33
De hakselaar alleen in gebruik nemen als alle messen juist gemonteerd zijn.
Zorg ervoor dat alle veiligheids kappen zijn gemonteerd
Tijdens het hakselen, moeten de messen geen harde voorwerpen
( zoals beton, steen ) kunnen raken. Dit veroorzaakt schade aan de
machine en messen. Messen die krom of beschadigd zijn vervangen.
Controleer het oliepeil en brandstof en indien nodig bijvullen.
Controleer de bandenspanning (ca. 1,7 bar).
Controleer de messen. Kijk of ze vrij kunnen ronddraaien en of ze goed zijn
bevestigd. Botte messen kunnen nageslepen worden.
Let er ook op dat alle beschermkappen stevig en juist gemonteerd zijn.
Controleer de toestand van het luchtfilter, brandstofleidingen en aansluitingen op
lekkage en mechanische schade en de brandstoftank op scheuren en lekken.
Controleer of de motor stopt knop werkt. Start de motor en laat deze een paar
seconden draaien.
Start de motor nooit in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxide, dit is zeer giftig bij inademing!
Waarschuwing voor hete oppervlakken!
De uitlaat en andere motoronderdelen worden extreem heet tijdens het
gebruik. Raak nooit de hete motor aan. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor.
MOTOR STARTEN ( afb. 1-6 )
Controleer of de dagelijkse zorg werd uitgevoerd volgens het onderhoudsschema