28
Voor het controleren van het oliepeil moet het apparaat op een vlakke
ondergrond te staan en zijn uitgeschakeld.
Verwijder de olie vul plug (er zitten er twee op het motorblok, welke u gebruikt
maakt niet uit).
Veeg olie van de peilstok.
Vulplug terug in de opening stoppen, niet vastschroeven.
Trek de vul plug uit de vulopening.
Oliepeil op de peilstok testen. Het oliepeil moet tussen de MIN en MAX (L en H)
zijn.
Als het oliepeil te laag is (MIN of minder) dan gelijkwaardige motorolie bijvullen.
15. TANKEN/ BENZINE
Gezondheid en explosies ten gevolge van de verbrandingsmotor. In de
uitlaatgassen van de motor is giftige koolmonoxide aanwezig. Het
verblijven in een koolmonoxide bevattende omgeving kan leiden tot
bewusteloosheid en de dood. Laat de motor niet draaien in een
afgesloten ruimte.
De motor beschermen tegen hitte, vonken en vlammen. Rook niet in de
nabijheid van het aggregaat!
Benzine is uiterst brandbaar en explosief. Voor het tanken, stop de
motor en laat afkoelen.
Motorschade! Gevaar voor schade aan de motor veroorzaakt door verkeerde
brandstof.
Gevaar voor schade aan de motor veroorzaakt door verkeerde
brandstof. Gebruik alleen benzine met ROZ 95 of hoger (loodvrije
benzine) maar bij voorkeur ASPEN4 (benzine welke houdbaar is).
Gebruik uitsluitend verse brandstof. Benzine heeft een beperkte
houdbaarheid. In geen geval 2 - takt benzine, diesel of niet-
goedgekeurde brandstoffen tanken.
Alleen normale loodvrije benzine met een octaangetal van ROZ 95 of hoger
gebruiken voor deze motor. Gebruik alleen verse en schone brandstof of
alkylaat benzine (zoals ASPEN4). Water of vuil in de benzine kan het
brandstofsysteem beschadigen.