar beneden om te zagen.
Indien het handvat met geweld naar beneden wordt
gedrukt of zijwaartse druk erop wordt uitgeoefend, zal
het zaagblad trillen en een merkteken (zaagteken) in
het werkstuk achterlaten, en zal ook de zaagsnede
minder nauwkeurig zijn.
• Voor glijdend zagen duwt u de slede langzaam en zon-
der te stoppen naar de geleider. Als de slede tijdens
het zagen wordt gestopt, zal een merkteken in het
werkstuk achterblijven en zal de zaagsnede minder
nauwkeurig zijn.
1. Drukkend zagen
(zagen van kleine werkstukken) (Fig. 39)
Werkstukken die maximaal 115 mm hoog en 75 mm
breed zijn kunt u als volgt zagen.
Duw de slede zo ver mogelijk naar de geleider en draai
de knop rechtsom vast om de slede vast te zetten. Zet
het werkstuk vast met de spanschroef. Schakel het
gereedschap in zonder dat het zaagblad met het werk-
stuk in contact is, en wacht totdat het zaagblad op volle
toeren draait. Breng dan het handvat langzaam omlaag
naar de laagste positie om het werkstuk te zagen. Nadat
het zagen is beëindigd, schakelt u de machine uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn
hoogste positie terug te zetten.
LET OP:
• Draai de knop stevig rechtsom vast zodat de slede tij-
dens het zagen niet kan bewegen. Als de knop niet
goed vastgedraaid is, kan het zaagblad onverwachts
worden teruggeslagen, wat ernstige PERSOONLIJKE
VERWONDING kan veroorzaken.
2. Glijdend (duwend) zagen (zagen van brede werk-
stukken) (Fig. 40)
Draai de knop naar links los zodat de slede vrij kan glij-
den. Zet het werkstuk vast met de spanschroef. Trek de
slede volledig naar u toe. Schakel het gereedschap in
zonder dat het zaagblad met het werkstuk in contact is,
en wacht totdat het zaagblad op volle toeren draait. Druk
het handvat omlaag en DUW DE SLEDE NAAR DE
GELEIDER OM HET WERKSTUK TE ZAGEN. Nadat het
zagen is voltooid, schakelt u het gereedschap uit.
WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLEDIG TOT
STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het zaagblad in zijn
hoogste positie terug te zetten.
LET OP:
• Voor glijdend zagen DIENT U EERST DE SLEDE ZO
VER MOGELIJK NAAR U TOE TE TREKKEN. Druk
dan het handvat tot in de laagste positie omlaag en
DUW DE SLEDE NAAR DE GELEIDER. BEGIN
NOOIT MET ZAGEN VOORDAT DE SLEDE VOLLE-
DIG NAAR U TOE IS GETROKKEN. Indien u begint te
zagen wanneer de slede niet volledig naar u toe is
getrokken of zaagt naar uw richting toe, kan het zaag-
blad onverwachts worden teruggeslagen, wat ernstige
PERSOONLIJKE VERWONDING kan veroorzaken.
• Glijdend zagen mag nooit worden uitgevoerd terwijl het
handvat in de laagste positie is vergrendeld door het
indrukken van de aanslagpen.
• Draai de vastzetknop van de slede nooit los terwijl het
zaagblad nog draait. Dit kan ernstige verwonding ver-
oorzaken.
3. Verstekzagen
Zie de paragraaf “Instellen van de verstekhoek” hierbo-
ven.