36
hun nominaal toerental kunnen stuk breken en in het
rond vliegen.
6. De buitendiameter en de dikte van het accessoire
moet binnen het capaciteitsbereik van het
elektrisch gereedschap vallen. Accessoires met
verkeerde afmetingen kunnen niet afdoende worden
afgeschermd of beheerst.
7. De asdiameter van schijven, flenzen, rugschijven
en andere accessoires moeten goed passen rond
de as van het elektrisch gereedschap. Accessoires
met een asdiameter die niet overeenkomt met de
standaardhardware voor het elektrisch gereedschap
zullen niet in balans draaien, buitensporig trillen en
kunnen tot verlies van controle over het gereedschap
leiden.
8. Gebruik nooit een beschadigd accessoire.
Inspecteer het accessoire vóór ieder gebruik,
bijvoorbeeld een slijpschijf op ontbrekende
schilfers en barsten; een rugschijf op barsten,
scheuren of buitensporige slijtage; en een
draadborstel op losse of gebarsten draden. Nadat
het elektrisch gereedschap is gevallen,
inspecteert u het op schade of monteert u een
onbeschadigd accessoire. Na inspectie en
montage van een accessoire, zorgt u ervoor dat u
en omstanders niet in het rotatie vlak van het
accessoire staan, en laat u het elektrisch
gereedschap draaien op het maximaal, onbelast
toerental gedurende één minuut. Beschadigde
accessoire breken normaal gesproken in stukken
gedurende deze testduur.
9. Gebruik persoonlijke-veiligheidsmiddelen.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
gezichtsscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang van toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat zijn
kleine stukjes slijpsel of werkstukfragmenten te
weerstaan. De oogbescherming moet in staat zijn
rondvliegend afval te stoppen dat ontstaat bij de
diverse werkzaamheden. Het stofmasker of
ademhalingsapparaat moet in staat zijn deeltjes te
filteren die ontstaat bij de werkzaamheden.
Langdurige blootstelling aan zeer intens geluid kan
leiden tot gehoorbeschadiging.
10. Houd omstanders op veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die zich binnen het
werkgebied begeeft, moet persoonlijke-
veiligheidsmiddelen gebruiken. Fragmenten van
het werkstuk of van een uiteengevallen accessoire
kunnen rondvliegen en letsel veroorzaken buiten de
onmiddellijk werkomgeving.
11. Houd elektrisch gereedschap uitsluitend vast aan
het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
slijpaccessoire met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Wanneer het
slijpaccessoire in aanraking komt met onder spanning
staande draden, zullen ook de niet-geïsoleerde
metalen delen van het elektrisch gereedschap onder
spanning komen te staan zodat de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
12. Houd het snoer goed uit de buurt van het
ronddraaiende accessoire. Als u de controle verliest
over het gereedschap, kan het snoer worden
doorgesneden of bekneld raken, en kan uw hand of
arm tegen het ronddraaiende accessoire worden
aangetrokken.
13. Leg het elektrisch gereedschap nooit neer voordat
het accessoire volledig tot stilstand is gekomen.
Het ronddraaiende accessoire kan de ondergrond
pakken zodat u de controle over het elektrisch
gereedschap verliest.
14. Laat het elektrisch gereedschap niet draaien
terwijl u het naast u draagt. Als het ronddraaiende
accessoire u per ongeluk raakt, kan het verstrikt raken
in uw kleding waardoor het accessoire in uw lichaam
wordt getrokken.
15. Maak de ventilatieopeningen van het gereedschap
regelmatig schoon. De ventilator van de motor zal
het stof de behuizing in trekken, en een grote
opeenhoping van metaalslijpsel kan leiden tot
elektrisch gevaarlijke situaties.
16. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de
buurt van brandbare materialen. Vonken kunnen
deze materialen doen ontvlammen.
17. Gebruik geen accessoires die met vloeistof
moeten worden gekoeld. Het gebruik van water of
andere vloeibare koelmiddelen kan leiden tot
elektrocutie of elektrische schokken.
18. Terugslag en aanverwante waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een beknelde
of vastgelopen draaiende schijf, rugschijf, borstel of
enig ander accessoire. Beknellen of vastlopen
veroorzaakt een snelle stilstand van het draaiende
accessoire dat op zijn beurt ertoe leidt dat het
elektrisch gereedschap zich ongecontroleerd beweegt
in de tegenovergestelde richting van de draairichting
van het accessoire op het moment van vastlopen.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of
vastloopt in het werkstuk, kan de rand van de schijf
die het beknellingspunt ingaat, zich invreten in het
oppervlak van het materiaal waardoor de schijf eruit
klimt of eruit slaat. De schijf kan daarbij naar de
gebruiker toe of weg springen, afhankelijk van de
draairichting van de schijf op het beknellingspunt.
Slijpschijven kunnen in dergelijke situaties ook
breken.
Terugslag is het gevolg van misbruik van het
elektrisch gereedschap en/of onjuiste
gebruiksprocedures of -omstandigheden, en kan
worden voorkomen door goede
voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder
vermeld:
a) Houd het gereedschap stevig vast en houdt uw
armen en lichaam zodanig dat u in staat bent een
terugslag op te vangen. Gebruik altijd de extra
handgreep (indien aanwezig) voor een maximale
controle over het gereedschap in geval van
terugslag en de koppelreactiekrachten bij het
starten. De gebruiker kan een terugslag of de
koppelreactiekrachten opvangen indien de juiste
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
b) Plaats uw hand nooit in de buurt van het
draaiende accessoire. Het accessoire kan
terugslaan over uw hand.
c) Plaats uw lichaam niet in het gebied waar het
elektrisch gereedschap naar toe gaat wanneer een