37
BELANGRIJK:
De afdichtingsring “B” (afb. 8.3) zorgt
dat er geen gas uit de gasaansluiting
lekt. Vervang de afdichtingsring bij de
minste geringste vervorming of onvol-
maaktheid.
Gebruik voor het aanschroeven van de
onderdelen twee sleutels (zie afbeelding
8.2).
Controleer, na voltooiing van de aan-
sluiting, met behulp van een zeepop-
lossing, en nooit met een vlam, of de
verbindingen gasdicht zijn.
De aansluitset (zie afbeelding 8.3)
bestaat uit:
A - Gasinlaat (R of L)
B - Afdichtingsring
C - Verloopstuk
B) GASSOORTEN
Cat: II 2E+3+
Het gas dat kan worden gebruikt kan in
twee families worden onderverdeeld:
✓ G20 / G25 ✓ G30 / G31
Abb. 8.3
B
C
A
1/2” GAS kegel
Aansluiting op de gastoevoer:
• De verbinding moet worden aange-
legd volgens de norm NBN D 51-003
met buizen of volgens de voorschrif-
ten A.R.G.B/03 met flexibele buis.
Het apparaat moet worden geplaatst
met een AGB-goedgekeurde stop-
kraan.
Attentie: Indien er een flexibele slang
wordt gebruikt, moet deze zodanig wor-
den geinstalleerd dat hij niet in contact
kan komen met een beweegbaar deel
van het meubel.
Zorg dat kontrole van de slang over de
hele lengte mogelijk is.