26
4. Schakel de machine uit nadat het zagen is beëin-
digd en WACHT TOTDAT HET ZAAGBLAD VOLLE-
DIG TOT STILSTAND IS GEKOMEN alvorens het
zaagblad in zijn hoogste positie terug te zetten. Dit is
om te voorkomen dat het draaiende zaagblad een
afgezaagd stuk grijpt en het naar u toe slingert.
Geleideplaat (Fig. 19)
De geleideplaat voorkomt dat klein zaagafval in de zaag-
kap blijft zitten. De geleideplaat beweegt automatisch
naar links of naar rechts in overeenstemming met de
draairichting van het draaibare voetstuk.
Instelling voor rechthoekig zagen
In de fabriek is het gereedschap ook ingesteld voor het
nauwkeurig zagen van rechte hoeken. Wanneer door
ruwe behandeling van het gereedschap de instelling
ongedaan is gemaakt, doe dan het volgende.
Breng de zaaghendel naar beneden en controleer of het
zaagblad in het midden van de verstekplaat zit. Indien
het naar beneden gebrachte zaagblad zich niet in het
midden bevindt, is de arm niet juist uitgelijnd. Leg het
gereedschap voorzichtig op zijn rug zodat de onderzijde
van het draaibare voetstuk zichtbaar is. Draai de drie
bevestigingsbouten van de arm tot halverwege los met
een inbussleutel. Stel de arm zodanig af dat het naar
beneden gebrachte zaagblad zich in het midden van de
verstekplaat bevindt. Draai dan de bouten rechtsom vast
om de arm vast te zetten. (Fig. 20)
Zet het gereedschap opnieuw rechtop. Draai de vier
bevestigingsbouten van de geleider tot halverwege los.
Draai het draaibare voetstuk zodanig dat de 0° schaal-
verdeling op het draaibare voetstuk tegenover de wijzer
op de machinevoet komt te staan. (Fig. 21)
Gebruik een driehoek, een winkelhaak e.d. en plaats de
zijde van het zaagblad rechthoekig met het voorvlak van
de geleider. Draai dan de bouten op de geleider stevig
vast, ervoor zorgend dat de stalen kogel op het draaibare
voetstuk juist past in het gat in de onderzijde van de
geleider. (Fig. 22)
Afstellen van de afstelplaat (Fig. 23 en 24)
Plaats de machine op een effen tafel of werkbank, zodat
het linker uiteinde van de machinevoet uitsteekt van het
oppervlak van de tafel of werkbank. Draai de bevesti-
gingsschroeven (A) van de afstelplaat tot halverwege los.
Plaats het liniaal op het draaibare voetstuk en stel de
afstelplaat af door de schroeven (B) met een schroeve-
draaier te draaien, zodat het bovenvlak van de afstelplaat
vlak ligt met het oppervlak van het draaibare voetstuk.
Draai dan de schroeven (A) goed vast om de afstelplaat
vast te zetten.
Dragen van de machine (Fig. 25)
Wanneer u de machine wilt verplaatsen, breng dan de
zaaghendel helemaal omhoog of omlaag en druk op de
vergrendelpen om de zaaghendel te vergrendelen. Zet
ook het draaibare voetstuk vast door de schroef op de
geleider aan te trekken.
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat de machine is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens onder-
houd aan de machine uit te voeren.
Vervangen van koolborstels (Fig. 26 en 27)
Vervang de borstels wanneer ze tot aan de aangegeven
limiet zijn afgesleten. Beide koolborstels dienen tegelij-
kertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft, die-
nen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te worden
uitgevoerd bij een erkend Makita service centrum.