19
4. Zorg ervoor dat de as, de flenzen (vooral de flens
aan de buitenkant), of de bout geen beschadi-
ging oploopt. Beschadiging aan deze delen kan
breken van de schijf tot gevolg hebben.
5. Houd het gereedschap stevig vast.
6. Houd uw handen altijd uit de buurt van de rote-
rende delen.
7. Alvorens het gereedschap in te schakelen, dient
u even te kontroleren dat de schijf geen kontakt
maakt met het werkstuk.
8. Wacht alvorens te slijpen tot de schijf op volle
toeren is gekomen.
9. Stop onmiddellijk het slijpen als u iets abnor-
maals bespeurt.
10. Zet de trekschakelaar nooit vast in de “ON” posi-
tie.
11. Probeer ook nooit te slijpen met het gereed-
schap ondersteboven vastgezet in een bank-
schroef. Dit is buitengewoon gevaarlijk en kan
aanleiding geven tot zeer ernstige ongelukken.
(Fig. 1)
12. Wacht na het slijpen tot de schijf volledig tot stil-
stand is gekomen, alvorens het gereedschap
neer te zetten.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen of verwijderen van het batterijpak
1. Schakel het gereedschap altijd uit voordat u het bat-
terijpak plaatst of verwijdert.
2. Voor batterijpakken 1200, 1201, 1201A, 1202 of
1202A (Fig. 2)
Monteer altijd de sluitplaat wanneer u batterijpak
1200, 1201, 1201A, 1202 of 1202A gebruikt.
Monteer de sluitplaat op het gereedschap met
behulp van de bijgeleverde schroef en moer, zoals
afgebeeld in Fig. 2.
3. Voor batterijpakken 1222, 1233, 1234 of 1235
(Fig. 3)
Om het batterijpak te verwijderen, trekt u dit uit het
gereedschap terwijl u de knopjes op beide zijden
van het batterijpak indrukt.
Voor batterijpakken 1200, 1201, 1201A, 1202 of
1202A (Fig. 4)
Om het batterijpak te verwijderen, trekt u eerst de
sluitplaat uit het gereedschap. Pak dan het batterij-
pak aan beide zijden vast en verwijder het uit het
gereedschap.
4. Voor batterijpakken 1222, 1233, 1234 of 1235
Om het batterijpak erin te steken, zorgt u ervoor dat
de rug op het batterijpak in de groef van het batterij-
huis komt en dan schuift u het batterijpak naar bin-
nen totdat het vergrendelt (u hoort een klikgeluid).
Voor batterijpakken 1200, 1201, 1201A, 1202 of
1202A
Om het batterijpak erin te steken, zorgt u ervoor dat
de rug op het batterijpak in de groef van het batterij-
huis komt en dan schuift u het batterijpak naar bin-
nen. Klap de sluitplaat terug op haar plaats.
Controleer of de sluitplaat helemaal dichtgeklapt is
alvorens het gereedschap te gebruiken.
5. Probeer niet het batterijpak met geweld erin te
duwen. Indien het batterijpak er niet gemakkelijk
ingaat, dan houdt u het verkeerd.
Installeren of verwijderen van de
diamantschijf (Fig. 5 en 6)
Belangrijk:
Kontroleer altijd of het gereedschap uitgeschakeld en de
batterij verwijderd is, alvorens de schijf te installeren of te
verwijderen.
Voor het installeren van de schijf dient u met een inbus-
sleutel de bout los te draaien om de bout en de buiten
flens te verwijderen. Monteer daarna de schijf, de buiten
flens en de bout. Monteer de schijf met het Makita merk
aan de buitenkant. Druk op de asvergrendeling zodat de
schijf niet rond kan draaien. Draai de bout stevig vast met
de inbussleutel.
Voor het verwijderen van de schijf volgt u de boven-
staande procedure in omgekeerde volgorde.
LET OP:
• Zorg dat u bij het installeren van de schijf de bout altijd
stevig vastdraait.
• Gebruik uitsluitend de inbussleutel van Makita voor het
installeren of verwijderen van de schijf.
Installeren van de watertank
Bevestig de klem op de tank, op het met de stippellijn
aangegeven gedeelte zoals afgebeeld. Draai de schroef
(A) zo vast, dat u de tank nog om kan draaien. (Fig. 7)
Bevestig vervolgens de klem op het motorhuis. De
schroef (B) stevig vastdraaien. (Fig. 8)
Plaats de dop aan het uiteinde van de polyvinyl slang op
het mondstuk van de watertank. Draai de tank naar
rechts om tijdens het maken van de verbinding. Draai
vervolgens de schroef (A) vast voor het vastzetten van de
tank. (Fig. 9)
LET OP:
Wanneer u na het installeren van de watertank merkt dat
de polyvinyl slang te scherp is verbogen of overmatig is
gerekt, dient u de schroef (B) los te draaien en de stand
van de tank bij te stellen, zodat de slang goed aangeslo-
ten zit.
Opbergen van de inbussleutel (Fig. 10)
De inbussleutel zet u na gebruik terug op de daarvoor
bestemde plaats zoals afgebeeld.
Instellen van de snijdiepte (Fig. 11 en 12)
Draai met de inbussleutel de klemschroef op de diepte-
geleider los en breng de voetplaat omhoog of omlaag.
De snijdiepte kunt u aflezen door het boven-einde van de
inkeping in de dieptegeleider in één lijn te brengen met
de schaalverdeling aan de rechterkant daarvan. (Opmer-
king: Dit is alleen mogelijk voor 0° verstekslijpen.) Zet de
voetplaat op de gewenste snijdiepte vast door de klem-
schroef stevig vast te draaien.
LET OP:
• Gebruik een kleine snijdiepte voor netter en veiliger
snijden van een dun werkstuk.
• Nadat de snijdiepte is ingesteld, dient u de klemschroef
altijd stevig vast te draaien.