26
13. Alvorens iets bij te stellen dient u altijd de
machine uit te schakelen en te wachten totdat de
schaafbeitelmessen volledig tot stilstand zijn
gekomen.
14. Steek uw vinger nooit in de spaanafvoer. De spa-
nen kunnen erin klem raken als u nat hout
schaaft. Verwijder in dit geval de spanen met een
stukje hout.
15. Schakel altijd uit als u de machine niet gebruikt.
Schakel de machine alleen in als u het in handen
houdt.
16. Vervang altijd gelijktijdig beide schaafbeitelmes-
sen en klemplaten, aangezien anders het resulte-
rende verlies van evenwicht trillingen kunnen
veroorzaken, waardoor de gebruiksduur van de
machine verkort kan worden.
17. Gebruik alleen Makita schaafbeitelmessen die in
deze gebruiksaanwijzing zijn gespecificeerd.
18. Gebruik altijd het juiste stofmasker/ademha-
lingsapparaat voor het materiaal en de toepas-
sing waarmee u werkt.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van com-
fort en bekendheid met de machine (na veelvuldig
gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van
het betreffende product altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de vei-
ligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing
kan leiden tot ernstige verwondingen.
GEBRUIK VAN DE MACHINE
LET OP:
• Zorg altijd dat de machine is uitgeschakeld en zijn nets-
noer uit het stopcontact is verwijderd voordat u functies
op de machine gaat afstellen of controleren.
Instellen van schaafdiepte (Fig. 1)
De schaafdiepte is heel eenvoudig in te stellen door de
knop voor op de machine te verdraaien.
Werking van de trekkerschakelaar
LET OP:
• Alvorens de machine op netstroom aan te sluiten, dient
u altijd te controleren of de trekkerschakelaar behoorlijk
werkt en bij het loslaten naar de “OFF” positie terug-
keert.
Voor machines zonder vergrendelknop en
ontgrendelknop (Fig. 2)
Om de machine in te schakelen, drukt u gewoon de trek-
kerschakelaar in. Laat de schakelaar los om de machine
uit te schakelen.
Voor machines met een vergrendelknop (Fig. 3)
Om de machine in te schakelen, drukt u gewoon de trek-
kerschakelaar in. Laat de schakelaar los om de machine
uit te schakelen.
Voor continu gebruik, eerst de trekkerschakelaar en dan
de vergrendelknop indrukken.
Om de machine vanuit de vergrendelde stand te stop-
pen, de trekkerschakelaar helemaal indrukken en deze
dan loslaten.
Voor machines met een ontgrendelknop (Fig. 3)
Een ontgrendelknop is voorzien om te voorkomen dat de
trekkerschakelaar per toeval wordt ingedrukt.
Om de machine te starten, druk de ontgrendelknop in en
druk dan de trekkerschakelaar in. Om de machine te
stoppen, de trekkerschakelaar loslaten.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat de machine is uitgeschakeld en zijn nets-
noer uit het stopcontact is verwijderd voordat u enig
werk aan de machine uitvoert.
Verwijderen of installeren van schaafbeitels
LET OP:
• Trek de bevestigingsbouten van de schaafbeitel goed
aan wanneer u beitels op de machine monteert. Een
losse bevestigingsbout kan gevaar opleveren. Contro-
leer altijd of de bouten goed zijn vastgezet.
• Behandel de beitels uiterst voorzichtig. Gebruik hand-
schoenen of doeken om uw vingers of handen te
beschermen wanneer u de beitels verwijdert of instal-
leert.
• Gebruik voor het verwijderen of installeren van de bei-
tels uitsluitend de meegeleverde Makita sleutel. Bij
gebruik van andere sleutels, kunnen de bevestigings-
bouten te veel of te weinig worden aangedraaid. Dit
kan verwonding veroorzaken.
Voor machines met standaard-schaafmessen
(Fig. 4, 5 en 6)
Om de messen van het schaafblok te verwijderen, draait
u met de soksleutel de drie bevestigingsbouten los. De
schaafblokplaat komt tegelijk met de messen los.
Alvorens de nieuwe messen te installeren, verwijder
eerst alle schaafkrullen of verontreinigingen van het
schaafblok of de messen. Gebruik messen van dezelfde
afmetingen en hetzelfde gewicht, omdat het schaafblok
anders zal slingeren of trillen, zodat de machine niet
gelijk zal schaven en eventueel defect kan raken.
Plaats het mes zodanig op de kalibervoet, dat de
scherpe kant van het mes volkomen vlak ligt met de bin-
nenrand van de kaliberplaat. Plaats de afstelplaat op het
mes, druk dan de hiel van de afstelplaat naar beneden
totdat deze vlak ligt met de kalibervoet, en draai de twee
schroeven op de afstelplaat vast. Schuif nu de hiel van
de afstelplaat in de groef van het schaafblok, en plaats
dan de schaafblokplaat erop. Draai alle bevestigingsbou-
ten gelijkmatig en afwisselend vast met behulp van de
soksleutel.
Voor machines met mini-schaafmessen
(Fig. 7, 8 en 9)
1. Indien de machine pas is gebruikt, verwijdert u eerst
het gebruikte schaafmes. Maak vervolgens de
oppervlakken van het schaafblok en de schaafblok-
plaat grondig schoon. Om de messen van het
schaafblok te verwijderen, draait u met de soksleutel
de drie bevestigingsbouten los. De schaafblokplaat
komt tegelijk met de messen los.
2. Om de nieuwe messen te installeren, bevestig de
afstelplaat losjes op de aanzetplaat met behulp van
de kruiskopschroeven en plaats dan het mini-
schaafmes zodanig op de kalibervoet, dat de
scherpe kant van het mes volkomen vlak ligt met de
binnenrand van de kaliberplaat.